DE EPIDEMIOLOGIE VAN SUÏCIDEPOGINGEN VLAANDEREN, 2012

Transcriptie

1 DE EPIDEMIOLOGIE VAN SUÏCIDEPOGINGEN VLAANDEREN, 2012 E E N H E I D V O O R Z E L F M O O R D O N D E R Z O E K, U N I V E R S I T E I T G E N T E v a De Jaegere In samenwerking met Zorg voor Suïcidepogers

2 DEFINITIE SUÏCIDEPOGING (WHO) Suïcidale intentie (doodswens) aanwezig om van een suïcidepoging te spreken? ts Europa (niet) en VS (wel) In Europa: Definitie WHO: Opzettelijk, niet-fataal, niet-habitueel gedrag dat zal leiden tot zelfverwonding/vernietiging, ongeacht de suïcidale intentie (=> enkel verlangde verandering(en) bewerkstelligen via de fysische gevolgen van hun gedrag) Belangrijkste risicofactor voor suïcide!

3 DEFINITIE SUÏCIDEPOGING (WHO) Gedrag dat tot zelfdestructie kan leiden Uitgevoerd gedrag of ingenomen middel Onderbroken gedrag Accidenteel Intentioneel Door zichzelf Door anderen GEEN SP Repetitief Niet-repetitief GEEN SP SP Habitueel Niet-habitueel SP GEEN SP SP

4 RATES VAN SUÏCIDEPOGINGEN Rates per inwoners Vlaanderen (EB)2012: Totaal: 162 suïcidepogingen : 145 suïcidepogingen : 187 suïcidepogingen Absolute cijfers: naar schatting pogingen in 2012 Ongeveer 28 suïcidepogingen per dag Daling (niet significant) van 12% in vgl met 2011

5 GEOGRAFISCHE VERSPREIDING SUÏCIDEPOGINGEN VLAANDEREN West-Vlaanderen significant hoger dan de Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams- Brabant en Limburg Oost-Vlaanderen significant hoger dan Vlaams-Brabant en Limburg 102 Antwerpen significant hoger dan die in Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant en Limburg: significante daling van de rates tav 2011 (respectievelijk 29% en 25%)

6 SOCIODEMOGRAFISCHE GEGEVENS Geslacht: 1219 (60%) vrouwen 820 (40%) mannen Gemiddelde leeftijd: 40 jaar (min.10jr; max. 95jr) Woonsituatie significant > alleen dan (35% vs. 27%) Kinderen significant > kinderen dan (64% vs. 56%)

7 BURGERLIJKE STAAT & ECONOMISCHE TOESTAND *Significant geslachtsverschil (p <.05)

8 METHODE Zelfvergiftiging: - significant > - Overdosis medicatie: 75% - Vergiftiging: 2% Zelfverwonding: - significant > - Verwonden met scherp voorwerp: 8% - Verhanging: 5% - Verdrinking: 2%

9 ERNST LICHAMELIJK LETSEL Ernst lichamelijk letsel na suïcidepoging:

10 OMSTANDIGHEDEN 8% voordien maatregelen ondernomen 19% afscheidsbrief geschreven 71% geen planning (slecht 6% uitvoerig) 40% impliciet of expliciet aangegeven 50% niemand in de buurt 19% maatregelen ondernomen om ontdekking te vermijden 49% zocht nadien contact met hulpverlener

11 SUÏCIDALE INTENTIE Suïcidale intentie* 47% hoge SI, 32% hoge SI Ambivalentie tov het leven 46% ik wilde sterven 29% ambivalent 25% ik wilde niet sterven Hopeloosheid 51% negatief 24% positief 26% ambivalent *Significant geslachtsverschil (p <.05)

12 EERDERE SUÏCIDEPOGINGEN 45% voorgeschiedenis suïcidaal gedrag 21% > 2 pogingen 48% poging in het voorbije jaar 79% medisch behandeld 66% psychisch behandeld

13 SUÏCIDALITEIT NA DE POGING Suïcidegedachten na de poging IPEO 1 55% geen gedachten 25% zwakke gedachten 21% matige tot sterke gedachten 56% met planning IPEO 2 68% geen gedachten 17% zwakke gedachten 15% matige tot sterke gedachten 52% met planning

14 ERVAREN PROBLEMEN 54% relationele problemen 51% psychische/psychiatrische klachten 37% gevoelens van eenzaamheid ( significant >) 27% werkproblemen 27% problemen met de ouders 25% afwijzing door een geliefde ( significant >) 18% traumatische gebeurtenissen 19% overlijden/ernstige ziekte belangrijke andere 10% suïcidaal gedrag belangrijke andere Meer informatie kan u vinden in De epidemiologie van suïcidepogingen in Vlaanderen: Jaarverslag 2012, zie

15 MOTIEVEN -- Intern conflict + Beïnvloeden/straffen van anderen ^Doodswens *Significant geslachtsverschil (p <.05)

16 DIAGNOSE/ PROBLEEMOMSCHRIJVING DSM As I: *Significant geslachtsverschil (p <.05)

17 DIAGNOSE/ PROBLEEMOMSCHRIJVING DSM As II: *Significant geslachtsverschil (p <.05)

18 PSYCHIATRISCHE BEHANDELING IN DE VOORGESCHIEDENIS Bereidheid tot verdere begeleiding: 86% *Significant geslachtsverschil (p <.05)

19 Zorgbehoeften ZORGBEHOEFTEN 24% ambulante begeleiding Vormelijk 24% residentiële begeleiding 2% ondersteuning door HA 18% intrapersoonlijke hulpbehoeften Inhoudelijk 6% interpersoonlijke hulpbehoeften 7% praktische ondersteuning 8% rust

20 ZORGTRAJECT - 33% Urgentiepsychiatrie - 40% PAAZ - 12% PZ - 7% Somatische afdeling

21 IMPLICATIES VOOR PREVENTIE Geïndiceerd Risico-inschatting & bevragen zorgbehoeften adhv IPEO Uitwerken zorgpad Daling in (voorgeschiedenis) suïcidepogingen Ontwikkeling KIPEO Universeel Veranderingen in voorschrijfgedrag Beschikbaarheid medicatie Selectief Richten op doelgroepen met een verhoogd risico Deskundigheidsbevordering

22 BEDANKT! Meer informatie kan u vinden op: Indien u nog vragen of opmerkingen heeft, kan u contact opnemen met: Eva De Jaegere Eva.DeJaegere@ugent.be Of Nikita Vancayseele Nikita.Vancayseele@ugent.be Tel: 09/