Coördinatieplan Autosnelwegen 2009

Vergelijkbare documenten
Coördinatieplan Autosnelwegen

EERSTE HULP BIJ MOTOR ONGELUKKEN

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Brancherichtlijn. Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen.

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten

Calamiteitenplan op maat

Programma. Even voorstellen. Beeldvorming. De Calamiteiten coördinator VRGZ

Coördinatieplan SNELWEG INCIDENT MANAGEMENT. Veiligheidsregio IJsselland

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

GRIP 1, XTC-laboratorium.

Wat doet een GAGS bij een ongeval met gevaarlijke stoffen op de weg? Henk Jans, Vz GAGS platform

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik

Veiligheidsregio in-zicht Basisvoorzieningen op orde 2e trimester

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht Commissie Bestuur en middelen

Veiligheidsregio in-zicht 2017 Basisvoorzieningen op orde

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Inzetvoorstellen en codes

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november de crisis samen de baas

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

GRIP 1 Stadhuis Den Helder 28 september 2016, gemeente Den Helder

Procedure afzetlint Versie 3.1 d.d. 08 april 2013

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

Crisismanagement Groningen. Basismodule

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

HET ROOD BLAUWE BOEKJE

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

GRIP 1, zeer grote brand Dirkshorn 8 april 2017, gemeente Schagen

GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

WATERRISICOPROFIEL. Inleiding. Waar bevindt zich oppervlakte water?

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Advies Externe Veiligheid ten behoeve van het (ontwerp)wegaanpassingsbesluit en A10 Nieuwe Meer Amstel

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Begroting V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe

GRIP 1, partyboot Egmond aan Zee 9 april 2017, gemeente Bergen

Calamiteitenplan op maat OTB/MER Spitsstroken A7/A8. Datum 10 juni 2014 Kenmerk RD1023/Brg/0093 Status versie 4.0 Definitief

Rampbestrijdingsplan. Vliegbasis Leeuwarden. Veiligheidsregio Fryslân <datum>

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen

Veiligheidsregio in-zicht Basisvoorzieningen op orde 1e trimester

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland

Emiel Sanders Staf IR Henny Kennedy TL IR Peter Damen TL IR John Monsieurs TL IR

# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm

Examenvragen Infra kwaliteit op basis van de Eind- en toetstermen bij BRL 9101:2017 ex bijlage 5. Kenmerk (2). Datum 20 juni 2017.

Operationele Regeling VRU

Productenboek Basisvoorzieningen Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio NHN

BHV-procedures bij incidenten

Veiligheidsregio in-zicht Basisvoorzieningen op orde 1e trimester

Bijlage E: Observatievragen

Evaluatie vrachtwagenbrand Heinenoordtunnel

1 De coördinatie van de inzet

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1

Aan Regiegroep Aan Veiligheidsdirectie Goedkeuring Dagelijks bestuur Vaststelling Algemeen Bestuur

Monodisciplinaire evaluatie inzet Bevolkingszorg. Betreft: inzet woningbrand Paulus Potterstraat te Almere op 7 januari 2015

GRIP-teams en kernbezetting

Introductie. IncidentBestrijdingsPlan WegTunnels (IBPWT)

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Echt-Susteren Postbus AL Echt. Geacht College,

Voor de realisatie van voornoemd project worden werkterreinen en bouwwegen ingericht.

DE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman

Draaiboek Zwaar weer Gemeente Rijssen-Holten Vastgesteld door B&W op: 12 november 2002

Coördinatieplan Uitval Gasvoorziening

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Protocol Schuilen of ontruimen/evacueren

Operationele grenzen basisbrandweerzorg

Brondocument theorie-examen HAP-chauffeur

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus HG NIJMEGEN

REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN Procesmodellen

Tunneldoseren Leidsche Rijntunnel A2

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Beeldcasus OGS-1 Lekkage tankwagen

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

1. Kenmerken van een inzet bij OGS. 2. Belangrijkste Risico's bij OGS. 3. Specifieke zaken voor Beeldvorming bij OGS

Evaluatie MULTIDISCIPLINAIR EVALUATIERAPPORT

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

Standaardisatie Inzetvoorstellen

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen brandweer 2016

Operationele Regeling VRU

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Optreden bij buisleiding incidenten. Drs. B.M.G. Janssen MCDM Directeur Gezamenlijke Brandweer Voorzitter NVBR Netwerk OGS

Snelheid: algemene regel

Samenwerken aan Brandveiligheid

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt.

VERKEERSBORDEN.

Incident Monstertruck Haaksbergen

Crisisplan RAV. Ruud Houdijk, januari 2015

Veiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012

Files. We kunnen er samen wat aan doen.

Transcriptie:

Coördinatieplan Autosnelwegen 2009 Vastgesteld door: Vastgesteld d.d.: Geactualiseerd: IMT RMT Veiligheidsdirectie Dagelijks Bestuur Januari 2013 (brandweer versie 2.7)

Colofon Titel : Coördinatieplan Autosnelwegen 2009 regio Brabant-Noord Subtitel : Auteur(s) : A.T.C. van den Heuvel Project : Multidisciplinaire planvorming Opdrachtgever : Veiligheidsregio Brabant-Noord Rapportstatus : versie 2.7 2009, Brandweer Brabant-Noord. Auteursrecht voorbehouden. Bronvermelding verplicht. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de redactie

Voorwoord Vanaf 1998 is in de regio Brabant-Noord het coördinatieplan autosnelwegen operationeel. Sinds 1998 hebben er echter een groot aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die actualisatie van het vigerende coördinatieplan noodzakelijk maken. Het betreft hier met name ontwikkelingen ten aanzien van de toegenomen verkeersintensiteit, verplaatsingen en uitbreidingen van tracés, nieuwe rijkswegen etc. In het coördinatieplan zijn de volgende uitgangspunten verwerkt: uniforme multidisciplinaire uitrukprocedures; het coördinatieplan voldoet aan de afspraken zoals gehanteerd worden bij Incident Management (afspraken met Rijkswaterstaat); voor maatgevende incidenten zal (afhankelijk van de melding, onbekend exacte locatie en in verhouding van het incident) overal tweezijdig worden aangereden met een vooraf bepaald potentieel (momenteel wordt reeds op diverse tracés tweezijdig aangereden); conform het regionaal dekkingsplan Brabant-Noord zal gewerkt worden volgens operationele grenzen en zal bij alarmering de kazerne volgorde tabel gehanteerd worden. samenwerking en afstemming plaats laten vinden met de buurregio s en andere externe partners. Het coördinatieplan Autosnelwegen 2009 voor de regio Brabant-Noord is mede gebaseerd op de richtlijn Eerste veiligheidsmaatregelen bij incidenten met eenzijdig aanrijdgevaar versie 2010. Deze richtlijn is opgesteld door hulpverleners, voor hulpverleners. De richtlijn geeft een overzicht van te nemen maatregelen tijdens een incident op snelwegen. De maatregelen zoals benoemd in de richtlijn, zijn geïntegreerd in de Brandweer opleidingen. De richtlijn Eerste veiligheidsmaatregelen bij incidenten met eenzijdig aanrijdgevaar vormt een onderdeel van Incident Management. Deze nieuwe richtlijn is inmiddels verspreid naar de korpsen. 3

Samenvatting Na een beeld te hebben geschetst van het werkgebied waar dit plan op is gericht zullen de processen van de betrokken hulpdiensten beschreven worden. Daarna volgt een overzicht van realistische scenario's met daaraan gekoppeld de acties van de hulpdiensten en bijbehorende coördinerende bepalingen. Gesignaleerde knelpunten worden onder de loep genomen. Doel Het coördinatieplan Autosnelwegen "beoogt het bevorderen van de voorbereiding op gemeenschappelijke bestrijding van incidenten op autosnelwegen door betrokken hulpdiensten in de regio Brabant-Noord". Een adequate voorbereiding wordt noodzakelijk geacht voor een snel, veilig en effectief verloop van gemeenschappelijke bestrijding van autosnelwegincidenten. Toepassing De onderdelen in de uitgewerkte scenario s dienen als uitgangspunt voor de incidentbestrijding. De alarmeringsvoorstellen die hierin zijn opgenomen zijn gebaseerd op afstemming op regionaal niveau. Omdat op lokaal niveau personeel, materiaal en materieel afwijkend kunnen zijn is het zaak dat de lokale hulpdiensten deze voorstellen afstemmen en vaststellen in uitrukprocedures. Deze uitrukprocedures zijn vastgelegd in de inzetmatrix. De alarmering zal plaats vinden volgens een inzetvoorstel die bepaald wordt door de operationele grenzen. Mandatering Meldkamer Brandweer Standaard zal er bij inzetten op autosnelwegen eenzijdig worden aangereden. Dit om te voorkomen dat er onnodig veel brandweermaterieel wordt gealarmeerd in verhouding tot het incident (afhankelijk van de melding). Door het stellen van de juiste vragen aan de melder, volgens het uitvraagprotocol, moet de centralist een juiste inschatting kunnen maken van de aard ( grootte) van het incident en op basis hiervan het bijbehorende scenario starten. Wanneer na het uitvragen van de melder blijkt dat er tweezijdig aangereden moet worden, heeft de centralist de mandatering om conform het coördinatieplan dubbelzijdig te alarmeren. De scenario s komen uit een scenariomatrix die in het coördinatieplan is verwerkt. Een reden om tweezijdig aan te rijden kan zijn, dat het incident niet te benaderen is doordat het baanvak geheel geblokkeerd is, of het ontbreken van vluchtstroken. Door deze systematiek van werken op de meldkamer wordt voorkomen dat er eenheden gaan rijden die niet noodzakelijk zijn voor het desbetreffende incident. Hierdoor zal de centralist een aansturende rol krijgen in plaats van een faciliterende rol. De operationeel leidinggevende kan altijd het scenario, dus de alarmering bijstellen / aanpassen. Bij incidenten op autosnelwegen wordt conform regulier geldende procedures de OvD-B gealarmeerd. Multidisciplinair coördinatieplan Bij incidenten op autosnelwegen is er bijna altijd sprake van een multidisciplinaire inzet. Voor een adequate samenwerking tussen de operationele diensten (brandweer, politie en GHOR) en de wegbeheerder (Rijkswaterstaat), is een multidisciplinaire afstemming noodzakelijk. Deze afstemming geldt niet alleen voor het potentieel wat het incident moet bestrijden, maar ook voor een directe opschaling van het juiste coördinatieniveau. Deze beide facetten zijn in de scenario s van dit coördinatieplan verwerkt. Deze systematiek wordt sinds een aantal jaren ook beoefend tijdens de virtuele oefeningen die in onze regio worden georganiseerd. Organisatie De ambulancedienst zal afhankelijk van de melding dat er slachtoffers bij 4

betrokken zijn zelfstandig opschalen. In het scenario wordt hier telkens uitgegaan van zelfstandige opschaling middels de meldkamer of de eerste ambulance. De calamiteitencoördinator van RWS is verantwoordelijk voor het ter plaatse laten komen van materieel wat de veiligheid van de hulpverleners ter plaatse waarborgt. Een AS (assistentie-eenheid van de politie) wordt gezien als eenheid basis politiezorg. Het coördinatieplan Autosnelwegen voor de regio Brabant-Noord is tot stand gekomen in samenwerking met: Brandweer Den Bosch, Bas Lucassen Brandweer Boxtel, Edward Traa Teamleider MKB Brandweer Brabant-Noord, Paul van der Linden MKB, Harold Verhoeven Brandweer Brabant-Noord, Rene van den Heuvel GHOR Brabant-Noord, Adri de Munnik Politie Brabant-Noord, Wim Uijen Veiligheidsregio Zuid-Oost Brabant, Rob Terpstra Rijkswaterstaat, directie Brabant-Noord, Noud Thijssen, Jos van Empel, Peter Buhren en Marcel Simons 5

Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenvatting 4 Doel 4 Toepassing 4 Mandatering Meldkamer Brandweer 4 Multidisciplinair coördinatieplan 4 Organisatie 4 Inhoudsopgave 6 1 Werkgebied 7 1.1 Algemeen 7 1.2 Ontwikkelingen 7 1.3 Risicobeeld 7 1.4 Incident Management 8 2 Scenario s 9 2.1 Overzicht scenario s 9 2.2 Uitwerking scenario's 10 3.0 Bijlagen 17 3.1 Knelpunten autosnelwegen 17 3.1.1 Bereikbaarheid 17 3.1.2 Spitsstroken 17 3.1.3 Aorta traject 17 4 Actualisatie 18 6

1 Werkgebied 1.1 Algemeen Binnen het verzorgingsgebied van de hulpverleningsdienst Brabant Noord zijn de volgende autosnelwegen gesitueerd: A2, A50, A59, A73, A77 en A65 (incl. tracé N65 tot Tilburg). Hiervan wordt het begin aangeduid door het verkeersbord (F5) en het einde met (F7). De autosnelweg mag alleen gebruikt worden als je rijdt met een motorvoertuig waarmee je op een horizontale weg ten minste 60 km/ uur kan halen (art. 42 RVV). In principe bestaat iedere autosnelweg uit twee rijbanen die van elkaar gescheiden worden door een middenberm. Iedere rijbaan bestaat uit meerdere rijstroken, die een bepaalde bestemming kunnen hebben. Normaliter zijn er twee gewone rijstroken bestemd voor alle (snel)verkeer met daar rechts naast een vluchtstrook. Het verkeer op de rijstroken kan afzonderlijke beperkingen opgelegd krijgen middels borden voor maximale snelheid of breedte. Verder kunnen zij een bijzondere bestemming krijgen zoals busbaan, 'spitsstrook' of carpoolstrook. De belangrijkste risico s op grootschalige verkeersongevallen bevinden zich met name op deze wegen, omdat hier een intensief gebruik en hoge snelheid samengaan. De totale lengte van het deel van deze autosnelwegen die binnen het verzorgingsgebied vallen bedraagt ongeveer 100 km. Het werkgebied van dit inzet coördinatieplan wordt gevormd door deze autosnelwegen. 1.2 Ontwikkelingen In de uitwerking van de Leidraad Maatramp en de Leidraad Operationele Prestaties voor het verzorgingsgebied van Brandweer Brabant-Noord wordt bij het ramptype Verkeersongevallen op land uitgegaan van 100 km autosnelweg. Deze lengte in combinatie met de risico s op ongevallen op de autosnelwegen heeft in deze uitwerking voor risico s in het wegverkeer een maatscenario II opgeleverd als zijnde reëel. In 2010 is de ombouw van de A2 rondweg s Hertogenbosch gerealiseerd. Dit impliceert dat de rondweg s Hertogenbosch is uitgevoerd met wegdelen die 4 keer 2 rijbanen (zogenaamd Aorta traject) bevatten. Door deze toename van rijbanen moet ook het aantal kilometers snelweg worden verhoogd. Volgens de Leidraad Maatramp moet immers een traject dat meer dan twee keer twee rijbanen heeft dubbel geteld worden in de bepaling van de hoeveelheid kilometers autosnelweg. Volgens deze benadering moeten we in de nieuwe situatie uitgaan van 133 km autosnelweg binnen het verzorgingsgebied. Deze lengte geeft in de nieuwe situatie een maatscenario van III voor risico s in het wegverkeer en is dus een verhoging en tevens de maximaal te halen waarde volgens de Leidraad Maatramp. 1.3 Risicobeeld Voor de risico s in het treinverkeer binnen het ramptype Verkeersongevallen op land is door de Brandweer Brabant-Noord een maatscenario van III bepaald. Het uiteindelijke maatscenario voor het ramptype Verkeersongevallen op land blijft dus ondanks de toename van het aantal rijbanen op III. Zoals hierboven ook al aangegeven heeft de rondweg s Hertogenbosch binnen het verzorgingsgebied van de Brandweer Brabant-Noord de nodige 7

veranderingen ondergaan. Het traject Best s-hertogenbosch zal voorzien worden van spitsstroken (2 keer 3 rijbanen zonder vluchtstrook), de rondweg rond s-hertogenbosch is reeds voorzien worden van het zogenaamde aorta - traject (4 keer 2 rijbanen) en het traject s-hertogenbosch Zaltbommel is een 3 baans weg (2 keer 3 rijbanen met vluchtstrook) geworden. Op dit laatste traject ligt ook de Maasbrug, deze is reeds uitgevoerd met 2 keer 3 rijbanen, zonder vluchtstrook. Tijdens overleg met Rijkswaterstaat is met name de bereikbaarheid op het spitsstroken- en aorta-traject en de Maasbrug onderwerp van gesprek geweest. 1.4 Incident Management Incident Management is de samenwerking tussen de hulpdiensten bij incidenten op autosnelwegen en vanaf 1 april 2009 ook op provinciale wegen in de provincie Noord Brabant. Een van de aspecten van IM is het creëren van een veilige werkplek. In de lesstof van de brandweer wordt hier ruim aandacht aan gegeven. In januari 2010 zijn de nieuwe richtlijnen Eerste veiligheidsmaatregelen bij incidenten met een- en tweezijdig aanrijdgevaar ) uitgegeven. De richtlijn Eerste veiligheidsmaatregelen bij incidenten met eenzijdig aanrijdgevaar moet toegepast worden op auto(snel)wegen met gescheiden rijbanen, de richtlijn Eerste veiligheidsmaatregelen bij incidenten met tweezijdig aanrijdgevaar wordt specifiek aandacht gegeven aan IM op provinciale wegen. Deze nieuwe richtlijnen zijn verstuurd naar de korpsen en wordt na instructie die verzorgd wordt door het korps, toegepast bij incidenten op het wegennet. Tevens wordt middels de bijscholingsdagen tbv de Operationele Leiding, de nieuwe richtlijnen geïmplementeerd binnen de regio Brabant-Noord. 8

2 Scenario s 2.1 Overzicht scenario s Voorval 1. Verstoring 2. Brand 1. Klein 2. Middel 3. Groot 4. Zeer groot nvt nvt nvt nvt Routine Routine GRIP 1 3. Hulpverlening 4. Gevaarlijke stoffen 2.1 Bermbrand Personenauto 2.2 vrachtauto max. 3 personenauto s 2.3 Routine Routine GRIP 1 3.1 1 personenauto Routine 4.1 lekkage brandstoftank Gevonden vaten 3.2 vrachtauto max. 4 personenauto s auto te water GRIP 1 GRIP 2 4.2 vrachtauto met lekkende vaten lekkende tankauto 4 of meerdere personenauto s 2 of meer vrachtauto s autobus 3.3 meer dan 4 personenauto s 2 of meer vrachtauto s Autobussen > 5 slachtoffers 4.3 2 of meer vrachtauto s met lekkende vaten 2 of meer tankauto s 3.4 ongeval > 100 meter of kettingbotsing >10 slachtoffers 5. verdachte situatie nvt nvt nvt nvt GRIP kan worden afgekondigd indien er grote verkeersopstoppingen plaatsvinden, zowel op de autosnelweg als op het onderliggend wegennet, als gevolg van een incident op de autosnelweg. De politie zal hierin bepalend en leidend zijn. Omdat elke situatie anders uitpakt is vooraf bepalen van GRIP niveaus voor bepaalde scenario s niet gewenst. Derhalve wordt een minimaal GRIP niveau aangegeven en zal verder de operationele leiding ter plaatse de verdere GRIP afkondiging bepalen. 9

2.2 Uitwerking scenario's 1. Verstoring Verstoringen worden niet middels een scenario beschreven. 2. Brand Scenario 2.1 2.2 2.3 2.4 Omschrijving Aandachtspunten Uitbreidingskansen GRIP Bermbrand, in brand geraakte personenauto of daarvoor ingerichte personen / bestelauto zonder ongeval vooraf Vrachtautobrand, max. 3 personenauto s in brand, bij de brand zijn geen gevaarlijke stoffen betrokken 4 of meerdere personenauto s, 2 of meer vrachtauto s of autobus (met passagiers maar in veiligheid) in brand, bij de brand zijn geen slachtoffers en gevaarlijke stoffen betrokken -Eerste voertuig ter plaatse geeft de exacte locatie door aan de meldkamer -Direct gevaar voor mogelijke slachtoffers -Nog rijdend overig verkeer (veiligheid hulpverleners) -Belemmerd zicht door rookvorming (veiligheid overig verkeer op andere rijbaan -Mogelijke aanwezigheid LPG installatie in auto s -Afsluiten rijbanen en omleiding door politie/ RWS -In geval van autobus rekening houden met opvang passagiers -Gevolgen van het optreden van de hierboven genoemde bijzonder gevaren. -Afhankelijk van de wind uitbreidende bermbrand -GRIP: In geval van grote verkeersopstopping/effectge bied (politie bepaalt) -Gevolgen van het optreden van de hierboven genoemde bijzondere gevaren. -Aanwezigheid van gevaarlijke stoffen welke in de melding niet zijn doorgekomen. Indien gevaarlijke stoffen aanwezig zijn wordt overgestapt op scenario 4.2, middel ongeval gevaarlijke stoffen -GRIP: In geval van grote verkeersopstopping/effectge bied (politie bepaalt) -Gevolgen van het optreden van de hierboven genoemde bijzondere gevaren. -Aanwezigheid van gevaarlijke stoffen welke in de melding niet zijn doorgekomen. Indien gevaarlijke stoffen aanwezig zijn wordt overgestapt op scenario 4.3, groot ongeval gevaarlijke stoffen -GRIP: 1 Idem 2.3 Idem 2.3 10

Impact 2 - Brand Inzet brandweer Inzet geneeskundige hulpverlening Inzet politie Zeer beperkt (kleine brand) 2.1 Bermbrand, in brand geraakte personenauto of daarvoor ingerichte personen / bestelauto zonder ongeval vooraf Eenzijdig aanrijden: : 1x TS Bij so: 1x ambulance 1x AS Snelweg Incident Scenario 2 - Brand Beperkt (middel brand) 2.2 Vrachtautobrand, max. 3 personenauto s in brand, bij de brand zijn geen gevaarlijke stoffen betrokken Eenzijdig aanrijden: 2x TS 1x SBH op aanvraag Bij so: 1x ambu 1x OVD-G 1 AS 1x OVD-P Inzet Gemeente Geen inzet Geen inzet Tweezijdig aanrijden: 2x2 TS 1x SBH op aanvraag Ernstig (grote brand) 2.3 4 of meerdere personenauto s, 2 of meer vrachtauto s of autobus (met passagiers maar in veiligheid) in brand, bij de brand zijn geen slachtoffers en gevaarlijke stoffen betrokken Eenzijdig aanrijden: 3x TS 1x OIV 1x SBH 1x BMH-KA in overleg 1xambulance, 1x OVD-G 1x CVD-G 3x AS 1x OVD-P GRIP 1 Tweezijdig aanrijden: 2x 3 TS 1x OIV 1x SBH 1x BMH-KA in overleg Evt. Opvang en Primaire levensbehoeften, voorlichting Zeer ernstig (zeer grote brand) 2.4 Idem 2.3 Inzet RWS 1x Calamiteitencoordinator 1x Calamiteitencoordinator 1x Calamiteitencoordinator 11

3. Hulpverlening Scenario 3.1 3.2a 3.3 3.4 Omschrijving Aandachtspunten Uitbreidingskansen GRIP Kleine hulpverlening, beknelling in een voertuig.. Nog rijdend overig verkeer (veiligheid hulpverleners) Gevolgen van het optreden van de hierboven genoemde bijzonder gevaren. -GRIP 2 In geval van grote verkeersopstopping/ effectgebied (politie bepaalt) Meerdere beknelde personen in max. 3 personenauto s of 1 vrachtauto, ten gevolge van een ongeval Auto te water, ongeval waarbij sprake is van één of meer personen in een voertuig dat te water is geraakt -Eerste voertuig ter plaatse geeft de exacte locatie door aan de meldkamer -Direct gevaar voor mogelijke slachtoffers -Nog rijdend overig verkeer (veiligheid hulpverleners) -Gevolgen van het optreden van de hierboven genoemde bijzonder gevaren. -Aanwezigheid van gevaarlijke stoffen welke in de melding niet zijn doorgekomen. Indien gevaarlijke stoffen aanwezig zijn wordt overgestapt op scenario 4.2, middel ongeval gevaarlijke stoffen -Ontstaan van brand -GRIP 2 in geval van grote verkeersopstopping / effectgebied (politie bepaalt) Meerdere beknelde personen in 4 of meerdere personenauto s, 2 of meer vrachtauto s. Geen lekkage/vrijkomen van eventueel betrokken gevaarlijke stoffen. Meerdere beknelde personen (>5) in autobus. Geen gevaarlijke stoffen betrokken bij ongeval. -Eerste voertuig ter plaatse geeft de exacte locatie door aan de meldkamer -Direct gevaar voor mogelijke slachtoffers -Mogelijk veel slachtoffers in autobus -Nog rijdend overig verkeer (veiligheid hulpverleners) -Afsluiten rijbanen door politie/ RWS -Gevolgen van het optreden van de hierboven genoemde bijzonder gevaren. -Aanwezigheid van gevaarlijke stoffen welke in de melding niet zijn doorgekomen. Indien gevaarlijke stoffen aanwezig zijn wordt overgestapt op scenario 4.3, groot ongeval gevaarlijke stoffen. -Ontstaan van brand. Standaard GRIP 1 -GRIP 2 In geval van grote verkeersopstopping/effectge bied (politie bepaalt) -GRIP 3 in geval van veel slachtoffers (>20) Er heeft zich een kettingbotsing voorgedaan met >10 voertuigen, of het betreft een ongeval over een afstand van meer dan 100 meter met meerdere slachtoffers. Geen gevaarlijke stoffen betrokken bij ongeval. -Eerste voertuig ter plaatse geeft de exacte locatie door aan de meldkamer -Direct gevaar voor mogelijke slachtoffers -Nog rijdend overig verkeer (veiligheid hulpverleners) -Afsluiten rijbanen door politie/ RWS -Gevolgen van het optreden van de hierboven genoemde bijzonder gevaren. -Ontstaan van brand -GRIP 2 (politie bepaalt) -GRIP 3 in geval van veel slachtoffers 12

Impact 3. Hulpverlening Zeer beperkt (klein HV) 3.1 Kleine hulpverlening, beknelling in een voertuig. Snelweg Incident Scenario 3 - Hulpverlening Beperkt (middel HV) Ernstig (groot HV) 3.2 3.3 Meerdere beknelde Meerdere beknelde personen personen in max. 3 in 4 of meerdere personenauto s/ personenauto s, 2 of meer 1 vrachtauto, ten vrachtauto s. Geen gevolge van een lekkage/vrijkomen van ongeval. eventueel betrokken Auto te water, gevaarlijke stoffen. ongeval waarbij Meerdere beknelde personen sprake is van één of (>5) in autobus. Geen meer personen in een gevaarlijke stoffen betrokken voertuig dat te water bij ongeval. is geraakt Zeer ernstig (zeer groot HV) 3.4 Er heeft zich een kettingbotsing voorgedaan met >10 voertuigen, of het betreft een ongeval over een afstand van meer dan 100 meter met meerdere slachtoffers. Geen gevaarlijke stoffen betrokken bij ongeval. Inzet brandweer Inzet geneeskundige hulpverlening Inzet politie Eenzijdige 1x TS 1x ambulance 1x AS Tweezijdige 2x TS Eenzijdige 2xTS Evt. duikteam 1x ambulance 1x OVD-G Evt. MMT 2x AS 1x OVD-P Inzet Gemeente Geen inzet Geen inzet Tweezijdi ge 2x2 TS Evt. duikteam Eenzijdige 3x TS 1x OIV 1x HA redding 1x HA instorting GRIP 1 Tweezijdige 2x 3x TS 1x-OIV 1x HA redding 1x HA instorting 1x ambulance 1x OVD-G Evt. 1x MMT Bij 2.3b CVD-G en evt. GNK 3x AS 1x OVD-P Evt. Opvang en Primaire levensbehoeften, voorlichting Eenzijdige 4x TS 2x HV 1x OIV 1x HA Redding 1x HA Instorting Tweezijdige 2x 4x TS 2x HV 1x OIV 1x HA Redding 1x HA Instorting 1x ambulance 1x OVD-G 1x CVD-G 1x GNK 3x AS 1x OVD-P Evt. Opvang en Primaire levensbehoeften, voorlichting Inzet RWS 1x calamiteitencoördinator 1x calamiteitencoördinator 1x calamiteitencoördinator 1x calamiteitencoördinator 13

4. Ongeval gevaarlijke stoffen Scenario 4.1 4.2 4.3 4.4 Omschrijving lekkende brandstoftank Gevonden vaten naast snelweg Vrachtauto / tankauto met lekkage van gevaarlijke stoffen. Er is sprake van een vermoedelijke emissie van gevaarlijke stoffen. Een ongeval met 2 of meer vrachtauto s of 2 of meer tankauto s beladen met gevaarlijke stoffen. Er is een vermoeden, of er is sprake van een emissie van gevaarlijke stoffen. Uitgangspunten m.b.t. de gevaarlijke stoffen is een gevaarlijke stof met de meeste nvt Aandachtspunten Uitbreidingskansen GRIP Afhankelijk van opstart Protocol Verdacht Objecten (PVO) van politie GRIP1 -Bovenwindse aanrijroute (is afhankelijk van de windrichting. Het kan dus voorkomen dat de aanrijroute niet via de autosnelweg zal zijn. De veilige aanrijroute wordt bepaald door de OvD in samenspraak met de MKB). -Eerste voertuig ter plaatse geeft de exacte locatie door aan de meldkamer -Explosiegevaar -Direct gevaar voor mogelijke slachtoffers -Verspreiding gevaarlijke stoffen -Ontstaan giftige dampen -Nog rijdend overig verkeer (veiligheid hulpverleners) -Overige weggebruikers -Effectgebied -Gevaren benedenwinds -Gevaren voor het milieu -Afsluiten rijbanen door politie/ RWS -Gevolgen van het optreden van de hierboven genoemde bijzonder gevaren. -Effecten benedenwinds tot op grote afstand. -Ontstaan van brand. -GRIP 1 -GRIP 2 in geval van grote verkeersopstopping / effectgebied (politie bepaalt) gevaren voor mens en dier. -Bovenwindse aanrijroute (is afhankelijk van de windrichting. Het kan dus voorkomen dat de aanrijroute niet via de autosnelweg zal zijn. De veilige aanrijroute wordt bepaald door de OvD in samenspraak met de MKB). -Aanwezige personen -Explosiegevaar -Effectgebied -Overige weggebruikers -Personen op grotere afstand -Gevaren voor het milieu -Verspreiding gevaarlijke stoffen -Ontstaan giftige dampen -Filevorming -Aantasting wegdek -Afsluiten rijbanen door politie/ RWS -Effecten benedenwinds tot op grote afstand. -Vervolgongevallen naar aanleiding ontstaan incident -Ontstaan van brand. GRIP 2 14

Impact 4 - Gevaarlijke stoffen Inzet brandweer Snelweg Incident Scenario 4 Gevaarlijke stoffen Zeer beperkt (klein OGS) 4.1 lekkende brandstoftank, Gevonden vaten. Eenzijdige 1x TS Indien gewenst Tweezijdige 2x TS Indien gewenst Beperkt (middel OGS) 4.2 Vrachtauto / tankauto met lekkage van gevaarlijke stoffen. Er is sprake van een vermoedelijke emissie van gevaarlijke stoffen. Eenzijdige 1x TS 1x SBH 1x OGS HA 1x OGS Team 1x OIV 1x Piketcentralist Informeren: PCDT OGS Ernstig (groot OGS) 4.3 Een ongeval met 2 of meer vrachtauto s of 2 of meer tankauto s beladen met gevaarlijke stoffen. Er is een vermoeden, of er is sprake van een emissie van gevaarlijke stoffen. Uitgangspunten m.b.t. de gevaarlijke stoffen is een gevaarlijke stof met de meeste gevaren voor mens en dier. GRIP 1 GRIP 2 Tweezijdige 2x TS 1x SBH 1x OGS HA 1x OGS Team 1x OIV 1x Piketcentralist Informeren: PCDT OGS Eenzijdige 1x TS 2x HV 1x SBH 1x ABH 1x OGS HA 1x DECO HA 1x PCDT OGS 2x OGS Team 2x OIV 1x Piketcentralist Tweezijdige 2x TS 2x HV 1x SBH 1x ABH 1x OGS HA 1x DECO HA 1x PCDT OGS 2x OGS Team 2x OIV 1x Piketcentralist Zeer ernstig (zeer groot OGS) 4.4 Idem 4.3 Inzet geneeskundige hulpverlening Inzet politie Inzet Gemeente 1 ambulance 1x OVD-G 1x CVD-G 1x GAGS Evt. 1x MMT 3x AS 1x OVD-P Evt. Opvang en Primaire levensbehoeften, voorlichting 1 ambulance 1x OVD-G 1x CVD-G 1x GAGS Evt. 1x GNK Evt. 1x CGV 3x AS 1x OVD-P RVI iks Evt. Opvang en Primaire levensbehoeften, voorlichting Inzet RWS 1x calamiteitencoördinator 1x calamiteitencoördinator 1x calamiteitencoördinator 15

5. Verdachte situaties/objecten Verdachte situaties/objecten worden niet middels een scenario beschreven. 16

3.0 Bijlagen 3.1 Knelpunten autosnelwegen 3.1.1 Bereikbaarheid De voorgenomen ombouw en de reeds gerealiseerde werkzaamheden aan de A2 heeft en zal binnen het verzorgingsgebied van de regio Brabant-Noord leiden tot complicaties met betrekking tot de bereikbaarheid. Zoals al eerder aangegeven is er na de ombouw van de rondweg s Hertogenbosch sprake van spitsstroken, een aorta traject en de Maasbrug (2 x 3 rijbanen zonder vluchtstrook). Hieronder wordt per probleemgebied omschreven wat de problemen behelzen en wordt in de vorm van aanbevelingen een mogelijke oplossing voor deze problemen gegeven. Ondanks deze oplossingen dienen voorbereidingen getroffen te worden met betrekking tot op te roepen extra potentieel mochten er toch voertuigen vast komen te staan in het verkeer. 3.1.2 Spitsstroken Op het traject Best s Hertogenbosch zullen in de nabije toekomst spitsstroken gerealiseerd worden. Spitsstroken dienen om de fileproblematiek te reduceren. Ze kunnen op elk moment van de dag worden geopend zodra een bepaalde intensiteit motorvoertuigen per uur wordt bereikt. Tijdens het in gebruik hebben van de spitsstroken is de vluchtstrook niet beschikbaar voor de hulpdiensten en moeten deze op een andere manier dan via de vluchtstrook bij een incident komen. Hierbij kunnen zich twee situaties voordoen: er is voldoende doorstroming van het verkeer of er is onvoldoende doorstroming van het verkeer. Bij voldoende doorstroming van het verkeer kan een rijstrook waarop een incident heeft plaatsgevonden worden vrijgemaakt voor de hulpdiensten. Er ontstaat dan een situatie die vergelijkbaar is met de aanwezigheid van een vluchtstrook. Bij onvoldoende doorstroming van het verkeer zullen er aanvullende maatregelen nodig zijn voor het aanrijden van de hulpdiensten. Met uitzondering van het traject Boxtel-Noord Boxtel zijn er rondom de A2 voorzieningen zoals in de vorm van parallelwegen waar de hulpdiensten gebruik van kunnen maken. Het traject Boxtel-Noord Boxtel heeft deze voorzieningen echter niet, ook ontbreken toe- en afritten op dit traject. Naast het vrijmaken van rijstroken voor de hulpdiensten dienen er op dit traject ook Calamiteitendoorsteken (Cado s) te worden aangebracht zodat de hulpdiensten incidenten makkelijker kunnen bereiken. 3.1.3 Aorta traject Zoals beschreven is de rondweg s Hertogenbosch voorzien van een zogenaamd aorta - traject. Dit traject bestaat uit vier keer twee rijbanen waarvan twee keer twee rijbanen per rijrichting. Van deze twee keer twee rijbanen zijn twee rijbanen voor het lokale verkeer en twee rijbanen voor het doorgaande verkeer. Deze laatste twee rijbanen hebben een doorstromingsfunctie en krijgen geen op- of afritten. Dit ontbreken van op- en afritten bemoeilijkt het optreden van de hulpdiensten. Het aanleggen van calamiteitendoorsteken op dit traject is dan ook noodzakelijk om een plaatsgevonden incident binnen een bepaalde tijd te kunnen bereiken. Voor het tracé van de A2 (binnen het verzorgingsgebied van de gemeente Den Bosch) zal altijd een scenario worden afgekondigd. 17

4 Actualisatie Datum Juli 2012 Juli 2012 Juli 2012 Juli 2012 Juli 2012 Juli 2012 Juli 2012 Januari 2013 Aanpassing Voorwoord: tweezijdig aanrijdgevaar gewijzigd in eenzijdig aanrijdgevaar Scenariomatrix qua nummering van scenario s gelijkgesteld aan die van Trein Incident Management (TIS) Mandatering MKB: opschaling door operationeel leidinggevende, OVD conform reguliere opschaling OVD-B niet meer standaard alarmeren bij klein incident, maar conform reguliere opschalingprocedures 2.1 lekkage brandstoftank naar 4.1 verplaatst Bij tweezijdig aanrijden alleen de basiseenheden (TS en) dubbel alarmeren, overig materiaal enkel (HV, SBH etc) Scenario s hulpverlening 3a en 3b samengevoegd, splitsing had geen meerwaarde. 4.2, 4.3, 4.4 opschaling aangepast aan gangbare opschaling bij OGS incidenten (middels OGS teams). 18