Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6. Verzuimkosten 7. Verzuim naar duurklasse 8. Leeftijdsopbouw 9. Landelijke verzuimcijfers (Zorgbreed) 10. Begrippenlijst 2 3 5 6 7 8 9 10 11 13 In de branche 'Algemene Ziekenhuizen' zijn totaal ongeveer 207.000* werknemers werkzaam. Over deze rapportageperiode heeft Vernet totaal 156.918 werknemers geteld. Dit is bijna 76% van de totale werknemerspopulatie. De gegevens van deze Vernet Viewer voor de Branche zijn gebaseerd op 134.427 medewerkers. Oproepkrachten, gereïntegreerde WIA-ers en stagiaires zijn hier niet in meegerekend. Vanaf het eerste kwartaal van 2012 sluit Vernet stagiaires uit in de berekening van de verzuimcijfers. De reden hiervoor is dat verzuimgegevens van deze groep vaak niet consistent worden geregistreerd. Deze correctie zorgt voor een zuiverder verzuimcijfer. Onder werknemers worden zowel fulltimers als parttimers verstaan. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. *) bron: Arbeidsmarktinformatie Zorg en Welzijn Vernet is elke werkdag bereikbaar van 8:30-17:00 uur. telefoon : (020) 422 97 71 fax : (020) 427 28 39 e-mail : info@vernet.nl internet : www.vernet.nl Colofon Vernet Viewer voor de Branche ZKH verschijnt viermaal per jaar en wordt geproduceerd door VERNET verzuimnetwerk B.V. te Amsterdam. Reproductie en overname is toegestaan onder bronvermelding. Deze Vernet Viewer is gemaakt in opdracht van: Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen. Productiedatum: 1 mei 2012 1
1. Verzuim naar geslacht Tabel 1.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en personeelsopbouw per kwartaal en voortschrijdend jaar Kwartaal VP MF PS in % 2012-1 man 3,87 1,42 18,7 vrouw 5,32 1,69 81,3 totaal 4,99 1,64 100,0 2011-1 man 4,13 1,44 19,0 vrouw 5,58 1,72 81,0 totaal 5,24 1,67 100,0 Voortschrijdend VP MF PS in % 2011-2 t/m 2012-1 man 3,52 1,12 18,7 vrouw 4,70 1,35 81,3 totaal 4,43 1,31 100,0 2010-2 t/m 2011-1 man 3,50 1,13 19,0 vrouw 4,80 1,39 81,0 totaal 4,50 1,34 100,0 Grafiek 1.1. Verzuim naar geslacht van twee voortschrijdende jaren Het verzuim in Q2012-1 ligt ten opzichte van Q2011-1 aanzienlijk lager. Het effect van het uitsluiten van stagiaires is hierop met circa 0,1 procentpunt van invloed. Als gevolg van het lagere verzuim in Q2012-1 is het verzuim over het voortschrijdend jaar 2011-2 t/m 2012-1 (tabel 1.1 /grafiek 1.1) ook gedaald. Deze daling wordt bijna in zijn geheel veroorzaakt door de vrouwen. Bij de mannen wordt een geringe stijging gemeten. Doordat vrouwen met iets meer dan 81% deel uitmaken van de personeelsopbouw heeft het verzuim van vrouwen belangrijk meer invloed op het totale branchecijfer. Sinds jaren ligt bij vrouwen zowel de meldingsfrequentie als het verzuimpercentage hoger dan bij mannen. Het verschil in verzuimgedrag is gedurende de afgelopen jaren onveranderd gebleven. 2
Tabel 2.1 Verzuimpercentage per kwartaal en voortschrijdend jaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers Kwartaal 1e zk-jaar 2e zk-jaar Totaal 2009-2 3,73 0,33 4,06 2009-3 3,56 0,35 3,91 2009-4 4,69 0,34 5,03 2010-1 4,75 0,37 5,12 2010-2 3,86 0,35 4,21 2010-3 3,61 0,36 3,96 2010-4 4,55 0,36 4,91 2011-1 4,89 0,35 5,24 2011-2 3,94 0,36 4,31 2011-3 3,58 0,35 3,93 2011-4 4,35 0,38 4,74 2012-1 4,57 0,41 4,99 Voortschrijdend jaar 1e zk-jaar 2e zk-jaar Totaal 2008-3 t/m 2009-2 4,15 0,32 4,47 2008-4 t/m 2009-3 4,14 0,34 4,48 2009-1 t/m 2009-4 4,21 0,33 4,54 2009-2 t/m 2010-1 4,12 0,31 4,43 2009-3 t/m 2010-2 4,08 0,32 4,40 2009-4 t/m 2010-3 4,12 0,34 4,46 2010-1 t/m 2010-4 4,14 0,34 4,48 2010-2 t/m 2011-1 4,18 0,31 4,50 2010-3 t/m 2011-2 4,21 0,35 4,56 2010-4 t/m 2011-3 4,23 0,36 4,60 2011-1 t/m 2011-4 4,14 0,37 4,51 2011-2 t/m 2012-1 4,06 0,37 4,43 Grafiek 2.1. Verzuimpercentage per kwartaal en voortschrijdend jaar Grafiek 2.2. Verzuimpercentage tweede ziektejaar per kwartaal Op deze pagina wordt het verzuimpercentage 1e en 2e ziektejaar over de afgelopen drie jaar getoond. Grafiek 2.1 bevat zowel kwartaal- als voortschrijdende verzuiminformatie. Gekozen is om in grafiek 2.2 géén voortschrijdende lijn, maar een trendlijn over de kwartaallijn te plaatsen. Het lagere verzuim over Q2012-1 ten opzichte van het vergelijkbare kwartaal van vorig jaar is duidelijk waarneembaar. Het voortschrijdend jaar 2011-2 t/m 2012-1 laat ten opzichte van 2010-2 t/m 2011-1 een lichte daling van het ziekteverzuim zien. Deze daling wordt in zijn geheel veroorzaakt door het 1e ziektejaar, het 2e ziektejaar is gestegen. Grafiek 2.2 toont het aandeel van het 2e ziektejaar. De stijging van het 2e ziektejaar in Q2012-1 is opmerkelijk en vertaalt zich door in een stijgende trendlijn. De invloed van het uitsluiten van stagiaires hierop is nihil. 3
Tabel 2.2 Meldingsfrequentie en gemiddelde duur per kwartaal en voortschrijdend jaar Kwartaal MF GD 2009-2 1,10 15,9 2009-3 1,09 15,7 2009-4 1,62 11,9 2010-1 1,76 12,3 2010-2 1,09 16,8 2010-3 1,07 16,0 2010-4 1,56 12,5 2011-1 1,67 13,8 2011-2 1,10 17,1 2011-3 0,98 17,8 2011-4 1,49 13,1 2012-1 1,64 13,1 Voortschrijdend jaar MF GD 2008-3 t/m 2009-2 1,44 13,4 2008-4 t/m 2009-3 1,44 13,4 2009-1 t/m 2009-4 1,43 13,4 2009-2 t/m 2010-1 1,37 13,3 2009-3 t/m 2010-2 1,37 13,5 2009-4 t/m 2010-3 1,36 13,8 2010-1 t/m 2010-4 1,38 13,9 2010-2 t/m 2011-1 1,34 14,3 2010-3 t/m 2011-2 1,37 14,4 2010-4 t/m 2011-3 1,34 15,0 2011-1 t/m 2011-4 1,33 14,9 2011-2 t/m 2012-1 1,31 14,8 Grafiek 2.3. Meldingsfrequentie per kwartaal en voortschrijdend jaar Grafiek 2.4. Gemiddelde duur per kwartaal en voortschrijdend jaar De meldingsfrequentie (grafiek 2.3) over de voortschrijdende jaren blijft dalen. Traditioneel ligt de meldingsfrequentie in het 4e en 1e kwartaal aanmerkelijk hoger dan in het 2e en 3e kwartaal. Over het voortschrijdend jaar stijgt de gemiddelde duur (grafiek 2.4) ten opzichte van twee jaar geleden met 1,5 dag. Dit is voornamelijk het gevolg van de toename van het langdurig verzuim (zie pagina 9). Bovendien is het aannemelijk dat bij een afname van de meldingsfrequentie en een gelijkblijvend of stijgend verzuimpercentage de gemiddelde duur óók toeneemt. 4
2011-1 <2.000 5,25 1,68 35,9 2.000-3.000 5,47 1,71 21,7 >3.000 5,11 1,63 42,3 totaal 5,24 1,67 100,0 3. Verzuim naar grootteklasse Tabel 3.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en personeelsopbouw per kwartaal en voortschrijdend jaar Kwartaal VP MF PS in % Voortschrijdend VP MF PS in % 2012-1 2011-2 t/m 2012-1 <2.000 5,02 1,65 33,6 <2.000 4,40 1,31 33,6 2.000-3.000 5,06 1,70 22,9 2.000-3.000 4,55 1,37 23,0 >3.000 4,93 1,60 43,5 >3.000 4,38 1,26 43,4 totaal 4,99 1,64 100,0 totaal 4,43 1,31 100,0 2010-2 t/m 2011-1 <2.000 4,48 1,33 35,8 2.000-3.000 4,75 1,37 21,8 >3.000 4,38 1,32 42,4 totaal 4,50 1,34 100,0 Grafiek 3.1. Verzuim naar grootteklasse per voortschrijdend jaar Organisaties > 3000 hebben geen aandeel gehad in de daling van het verzuim over het voortschrijdend jaar 2011-2 t/m 2012-1. Opvallend is het relatief hogere verzuim en meldingsfrequentie bij de organisaties 2000-3000. 5
4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd Tabel 4.1 Verzuimpercentage en meldingsfrequentie naar leeftijdsklasse Leeftijdsklasse <26 26-35 36-45 46-55 55> totaal Verzuimpercentage 2009-2 2010-2 2011-2 t/m t/m t/m 2010-1 2011-1 2012-1 2,84 2,93 2,93 3,52 3,61 3,41 4,45 4,61 4,32 5,22 5,14 5,05 5,96 5,90 6,16 4,43 4,50 4,43 Meldingsfrequentie 2009-2 2010-2 2011-2 t/m t/m t/m 2010-1 2011-1 2012-1 1,56 1,52 1,53 1,51 1,47 1,41 1,37 1,33 1,28 1,30 1,27 1,24 1,17 1,13 1,18 1,38 1,34 1,31 Grafiek 4.1. Dynamiek in de branche 2010-2 t/m 2011-1 2011-2 t/m 2012-1 In de grafiek worden twee voortschrijdende jaren met elkaar vergeleken. Het verzuim in de leeftijdsgroep 55> is gestegen en levert daarmee geen bijdrage aan de daling van het verzuim in de branche. De meldingsfrequentie daalt ook in het voortschrijdend jaar opnieuw. De leeftijdsgroepen <26 en 55> hebben hier geen aandeel in gehad. 6
5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie Grafiek 5.1 Combinatie Verzuimpercentage en meldingsfrequentie, 2011-2 t/m 2012-1 Deze grafiek toont het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie over het voortschrijdende jaar 2011-2 t/m 2012-1. Elke groene stip staat voor een organisatie behorende tot de branche Ziekenhuizen. De spreiding is groot en laat zien dat de verschillen in verzuimperformance binnen de branche divers zijn. Onderzoek wijst uit dat organisaties met een relatief oudere groep medewerkers het verhoudingsgewijs niet slechter doen dan de organisaties met een relatief jongere groep medewerkers. De spreiding op de verticale as meldingsfrequentie zegt iets over de mate waarin ad-hoc afwezigheid door ziekteverzuim van invloed is op de dagelijkse continuïteit. De spreiding op de horizontale as zegt iets over de mate van vitaliteit, inzetbaarheid, (over)belasting én ook iets over de concurrentiekracht. 7
Grafiek 6.1 Verdeling totale verzuimkosten naar leeftijd 6. Verzuimkosten Grafiek 6.2 Kosten per FTE bij alle organisaties in de branche Tabel 6.1 Kosten per FTE naar leeftijdsklasse Leeftijdsklasse <26 26-35 36-45 46-55 55> totaal 2009-2 2010-2 2011-2 t/m t/m t/m 2010-1 2011-1 2012-1 1.564 1.655 1.739 2.760 2.844 2.712 3.663 3.892 3.706 4.346 4.352 4.265 5.030 5.130 5.351 3.554 3.678 3.659 Grafiek 6.3 Totale verzuimkosten per fte naar leeftijdsklasse De verzuimkosten per leeftijdsgroep zijn te relateren aan het verzuimpercentage én het percentage dat deze groep deel uitmaakt van de totale groep. Meer dan 53% van de verzuimkosten wordt veroorzaakt door de leeftijdsgroepen 46-55 en 55> (grafiek 6.1). De leeftijdsgroep 55> heeft een relatief hoog verzuim en door de vergrijzing onder medewerkers lopen de verzuimkosten in zijn totaliteit op. 8
7. Verzuim naar duurklasse Tabel 7.1 Duurklasse naar leeftijd Leeftijdsklasse <26 26-35 36-45 46-55 55> totaal Leeftijdsklasse <26 26-35 36-45 46-55 55> totaal Leeftijdsklasse <26 26-35 36-45 46-55 55> totaal 2011-2 t/m 2012-1 1-14 15-91 92-365 366-730 totaal dagen dagen dagen dagen 1,21 0,67 0,78 0,28 2,93 1,14 0,70 1,09 0,48 3,41 1,15 0,92 1,54 0,71 4,32 1,11 1,07 1,84 1,03 5,05 1,12 1,27 2,47 1,30 6,16 1,14 0,93 1,57 0,79 4,43 2010-2 t/m 2011-1 1-14 15-91 92-365 366-730 totaal dagen dagen dagen dagen 1,24 0,72 0,78 0,19 2,93 1,22 0,77 1,17 0,44 3,61 1,21 1,03 1,76 0,61 4,61 1,17 1,15 1,96 0,86 5,14 1,08 1,28 2,43 1,11 5,90 1,19 1,00 1,65 0,66 4,50 2009-2 t/m 2010-1 1-14 15-91 92-365 366-730 totaal dagen dagen dagen dagen 1,34 0,68 0,69 0,14 2,84 1,30 0,71 1,06 0,44 3,52 1,31 0,98 1,50 0,65 4,45 1,23 1,09 1,97 0,93 5,22 1,19 1,32 2,27 1,19 5,96 1,27 0,95 1,52 0,68 4,43 Grafiek 7.1 Verzuim naar duurklasse en leeftijd, 2011-2 t/m 2012-1 Elk ziektegeval wordt op basis van de totale lengte ingedeeld in een duurklasse. Tabel 7.1 laat zien dat de geboekte winst in het voortschrijdend jaar 2011-2 t/m 2012-1 veroorzaakt wordt in de duurklassen 1-14, 15-91 en 92-365 dagen. In de duurklasse 366-730 dagen wordt ten opzichte van het vorig jaar in alle leeftijdsgroepen, in het bijzonder de groep 55>, een stijging van het verzuim gemeten. Een ziekmelding in de hogere leeftijdsgroepen geeft dan ook een zeer aanzienlijk risico op het ontstaan van (zeer) langdurig verzuim. 9
8. Leeftijdsopbouw Tabel 8.1 Leeftijdsopbouw in procenten 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3 2010-4 2011-1 2011-2 t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m Leeftijdklasse 2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3 2010-4 2011-1 2011-2 2011-3 2011-4 2012-1 <26 26-35 36-45 46-55 55> totaal 10,7 10,7 10,9 10,6 10,8 10,7 10,6 10,5 10,5 10,4 10,2 9,0 21,9 21,8 21,7 21,6 21,6 21,4 21,5 21,3 21,5 21,4 21,5 21,7 28,3 28,0 27,7 27,4 27,1 26,9 26,7 26,4 26,3 26,0 25,8 25,7 29,0 29,1 29,1 29,4 29,3 29,5 29,5 29,5 29,5 29,6 29,6 30,1 10,2 10,4 10,7 11,0 11,2 11,5 11,7 12,3 12,2 12,6 12,9 13,5 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 Grafiek 8.1 Ontwikkeling leeftijdsopbouw voor voortschrijdende jaren Uit de grafiek blijkt dat de verhoudingen tussen de leeftijdsgroepen verschuiven. Net als in andere Zorgbranches zal dit door vergrijzing de komende jaren verder toenemen. Juist door het wegvallen van leeftijdsmaatregelen in cao en wetgeving en de ontwikkelingen van het ziekteverzuim, toont deze grafiek de noodzaak aan om strategische personeelsplanning en duurzame inzetbaarheid meer aandacht te schenken. 10
Tabel 9.1 Landelijke verzuimpercentages 9. Landelijke verzuimcijfers (Zorg Breed) Kwartaal 2012-1 Voortschrijdend jaar 2011-2 t/m 2012-1 Branche 1e zk-jaar 2e zk-jaar Totaal PS 1e zk-jaar 2e zk-jaar Totaal PS ZKH GHZ GGZ VVT Zorg breed 4,57 0,41 4,99 135.036 5,60 0,60 6,20 93.401 5,12 0,46 5,58 63.568 6,04 0,72 6,76 164.870 5,36 0,56 5,92 456.875 4,06 0,37 4,43 134.427 5,15 0,54 5,68 92.553 4,55 0,42 4,97 63.996 5,52 0,71 6,23 164.233 4,84 0,53 5,37 455.209 Grafiek 9.1 Ontwikkeling verzuimpercentages per kwartaal in de Zorg Grafiek 9.2 Ontwikkeling verzuimpercentages per voortschrijdend jaar in de Zorg De tabel en de grafieken brengen de verzuimpercentages van de Zorgbranches in beeld. Grafiek 9.1 toont het typische zaagtandpatroon, hetgeen gerelateerd kan worden aan de invloed van de seizoenen op het kwartaalcijfer. Grafiek 9.2 laat per meetpunt het verzuimpercentage van een voortschrijdend jaar zien. De grafiek is hiermee ontdaan van seizoensinvloeden. Zorgbreed daalt het verzuim van Q2012-1 ten opzichte van Q2011-1. Opvallend hierin is dat het verzuim van het tweede ziektejaar is gestegen. 11
Tabel 9.2 Landelijke verzuimpercentages en meldingsfrequenties 2009-2 t/m 2010-1 2010-2 t/m 2011-1 2011-2 tm/2012-1 Branche VP MF VP MF VP MF ZKH GHZ GGZ VVT Zorg breed 4,43 1,38 5,75 1,27 4,85 1,47 6,04 1,26 5,27 1,32 4,50 1,34 5,55 1,20 5,10 1,42 6,02 1,18 5,28 1,26 4,43 1,31 5,68 1,14 4,97 1,32 6,23 1,12 5,37 1,21 Grafiek 9.3 Dynamiek in de Zorg 2010-2 t/m 2011-1 2011-2 t/m 2012-1 De tabel en de grafiek laten de vier Zorgbranches in een dynamisch beeld zien, waarbij twee voortschrijdende jaren met elkaar vergeleken worden. In alle branches is de afname van de meldingsfrequentie zichtbaar. Zorgbreed wordt ten opzichte van het voorgaande voortschrijdende jaar een stijging van het ziekteverzuim gemeten. Deze wordt veroorzaakt door stijging binnen de VVT en de GHZ. De branches ZKH en GGZ laten beide juist een daling zien. 12
10. Begrippenlijst Verzuimpercentage (VP) Van alle werknemers wordt elke ziektedag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor en de arbeidsongeschiktheidsfactor, waarna deze worden opgeteld. Van alle werknemers (ziek en niet ziek) wordt elke dienstverbanddag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor, waarna deze worden opgeteld. Het totaal aantal ziektedagen wordt gedeeld door het totaal aantal dienstverbanddagen en vermenigvuldigd met 100% Verzuimkosten Onder de directe verzuimkosten wordt door Vernet het bruto uitgekeerd ziekengeld verstaan ofwel de bruto loonkosten van de zieke werknemers (exclusief zwangerschapsuitkeringen), verhoogd met het vakantiegeld (8%) en de werkgeverslasten voor WW, WIA en ziektekostenverzekering (20%). Bij de berekening is uitgegaan van nul wachtdagen, van 100% uitkering in het eerste ziektejaar en van 70% uitkering in het tweede ziektejaar. Onderzoeken geven aan dat de indirecte verzuimkosten ongeveer zo groot zijn als de directe verzuimkosten. Voor de totale verzuimkosten vermenigvuldigt Vernet derhalve de directe verzuimkosten met de factor 2, Alleen de totale verzuimkosten worden in de rapportages vermeld Meldingsfrequentie (MF) Het aantal ziekmeldingen in een verslagperiode wordt gedeeld door het aantal werknemers in die periode. De meldingsfrequentie in het kwartaal is ongeveer een kwart van de frequentie van het jaar. Om vergelijking met het (voortschrijdend) jaar mogelijk te maken, wordt de meldingsfrequentie van een kwartaal vermenigvuldigd met vier Gemiddelde duur (GD) Het totaal aantal ziektedagen van beëindigde ziektegevallen in een verslagperiode wordt gedeeld door het totaal aantal beëindigde gevallen in de desbetreffende periode. De ziektedagen van beëindigde gevallen zijn alle dagen vanaf de eerste ziektedag tot aan de hersteldatum. De aansluitende ziektedagen die vóór de verslagperiode vallen worden dus ook meegerekend Personeelssterkte / aantal werknemers (PS) Het gemiddeld aantal werknemers in een periode dat in dienst is bij een bedrijf, gebaseerd op het aantal dienstverbanddagen. Het aantal werknemers wordt bepaald aan de hand van de indienst- en uitdienstdata van werknemers. Onder werknemers worden zowel fulltimers als parttimers verstaan. Oproepkrachten en gereïntegreerde WIA-ers worden niet meegeteld Voortschrijdend jaar Voortschrijdende jaren zijn perioden die altijd bestaan uit vier aaneengesloten kwartalen. Steeds wordt het 'oudste' kwartaal weggelaten en het 'nieuwste' kwartaal toegevoegd. Met voortschrijdende jaren wordt de structurele ontwikkeling van het verzuim in beeld gebracht. De cijfers vertonen geen fluctuaties als gevolg van seizoensinvloeden Duurklasse Een verzuimgeval wordt ingedeeld in één van de vier duurklassen. De totale lengte van het verzuim is bepalend voor de indeling. Deze wordt bepaald vanaf de eerste verzuimdag tot en met de hersteldatum 13