Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Mechanisch Loonwerk 2013

Vergelijkbare documenten
Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Glastuinbouw 2013

Gezondheid en Inzetbaarheid: trends en cijfers Hoveniers en groenvoorziening 2013

Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Agrarische en Groene Sectoren 2013

Analyse Ziekteverzuim

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim.

Ziekteverzuim In het Agrarisch en Groen Bedrijf

Pagina 2 van VA10.01 Stigas Verzuim jaaranalyse 2014 Versie: 01 Datum:

dé verzuimspecialist VERZUIMRAPPORT

Samen werken aan verzuimoplossingen.» Verzuimrapport 2015

Analyse Ziekteverzuim In het Agrarisch en Groen Bedrijf

Periodieke Brancherapportage 2014

Verslag MoDI. Bedrijfsrapportage XX. Onderzoeksperiode: februari maart 2014 Dhr. K. der Weduwe, Mevr. M. van Kalken

Verslag WerkVermogensMonitor

Periodieke Brancherapportage

Periodieke Brancherapportage

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

0 Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis

Uitslag MoDI. Individuele resultaten. Onderzoeksdatum Persoon Test (2) Naam organisatie XX Naam onderzoeker XX

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

SticVerzuimrapportage J C:\Verzuimrapportages

Vandaag werken aan morgen voor bos en natuur

Notitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).

Ziekteverzuimanalyse van O2A5

Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018

BedrijfsGezondheidsIndex 2008:

Tussentijdse brancherapportage CLC-VECTA. Periodieke tussentijdse Brancherapportage 1 juli juli 2011

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Jaarverslag NUVO verzuimdienst over Evaluatie op het gebied van verzuim en preventie

Wat is de WAI: E.On Benelux afdeling AMM Kerntaken Ontwikkelen centrales Beheren centrales Onderhouden centrales ASSET & MAINTENANCE MANAGEMENT

Jaarrapportage Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

Vitale bedrijven hebben de toekomst Glastuinbouw

Investeren in gezondheid Een gezonde investering! Symposium voor Leidinggevenden IZA Bedrijfszorg

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008

Welkom. Presentatie 100 Present Verzuimmanagement. #meetingeptp

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis

BedrijfsGezondheidsIndex 2007

Verzuimanalyse MBO-sector

Vitale bedrijven hebben de toekomst Open teelten

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

1. Ziekteverzuim op de Belgische arbeidsmarkt

Vitale bedrijven hebben de toekomst Hoveniers- en groenvoorziening

Verzuimanalyse MBO-sector

Verantwoord werken aan duurzame inzetbaarheid

Toelichting. PS = gemiddeld aantal werknemers BF = beëindigingsfrequentie

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Voorbeelden Verzuimpercentages

Duurzame Inzetbaarheid. Frank Brinkmans Rccm RCMC RCDI, 26 oktober 2018 Senior Consultant Duurzame Inzetbaarheid

Ziekteverzuimregistratie

KwartaalRapport. Gehandicaptenzorg periode

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

1 Inleiding en doelstellingen pagina 3. 2 Bedrijven en werknemers aangesloten bij Hibin Personeel &Zorg pagina 4

Vernet Health Ranking

Genootschap. Verantwoord werken aan. Vitaliteit en inzetbaarheid

Branche Viewer. Geestelijke Gezondheidszorg. Kwartaal

Fysiotherapie Van Heeswijk en Van der Valk

Werken aan morgen in de agrarische en groene sector

Ziekteverzuimanalyse kalenderjaar 2018

Samenvatting: risk analysis of sick leave among Dutch farmers Auteur: Esther Hartman

Sociaal Jaarverslag 2013

Advies: Instemmen met de Raadsinformatiebrief over ziekteverzuimaanpak

Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Verzuimanalyse MBO-sector

Nek/schouder en armklachten bij groepsbegeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking

Inhoudsopgave. Bijlage: De standaard rekenregels voor verzuimmaten...11


Bedrijfs- en Arbeidsfysiotherapie. Samen werken aan gezond werk!

Work Ability Index Duurzame inzetbaarheid van uw medewerkers

VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2005

OR en ziekteverzuim Wie is Maurice Buskens? Wat is ziekteverzuim?

6 Meervoudige problematiek bij werknemers

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Jaarrapportage Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

Arbeidsomstandigheden in de Ambulancezorg

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Vitaliteitscan, op weg naar positieve gezondheid!

Branchevereniging. Periodieke Brancherapportage 1 januari december 2011

Branche Viewer VVT. Kwartaal

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Vernet Health Ranking. Verzuim in de branche. Ontwikkeling van verzuim. Gemiva-SVG Groep. Vernet-ID Gehandicaptenzorg

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Arbocatalogus pkgv-industrie Fysieke belasting

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

DE ARBOUW-MONITOR. Analyses van de PBGO-bestanden 1989/1990, 1993/1994, 1995/1996 en 1997/1998. December

Mededeling aan het AB

Branche Viewer VVT. Kwartaal

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007

Meten = Weten Inventarisatie van leeftijdsgerelateerde personeelscijfers in uw onderneming

Checklist RSI-preventiebeleid

Kinderen in Noord gezond en wel?

Transcriptie:

Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Mechanisch Loonwerk 2013 Leiden, september 2014 Dit is een uitgave van Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren (Stigas) Postbus 32 2300 AA Leiden Telefoon (071) 568 90 00 Email: info@stigas.nl

Inhoudsopgave Inleiding...1 1. Ziekteverzuim...1 1.1 Ontwikkeling van het verzuim in de loop der jaren...1 1.2 Verzuim en leeftijd...3 1.3. Ontwikkeling verzuim (-klachten) gedurende de jaren...5 2. Preventief Medisch Onderzoek (PMO)...7 2.1 Deelnemergegevens...7 2.2 Arbeidsomstandigheden...7 Figuur 11: Mening over arbeidsomstandigheden...7 2.3 Gezondheid...8 3. De WerkVermogensMonitor...8 3.1 Productiviteit...9 3.2 Items van de WerkVermogensMonitor...9 3.4 Leefstijl en gezondheid...10 4. Conclusies en aanbevelingen...12 Bijlage 1 Toelichting WerkVermogensMonitor...13 Bijlage 2: Berekeningswijze verzuimcijfers...15 Bijlage 3: Aanvullende tabellen...16

Inleiding In deze rapportage wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van een aantal factoren die bepalend zijn voor de duurzame inzetbaarheid van werknemers in het Mechanisch Loonwerk, te weten verzuim, arbeidsomstandigheden en gezondheid. Doel van deze rapportage is aangrijpingspunten te vinden voor preventie in de sector. Daarvoor heeft Stigas de gegevens die verkregen worden uit ziekteverzuim, het Preventief Medisch Onderzoek (PMO) en de WerkVermogensMonitor (WVM) nader geanalyseerd (bijlage 1 bevat een toelichting op de WVM). Aan het eind van deze rapportage worden conclusies en aanbevelingen gegeven. Tip: met minder kracht de moeren van het trekkerwiel losdraaien 1. Ziekteverzuim De verzuimcijfers zijn berekend exclusief vangnetgevallen. Het betreft hier gegevens die verkregen zijn uit de verzuimbegeleiding voor bij SAZAS aangesloten werkgevers, die in samenwerking met ArboVitale wordt uitgevoerd. De berekeningswijze vindt u in bijlage 2 van deze rapportage. In bijlage 3 vindt u aanvullende tabellen. In 2013 bedroeg het totale verzuim over het eerste plus tweede ziektejaar 3,4%. Over het eerste ziektejaar was dat 2,8% en over het tweede ziektejaar 0,6%. Het aantal ziekmeldingen met kortdurende verzuim, dat wil zeggen verzuim dat niet langer duurt dan twee weken, bedroeg iets meer dan de helft. De gemiddelde verzuimduur over het eerste en tweede ziektejaar bedroeg 65,1 dagen. 1.1 Ontwikkeling van het verzuim in de loop der jaren Het ziekteverzuim over het eerste en tweede ziektejaar stijgt licht tussen 2009 en 2010 en stabiliseert sindsdien. Zie figuur 1. 1

Figuur 1: Trend ziekteverzuim Mechanisch Loonwerk in 2009-2013 De meldingsfrequentie geeft aan hoe vaak werknemers zich ziek melden. De meldingsfrequentie van de mechanisch loonbedrijven is laag en ligt in 2013 lager dan die van de agrarisch- en groenbedrijven samen (0,20 tegenover 0,29). Dit wil zeggen dat de verzuimdrempel hoog is en men zich niet gemakkelijk ziek meldt. Zie figuur 2. Figuur 2: Trend meldingsfrequentie Mechanisch loonwerk in 2009-2013 Het aantal dagen dat men ziek blijft in het eerste ziektejaar neemt in de loop der jaren toe en ligt in 2013 hoger dan die van alle agrarisch- en groenbedrijven tezamen (36,7 dagen tegenover 27,1 dagen gemiddeld). Zie figuur 3. 2

Figuur 3: Trend gemiddelde eerstejaars ziekteduur Mechanisch loonwerk in 2009-2013 Uit deze kengetallen kan worden geconcludeerd dat de Mechanisch loonbedrijven in 2013 relatief iets minder eerstejaars verzuim hadden dan agrarisch en groen totaal, maar dat eerstejaars verzuimgevallen gemiddeld wel langer duurden. Dit zegt iets over de impact van de ziekte op de medewerker en over de mogelijkheid weer volledig terug te kunnen keren naar zijn eigen werk. 1.2 Verzuim en leeftijd Figuur 4 geeft de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand van bij SAZAS aangesloten bedrijven weer in 2013 ten opzichte van de sector agrarisch en groen totaal. Figuur 4: Leeftijdsopbouw Mechanisch loonsector en de Agrarische en groene sectoren 2013 Het betreft de leeftijd aan het eind van de verslagperiode Het gemiddeld personeelsbestand van de Mechanisch loonbedrijven in 2013 bestaat relatief uit meer jongere werknemers (t/m 25 jaar en 26-35 jaar) dan in de totale sector agrarisch en groen. Mechanisch loonwerk als totaal telt rond de 33% jongeren (bron Actor). Het hoogste eerstejaars verzuim is te vinden in de leeftijdscategorie vanaf 56 jaar en ouder. 3

Figuur 5: Trend eerstejaars verzuimpercentage Mechanisch loonwerk per leeftijdscategorie 2009-2013 7,0% Eerstejaars verzuimpercentage 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% t/m 25 jaar 26 35 jaar 36 45 jaar 46 55 jaar 56 jaar en ouder 0,0% 2009 2010 2011 2012 2013 In verband met de noodzaak om langer door te werken en een eventuele vergrijzing, wordt aandacht voor vitaliteit en leeftijdsbewust personeelsbeleid steeds belangrijker. De meldingsfrequentie van de leeftijdsgroep van 56 jaar en ouder is ten opzichte van 2012 opmerkelijk fors gestegen van 0,29 naar 0,35. In 2013 is besloten dat met elke werknemer van 56 jaar en ouder, die zich ziek meldt, een afspraak met de bedrijfsarts wordt gemaakt om na te gaan of er meer en langer verzuim dreigt en of preventieve maatregelen mogelijk zijn. Figuur 6: Trend meldingsfrequentie Mechanisch loonwerk per leeftijdscategorie 2009-2013* *) De leeftijdsverdeling is gebaseerd op de leeftijd aan het eind van de verslagperiode. Voor alle leeftijdscategorieën van de Mechanisch loonbedrijven geldt een hogere gemiddelde eerstejaars ziekteduur in 2013 dan bij Agrarisch en groen totaal. Ten opzichte van 2012 is de gemiddelde eerstejaars ziekteduur van de leeftijdsgroep van 56 jaar en ouder wel gedaald in 2013 (van 51,4 naar 40,6 dagen). 4

Figuur 7: Gemiddelde eerstejaars ziekteduur*) naar leeftijd in 2009-2013**) *) Berekend op basis van de afgeronde tweedejaars verzuimgevallen **) De leeftijdsverdeling is gebaseerd op de leeftijd aan het eind van de verslagperiode. In figuur 7 is te zien dat de ziekteduur van de jongste leeftijdscategorie in 2013 fors hoger uitkomt dan in voorgaande jaren. Wat daar de reden van is wordt nog niet duidelijk. 1.3. Ontwikkeling verzuim (-klachten) gedurende de jaren Langdurig verzuim komt bij de bedrijfsarts terecht en deze stelt een diagnose. Kort verzuim wordt begeleid door de re-integratiemedewerker en dan volgt er geen diagnose. Figuur 8: Samenstelling eerstejaars ziekteverzuimpercentage mechanisch loonwerk 2013 naar diagnose. De diagnoses bij elkaar opgeteld vormen het verzuimpercentage. 5

Klachten aan rug en ledematen vormen in alle jaren het grootste deel van het eerstejaars verzuimpercentage. Het deel als gevolg van overige klachten van het bewegingsapparaat is toegenomen ten opzichte van 2012 (van 0,74% naar 0,85% in 2013). Figuur 9: Trend eerstejaars verzuimpercentage Mechanisch Loonwerk van de belangrijkste klachtgroepen in 2009-2013 Meer dan de helft (62%) van de overige klachten bewegingsapparaat heeft te maken met letsels en fracturen. Soms zo ernstig dat het verzuim doorloopt in het tweede ziektejaar. Van deze fracturen en letsels is 30% veroorzaakt door bedrijfsongevallen. Dit is 7,8% van alle ziekmeldingen. De overige letsels en fracturen zijn veroorzaakt door privéongevallen (24%). Figuur 10: Oorzaak Overige klachten bewegingsapparaat Mechanisch loonwerk Aantal eerstejaars verzuimgevallen 35 30 25 20 15 10 5 0 Eerstejaars ziekteverzuim door 'overige klachten bewegingsapparaat' in 2013 letsels spieren en pezen fractuur knie klachten ontsteking door overbelasting Ook in het tweede ziektejaar maken de rugklachten en de overige klachten van het bewegingsapparaat een groot deel (bijna de helft) van het verzuimpercentage uit (samen 0,29% in 2013). Dit geldt eveneens voor hartklachten (0,12% in 2013). Het tweedejaars ziekteverzuim betreft slechts enkele verzuimgevallen. 6

2. Preventief Medisch Onderzoek (PMO) Aan het Preventief Medisch Onderzoek (PMO) hebben 224 werknemers van 27 Mechanisch loonbedrijven deelgenomen in de jaren 2009-2013. Hun scores op de PMO-vragen zijn vergeleken met die van 626 werknemers uit andere agrarische deelsectoren. 2.1 Deelnemergegevens Tabel 1: De deelnemers en hun werk Mechanisch loonwerk (n=224) Referentiegroep excl. Mechanisch loonwerk (n=626) Gemiddelde leeftijd deelnemers 41,9 jaar 44,7 jaar Gemiddeld aantal jaar in deze functie 14,6 jaar 14,4 jaar Medewerkers met een parttimefunctie 9,8% 23,8% Medewerkers/deelnemers die voornamelijk lichamelijke arbeid verrichten Medewerkers/deelnemers die voornamelijk administratief werk verrichten 55,4% 58,6% 33,5% 35,1% De Mechanisch loonwerkers zijn iets jonger dan werknemers in de andere sectoren. Toch voeren zij al even lang hun functie uit. Er zijn wat meer mannen en minder parttimers dan in andere sectoren. 2.2 Arbeidsomstandigheden Figuur 11: Mening over arbeidsomstandigheden Meer last van: Langdurig zittend werk Trillingen of schokken Mechanisch loonwerk Referentiegroep 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% Percentage Figuur 12: Mening over arbeidsomstandigheden Minder last van: Langdurig staan Langdurig lopen Mechanisch loonwerk Referentiegroep Gebukt werken Warmte 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Percentage 7

In bovenstaande figuren wordt zichtbaar dat Mechanisch loonwerkers meer last hebben van langdurig zittend werk en van trillingen. Zij hebben minder last dan anderen van langdurig staan en lopen, gebukt werken en warmte. In het PMO is verder aandacht besteed aan overige aspecten van arbeidsomstandigheden, zoals veiligheid, werkinhoud, werkdruk en tevredenheid. Hieruit zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen ten opzichte van andere agrarische en groene sectoren. 2.3 Gezondheid Tabel 2: Percentage medewerkers met klachten aan rug en ledematen Mechanisch loonwerk (n=224) en Referentiegroep excl. Mechanisch loonwerk (n=626) laatste 12 maanden Duur klachten > 1 maand Ziekmelding Klacht op dit moment *p=0.05 nek schouders rug Elleboog Pols/hand knie Enkel/voet 25,4% 21%* 46,4% 9,4% 15,6% 15,2% 11,2% 12,1% 14,3% 23,7% 6,7%* 7,1% 5,8%* 5,4% 0,9% 2,2% 7,1% 0,4% 1,8% 2,2% 3,1% 11,6% 13,8% 31,3% 7,1%* 8,5% 8,9% 4,9% In tabel 2 is het percentage medewerkers met klachten aan rug en ledematen weergegeven. Wanneer het Mechanisch loonwerk gunstig afstak bij overige sectoren, is het percentage groen gemaakt. In het jaar voorafgaand aan de vragenlijst had 69,2% klachten gehad aan rug en/of ledematen. Op het moment van de vragenlijst was dat 49,1%. 12,9% van de werknemers heeft zich vanwege een klacht aan rug of ledematen ziek gemeld. Deze drie percentages zijn vergelijkbaar met de referentiegroep. Tabel 3: Gezondheid overig Mechanisch loonwerk (n=224) Referentiegroep excl. Mechanisch loonwerk (n=626) Aan het eind van de werkdag echt op 21,1% 18,2% Voelt zich na het avondeten meestal nog vrij fit 62,9% 65,9% Ligt s nachts vaak wakker vanwege werk 10,3% 10,4% Afgelopen 12 maanden thuisgebleven wegens een bedrijfsongeval 3,6% 2,7% Afgelopen 12 maanden thuisgebleven wegens werkstress 0,9% 2,4% 3. De WerkVermogensMonitor 168 medewerkers uit de sector Mechanisch loonwerk hebben aan de WerkVermogensMonitor (WVM) en hun mening gegeven over hun werkvermogen en productiviteit. 88% van de deelnemers geeft aan een uitstekend tot goed werkvermogen te hebben. 11% scoorde matig en 1% slecht. Medewerkers met een slechte (rood) of matige (oranje) score hebben een verhoogd risico op langdurige uitval in de komende jaren. Voor een rode score is aangetoond dat het risico op langdurige uitval in de komende twee jaar 80% bedraagt. 8

3.1 Productiviteit Er is een correlatie tussen werkvermogen en productiviteit vastgesteld. Een verhoging van het werkvermogen zal een vergroting van de productiviteit opleveren. Dit speelt met name bij de groep die matig en slecht scoren. Het kleine aantal werknemers dat rood scoort zit op 80% van zijn werkvermogen. Tabel 5: Productiviteit per categorie werkvermogen Op welk percentage van uw capaciteit Werkvermogen bent u werkzaam Uitstekend 91,4% Goed 91,4% Matig 76,7% Slecht 80% In bovenstaande tabel is de score op werkvermogen en productiviteit weergegeven. De maximale productiviteit is 100%. Respondenten geven vervolgens in het vragenlijstonderzoek aan op welk percentage van hun capaciteit zij werkzaam zijn. Conclusie: Medewerkers met een matig of slecht werkvermogen laten een lagere productiviteit zien dan medewerkers met een goed of uitstekend werkvermogen 3.2 Items van de WerkVermogensMonitor De WerkVermogensMonitor bevat een aantal items waarop de deelnemer een score behaalt. In onderstaande tabel is de gemiddelde score per item van het Mechanisch loonwerk vergeleken met die van de benchmark. Op het werkvermogen wordt gunstig gescoord. De overige scores zijn voor de totale groep gemiddeld in vergelijking tot andere deelsectoren. Dit betekent dat verbetering op deze punten een verbetering van het werkvermogen en een toename van de productiviteit oplevert. Tabel 6: Score op de items van de WerkVermogensMonitor in het Mechanisch loonwerk. Scores Werkdruk Fysieke belasting Werkvermogen Zelfstandigheid Afwisseling Productiviteit Mechanisch loonwerk Gunstig Gemiddeld* Gemiddeld* Gemiddeld* Gemiddeld Gemiddeld* (n=168) (42,4) * Er is sprake van een correlatie met werkvermogen In figuur 14 is de spreiding weergegeven per item: het percentage deelnemers dat gunstig, gemiddeld of ongunstig scoorde. Dit maakt samen met tabel 6 inzichtelijk waar de prioriteiten voor de sector liggen om het werkvermogen te vergroten. 9

Figuur 14. Spreiding van de resultaten van de WerkVermogensMonitor in het Mechanisch loonwerk. De spreiding in de items onderling ontloopt elkaar niet veel. Fysieke belasting scoort het meest ongunstig, maar werkdruk heeft een verband met werkvermogen en om die reden meer prioriteit. Afwisseling, ondanks de meest gunstige spreiding, verdient aandacht als onderdeel van het terugbrengen fysieke belasting. Een inhoudelijke beschrijving van de verschillende items vindt u in bijlage 1. Hier vindt u tevens de bijbehorende vragen uit de vragenlijst. 3.4 Leefstijl en gezondheid De totale groep Mechanisch loonwerkers heeft gemiddeld gescoord op de verschillende leefstijlitems. Tabel 7: items leefstijl Leefstijl Percentage N=168 Relatieve score Fruit of vruchtensap meer dan 5 dagen/per week 76,8% Gemiddeld Groenten meer dan 5 keer per week 88,1% Gemiddeld Alcohol 76,2% Gemiddeld Meer dan 10 glazen alcohol per week 20,2% Gemiddeld Roken 23,8% Gemiddeld Meer dan 20 sigaretten per dag 6% Gemiddeld Minimaal 30 minuten per dag bewegen of sporten 53,6% Gemiddeld Voldoende slaap 77,4% Gemiddeld Geen van de leefstijl items scoort rood en geen groen. De gemiddelde BMI in de Mechanisch loonwerksector is 26,2. Dit ligt dicht bij het gezonde gewicht (<25) maar 15% van de deelnemers heeft een ernstig overgewicht. 10

Figuur 15: BMI Mechanisch loonwerk en agrarisch en groen totaal 11

4. Conclusies en aanbevelingen In de analyse zien we dat het verzuim in de sector Mechanisch loonwerk zich stabiliseert, dit ondanks een geleidelijke stijging van de gemiddelde leeftijd. Als aandachtspunten voor de sector komen vooral veiligheid, fitheid in combinatie met langdurig zitten en klachten van rug en ledematen in het werk naar voren. Veiligheid en veiligheidsgedrag Mechanisch loonbedrijven hebben allerlei maatregelen getroffen om de veiligheid te garanderen. Toch gebeuren er ongevallen en houden werknemers zich niet altijd aan de veiligheidsvoorschriften. 94,6% van de deelnemers aan het PMO vindt dat de veiligheid op het werk in orde is. Een ongeval lijkt vaak stom toeval en een toevallige samenloop van de omstandigheden. Aanbevolen wordt o Zet het onderwerp veiligheid en veiligheidsgedrag op de agenda van het werkoverleg en bespreek de (bijna) ongevallen. o Laat na een bedrijfsongeval een werkplekonderzoek uitvoeren. Dan wordt duidelijk wat de samenloop van omstandigheden waren en hoe het had kunnen worden voorkomen. o Veiligheidsbesef zal ook privéongevallen in het weekend doen verminderen. Werkomstandigheden, overgewicht en fysieke klachten Bijna de helft van de deelnemers aan het PMO geeft aan hinder te hebben van langdurig zittend werk. Door roken (23,8% deelnemers werkvermogens monitor) en ernstig overgewicht (15% van deelnemers aan de WerkVermogensMonitor) in combinatie met langdurig zittend werk kan leiden tot problemen aan gewrichten, hart en bloedvaten. De oorzaak dat werknemers langer dan een jaar verzuimen heeft in 20% van het tweedejaars ziekteverzuim te maken met hartklachten. Aanbevolen wordt door te gaan met het geven van aandacht aan gezonde leefstijl. In het PMO voor deze sector kan een conditietest worden opgenomen om werknemers bewuster te maken van hun fitheid. Verder kunnen werknemers gestimuleerd worden uit de trekkercabine te gaan bij pauzes en dan actief te bewegen. 31% van de deelnemers aan het PMO heeft op het moment van het PMO (dit was een willekeurig moment in het jaar) klachten aan de rug. Langdurig zittend werk, matige fysieke conditie, trillingen en overgewicht spelen een oorzakelijke rol bij dit soort klachten. Het blijft belangrijk te streven naar vermindering van de lichamelijke belasting in het werk, het aanleren van correcte werkhouding en werktechnieken, het gebruik van hulpmiddelen etc. Naast de bekende preventieve acties op dit gebied, dient gedacht te worden aan het verbeteren van de belastbaarheid van de medewerkers door dagelijks te bewegen, lichamelijke training (sport/fitness) en het bevorderen van een gezonde leefstijl. Aanbevolen wordt op bedrijfsniveau een gezonde leefstijl en voldoende beweging te stimuleren. Leeftijd Het risico op ziekteverzuim stijgt naarmate men ouder wordt. Het werkvermogen daalt naarmate men ouder wordt. Aanbevolen wordt in de functioneringsgesprekken het onderwerp verbeter- en knelpunten in het werk op te nemen. Werkvermogen Deelnemers aan de WerkVermogensMonitor scoren gemiddeld op de onderwerpen zelfstandigheid en afwisseling in het werk, werkdruk en fysieke belasting. De ongunstige scores (ong. een kwart van de respondenten) maken aandacht voor deze items op het werk noodzakelijk om het werkvermogen en de productiviteit te bevorderen en uitval te voorkomen. Een betere balans tussen zelfstandigheid, afwisseling en werkdruk kunnen hierin verbetering brengen. 12

Bijlage 1 Toelichting WerkVermogensMonitor De WerkVermogensMonitor is ontwikkeld door PreventNed in samenwerking met de Erasmusuniversiteit. PreventNed voert voor Stigas de WerkvermogensMonitor uit. Items die in de WerkvermogensMonitor worden onderscheiden: Het werkvermogen: Dit item geeft op individueel niveau inzicht in het uitvalsrisico. De score betreft het gemiddeld werkvermogen en geeft inzicht in de gezondheid en inzetbaarheid van de onderzochte groep. Het werkvermogen wordt berekend door een aantal uitkomsten van vragen bij elkaar op te tellen, namelijk: - Het huidige werkvermogen vergeleken met het beste werkvermogen (0-10 punten) - Werkvermogen in relatie tot de eisen van het werk (2-10 punten) - Aantal huidige aandoeningen (1-7 punten) - Inschatting beperking werkuitoefening door aandoeningen (1-6 punten) - Ziekteverzuim gedurende de afgelopen 12 maanden (1-5 punten) - Eigen prognose werkvermogen over 2 jaar (1,4,7 punten) - Vitaliteit (1-4 punten). - Ook de kenmerken van het werk worden in aanmerking genomen. Score Werkvermogen: min. 7, max. 49 De WVM is een screeninginstrument en geen diagnostisch instrument. Het geeft aan waar de problemen zich voordoen maar niet waardoor ze worden veroorzaakt. Tabel 8: Betekenis scores werkvermogen Werkvermogen Betekenis De medewerker ervaart geen problemen. Hoewel er altijd uitval kan plaatsvinden Goed/uitstekend wordt dat op dit moment in ieder geval niet als zodanig door de medewerker ervaren. De medewerker heeft een matig werkvermogen. Er zijn diverse ervaren knelpunten die de medewerker het idee geven het werk minder goed aan te Matig kunnen. Deze punten kunnen voor de medewerker op termijn een reden vormen om uit te vallen. De medewerker heeft een laag werkvermogen. Het is voor deze medewerker Slecht noodzakelijk om vervolgonderzoek te doen om de dreigende uitval te voorkomen. Medewerkers met een slechte (rood) of matige (oranje) score hebben een verhoogd risico op langdurige uitval in de komende jaren. Voor een rode score is aangetoond dat het risico op langdurige uitval in de komende twee jaar 80% bedraagt. Zelfstandigheid in het werk: Geeft aan in hoeverre medewerkers de mogelijkheid ervaren zelfstandig in hun werk te kunnen functioneren. Zelfstandigheid is opgebouwd uit de volgende vragen: Heeft u invloed op de planning van uw werkzaamheden? Heeft u invloed op het werktempo? Kunt u zelf bepalen hoe u uw werk uitvoert? Kunt u uw werk onderbreken als u dat nodig vindt? Kunt u meebeslissen over het tijdstip waarop iets af moet zijn? Toelichting: Beperkt ervaren zelfstandigheid heeft doorgaans een relatie met klachten aan de armen, nek en schouders, ook wel RSI of KANS genoemd. Verder is bekend dat een grotere zelfstandigheid een positieve invloed heeft op werkstress. Daarnaast werkt zelfstandigheid prestatieverhogend. 13

Een te grote zelfstandigheden echter, waarbij taken, verantwoordelijkheden of (gewenste) resultaten onduidelijk zijn, leidt tot onzekerheid en werkstress. Afwisseling in het werk: Hiermee wordt de ervaren mate van afwisseling in het werk van de medewerkers aangegeven. Afwisseling is opgebouwd uit de volgende vragen: Is voor uw werk creativiteit vereist? Is uw werk gevarieerd? Doet uw werk voldoende beroep op al uw vaardigheden en capaciteiten? Werktempo en werkhoeveelheid (Werkdruk): Met dit item wordt inzicht gegeven in de ervaren werkdruk van de medewerkers, in relatie tot de inrichting van hun functie. Werktempo en werkhoeveelheid is opgebouwd uit de volgende vragen: Heeft u teveel werk te doen? Moet u extra hard werken om iets af te krijgen? Werkt u onder tijdsdruk? Heeft u problemen met het werktempo? Heeft u problemen met de werkdruk? Fysieke belasting: Hiermee wordt aangegeven in hoeverre men de omstandigheden op het werk als lichamelijk belastend ervaart. Fysieke belasting is opgebouwd uit de volgende aspecten: Langdurig werken achter een beeldscherm Lasten (meer dan 5 kg) tillen of dragen Lasten (meer dan 25 kg) tillen of dragen Kracht zetten met de armen of handen Vaak (meerdere keren per uur) buigen en/of draaien met het bovenlichaam In ongemakkelijke houding werken Langdurig in dezelfde houding werken Vele malen per minuut dezelfde beweging maken met de armen en/of de handen Productiviteit: Hiermee wordt de mate van productiviteit (hoeveelheid werk) aangegeven van het moment van de enquête ten opzichte van een normale werkdag. Benchmark Het werkvermogen van de respondent-werknemers wordt vergeleken met een grote landelijke referentiegroep of benchmark. Er wordt op verschillende niveaus (werkvermogen, BMI, zelfstandigheid in het werk en dergelijke) een vergelijking gemaakt met Nederlandse bedrijven. Bij de onderdelen waar sprake is van vergelijking met de benchmark betekent een gunstige (groene) score dat deze score beter is dan van de bedrijven waarmee is vergeleken (de benchmark). Een gemiddelde (gele) score betekent een score overeenkomstig met de benchmark en een ongunstige (rode) score betekent een score minder dan de benchmark. 14

Bijlage 2: Berekeningswijze verzuimcijfers Berekeningswijze verzuimcijfers: Het ziekteverzuimpercentage wordt als volgt berekend: Het totaal aantal verzuimde kalenderdagen in de verslagperiode gedeeld door het aantal beschikbare kalenderdagen in de verslagperiode (op basis van het aantal werknemers) x 100. De meldingsfrequentie per jaar wordt berekend door het aantal ziekmeldingen in het verslagjaar te delen door het gemiddeld aantal werknemers in het verslagjaar en dit getal vervolgens te vermenigvuldigen met: het totaal aantal dagen per jaar gedeeld door het totaal aantal dagen in de verslagperiode. (het gemiddeld aantal werknemers wordt berekend door het totaal aantal beschikbare kalenderdagen van alle werknemers samen in de verslagperiode te delen door het aantal dagen in de verslagperiode) De gemiddelde verzuimduur wordt berekend door het totaal aantal afgeronde ziektedagen te delen door het totaal aantal in de verslagperiode beëindigde ziektegevallen. (De afgeronde ziektedagen zijn het totaal aantal verzuimde kalenderdagen per beëindigd ziektegeval). Definitie Vangnetgevallen (recht op ziekengeld of een uitkering via de Wet Arbeid en Zorg) In de volgende situaties bestaat recht op ziekengeld of een uitkering via de Wet Arbeid en Zorg: 1. Bij ziekte als gevolg van zwangerschap of bevalling a. tijdens het reguliere bevallingsverlof (16 weken rond de bevalling); b. als de ziekte tijdens de zwangerschap voor het reguliere bevallingsverlof een direct gevolg is van de zwangerschap; c. als de ziekte na het reguliere bevallingsverlof een direct gevolg is van de zwangerschap of bevalling. 2. Herintredersregeling (artikel 29B Ziektewet) Als een werknemer direct voorafgaand aan een dienstbetrekking als arbeidsgehandicapte wordt aangemerkt, bestaat bij ziekte in een periode van vijf jaar na indiensttreding recht op ziekengeld. 1. Bij ziekte in verband met orgaandonatie. Samenstelling deelsector Mechanisch loonbedrijven (SBI-codes): 1413, 1415. 15

Bijlage 3: Aanvullende tabellen Tabel 1: Kengetallen*) ziekteverzuim Mechanisch loonwerk in 2009-2013* Totaal Mechanisch loonbedrijven Agrarisch en Groen 2009 2010 2011 2012 2013 2013 Eerstejaars ziekteverzuimpercentage 2,3% 2,7% 2,7% 2,8% 2,8% 2,9% Tweedejaars ziekteverzuimpercentage 0,2% 0,4% 0,5% 0,7% 0,6% 0,6% Meldingsfrequentie 0,23 0,22 0,23 0,20 0,20 0,29 Eerstejaars gemiddelde ziekteduur 29,8 32,2 29,9 34,5 36,7 27,1 Tweedejaars gemiddelde ziekteduur 592,8 539,3 584,1 644,2 612,4 628,1 *) Exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof. Berekeningswijze: zie bijlage 2 Tabel 2: Eerstejaars verzuimpercentage naar leeftijd in 2009-2013*) Agrarisch Mechanisch loonbedrijven en groen totaal Leeftijd 2009 2010 2011 2012 2013 2013 t/m 25 jaar 0,9% 1,4% 1,0% 1,6% 1,6% 1,2% 26 35 jaar 2,0% 1,9% 2,2% 1,5% 1,9% 2,2% 36 45 jaar 2,8% 2,7% 2,6% 3,0% 2,9% 3,1% 46 55 jaar 3,4% 4,1% 4,3% 3,9% 3,7% 3,9% 56 jaar en ouder 4,6% 5,6% 5,8% 6,6% 5,6% 5,1% *) De leeftijdverdeling is gebaseerd op de leeftijd aan het eind van de verslagperiode. Tabel 3: Meldingsfrequentie naar leeftijd in 2009-2013*) Agrarisch Mechanisch loonbedrijven en groen totaal Leeftijd 2009 2010 2011 2012 2013 2013 t/m 25 jaar 0,17 0,16 0,17 0,18 0,16 0,17 26 35 jaar 0,23 0,21 0,25 0,16 0,17 0,30 36 45 jaar 0,22 0,24 0,22 0,20 0,21 0,32 46 55 jaar 0,25 0,24 0,26 0,24 0,23 0,33 56 jaar en ouder 0,33 0,30 0,26 0,29 0,35 0,37 *) De leeftijdverdeling is gebaseerd op de leeftijd aan het eind van de verslagperiode Tabel 4: Tweedejaars verzuimpercentage naar leeftijd in 2009-2013*) Agrarisch Mechanisch loonbedrijven en groen totaal Leeftijd 2009 2010 2011 2012 2013 2013 t/m 25 jaar 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 26 35 jaar 0,0% 0,4% 0,3% 0,5% 0,2% 0,3% 36 45 jaar 0,2% 0,6% 0,6% 0,5% 0,5% 0,6% 46 55 jaar 0,4% 0,7% 0,8% 1,4% 1,1% 1,0% 56 jaar en ouder 0,9% 0,8% 0,9% 1,7% 2,0% 1,6% *) De leeftijdsverdeling is gebaseerd op de leeftijd aan het eind van de verslagperiode. 16

Tabel 5: Gemiddelde eerstejaars ziekteduur*) naar leeftijd in 2009-2013**) Agrarisch Mechanisch loonbedrijven en groen totaal Leeftijd 2009 2010 2011 2012 2013 2013 t/m 25 jaar 18,5 26,0 17,0 27,8 36,1 21,9 26 35 jaar 27,0 26,7 25,2 23,9 25,7 22,0 36 45 jaar 33,3 29,2 30,0 36,2 37,2 27,2 46 55 jaar 35,7 40,1 37,7 39,4 43,3 31,7 56 jaar en ouder 41,3 47,3 46,8 51,4 40,6 31,9 *) Berekend op basis van de afgeronde tweedejaars verzuimgevallen **) De leeftijdsverdeling is gebaseerd op de leeftijd aan het eind van de verslagperiode. Tabel 6: Gemiddelde tweedejaars ziekteduur*) naar leeftijd in 2009-2013**) Agrarisch Mechanisch loonbedrijven en groen totaal Leeftijd 2009 2010 2011 2012 2013 2013 t/m 25 jaar 464,0 557,5 503,0 0,0 420,5 526,3 26 35 jaar 434,0 729,0 668,8 631,4 575,8 611,7 36 45 jaar 588,4 490,0 701,7 673,7 522,0 608,6 46 55 jaar 632,6 577,4 500,5 626,3 685,2 644,2 56 jaar en ouder 624,0 477,5 594,8 640,8 652,6 644,4 *) Berekend op basis van de afgeronde tweedejaars verzuimgevallen **) De leeftijdsverdeling is gebaseerd op de leeftijd aan het eind van de verslagperiode. Tabel 7: Samenstelling eerstejaars verzuimpercentage Mechanisch loonwerk naar diagnose in 2009-2013 Diagnoses 2009 2010 2011 2012 2013 Overige klachten bewegingsapparaat 0,94% 1,11% 0,79% 0,74% 0,85% Rugklachten 0,22% 0,15% 0,34% 0,48% 0,36% Psychisch 0,22% 0,21% 0,24% 0,28% 0,22% Overige diagnoses 0,22% 0,26% 0,14% 0,10% 0,28% Hartvaatstelsel 0,11% 0,21% 0,19% 0,30% 0,16% Zenuwstelsel 0,11% 0,08% 0,14% 0,12% 0,07% Spijsvertering 0,10% 0,09% 0,12% 0,06% 0,19% Urinewegen 0,03% 0,00% 0,12% 0,08% 0,11% Luchtwegen 0,15% 0,06% 0,06% 0,14% 0,03% Geen diagnose 0,24% 0,47% 0,57% 0,49% 0,51% Totaal 2,34% 2,66% 2,70% 2,79% 2,78% Tabel 8: Samenstelling tweedejaars verzuimpercentage Mechanisch loonwerk naar diagnose in 2009-2013 Diagnoses 2009 2010 2011 2012 2013 Overige klachten bewegingsapparaat 0,04% 0,18% 0,24% 0,26% 0,11% Rugklachten 0,04% 0,09% 0,01% 0,11% 0,18% Psychisch 0,04% 0,01% 0,06% 0,03% 0,05% Overige diagnoses 0,01% 0,03% 0,05% 0,03% 0,02% Hartvaatstelsel 0,05% 0,05% 0,05% 0,08% 0,12% Zenuwstelsel 0,00% 0,03% 0,02% 0,04% 0,03% Spijsvertering 0,00% 0,02% 0,03% 0,03% 0,00% Urinewegen 0,02% 0,01% 0,00% 0,05% 0,04% Luchtwegen 0,01% 0,03% 0,02% 0,02% 0,06% Totaal 0,22% 0,44% 0,48% 0,65% 0,60% 17