Tussentijdse brancherapportage CLC-VECTA. Periodieke tussentijdse Brancherapportage 1 juli juli 2011

Transcriptie

1 Tussentijdse brancherapportage CLC-VECTA Periodieke tussentijdse Brancherapportage 1 juli juli 2011 Peildatum: 01-juli-2011 Brancheorganisatie: CLC-VECTA Datum: 25 juli 2011 Sectormanager: Evelien Ottink Telefoonnummer: +31 (0) Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage vermelde gegevens niet aan derden kenbaar worden gemaakt of beschikbaar worden gesteld.

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Samenvatting 5 Werkgevers en werknemers 6 Verzekeraars 7 Kerncijfers ziekteverzuim 8 Verzuimpatroon 9 Verzuimoorzaken 10 Bijlagen /ArboNed 2

3 Inleiding Elke dag is belangrijk Op 4 april 2011 maakte 365/ArboNed de nieuwe naam van de organisatie bekend, 365. Voor 365 is het belangrijkste eraan bij te dragen dat mensen gelukkig zijn in wat ze doen. En dat 365 dagen per jaar, want elke dag is belangrijk. Het vergroten van duurzame inzetbaarheid is een cruciaal item en zal in de komende jaren in belangrijkheid toenemen. 365 speelt hierop in en heeft de krachten gebundeld. Vanuit één visie met focus op duurzame inzetbaarheid. 365 werkt met een integrale aanpak vanuit verschillende pijlers aan de duurzame inzetbaarheid van mensen: 365/Zin weet hoe je de bevlogenheid van werknemers aantoonbaar vergroot. 365/Keurcompany stimuleert en ondersteunt organisaties om uitval van werknemers te voorkomen en aan hun wettelijke verplichtingen rondom gezond en veilig werken te voldoen. 365/ArboNed stimuleert en ondersteunt organisaties om arbeidsverzuim van werknemers aantoonbaar te verlagen en laag te houden. Langer werken met meer autonomie De afgelopen maanden is veel gesproken over de (gevolgen van) bezuinigingen, het langer werken en de pensioenen. Minister Kamp presenteerde bijvoorbeeld plannen om werknemers meer, langer en productiever te laten werken middels fiscale kortingen en bonussen voor met name opleiding en scholing. Willem van Rhenen, Chief Medical Officer bij 365 en hoogleraar Engagement and Productivity bij Nyenrode Business Universiteit stelt in zijn reactie dat deze plannen geen rekening houden met de behoefte bij veel oudere werknemers naar autonomie. Kamp wil mensen zelf laten sparen voor hun scholing en daarbij de verantwoordelijkheid meer bij de werknemer leggen. Volgens Van Rhenen zijn er binnen de oudere arbeidspopulatie meer interessevelden dan alleen opleiding: werken om lekker sociaal bezig te zijn en werken met veel autonomie. De minister verliest dus uit het oog dat een substantieel deel van de oudere werknemers autonoom wil werken; zij willen geen jonge hijgende manager in de nek, en willen hun kennis gebruiken voor gespecialiseerde klussen, of willen hun kennis overdragen aan jongeren. Van Rhenen pleit er daarom voor deze groep te faciliteren, bijvoorbeeld door ze inderdaad meer autonomie te gunnen in de eigen organisatie of ze te helpen naar een ZZP-status, waardoor ook zij maatschappelijk van belang blijven. Arbeidsmarkt trekt aan, dus verzuim stijgt 365/ArboNed publiceerde onlangs een analyse op de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en het verzuim. Daaruit blijkt dat in de eerste helft van 2011 het verzuim is gestegen naar 4,6%, waar dit een jaar geleden nog 4,3% was. De analyse is gebaseerd op ruim 1 miljoen werknemers. In de publieke sector (overheid, onderwijs, zorg en welzijn) is het verzuim relatief het hoogst, in de agrarische sector het laagst. Gecorrigeerd voor gedeeltelijke werkhervatting, komt het verzuim in de eerste helft van 2011 uit op 4,0%, waar dat in 2010 nog 3,8% was. Corné Roelen, bedrijfsarts en verzuimonderzoeker bij 365/ArboNed: We zien al jaren dat verzuim een cyclisch patroon heeft dat een relatie heeft met de economische situatie. Tijdens een economische recessie is het laag omdat mensen bang zijn door verzuim hun baan te verliezen. Nu stijgt het echter weer. Vooral in grote bedrijven met meer dan 500 werknemers stijgt het verzuim, van 3,5% in 2010 naar 4,2% in Dit terwijl verzuim in bedrijven met enkele tientallen werknemers min of meer gelijk bleef. Het CPB berekende dat een daling van de werkloosheid met 1%-punt leidt tot een stijging van het ziekteverzuim met 0,25%- punt. 50-plussers verzuimen in aantal het minst, maar per verzuimgeval het langst Van het totale verzuim is 72% kortdurend. De stijging van het verzuim komt niet omdat er vaker wordt verzuimd, maar is het gevolg van een langere duur van verzuim. Verzuim onder twintigers duurt gemiddeld één week, onder dertigers gemiddeld twee weken, onder veertigers drie weken en onder 50-plussers zelfs bijna vier weken. Ouderen verzuimen minder vaak maar als er sprake is van verzuim dan is de verzuimduur gemiddeld langer. Roelen: Op oudere leeftijd komen chronische aandoeningen vaker voor. Dit beperkt ook de belastbaarheid en het herstelvermogen. Daar komt bij dat veel organisaties een ontzien-beleid voeren als het om oudere werknemers gaat; van extra vakantiedagen tot minder nachtdiensten of andere taken. In sommige gevallen werkt dat goed, maar er zijn ook werknemers die zich gediscrimineerd voelen. Bovendien moet dit 365/ArboNed 3

4 niet leiden tot uitstel van re-integratie. Het is dan ook beter om per werknemer te beoordelen welke maatregelen nodig zijn voor een duurzame inzetbaarheid." Psychisch verzuim duurt het langst Van de werknemers die langdurig verzuimen, duurt het verzuim van de werknemers met psychische klachten het langst (gemiddeld ongeveer vier maanden). Hier valt ook verzuim door lichamelijke klachten zonder aanwijsbare oorzaak onder. Eerder onderzoek van 365/ArboNed toonde aan dat onverklaarde lichamelijke klachten worden beïnvloed door stress. Daarnaast bleek uit hetzelfde onderzoek dat werknemers zowel de lichamelijke klachten zelf als de oorzaken van hun stress moeilijk kunnen hanteren. Daarom duurt dergelijk verzuim twee tot drie maanden langer dan verzuim door andere oorzaken. De volgende klachten zijn de meest voorkomende oorzaak van langdurig verzuim: 1. Overspannenheid (10,2%) 2. Rugklachten (7,1%) 3. Spanningsklachten (4,9%) 4. Depressie (2,9%) Meer psychisch verzuim bij hogere eigen bijdrage In de Volkskrant - in juni - reageerde Rob Hoedeman, bedrijfsarts bij 365, op het verhogen van de eigen bijdrage voor de eerstelijns-psycholoog. 365/ArboNed vreest meer ziekteverzuim als geen flankerend beleid volgt. Volgens Rob Hoedeman zullen vooral werknemers in lagere loonschalen de dupe zijn. Een eigen bijdrage van 30 euro is niet niks. Werkgevers in een klein bedrijf staan in tijden van crisis niet te popelen die kosten van de werknemer over te nemen. Volgens 365 melden werknemers met een depressie zich gemiddeld 53 dagen ziek. Wanneer tijdig wordt ingegrepen, daalt het verzuim met eenderde. Dat scheelt de werkgever gemiddeld 250 euro per dag. Het loont dus om te blijven investeren in mensen met psychische klachten. Zeker met het oog op de krappe arbeidsmarkt. Deze rapportage Voor u ligt de tussentijdse brancherapportage over de periode 1 juli 2010 tot 1 juli In deze tussentijdse rapportage worden enkel de kerncijfers vermeld. De cijfers betreffende meerjaren trends en specifieke achtergronden van het verzuim worden in de reguliere (kalender)jaarrapportage behandeld, die u begin volgend jaar weer zult ontvangen. In deze tussentijdse rapportage worden enkel de kerncijfers vermeld. De cijfers betreffende meerjaren trends en specifieke achtergronden van het verzuim worden in de reguliere (kalender)jaarrapportage behandeld, die u begin volgend jaar weer zult ontvangen. Alle leden van CLC-VECTA, die met 365/ArboNed een contract hebben, zijn aangeduid met CLC- VECTA. De totale klantenpopulatie van 365/ArboNed, waarmee de branchecijfers worden vergeleken is vermeld als 365/ArboNed. Met uitzondering van de cijfers die per de peildatum opgehaald zijn, hebben de cijfers in deze rapportage betrekking op bedrijven en instellingen die gedurende de hele verslagperiode, dus van 1 juli 2010 tot 1 juli 2011, onder contract stonden bij 365/ArboNed. Bij de samenstelling van de cijfers zijn relaties die werken volgens een eigen-regie-model uitgesloten: Arts In Bedrijf, Arts op afroep (voorheen DokterMax) en Intensief (voorheen Cees). Bij deze contractvormen worden niet alle ziekmeldingen aan 365/ArboNed doorgegeven waardoor een vertekend beeld zou kunnen ontstaan. Ook de cijfers van 365/ArboDuo zijn niet meegenomen in deze rapportage. Dit omdat de systemen dit jaar nog gescheiden zijn. Contact Wilt u meer weten of hebt u vragen dan kunt u contact opnemen met uw sectormanager. 365/ArboNed 4

5 Samenvatting Aangesloten bedrijven en aantal werknemers Het aantal bij ArboNed aangesloten werkgevers bedroeg per peildatum (1 juli 2011) 32. Bij deze leden zijn 707 werknemers werkzaam. Ten opzichte van de vorige rapportage is het aantal werkgevers met licht gedaald en het aantal werknemers licht gestegen. Verzuimpercentage Het verzuimpercentage, gecorrigeerd met gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid bedraagt 3,1%. Ten opzichte van de vorige rapportage is dit verzuimpercentage met -0,1% gedaald. Ter vergelijking: het verzuimpercentage voor de gehele klantenpopulatie van 365/ArboNed bedraagt 4,0% en is ten opzichte van de vorige rapportage met 0,2% gestegen. Meldingsfrequentie De meldingsfrequentie bedraagt 0,80. Ten opzichte van de vorige rapportage is de meldingsfrequentie met 0,08 gestegen. Ter vergelijking: de meldingsfrequentie voor de gehele klantenpopulatie van 365/ArboNed bedraagt 0,88 en is ten opzichte van de vorige rapportage met 0,03 gestegen. Verzuimgevallen en duurklasse In de verslagperiode zijn er 587 verzuimgevallen geweest. Het aantal nieuwe gevallen in de verslagperiode bedroeg 564. Van alle in de verslagperiode beëindigde verzuimgevallen (553) duurde er 436 (78,8%) korter dan een week. In 83 gevallen (15,0%) duurde het verzuim tussen de 1 en 6 weken. En bij 34 gevallen (6,1%) duurde het verzuim langer dan 6 weken. Het aantal werknemers dat in de verslagperiode langer dan een jaar ziek werd bedraagt 2 (0,3%). Het aantal personen dat in de verslagperiode het derde ziektejaar bereikte (WIA-aanvraag) bedraagt 3. Gemiddelde verzuimduur De gemiddelde verzuimduur, uitgaande van alle beëindigde verzuimgevallen en niet gecorrigeerd met gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid bedraagt 13 dagen. Voor de totale 365/ArboNed klantenpopulatie bedraagt de gemiddelde verzuimduur 17 dagen. Verzuimoorzaken In 50 gevallen (9%) is er door de bedrijfsarts een verzuimoorzaak vastgesteld. Deze gevallen zijn verantwoordelijk voor 54% van het totale verzuim, kijkend naar het aantal verzuimdagen niet gecorrigeerd met gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid. Van deze 50 gevallen heeft 60,0% (30 gevallen) een fysieke oorzaak en 26,0% (13 gevallen) een psychische klachten. Kijkend naar het aantal verzuimdagen dan is 62,8% (3.067 dagen) veroorzaakt door fysieke klachten en 27,9% (1.360 dagen) door psychische klachten. 365/ArboNed 5

6 Bedrijven en werknemers aangesloten bij 365/ArboNed Onderstaande tabel geeft inzicht in het aantal bij ons aangesloten klanten behorende tot de branche per peildatum 1 juli Tabel 1: Aangesloten werkgevers en werknemers Bedrijfsomvang naar aantal werknemers CLC-VECTA 365/AN aantal aantal % % % % werkgevers werknemers werkgevers werknemers werkgevers werknemers < ,0% 18,0% 84,3% 20,0% ,0% 21,0% 9,7% 12,0% ,0% 15,0% 3,2% 9,0% ,0% 46,0% 2,4% 22,0% >500 0,4% 37,0% Totaal % 100% 100% 100% Werkgevers naar aantal werknemers < >500 Werknemers naar grootte werkgever < > /ArboNed 6

7 Verzekeraars De onderstaande tabel geeft per de peildatum inzicht in de mate waarin de leden een verzuimverzekering hebben afgesloten. Herverzekerd deel: 27 Leden (84%) hebben een verzuimverzekering hebben afgesloten en 5 (16%) niet. Bij de leden met een verzuimverzekering zijn 431 werknemers in loondienst. Dit is 61% van het totaal aantal werknemers dat bij onze CLC-VECTA klanten werkzaam is. De rest 276 (39%) werkt bij een werkgever die geen verzuimverzekering heeft afgesloten. Gemiddelde bedrijfsgrootte: De grootte van het personeelsbestand van werkgevers die een verzuimverzekering hebben afgesloten is gemiddeld 16 werknemers. Werkgevers die geen verzuimverzekering hebben afgesloten hebben gemiddeld 55 werknemers. Van de werkgevers die een verzuimverzekering hebben afgesloten hebben 10 werkgevers (43%) een verzekering met geïntegreerde arbodienstverlening, een zogeheten combi-pakket. Deze werkgevers hebben opgeteld 75 werknemers in loondienst. Dit is 21% van het totaal aan werknemers dat onder een verzuimverzekering valt. Uit het voorgaande volgt dat 13 werkgevers (57%) de verzuimverzekering los van de arbodienstverlening heeft afgesloten. Met andere woorden: men heeft twee aparte contracten, een met de verzekeraar en een met 365/ArboNed. Bij de werkgevers met apart gesloten arbodienstverlening en verzekering werken 287 werknemers. Dit is 79% van het totaal aan werknemers dat onder een verzuimverzekering valt. Tabel 2: Verzekeraars CLC-VECTA Verzekeraar aantal aantal % % Waarvan combi werkgevers werknemers werkgevers werknemers (% werkgevers) Niet verzekerd % 39% De Goudse % 8% 60,0% Nationale Nederlanden % 10% 75,0% Delta Lloyd % 5% 0,0% Achmea % 7% 33,3% De Amersfoortse % 4% 0,0% Overigen % 27% 50,0% 365/ArboNed 7

8 Kerncijfers over ziekteverzuim Bijlage 1 geeft nadere uitleg over de verschillende berekeningswijzen en hun betekenis ten opzichte van elkaar. De definities van de gehanteerde begrippen staan in bijlage 2. Tabel 3: Kerncijfers ziekteverzuim CLC-VECTA 365/AN Totaal Verzuimpercentage (VP) totaal 3,5% 4,6% VP gecorrigeerd met gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid (ag) 3,1% 4,0% VP gecorrigeerd met gedeeltelijke ag en vangnetgevallen 3,0% 3,9% Gemiddelde verzuimduur niet gecorrigeerd met ag VP langer dan 1 jaar 0,30% 0,60% Meldingsfrequentie 0,80 0,88 Instroom 2e verzuimjaar 0,3% 0,8% Bij de correctie voor gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid tellen de werknemers die het werk gedeeltelijk hebben hervat enkel nog mee voor het percentage dat men nog ziek is. Vangnetgevallen zijn ziekmeldingen die in aanmerking komen voor een ziektewetuitkering. Onder de vangnetregeling valt arbeidsongeschiktheid als gevolg van zwangerschap en/of bevalling, orgaandonatie en ex WAO-ers. Effect re-integratie: Het verschil tussen het totale verzuim en het verzuim gecorrigeerd voor gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid kan gezien worden als het effect van de interventie gedeeltelijke werkhervatting die door het bedrijf in same nspraak met de bedrijfsarts wordt ingezet. Deze interventie is nog steeds een veel beproefd re-integratiemiddel waarbij werknemers gedeeltelijk in het eigen- of aangepast werk hervatten, meestal als opstap tot volledig hervatten in eigen werk. Voor de bij 365/ArboNed aangesloten werkgevers binnen de branche bedraagt dit effect 0,4%. Voor de totale klantenpopulatie van 365/ArboNed bedraagt dit 0,6%. De meldingsfrequentie is gebaseerd op werkgevers die de gehele verslagperiode aangesloten zijn geweest bij 365/ArboNed. 365/ArboNed 8

9 Verzuimpatroon Tabel 5 geeft het verzuim weer onderverdeeld in de duurklassen - kort verzuim (< 8 dagen), - middellang verzuim (8 tot en met 42 dagen) - en lang verzuim (43 dagen of langer). Tabel 5a: Verzuimpatroon niet gecorrigeerd CLC-VECTA 365/AN Verzuimpercentage < 8 dagen 0,5% 0,6% 8-43 dagen 0,6% 0,6% > 43 dagen 1,8% 3,0% Totaal 2,9% 4,2% Meldingsfrequentie < 8 dagen 0,62 0, dagen 0,12 0,14 > 43 dagen 0,05 0,07 Totaal 0,79 0,88 De cijfers in de bovenstaande tabel hebben uitsluitend betrekking op in de verslagperiode beëindigde gevallen. Voorts betreft deze tabel cijfers die niet gecorrigeerd zijn met gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid of vangnet. Tabel 5b: Verzuimpatroon wel gecorrigeerd CLC-VECTA 365/AN Verzuimpercentage < 8 dagen 0,5% 0,6% 8-43 dagen 0,5% 0,6% > 43 dagen 1,5% 2,5% Totaal 2,5% 3,7% Verzuimpatroon gevallen 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% CLC Vecta 365/AN Verzuimpatroon dagen < 8 dagen 8-43 dagen > 43 dagen De grafieken links laten de verhouding zien tussen het aantal verzuimgevallen per duurklasse, en het aantal verzuimdagen per duurklasse, en is gebaseerd op de tabel 5a. 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% < 8 dagen 8-43 dagen > 43 dagen 0,0% CLC Vecta 365/AN 365/ArboNed 9

10 Verzuimoorzaken De categorieën verzuimoorzaak worden in bijlage 2 toegelicht Tabel 6: Verzuimoorzaken niet gecorrigeerd Verzuimoorzaak Aantal gevallen Percentage gevallen Verzuimdagen CLC- VECTA CLC- VECTA 365/AN CLC- VECTA Percentage verzuimdagen CLC- VECTA Gemiddelde verzuimduur 365/AN CLC Vecta 365/AN Aandoeningen t.g.v. zwangerschap en bevalling 1 2,0% 4,3% 40 0,8% 3,7% Bewegingsapparaat 16 32,0% 23,7% ,5% 25,1% Letsel 6 12,0% 10,1% 416 8,5% 9,5% Overige fysieke aandoeningen 14 28,0% 39,5% ,3% 34,1% Psychische aandoeningen 13 26,0% 22,4% ,9% 27,6% Totaal % 100% ,0% 100,0% De cijfers van de branche hebben betrekking op alle verzuimgevallen waarbij door de bedrijfsarts verzuimoorzaak is vastgesteld. Dit is in 9% van de verzuimgevallen gebeurd. Deze gevallen zijn verantwoordelijk voor 54% van het totale verzuim van de branche. Voor de totale klantenpopulatie van 365/ArboNed liggen deze percentages op resp. 12% en 72%. Deze cijfers zijn gebaseerd op beëindigde gevallen niet gecorrigeerd met gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid en vangnet. De wel gecorrigeerde cijfers staan hieronder vermeld, zodat kan worden vastgesteld bij welke verzuimoorzaak het op pagina 7 vermelde re-integratie-effect is opgetreden. Verzuimoorzaken %-gevallen Aandoeningen tgv zwangerschap en bevalling Bewegingsapparaat Letsel Overige fysieke aandoeningen Psychische aandoeningen Verzuimoorzaak Aandoeningen t.g.v. zwangerschap en bevalling Percentage verzuimdagen wel gecorrigeerd CLC-VECTA 365/AN 1,0% 3,7% Bewegingsapparaat 28,3% 24,3% Letsel 8,7% 9,6% Overige fysieke aandoeningen 33,7% 34,9% Psychische aandoeningen 28,3% 27,6% Totaal 100,0% 100,0% 365/ArboNed 10

11 Bijlage 1: Toelichting kerncijfers Berekening verzuim in verslagjaar, niet gecorrigeerd. (grijs gearceerd telt mee) verslagjaar Verzuimgeval A Verzuimgeval B 124 Verzuimgeval C Verzuimgeval D ? Het aantal verzuimdagen in het verslagjaar, gedeeltelijk werken wordt niet in mindering gebracht. Bij verzuimgeval D wordt er al geruime tijd halve dagen gewerkt, maar hier wordt geen rekening mee gehouden. Deze berekeningswijze zegt niets over het daadwerkelijke verzuim en de daadwerkelijke verzuimduur, maar is over het algemeen de standaard berekeningswijze voor bijvoorbeeld het vaststellen van het verzuimpercentage. Berekening verzuim in verslagjaar, wel gecorrigeerd verslagjaar Verzuimgeval A Verzuimgeval B 124 Verzuimgeval C 182 Verzuimgeval D Het aantal verzuimdagen in het verslagjaar, gedeeltelijk werken wordt wel in mindering gebracht. Bij verzuimgeval D wordt er al geruime tijd halve dagen gewerkt. Het verschil tussen deze berekening en de voorgaande geeft de mate aan waarin de mogelijkheden van nog zieke werknemers worden benut c.q. de mate waarin aangepast werk voorhanden is of wordt gecreëerd. Deze berekening zegt niets over de daadwerkelijke verzuimduur maar geeft wel het reële verlies aan productiviteit in het verslagjaar weer. Berekening verzuimduur verslagjaar Verzuimgeval A 180 Verzuimgeval B 124 Verzuimgeval C Verzuimgeval D 365 Het totaal aantal verzuimdagen van in het verslagjaar herstelde gevallen of één jaar ziek. Gedeeltelijk werken wordt niet in mindering gebracht. Bij verzuimgeval D wordt er al geruime tijd halve dagen gewerkt, maar hier wordt dus geen rekening mee gehouden. Deze berekeningswijze geeft de daadwerkelijke gemiddelde verzuimduur weer. 365/ArboNed 11

12 Bijlage 2: definities Verzuimpercentage Het percentage verzuimdagen van het totale aantal beschikbare dagen op basis van alle in de verslagperiode voorgekomen ziektegevallen (incl. vangnet). Zwangerschap- en bevallingsverlof wordt niet meegenomen in de berekening. Beschikbare dagen De lengte van de verslagperiode in dagen (1 jaar = 365 dagen) maal het aantal werknemers. Verzuimdagen Verzuimdagen zijn alle dagen vanaf de aanvangsdatum van het verzuim tot de einddatum van het verzuim en alle daartussen gelegen kalenderdagen. Bij de verzuimcijfers die gebaseerd zijn op de voorgekomen gevallen in de verslagperiode worden alleen de verzuimdagen meegenomen die binnen de verslagperiode vallen. Over het eerste jaar worden alleen de verzuimdagen meegeteld die binnen het eerste verzuimjaar vallen en over het tweede jaar alleen de verzuimdagen die in het tweede verzuimjaar vallen Bij verzuimcijfers op basis van beëindigde gevallen in de verslagperiode worden ook de verzuimdagen meegenomen die vòòr de verslagperiode vallen tot een maximum van 365 dagen. Meldingsfrequentie Het aantal ziekmeldingen gedeeld door het aantal werknemers in de verslagperiode. Verzuim naar duurklasse Verzuimpercentage en meldingsfrequentie uitgesplitst naar duur van de ziektegevallen. De cijfers hebben betrekking op het aantal beëindigde gevallen in de verslagperiode. Instroom 2 e verzuimjaar Percentage verzuimgevallen in de verslagperiode (incl. vangnet) dat 1 jaar of langer duurt ten opzichte het gemiddelde aantal werknemers in de verslagperiode. Aantal werknemers Aantal personen dat volgens de opgave van de werkgever bij het bedrijf werkzaam is. Het betreft het aantal personen op de in de rapportage vermelde peildatum. Eventuele mutaties in de loop van de verslagperiode zijn hierin verdisconteerd. Werkgerelateerde gevallen Beëindigde verzuimgevallen in de verslagperiode die geheel of in overheersende mate zijn veroorzaakt door het werk of werkomstandigheden zoals geconstateerd door de bedrijfsarts. Verzuimgevallen waarvan de oorzaak buiten het werk is gelegen maar die wel door bedrijfsbeleid beïnvloedbaar zijn, vallen dus buiten de categorie werkgerelateerd verzuim. Werkgerelateerde verzuimduur Het aantal verzuimdagen van de in de verslagperiode beëindigde werkgerelateerde verzuimgevallen. 365/ArboNed 12

13 De verschillende verzuimcijfers zijn voor de onderlinge vergelijkbaarheid uitgedrukt in kalenderdagen. Dat betekent dat voor de berekening geen onderscheid hoeft te worden gemaakt tussen parttimers en fulltimers. Deze berekeningsmethode is conform de methode die door officiële instanties in Nederland wordt gehanteerd. De kwaliteit van de verzuimcijfers is afhankelijk van de nauwkeurigheid van het door de werkgever opgegeven aantal werknemers en mutaties daarin alsmede de mate waarin alle ziekmeldingen aan 365/ArboNed worden doorgegeven. Aandoeningen a.g.v. zwangerschap en bevalling Onder deze hoofdgroep vallen alle verzuimen als gevolg van zwangerschap of bevalling. Het zwangerschaps- en bevallingsverlof zelf valt buiten de verzuimcijfers (valt onder WAZO). Bewegingsapparaat Het verzuim in de categorie bewegingsapparaat betreft vooral rugklachten en nek-, schouder- en armklachten. Voor de aanpak van het verzuim in deze hoofdgroep is de richtlijnen rugklachten en de richtlijn nek- schouder- en armklachten ontwikkeld. Letsel Een letsel is een aandoening door van buiten inwerkend geweld, dus bijvoorbeeld als gevolg van een ongeval. Dit kan een bedrijfsongeval zijn maar ook iets anders, bijvoorbeeld fracturen, amputaties, wonden, verbrandingen, whiplash, traumatische ruptuur van het trommelvlies, toxische inhalatiekoorts of een hersenschudding. Overige fysieke aandoeningen Deze hoofdgroep is uit te splitsen in een aantal subgroepen, te weten; ademhalingsorganen, goedaardige en kwaadaardige tumoren, hart, bloed en bloedvaten, huid, infectieziekten, spijsverteringsorganen, stofwisseling, urinewegen en geslachtorganen, zenuwstelsel en zintuigen. Psychische aandoeningen In deze hoofdgroep vallen alle psychisch aandoeningen. Voor de aanpak van het verzuim in deze hoofdgroep is de richtlijn psychische aandoeningen van toepassing. 365/ArboNed 13