VOORWOORD. Vanuit de BNA wens ik u daarbij veel sterkte, inspiratie en resultaat. Fred Schoorl Directeur BNA

Vergelijkbare documenten
De ondernemende architect

Visie op Architecten- en Ingenieursbureaus Update 2014

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Wat bespreken we vandaag?

SRA-Bouwscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

Trends in de Engineering Consultancy Industry. Ir. Paul Oortwijn Directeur NLingenieurs

De kracht van een goede opdracht

Snapshots van de regionale economie

Rabobank Cijfers & Trends

Economische scenario s West-Friesland

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Minder starters in 2016

SRA-Automotivescan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

Visiedocument Neutralis. Visiedocument Neutralis

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JANUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE)

HAACS - JAARGANG 2 - #04

Starten in een dal, profiteren van de top

Word een Meesterlijk Merk!

Leiderschap in Turbulente Tijden

Workshop House of Tomorrow Today

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

SRA-Retailscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

FREELANCE MARKT INDEX

De dip duurt niet eeuwig

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Werklocaties. Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019

KWESTIE VAN KRACHT. Technische topbedrijven in een dynamische arbeidsmarkt

ONTWERPER IN UITVOERING Kansen voor middelgrote architectenbureaus in de rol van bouwend architect

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Toekomstdenken. Waarom toekomstdenken voor elke organisatie onmisbaar is

Met het oog op morgen. Strategisch plan DWA 2020

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Ad Grootenboer

Ondernemer Monumenten Fonds Brabant

Tijdbom onder arbeidsmarkt financiële dienstverlening

BNA Conjunctuurmeting

Van baan naar eigen baas

Piter Jelles Strategisch Perspectief

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

Meting economisch klimaat, november 2013

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Hoe werken we in 2026?

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting

Steenwinkel Kruithof Associates Management en Informatica Consultants. Opzetten en inrichten Shared Service Center in de zorg

Voorwoord. In deze brochure geven wij u inzicht in de branche en de rol van NLingenieurs als haar vertegenwoordiger.

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

INTERNATIONAAL MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN: ONDERZOEK

Rabobank Cijfers & Trends

Toekomstperspectieven sloop- en asbestverwijderingsbranche

PROFIEL Ook het integraal samenwerken in BIM, dat we al sinds 2006 doen voor projecten van allerlei schaalgroottes, in elke fase en op het hoogste uit

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Betekenisvol beleid voor een aantrekkelijke stad

Plan van aanpak Het plan van aanpak voor dit project bestaat uit drie fasen:

De woning(beleggings)markt in beeld 2016

Huidig economisch klimaat

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord

Vraag en aanbod van sociaal-agogisch personeel

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

BUSINESS DEVELOPMENT MANAGER STRATEGY & BRAND ACTIVATION

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case

Organisatievisie Gemeente Wijk bij Duurstede ( ): Sterke samenleving, kleine(re) overheid

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e

Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie voor de media Klantgerichtheid is de belangrijkste aanjager voor economische groei in Europa

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Zorg dat het goed komt. ENGIE Healthcare

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie. Zicht op de toekomst. 22 september 2014

Minder faillissementen in 2016

Toekomstperspectieven Sloopsector

Zwembaden met meerwaarde. Synarchis adviesgroep Zwembaden met meerwaarde

Titel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp)

Toekomstverkenning voor de branche Kinderopvang. Vraag en aanbod van Sociaal-agogisch personeel

economische vooruitzichten

Van Sociale Staat naar Sociaal Beleid

Anders doen. Carolien de Jong, 21 januari 2012

Regiobericht 1.0 Noord

VISIE OP WERK. Jeroen Zwinkels 23 november 2015

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

1 Visie op de webpresentatie

Wat doet het Diabetes Fonds precies?

BNO Branchemonitor De Nederlandse ontwerpsector in beeld en getal

BNO Branchemonitor De Nederlandse ontwerpsector in beeld en getal

BLOEMENDETAILHANDEL. Aantal vestigingen: Aantal werkzame personen: % van de bedrijven verwacht personeel aan te nemen

VVG Congres Visie op de toekomst vanuit de markt

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

FREELANCE MARKT INDEX

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Sprekende Cijfers. Kwartaalbericht Q2 Woningmarkt. Gemeente Rotterdam. Sprekende Cijfers / Woningmarkt gemeente Rotterdam

Ruim meer ruimte voor ondernemers op ZKD

Op weg naar regisserend opdrachtgeverschap

Monitor Bouwketen. Voorjaar Marien Vrolijk

Transcriptie:

VOORWOORD Stel, dat..? Een eenvoudige, maar belangrijke vraag. Die uitnodigt tot creatief, strategisch nadenken. Denken over de toekomst wordt steeds belangrijker. Dat is natuurlijk een open deur van formaat, maar voor architectenbureaus meer dan ooit waar. Vanuit de BNA hebben we dit denken geprobeerd te stimuleren door scenariodenken als hulpmiddel te hanteren. Het hoort bij brancheontwikkeling om strategisch voor te denken. Zo komen we sterker, of in ieder geval beter en zelfbewuster uit de crisis. De afgelopen maanden hebben we vanuit de BNA intensieve sessies georganiseerd met ledenraad, bestuur, werkorganisatie en anderen over de toekomstscenario s. Ook hebben voorzitter Willem Hein Schenk en ik een rondgang gemaakt langs de regio s en is er door de ledenraad informatie verzameld vanuit de leden. In de gesprekken met ledenraad en bestuur hebben we steeds gewerkt met die eenvoudige vraag stel, dat? en op basis daarvan scenario s ontwikkeld. Het waren inspirerende, intensieve en ook leerzame gesprekken. Op basis daarvan is dit document geschreven. Een coproductie van vele actieve leden van de BNA, het bestuur en de werkorganisatie. De BNA wil daarmee de bewustwording in de branche stimuleren. We lijden niet alleen onder een crisis er valt ook nog wat te kiezen en zelfs richting te geven. Het is pijnlijk wat er gebeurt, maar een slachtofferrol past niet bij één van de leidende branches in de creatieve industrie. Architecten zijn creatieve oplossingsgerichte denkers. Als ondernemers moeten ze optimistisch zijn, maar niet naïef. Wij hopen dat dit stuk daarbij helpt. Ook hopen wij met dit stuk de blik van buiten naar binnen te richten. Geen vanzelfsprekende competentie in onze branche. En een instrument te verschaffen dat bureaus helpt bij de eigen vragen over de toekomst. Samen door de crisis en daar voorbij, is het motto van ons Werkplan 2012. Zekerheden zijn er weinig. Waarheden evenmin. Maar door met elkaar op een positieve manier in gesprek te gaan kunnen we de toekomst misschien een beetje helpen. Vanuit de BNA wens ik u daarbij veel sterkte, inspiratie en resultaat. Fred Schoorl Directeur BNA 2

1 INLEIDING Hoe ziet de toekomst voor architectenbureaus eruit? Een méér dan prangende vraag nu de sector middenin een crisis zit. Architectenbureaus houden niet of nauwelijks hun hoofd boven water. Een fors deel van de bureaus is uit de sector verdwenen, al dan niet vrijwillig. Met een structureel dalende bouwproductie staat de branche voor een grote uitdaging. Crises bieden kansen om over de eigen rol en positie na te denken. Al was het maar omdat de financiën dwingen tot creatieve oplossingen en een andere invulling van de beroepspraktijk. Maar er is ook onrust. Over de economische problemen wordt veel gediscussieerd. Schuldigen worden gezocht, zelfonderzoek is aan de orde van de dag en oplossingen blijken bepaald niet eenvoudig te vinden, noch makkelijk uit te voeren. Daarom heeft de BNA het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) vorig jaar gevraagd onderzoek te doen naar de toekomst van het vak. Dit heeft in ieder geval één duidelijk signaal opgeleverd: er is sprake van een structurele daling in de omvang van de sector tot circa 2030. Op basis van de verontrustende uitkomsten van dit EIB-onderzoek heeft de BNA het initiatief genomen om de toekomst verder te verkennen met behulp van de vereenvoudigde scenariotechniek. Een toekomstgerichte benadering, gebaseerd op kennis en ervaring van het verleden, maar ook op verbeeldingskracht en probleemoplossend vermogen. In deze verkenning worden op basis van trends en scenariobenadering een viertal mogelijke toekomsten van de sector geschetst. Op basis van deze beelden wordt vervolgens per scenario een zo concreet mogelijk beeld van de te nemen maatregelen op korte en middellange termijn geformuleerd. FUNDAMENTELE VERSCHUIVINGEN De wereld zal er in 2030 duidelijk anders uitzien en architecten krijgen het zwaar te verduren. Maar hoe ziet die bouwopgave van de toekomst er dan uit, en wat zijn de gevolgen voor architecten? Met welke fundamentele verschuivingen moet de branche op langere termijn rekening houden? Het EIB zette de trends en cijfers op een rijtje. Het instituut onderzocht hoe de bouwproductie zich op de lange termijn (2020-2030) zal ontwikkelen en wat dat betekent voor de omzet en omzetverdeling van architectenbureaus. Ook is onderzocht waar de kansen liggen. Als de nieuwbouw van kantoren en woningen structureel stagneert, in welke segmenten is dan nog wèl omzet te halen? Afhankelijk van de economische situatie werkte het EIB drie scenario s voor de periode 2020-2030 uit. De cijfers worden vergeleken met 2008, toen de economische crisis nog niet in alle hevigheid was toegeslagen. Uit de prognoses van het EIB blijkt dat de architectenbranche na de crisis even een inhaalslag maakt en de productie tijdelijk opveert. Maar in structureel opzicht zal de onderliggende vraag stevig verminderen. In 2030 ligt het totale bouwvolume van kantoren tussen de 38 en 44 procent van het niveau in 2008, voor woningen geldt een daling van 4 tot 9 procent ten opzichte van 2008. Het aantal nieuwbouwwoningen nam in 2008 nog toe met 64.000, in 2030 varieert dat aantal afhankelijk van de economische situatie tussen de 8.000 en 33.000. Demografische ontwikkelingen zijn hier de belangrijkste oorzaak van. In 2030 neemt de bevolking volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) nog wel toe tot 17,4 miljoen personen (16,4 miljoen in 2008), maar de procentuele groei loopt terug. Deze afvlakking wordt veroorzaakt door een krimp van het aantal jongeren onder de twintig (3,9 miljoen in 2008 en 3,7 miljoen in 2030) en de potentiële beroepsbevolking tussen de 20 en 65 jaar (10,1 miljoen in 2008 en 9,8 miljoen in 2030). In de voorgaande periode namen deze nog wel toe. De grote hoeveelheid babyboomers ouder dan 65 jaar (2,4 miljoen in 2008 en 4,1 miljoen in 2030) zorgt voor een sterke vergrijzing van de bevolking. Mede daardoor neemt het aantal personen binnen een huishouden af. Dit alles heeft gevolgen voor de vraag naar woningen en kantoren. Ook de werkgelegenheid groeit niet meer: in 2008 nam die nog met 1,1 procent per jaar toe, in 2030 varieert de afname tussen de -0,1 en -0,5 procent per jaar afhankelijk van de economische situatie. In de architectenbranche waren in 2008 22.500 personen actief die samen 19.426 duizend voltijdbanen invulden, in 2030 varieert het aantal banen tussen de 13.500 en 19.800. Mede door die afnemende tendens wordt de kantorenmarkt structureel een vervangingsmarkt. In sectoren als onderwijs en vooral zorg zit nog wel groei, maar het algemene beeld is een forse daling van de bouwproductie. En daarmee minder werk voor architecten. DUIKVLUCHT ARCHITECTENBRANCHE Minder werk brengt vanzelfsprekend een omzetdaling met zich mee. In 2008 kwam 85 procent van de omzet van architecten uit nieuwbouw en 15 procent uit bestaande bouw. In alle EIB-scenario s neemt de productie in de bestaande bouw verder toe en treedt een verschuiving op van nieuwbouw richting bestaande bouw. Vooral de nieuwbouwproductie van woningen loopt op termijn sterk terug. De verschuiving van de bouwproductie naar de bestaande bouw leidt tot een omzetdaling van architecten. Het sterkste omzetverlies vindt plaats bij woningen en kantoren waar de nieuwbouwproductie het meest inzakt. De gezondheidszorg biedt nog wel gunstige omzetper- 3

spectieven, maar het belang van deze sector in de totale omzet van architecten is volgens het EIB niet groot. De omzetperspectieven voor overige utiliteitsgebouwen variëren sterk. De bandbreedte voor het gehele omzetvolume in de bouw varieert in 2030 naar verwachting tussen de 36 en 51 miljard euro, voor de architectenbranche betekent dat een omzetvolume tussen de 1 en 1,5 miljard euro. Vergeleken met de cijfers uit 2008, respectievelijk 46 (bouw) en 1,7 (architectenbranche) miljard is dat een groot verschil. Deze daling wordt niet alleen veroorzaakt door een kleinere uitbreidingsvraag, maar ook omdat de nieuwbouw afneemt en het accent verschuift naar onderhoud en transformatie. Daarnaast zijn er minder mensen nodig om dezelfde productie te leveren. NIEUWE MARKTEN Het onderzoek van het EIB is een duidelijke wake-up call, dat zeker, maar de sector moet ervoor waken niet direct in een diepe depressie te zinken. Want, hoewel de uitbreidingsvraag afneemt, geeft het EIB ook aan dat de vervangingsmarkt in belang en omvang zal toenemen. Architecten zullen zich dus meer gaan bezighouden met transformatieopgaven, en deelnemen in andere (bouw)processen dan voorheen. Die nieuwe situatie vraagt om heel andere competenties en kan ook nieuwe perspectieven bieden. De architect moet zich op nieuwe markten richten, en zal daarin ook andere rollen gaan vervullen. Dat kun je branchevervaging noemen, maar je kunt het ook zien als verbreding en verrijking van de discipline. In een tijd van grote maatschappelijke veranderingen, in de economie, het wonen en het werken is dat een noodzaak, tegelijkertijd is het ook een kans. Noodgedwongen moet de architectenbranche die nu pakken, en nieuwe kansrijke segmenten ontdekken. 4

2 SCENARIOVERKENNING De dalende trends in bevolkingsaantallen, werkgelegenheid en omzet voor architecten vragen om een andere blik op de toekomst. Verbeeldingskracht en probleemoplossend vermogen zijn nodig om nieuwe kansen voor de branche te creëren. De BNA doet een eerste aanzet met de vier toekomstverkenningen. De scenario s Groei, Fragmentatie, Transformatie en Eclips schetsen mogelijke toekomsten die op basis van verschillende trends een zo concreet mogelijk beeld geven van door bureaus te nemen maatregelen. BNA-ledenraad, bestuur en bureau hebben algemene trends gedefinieerd die voor de komende jaren van belang zijn voor de brancheontwikkeling 1. Die trends zijn: VOOR DE BRANCHE: - toenemende consumentenmacht (accent op particulier- en collectief particulier opdrachtgeverschap, ander opdrachtgeverschap); - toenemende marktwerking en verscherpte concurrentie; - belang duurzaamheid bij bouw en inrichting van Nederland (inclusief verschuiving van woon- naar energielasten); - risicomijding en -beheersing bij aanbesteding en opdrachtverlening; - herpositionering van partijen in het bouwproces met kansen en risico s voor architectenbranche (professionalisering versus marginalisering); - diffuse branche door multidisciplinaire aanpak en opkomst creatieve industrie. BUITEN DE BRANCHE: - digitalisering, netwerkvorming en informatiemaatschappij; - verschuiving economisch zwaartepunt naar buiten Europa (BRIC-landen); - regionalisering economie; - Nederland uit top tien van welvarende landen; - verdere ontwikkeling naar dienstverlening en kennis&innovatie. Uitgangspunt voor de scenario s is de vraag: Hoe kan de branche zich herpositioneren gezien de te verwachten trends en marktontwikkelingen? Daarbij is rekening gehouden met twee kernonzekerheden: de economische ontwikkeling, van scherp dalende bouwproductie ten opzichte van 2008 (dertig procent) tot lichte stijging (vijf procent), èn de marktordening, van een brede rol van architectenbureaus als bepalende professional en regisseur in bouwprocessen (regisseur/adviseur/architect) tot een meer marginale rol als specialist of esthetisch adviseur in een deel van het bouwproces. De onzekerheden zijn in onderstaand schema weergegeven op de twee assen. De titels of beelden voor de vier scenario s zijn geen wetenschappelijke keuze, maar resultaat van verschillende discussies tussen BNA-ledenraad, bestuur en bureau. De mogelijke, relevante scenario s zijn: 1 Er is op basis van een aantal sessies met het BNA-ledenraad, bestuur en bureau een eerste indruk verkregen van mogelijke trends en ontwikkelingen. Daarbij is gebruik gemaakt van reeds beschikbaar materiaal, zoals het onderzoek van het EIB. De blik op ontwikkelingen en trends in de omgeving is verzameld en zo goed mogelijk geordend naar algemene trends die ook voor de komende jaren van belang zijn voor de brancheontwikkeling. (vervolg zie omezijde) 5

vervolg noot 1: Er is daarnaast gewerkt met een methodische benadering van bovenaf ( topdown ). Gekozen is voor een sterk vereenvoudigde aanpak via de zogenaamde scenariomethode, die zijn oorsprong vindt in de jaren zeventig bij Shell. Met deze methode is het mogelijk om tot een ruw beeld van een viertal min of meer realistische alternatieven te komen (voorstelbare toekomsten). Het gaat dus niet om voorspellingen of een op wetenschap gebaseerde aanpak. Kern van de scenariotechniek is om met gebruikmaking van realisme én verbeeldingskracht tot levensechte toekomstbeelden te komen. Op basis van twee kernonzekerheden zaken waar je geen invloed op hebt worden twee assen geconstrueerd en ontstaan vier velden. Per veld worden kansen, bedreigingen en mogelijke besluiten geformuleerd, met gebruikmaking van dominante trends. Een combinatie van denken in onzekerheden, systeemdenken en verhaaltechniek. Het denken in onzekerheden wordt vooral gestuurd door de centrale vraag: stel, dat. Ook kan bijvoorbeeld via wild cards (onverwachte gebeurtenissen à la 9/11) een scenario aangescherpt worden. De scenariomethode moet periodiek herhaald worden om de resultaten te verbeteren en de bruikbaarheid te vergroten. Doel van deze aanpak is om als organisatie op een betere manier strategische keuzen te kunnen maken, en rekening te houden met veranderingen in de omgeving. 6

3 VIER SCENARIO S 7

A: FRAGMENTATIE BASISKENMERKEN: - specialisatie als verdienmodel; - nieuwe samenwerkingsmodellen; - accent op netwerkvorming; - veel kleine opdrachten en dito bureaus (minder full service); - minder op architectuur, meer op design gericht; - sterke concurrentie; - opkomst creatieve industrie. In dit scenario gaan we uit van een licht herstel van de crisis. Consumenten gaan weer besteden, de markt trekt wat aan, maar komt niet snel meer op het niveau van 2007. De Nederlandse economie profiteert van oplevende internationale economie, met matige groei in Europa. Desondanks zet de marginalisering van de architectenrol in de bouwproductie verder door. Op de korte termijn blijft er veel behoedzaamheid in de bouw. Ook financiers blijven voorzichtig richting de markt en het investeren in vastgoed. Opdrachten zijn beperkter van omvang, maar de productie stijgt ten opzichte van 2010. Trends zijn de versterkte internationalisering en de toename van de consumentenmacht. De ingezette tendens van een terugtredende overheid zet door. Door de dynamiek en kansen zijn er snelle veranderingen merkbaar, met zelfs optimisme over de kansen voor de creatieve industrie en dienstverleners uit de architectuurbranche. Het aantal architecten blijft ongeveer gelijk, maar de aard en karakteristiek van de verschillende bureaus verandert ingrijpend. Er is ruimte voor transformatie naar een andere sector. De opkomende markten leiden vooral tot kleinere multidisciplinaire opdrachten, gericht op design en ontwerp. Creativiteit speelt daarbij een grote rol. Er is minder full service en er zijn minder grote opdrachtgevers. De positie van de zuivere architectenbureaus marginaliseert enigszins. Er ontstaan veel kleinere bureaus, die architectuur niet langer als kenmerkende discipline hebben. Behalve een paar specifieke sterarchitecten zijn creatieve consultants kenmerkend, die zich ook op verschillende markten begeven. Daarnaast ontstaat er een scherpe tweedeling tussen traditionele architectenbureaus en bureaus die zich ontwikkelen als integraal werkende ingenieurs en procesmanagers. De concurrentie neemt toe meer kleinere opdrachten net als de fragmentatie in de sector, waar traditionele verhoudingen verdwijnen. bureautypen ontstaan, vooral door samenwerking met andere disciplines. De kleine, multidisciplinaire designbureaus (design houses) of creatieve consultants profiteren maximaal van de veranderde vraag en nutten hun flexibiliteit en omvang maximaal uit. Omdat de wereldeconomie het relatief goed blijft doen zullen ook de internationaal georiënteerde bureaus, met soms stararchitects en veel aandacht voor iconische bouw, zich kunnen handhaven. Dat geldt ook voor de lokaal georiënteerde bureaus, aangezien de vraag van bijvoorbeeld particuliere opdrachtgevers niet wegvalt. Voor met name traditionele middelgrote bureaus en grote nationaal werkende architectenbureaus wordt de spoeling dun. Zij zullen terrein verliezen omdat het moeilijk is om in de flexibele markt, met veel kleine opdrachten voldoende projectportefeuilles op te bouwen. Ook zijn specialistische afdelingen steeds moeilijker aan het werk te houden. Uitbesteden en netwerken zijn mogelijkheden om deze krimp te compenseren. Kortom: een scenario waarin fragmentatie van de markt en kleinere flexibele opdrachten in een redelijk stabiele economische ontwikkeling transformatie in plaats van sanering mogelijk maken. In dit scenario zet de fragmentatie van architectenbureaus verder door. Veel kleine bureaus en nieuwe 8

HANDELINGSPERSPECTIEVEN: - van product- naar competentie- en dienstendenken; - single issue is uit; gedifferentieerde strategie is in; - complexe netwerken voor multidisciplinaire samenwerking opbouwen en onderhouden; - sturen op innovatie van proces en inhoud is belangrijk. Voor grote bureaus is dit echter lastig, creëer daarom een laboratoriumsetting en fragmenteer binnen het eigen bureau; - vooral middelgrote bureaus hebben het in dit scenario lastig: saneren of fuseren is belangrijk; - culturele dimensie kan onderscheidend werken; - maak persoonlijke klik met opdrachtgevers; - ga internationaal en zoek daarbij de samenwerking met internationaal opererende ingenieursbureaus. 9

B: ECLIPS BASISKENMERKEN: - opportunistische en extreme specialismen met focus op creatieve competentie; - verdienmodel door focus op voorkant bouwproces (visie, concept, masterplanning) en internationalisering; - fusiegolf en gigantische uitstroom uit vak; - nieuwe samenwerkingsmodellen vanuit zwakte en noodzaak; - architectenwerkzaamheden veel minder dominant; veel niet-architectenwerk (consultancy, enzovoort); - veel kleine bureaus en enkele grotere in een diffuse sector; - weinig innovatie; - extreem ondernemend; - architectuur als discipline en vakgemeenschap staat zwaar onder druk. Een dubbelkrimp scenario. Zowel de bouwproductie als de reikwijdte van het traditionele architectenbureau krimpt. Dit scenario ziet de concurrentie verder toenemen. Stel dat de bouw de komende jaren verder krimpt en er voor architecten een beperkt aantal opdrachten is, dan moeten opdrachten in grote concurrentie worden binnengehaald. Trends zijn de extreme glokalisering: sterke internationale activiteiten en focus op lokale activiteiten. Daarnaast trekt de consumentenmacht goed aan, prijs en toegevoegde waarde worden kritische factoren. Marktwerking en terugtredende overheid wegens gebrek aan financiën zetten extreem door. Door de dynamiek en verscherpte zoektocht naar kansen zijn er snelle veranderingen merkbaar, met zelfs optimisme over de kansen voor de creatieve industrie en dienstverleners uit de architectuurbranche. Dit scenario kent geen economisch herstel, en gebrek aan vertrouwen en middelen bij opdrachtgevers, financiers en consumenten. De Nederlandse en Europese economie zitten in het slop. Voor de architectuurbranche betekent dit een survivalstrategie, waarbij geprobeerd wordt om het verlies enigszins te compenseren. Ontwikkelende aannemers en grote ingenieursbureaus winnen terrein door het aanbieden van full service, in combinatie met andere werkzaamheden. Er is weinig geld voor innovatie en urgenties als duurzaamheid. Marginalisering van het beroep leidt ook tot daling van de studentenaantallen en gedwongen sluiting van architectuuropleidingen. De trend naar catalogus- of standaardbouw zonder interventie van ontwerp wordt dominant op de nationale markt. Grote opdrachten zijn niet of nauwelijks meer aanwezig, de markt daarvoor ligt buiten Europa. Maatschappelijke ontwikkeling is meer gericht op zelfredzaamheid, marktwerking en creatief ondernemerschap dan op business as usual, met samenwerking in grote projecten en duidelijke onderlinge rolverdeling. Het beeld van de sector is een grote, diffuse groep bureaus die op allerlei manieren tracht te overleven. Specialisme is minder kansrijk, want risicovol. Het soort werkzaamheden wordt noodgedwongen verbreed en vernieuwd. Er wordt niet-architectenwerk gedaan, zoals advisering van woonconsumenten, productontwikkeling en teken- en ander ontwerpwerk. Het gaat om competenties als visie, conceptueel denken, creativiteit, tempo. De architect bestaat niet meer, of nauwelijks. Architectenbureaus worden verzamelplaatsen van creatieven, die bereid zijn van alles te doen. Ondernemerschap is cruciaal. De consultant met ideeën en het vermogen tot communicatie is (internationaal) het nieuwe archetype. De afname van het aantal bureaus is substantieel. Internationaal toonaangevende bureaus profileren zich met hun creativiteit en design op de internationale markt. Ze worden daardoor steeds meer footloose ; met een kleine poot in Nederland en hoofdkwartieren elders in de wereld. Ook de groep integraal werkende bulkbureaus houdt het hoofd boven water, evenals de bureaus die met multidisciplinaire consultants werken. Middelgrote bureaus die alleen architectenwerk doen worden schaars. Kleine architectenbureaus transformeren tot creatieve designadviseurs of richten zich op andersoortig werk. Als ze al een bureau vormen, of gewoon als ZZP ers in samenwerking opereren. Kortom: dubbelkrimp is een scenario van overleven en change or die (cf. RIBA), waarin de architect hoogstens internationaal overleeft maar nationaal bijna verdwijnt in een mix van nieuwe op overleven gerichte vormen van samenwerking. Sanering is hier het sleutelwoord. En vraagsturing. Er zijn weinig overlevers, de architect is steeds minder architect. ZZP ers zijn in sterke mate actief. 10

HANDELINGSPERSPECTIEVEN: - organiseer crisismanagement; - organiseer zelf financiering voor plannen; - van productdenken naar managementdenken; - ondernemerschap van cultureel naar existentieel: (moet je per se zelfstandig als architectenbureau doorgaan?) en financieel (waarmee kun je geld verdienen?); - zoek uit waar internationaal nog wel werk is; - maak een overgangsscenario of een tussenscenario voor je bedrijf; - overweeg bij- of omscholen of maak een exitscenario; 11

C: TRANSFORMATIE BASISKENMERKEN: - nieuwe samenwerkingsmodellen; - accent op netwerkvorming; - meer groei en allianties/netwerken; - veel kleine opdrachten en dito bureaus (minder full service); - enkele grote full servicebureaus voor integraal werken, naast veel kleine bureaus; - weinig middelgrote bureaus; - minder gericht op architectuur, meer op design; - kansen voor professionalisering en profilering; - sterke concurrentie; - opkomst creatieve industrie. In dit scenario zet de krimp in de economie door, terwijl veel architectenbureaus in projecten een regierol houden. Regisseur van ontwerp tot en met oplevering van het gebouw, wordt ondanks de moeilijke omstandigheden niet onmogelijk. Dat betekent meer werk per opdracht dan in de huidige situatie. Niettemin: de bouwproductie daalt tot 2020 met dertig procent. Trends in dit scenario worden bepaald door de slechte economie (marktwerking, terugtredende overheid, consumentenmacht) en de veranderde positionering van het architectenwerk. Er is extreme branchevervaging; bureaus willen zoveel mogelijk disciplines in huis hebben. Dit betekent dat zowel de creativiteit van de ontwerper, als de rol van adviseur en regisseur hun plek krijgen. Bureaus zorgen ervoor dat ze over de juiste kennis en competenties beschikken om in het bouwproces van initiatief, bouwvoorbereiding, bouwbegeleiding tot en met beheer actief te zijn. Kennis over duurzaamheid en energiebeheersing wordt steeds belangrijker omdat kosten sterk meewegen. De kansen worden minder gezocht in de creatieve branche en meer in het bouwproces. Grote bureaus proberen alle benodigde kennis in huis te halen, fuseren met andere disciplines, of worden zelf overgenomen. Ze gaan directe samenwerkingsverbanden aan en creëren een sterk netwerk. Kleine bureaus kopen deze kennis op projectbasis in van ZZP-ers of anderen. De regierol betekent ook een ander risicoprofiel, waardoor de aansprakelijkheid van de architect wordt vergroot. Grote bureaus treden steeds meer op als ontwikkelende partij, om hun markt te vergroten. Er zijn steeds minder architecten aan het werk. Internationaal worden architecten nog wel op ontwerpende kwaliteiten aangenomen. De consument heeft meer macht gekregen, wordt kritischer en zoekt naar goedkopere oplossingen. Daarom zien we naast de traditionele, grote professionele opdrachtgevers steeds meer (collectief) particuliere opdrachtgevers. Een professioneel architectenbureau is ingericht naar type opdracht (klein en particulier of groot en complex). Dat betekent dat er een verschuiving ontstaat naar twee typen bureaus: kleine bureaus tot vijf personen en bureaus met meer dan 25 medewerkers. De middencategorie verschuift steeds meer naar de flanken. Kleine bureaus doen de kleinere particuliere opdrachten, terwijl de grote bureaus zich richten op de grote, complexe opdrachten met vaak ook ingewikkelde contractvormen (als geïntegreerde contracten). Het voeren van de totale regie is niet afhankelijk van de bureaugrootte. Per saldo zal er onvoldoende werk zijn en blijven. Hierdoor gaan bureaus failliet. De sterke, goed ingerichte, professionele bureaus met een duidelijk profiel blijven over. De architectenbranche krimpt tot 2020 met ongeveer vijftien procent (in tegenstelling tot dertig procent krimp van de bouwproductie; vijftien procent wordt opgevangen doordat bureaus meer werknemers in dienst nemen voor grotere opdrachten). De totale omzet zal nagenoeg gelijk blijven ten opzichte van 2008. In 2008 waren particulieren goed voor een kwart van de omzet. In 2009 een derde. Dit groeit uit tot de helft. Kortom: dit is een scenario waarin economische krimp gepaard gaat met een ingrijpende reorganisatie in de sector. Naast relatief grote opdrachten in een krimpende markt is er een procentuele stijging van de omzet uit (collectief) particulier opdrachtgeverschap. 12

HANDELINGSPERSPECTIEVEN: - van concurrentie- naar consortiumdenken (DBFMO); - proces-, risicomanagement en kostenefficiëntie moeten op orde zijn; - begin tijdig over schaalgrootte, risico s nemen, bewezen expertise, financiële zekerheid; - accepteer ketenintegratie in een keiharde markt; - stuur actief op hybridisering bureau (omgekeerd werken: via advies, enzovoort, naar architectuur); zorg voor one-stop-shopping voor de opdrachtgever; - kleine bureaus specialiseren op onderdelen keten en/of markten; - van portfolio naar ketenacquisitie, van aanbod- naar vraagmarkt; - van product- naar bedrijfsinnovatie; - innovatie is gekoppeld aan efficiëntie en rendement; - regionalisering èn internationalisering; - benut kansgestuurde markt via imago, vertrouwen, full service, sterk in samenwerken; 13

D: GROEI BASISKENMERKEN: - veel procesinnovatie en focus op bouwproces; - de sector groeit gematigd, met behoud van diversiteit; - minder internationalisering; - netwerkvorming op basis van kracht en kennis(innovatie); - professionalisering op bouwproces; - interdisciplinaire samenwerking en cross-overs; - opkomst creatieve industrie. In dit scenario profiteert de Nederlandse economie van de grote economische dynamiek in de opkomende BRIC-landen. De Europese economie kent een matige groei. De periode tot 2020 wordt gekenmerkt door relatieve rust met gematigde groei. Er is sprake van doorontwikkelen, onder invloed van een gematigde, maar voortgaande stijging in de bouwproductie. Trends zijn ruimte voor globalisering en de relatief grote(re) rol die de overheid speelt bij investeren in grote, complexe projecten. Er is ruimte voor innovatie en ontwikkeling vanuit de sector zelf. Creatieve industrie en dienstverlening richten zich op de internationale markt. In een relatief gunstige markt wordt weer besteed en geïnvesteerd door de consument. De marginalisering van de architectenrol stopt: bureaus krijgen meer greep op het bouwproces. Veel architectenbureaus maken hun regierol in het bouwproces waar door sterk te professionaliseren op integrale opdrachten. De nadruk ligt meer op proces en samenwerking, dan op de technische en uitvoeringsgerichte zaken. Het accent is verschoven van nieuwbouw naar renovatie, herbestemming en transformatie. De megaprojecten behoren tot het verleden, evenals de projecten in het vrije veld. Er zijn veel kleine projecten in complexe stedelijke situaties die om veel ontwerpwerk vragen, bijvoorbeeld het particulier opdrachtgeverschap. De groei van de architectenbranche is in 2020 ongeveer vijf procent, vooral door andere werkzaamheden buiten de sector (denk aan: integrale opdrachten, buiten de procesfasen VO/DO, renovatie, onderhoud, herbestemming). 2008 halveert het aantal bureaus tot vijf fte, hetzelfde gebeurde met het aantal bureaus met meer dan vijftig fte. De middenmoot groeit stevig met een kwart. Veel architectenbureaus moeten zich opnieuw profileren als een goed en betrouwbaar architectenbureau dat de regierol weet waar te maken. Nogal wat bureaus breiden hun kennis en vaardigheden uit door samenwerking en soms zelfs een fusie aan te gaan met specialistische adviesbureaus. De nieuwe situatie vraagt om ondernemerschap van architecten. Ze moeten meer dan voorheen consument- en opdrachtgevergericht werken, meer risico s aanvaarden en managen, co-makership aangaan, enzovoort. Het concept met één eindverantwoordelijke spreekt de markt aan, er is daardoor veel concurrentie van andere partijen. Met name van het oorspronkelijk uitvoerend bouwbedrijf. Veel architecten zijn als ontwerpers in dienst getreden bij die bouwbedrijven om hen te helpen die ambitie waar te maken. Meer concurrentie betekent ook dat een aantal kleine bureaus afhaakt. Zij kunnen zich niet vinden in het profiel van het integraal werkend architectenbureau en gaan door als designbureau. Kortom: dit scenario biedt de architectenbranche en veel bureaus de kans te blijven bestaan door integraal te werken en het de vraagzijde optimaal te benutten. Het laat onverlet dat er veel wijzigingen in de wereld en de branche plaatsvinden, maar er is kennelijk nog steeds ruimte voor- en behoefte aan een vitale architectenbranche. Megaprojecten zijn financieel niet meer mogelijk, maar het aantal middelgrote opdrachten is gegroeid. Daarvoor worden vooral middelgrote bureaus gevraagd. Alle bureaus van klein tot groot hebben een multidisciplinair karakter. De zeer kleine bureaus zijn daardoor of gegroeid of een netwerksamenwerking aangegaan met andere disciplines. Ten opzichte van 14

HANDELINGSPERSPECTIEVEN: - profilering op nieuwe opgave (renovatie, herbestemming, transformatie); - profileer op versterkt productdenken in andere markt; - werk op overgang van artistiek naar markt, (maatschappelijk) gezag, van product naar positie; - expertise verzilveren; - overgang van Cultuur met grote C naar kleine c met M(aatschappelijk) K(walitatief hoogwaardige diensten); - zorg voor goed netwerk in het maatschappelijke veld; - netwerk zakelijk en inhoudelijk met een sterk regionaal accent; - richt je op publieke opdrachtgevers; - werk aan een goed netwerk voor acquisitie. 15

4 DE PRAKTIJK IN 2020 Alle vier de richtingen zijn denkbaar en voorstelbaar. Als de werkelijke economische situatie en de positionering van het architectenbureau inderdaad de geschetste ontwikkelingen doormaken, dan zijn er vier soorten knoppen waar de architectenbranche aan kan draaien om de situatie in 2030 enigszins te beïnvloeden en op te komen voor de eigen belangen. Dat zijn: 1. financiële maatregelen (investeringenstop/uitstel/groei, bezuinigingen, innovaties); 2. organisatorische maatregelen (herverkaveling, personeelsstop/-reductie); 3. strategische maatregelen (visie en marktkeuze, inclusief soort werk); 4. communicatieve maatregelen (intern/extern, pr en acquisitie). WAARSCHIJNLIJKHEID Geschatte waarschijnlijke scenario s: Door verschillende deelnemers is een ruwe schatting gemaakt na veel discussie. Daarbij wordt voor tachtig procent rekening gehouden met een echte diepe depressie, met grote gevolgen voor de bouw. De kans dat er ten opzichte van 2008 een licht herstel optreedt is twintig procent. Verwacht wordt dat de architect op incidentele basis wordt ingeschakeld als onderdeel van het bouwproces, en dan vooral een adviserende rol heeft. De kans dat de regisserende rol de overhand krijgt, is klein. Daarmee verandert de sector ingrijpend, en zullen forse transformaties noodzakelijk zijn. Change or die, zoals de RIBA eerder al aangaf, is dan ook zeker geen overdreven boodschap. De architectenbranche moet zich terdege voorbereiden op zwaar weer en nadenken over een andere inzet van architecten. Verbeeldingskracht, creativiteit, verbreding van de professie en een grote dosis probleemoplossend vermogen zijn daarbij onontbeerlijk. DISCUSSIE De vier geschetste toekomstscenario s dienen als input voor een brede discussie over de toekomst van de architectenbranche, die tijdens de landelijke Architectendag op 9 december 2011 van start gaat. Welke consequenties hebben de vier mogelijke toekomsten voor de bureaus? En welke weerslag hebben de mogelijke ontwikkelingen op de toekomst van de gehele architectuurbranche? Deze verkenning biedt een aanzet tot die branche-brede discussie. De BNA roept zijn leden op mee te discussiëren, allereerst uiteraard op de eerste Architectendag in Rotterdam. De urgentie is groot; dat weten we allemaal. Het gaat over onze toekomst. Niets meer en niets minder dan dat. 16

COLOFON Uitgave BNA Projectleiding en tekst Fred Schoorl Eindredactie Anne Luijten In coproductie met o.a. Ledenraad BNA Bestuur BNA Bureau BNA Deelnemers BNA Regio-estafette oktober-november 2011 Jos Holtkamp December 2011