Kwaliteitsjaarverslag 2014



Vergelijkbare documenten
Strategisch document Ambulancezorg Nederland

Ambulancezorg in Nederland

Highlights Ambulances in-zicht 2011

Bestuurlijke afspraken patiëntveiligheid ambulancezorg

Verpleegkundig Centralist/ Verpleegkundig Centralist i.o.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

CONVENANT met betrekking tot de implementatie van de Wet ambulancezorg (Waz)

Frontline. Versterken van mentale weerbaarheid! Talent & Result. Vitaliteit Activering Loopbaan

Kwaliteitsjaarverslag 2014 RAV Zeeland

VMS veiligheidseisen voor het ZKN-Keurmerk Een vertaling van de NTA8009:2011 naar de situatie van de zelfstandige klinieken

Kwaliteitsjaarverslag 2014 RAV Noord-Holland Noord

Leidraad wijziging acuut zorgaanbod Midden-Nederland

Highlights Ambulances in-zicht 2010

Referentielijst 2013 Nota Verantwoorde Ambulancezorg

Samenwerken aan Zorgcoördinatie

Besluit Gelre-IJssel gemeenten inzake de vierde wijziging van de Samenwerkingsregeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gelre-IJssel

LEIDRAAD WIJZIGING ACUUT ZORGAANBOD 2.0

Volleybalvereniging Woudenberg. Functie- en taakomschrijving vertrouwenspersoon. Beleid vertrouwenspersoon Volleybalvereniging Woudenberg

EEN MEERJARIG BELEIDSPLAN MET SMART DOELSTELLINGEN

Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek

Beschrijving Functiegebied Medisch Management binnen de ambulancezorg

Programma espoed. Gert Koelewijn Project Manager 23 november 2012

Molenstraat HP Steenwijk Tel/fax Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

Procedure Wijziging Acute Zorgaanbod Brabant 20 juni 2013

Verantwoorde ambulancezorg; veilige zorg

Protocol Sociale Veiligheid. Onderwerp: agressie & geweld

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

Functieprofiel Ambulanceverpleegkundige (uitgebreid)

Kwaliteitsjaarverslag Kwaliteitsjaarverslag RAV Noord-Holland Noord. versie 1.0._16 juni 2014_13:30

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon VEILIG SPORTKLIMAAT

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Kwaliteitsjaarverslag RAV Noord- en Oost-Gelderland. driven by care

Kwaliteitsjaarplan Locatie Reggersoord 3 en 4 Datum: augustus 2018 concept. Samen aan de slag! Gewoon goede zorg

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

SERVICECODE AMSTERDAM

Informatiebeveiliging en Privacy; beleid CHD

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + RAV RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

Toetsingskader WMO toezicht Gemeente Steenwijkerland. Januari 2018

driven by care KWALITEITS JAARVERSLAG Witte Kruis Kwaliteitsjaarverslag 2014

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over spoed-ambulances die vaak te laat komen (2016Z08663).

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

Visie Preall Auteur: Kerngroep/MR januari 2016 Definitief 1.0

CONVENANT 'JOIN THE CLUB VEILIGE PUBLIEKE TAAK' TILBURG

REGIONAAL OVERLEG ACUTE ZORG regio Zwolle. procedure wijziging acute zorgaanbod

Toetsingskader WMO toezicht Gemeente Kampen. April 2017

Functieprofiel Ondersteuner ICT Functieprofiel titel Functiecode 00

Onderwerp: Overzicht ontwikkelingen en maatregelen aanrijtijden RAV Haaglanden

Samenwerken aan zorgcoördinatie Springplankprojecten HAP+RAV. 19 e Nationale Spoedzorgcongres 8 november 2018

: Verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

Functieprofiel: Ondersteuner ICT Functiecode: 0405

Samenhang. GHOR Zuid-Holland Zuid. uw veiligheid, onze zorg

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. GGD/ Ambulances. in de Regio Haaglanden

Verbetercheck ongewenst gedrag VVT Workshop ongewenst gedrag

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

AMBULANCEZORG IN 2025:

SAMENWERKING IS DE BRUG NAAR DE TOEKOMST

Gezie Pelkmans van Unen Directiesecretaris Met vriendelijke groet,

Functie en taakomschrijving Vertrouwenspersoon

Antwoorden op schriftelijke vragenronde brief uitvoering motie Arib (29484, nr. 6) over medische zorg asielzoekers.

Kwaliteitsjaarverslag 2013 Witte Kruis

Jaarplan 2017 Jaarplan 2017 RL/BD Versie

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

In dit overzicht vindt u voorbeelden van hoe u Veiligezorg kunt verankeren. Op centraal of decentraal niveau. Of op beide niveaus.

Hulpmiddel 2. Beleid ongewenste omgangsvormen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 november 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

ZELFEVALUATIE KWALITEIT 2015

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten

HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER. Samenvatting

Position paper ziekenhuis Lelystad 8 februari 2019

HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER. Samenvatting

Ambulancezorg, veilige zorg

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders

Arbo jaarverslag 2012 & Arbo jaarplanning 2013

Zorginkoopbeleid Ambulancezorg 2020

MARAP II RAV BRABANT MWN januari tm augustus 2014 Toelichting Dagelijks Bestuur

Zorg coördinatie in Kansen voor gemeenschappelijk triage, afgestemde uitgifte en coördinatie van zorg

NEN Zorg en Welzijn HaZo24 HuisartsenZorg 24 uur

In dit beknopte jaarbericht leggen wij verantwoording af over de door ons aan U geleverde zorg.

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

Bijlage 3. Protocol bij ernstige incidenten

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland november 2014

Welkom bij de Arbocatalogus Provincies. Jannet Bergman, Projectleider A&O Provincies Henny van den Born, Arbo-beleidsadviseur Provincie Groningen

Arbobeleidskader Lucas

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

OPVANG PERSONEEL BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

Protocol ongewenst gedrag, inclusief klachtenregeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AGENDAPUNT /08

HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015

PORTFOLIO Savaneta 25 Aruba / /

Dispatcher MKA. schaal 7, max bruto per maand op fulltime basis

Werkdocument model toetsingskader kwaliteitstoezicht Wmo

Beleidsplan Arbeidsomstandigheden

1. Doel. 2. Toepassingsgebied/Definities. 2.1 Toepassingsgebied. Procedure Incidenten

MeetUp Verzuim. Draag bij aan de aanpak van verzuim! INZICHTEN & AANPAK! HANDREIKING VOOR ONDERNEMINGSRADEN

Arbo-/preventieplan FM-team bedrijf ABC

Transcriptie:

Colofon w: www.wittekruis.nl e: info@wittekruis.nl t: 0525 686653 Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland Postbus 32 8080 AA Elburg Meldkamer Oost Nederland Postbus 618 7300 AP Apeldoorn Auteurs Lizzy Straathof Jos Vervloet Eindredactie Miek Borkent-van Dijke Lizzy Straathof Fotografie Charles Keijser Vormgeving de Toekomst Disclaimer De foto s in dit verslag zijn zowel van echte als nagespeelde hulpverleningssituaties. Daar waar een patiënt herkenbaar in beeld is gebracht, betreft het altijd een acteur/actrice. 2

Voorwoord Hierbij treft u het kwaliteitsjaarverslag van de van 2014 aan. wordt gevormd door Witte Kruis Ambulancezorg, inclusief de Meldkamer Ambulancezorg (MKA). Binnen de Meldkamer Oost Nederland worden in gezamenlijkheid met de RAV IJsselland de meldkameractiviteiten uitgevoerd voor de ambulancezorg. Met ingang van 1 januari 2013 is de Tijdelijke Wet Ambulancezorg (Twaz) inwerking getreden. Afgelopen jaar stond in het teken van de verkenningsperiode met het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) over tijdsperiode ná Twaz. De Twaz kent een looptijd tot 1 januari 2018. Het ministerie van VWS streeft naar een eerste richtinggevend besluit in het voorjaar 2015. De minister van VWS heeft aangekondigd dat zij alle opties uitvoerig zal doornemen en deze op hun haalbaarheid zal toetsen. De branche en de zorgverzekeraars, alsmede Witte Kruis zijn hierbij nauw betrokken. Een permanente inbedding in het zorgdomein met ruimte voor innovatie en doelmatigheidsverbetering is noodzakelijk. Naast de uitwerking van de nieuwe wet stond 2014 in het teken van verscheidene ontwikkelingen met impact op het zorglandschap. Zorgverzekeraars en het ministerie zijn steeds meer aan het sturen op verdere integratie binnen de (acute) zorgketen, doel op realisatie van kwaliteitsverhoging, innovatie en doelmatigheid. Dit benadrukt de noodzaak tot sterke samenwerking met onder meer huisartsenposten, (acute) thuiszorg en acute GGZ op medisch inhoudelijke zorg. Vanuit Witte Kruis is een proposition paper omtrent deze ontwikkelingen (en mogelijkheden) ontwikkeld. Tevens hebben de zorgverzekeraars per traumaregio visies gepresenteerd over concentratie van (acute) zorg. Dit heeft veel gevolgen voor de ambulancezorg. Zo zullen er meer ritten buiten de regio s gaan plaatsvinden, langere rijtijden ontstaan en wordt de 45 minutennorm (van locatie patiënt naar de spoedeisende hulp) onder druk gezet. De verwachting is dat hier in 2015 een vervolg aan wordt gegeven. Enkele andere belangrijke thema s in 2014 waren de uitwerking van de nieuwe financieringssystematiek, de prestatiestijging, medewerkers- en ketenpartnertevredenheids-onderzoeken, LPA 8 en Ebola: Per 1 januari 2014 is de nieuwe financieringssystematiek van kracht geworden. Deze systematiek is gestoeld op beschikbaarheid in met name de kwetsbare gebieden. Binnen de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Noord- en Oost- Gelderland heeft dit geleid tot uitbreiding van de capaciteit. Wij zijn trots op de rittijdverbeteringen die zijn behaald. In 2014 is het percentage A1 ritten binnen de 15 minuten norm gestegen naar 91,9% ten opzichte van 90,5% in 2013. De ketenpartner tevredenheid is vrijwel over de hele linie verbeterd. Gemiddeld is onze RAV beoordeeld met een 7,6 voor onze kerncompetenties, waaronder klantvriendelijkheid, professionaliteit en betrouwbaarheid. Ook de medewerkerstevredenheid ligt met 71% hoog. Resultaten waar we trots op mogen zijn. In dit kalenderjaar zijn de voorbereidingen getroffen om de transitie van het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) 7.2 naar het LPA 8.0 plaats te laten vinden. De transitie is gepaard gegaan met een aanzienlijk aantal inhoudelijke wijzigingen. Deze hebben consequenties voor diverse partijen binnen de RAV op het proces en product ambulancezorg. In 2014 hebben alle medewerkers de vereiste scholing ontvangen, zijn nieuwe materialen aangeschaft en zijn de betrokken ketenpartners vroegtijdig geïnformeerd. Eind 2014 zijn we live gegaan. In 2014 heeft intensieve samenwerking tussen ketenpartners van de RAV plaatsgevonden vanwege de grote Ebola uitbraak. De RAV heeft speciale ebolateams van ambulancechauffeurs en -verpleegkundigen ingericht, die het transport met strikte isolatie van patiënten met (verdenking van) Ebola kunnen verzorgen. Deze collega s hebben een specifieke training ondergaan. Op innovatief vlak zijn door de RAV in 2014 tevens belangrijke stappen gezet. Er heeft een succesvolle pilot plaatsgevonden in onze Meldkamer Oost Nederland (MON) met de applicatie: ambulance op afspraak. Een verdere uitrol binnen het eerste ziekenhuis heeft plaatsgevonden. Alle bovengenoemde ontwikkelingen zijn intensief en vragen veel van onze medewerkers. Wij willen hen daarom bedanken voor hun bijdrage afgelopen jaar. Namens het managementteam van Witte Kruis, Marcel van Pijkeren, Manager ambulancezorg 3

4

Inhoud DE ORGANISATIE 6 DE RESULTATEN 20 1. Leiderschap 6 1.1 6 1.2 Missie en visie 7 1.3 Verantwoorde zorg 8 1.4 Ondernemingsraad 8 2. Management van medewerkers 9 2.1 HRM-beleid 9 2.2 Vakbekwaamheid 10 2.3 Medisch management 11 2.4 Informatie en communicatie 11 3. Strategie en beleid 13 3.1 Tijdelijke wet ambulancezorg 13 3.2 Toekomstige ontwikkelingen 13 4. Management van middelen 15 4.1 Huisvesting 15 4.2 Wagenpark 15 4.3 NTS 15 4.4 Verbruiksartikelen en apparatuur 16 4.5 ICT 16 5. Management van processen 18 5.1 Certificering ISO/HKZ 18 5.2 Veiligheidsmanagementsysteem 18 5.3 Wetenschappelijk onderzoek 18 6. Medewerkers 20 6.1 Ziekteverzuim 20 6.2 Veilig Incident Melden 20 6.3 Medewerkers Tevredenheidsonderzoek 21 7. Klanten, leveranciers en samenwerking 22 7.1 Acute zorgketen 22 7.2 Overlegvormen 22 7.3 Ketenpartnertevredenheidsonderzoek 22 7.4 GHOR 22 7.5 Ebola 23 7.6 Interregionale samenwerking 23 7.7 Klachtenprocedure 23 8. Maatschappij en milieu 24 8.1 Maatschappelijke betrokkenheid 24 8.2 Milieu 24 8.3 Hartveilig Wonen in Noord- en Oost-Gelderland 24 9. Bestuur en financiers 25 9.1 Productiecijfers 25 9.2 Rittijdsoverschrijdingen 26 9.3 Directe Inzet van Ambulance 26 INNOVATIE 27 10. Verbeteren en vernieuwen 27 10.1 icarus 27 10.2 Centraal Loket 29 10.3 CBRN 29 5

DE ORGANISATIE 1. Leiderschap 1.1 Het verzorgingsgebied van de RAV Noord- en Oost- Gelderland is gelijk aan het gebied van de veiligheidsregio en strekt zich uit van Harderwijk tot Winterswijk. Het gebied is langgerekt met een oppervlakte van ongeveer 3.000 km2 en er wonen ca. 810.000 mensen. RAV Noord- en Oost-Gelderland is onderdeel van Witte Kruis en het werkgebied van de RAV omvat 22 gemeenten: Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk en Zutphen. Voor de regulier, acute en opgeschaalde zorg conformeert de RAV zich aan de relevante wet- en regelgeving. Dit geldt voor de zorg op straat en die van de meldkamer, maar ook binnen de samenwerking met ketenpartners. Het zijn niet alleen de wet- en regelgeving en de ketenpartners waar de RAV mee te maken heeft. Er zijn instanties die invloed uitoefenen op de eisen die gesteld worden aan het proces van ambulancezorg. Dit is veelal vanuit een meer overkoepelend perspectief zoals de brancheorganisatie en ministeries, maar ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg en gemeenten. Witte Kruis Witte Kruis is werkzaam in vijf regio s en is de grootste ambulancezorgverlenende organisatie in Nederland. Naast wordt ook ambulancezorg verleend in de regio s Noord-Holland Noord, Haaglanden, Kennemerland en Zeeland. In de regio s Noord-Holland Noord, Kennemerland, Zeeland en Haaglanden vindt de zorgverlening plaats in samenwerking met regionale partners. Naast ambulancezorg biedt Witte Kruis onder meer huisartsenvervoer, repatriëringen, extra paraatheid bij evenementen en heeft zij tevens vestigingen voor huisartsenvervoer in België. Witte Kruis maakt onderdeel uit van Connexxion Nederland NV voor een deel van de bedrijfsvoering, waaronder ICT, salarisadministratie en inkoop. Meldkamer Ambulancezorg Het instellen van de meldkamer ambulancezorg (MKA) als onderdeel van de gemeenschappelijke meldkamer (GMK) ambulance, politie en brandweer behoort volgens de Wet Veiligheidsregio s en de Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz) tot de taak van het bestuur van de veiligheidsregio. De MKA is verantwoordelijk voor het continue proces van intake, indicatiestelling, zorgtoewijzing en coördinatie. Hierdoor is zij de toegangspoort voor de (ambulance)zorg. De meldkamer ambulancezorg zorgt ervoor dat de juiste (ambulance)zorg op het juiste moment en op de juiste plaats wordt ingezet en/of de overdracht van de patiënt Figuur: Afbakening van met een overzicht van de posten 6

AvA & RvC Directeur / bestuurder Medisch eindverantwoordelijke Operationeel Manager Manager regio Manager regio ROC / LOC Medisch Manager Administratieve ondersteuning Kwaliteit Operationeel hoofd meldkamer Operationeel hoofd Ambulancedienst Centralisten Verpleegkundigen Chauffeurs Figuur: Organisatiestructuur aan andere hulpverleners zo efficiënt mogelijk verloopt. Meldkamer Oost Nederland (MON) coördineert ambulancezorg voor de RAV IJsselland en de RAV Noord- en Oost-Gelderland. 1.2 Missie en visie De RAV hanteert de volgende missie: Het leveren van kwalitatief hoogstaande zorg door middel van het verleggen van haar grenzen aan de hand van continue innovaties, een goede samenwerking met (ketenzorg)partners en het centraal stellen van de patiënt in het proces van ambulancezorg. Visie Het beschikken over goede medewerkers met de juiste instelling is cruciaal in een sector waar de patiënt centraal staat en waar ook veranderingen en vernieuwingen en het behalen van targets een grote plaats innemen. Investeren in een positief werkklimaat en vakmanschap staan daarom binnen de RAV voorop. Door het bieden van kwalitatief hoogwaardige opleidingen en loopbaanmogelijkheden blijven wij medewerkers inspireren en binden. De medewerkers creëren een onderscheidende en succesvolle ambulancezorgorganisatie die klaar is voor de wereld van morgen. De RAV zet zich samen met haar ketenpartners in om een integraal systeem van kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg in de regio Noord- en Oost-Gelderland verder te realiseren en in stand te houden. Zij is zich bewust dat het leveren van verantwoorde zorg aan de patiënt alleen maar kan gebeuren in goede afstemming met ketenpartners zowel bij de dagelijkse als bij de grootschalige hulpverlening. Het moet niet uitmaken waar de zorgvraag van de patiënt in de keten binnenkomt; de patiënt krijgt die zorg die hij nodig heeft. Daarnaast tracht de RAV de kwaliteitsverbetering zo tastbaar en zichtbaar mogelijk te maken, voor de patiënt, haar ketenpartners en voor andere betrokkenen. Hierbij worden de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk ingezet. Om kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg te leveren, werken de partners binnen de RAV nauw samen en maken ze, in overleg met de zorgverzekeraars, bindende afspraken met elkaar. Daarnaast werken de partners nauw samen met andere betrokkenen in de zorgsector, de openbare orde en veiligheid en het openbaar bestuur. De visie van de RAV bestaat uit drie pijlers: 1. Niet reageren, maar creëren De RAV heeft als ambitie om een grensverleggende en vooruitstrevende RAV binnen Nederland te zijn. Zij heeft oog voor de laatste ontwikkelingen en zoekt continu naar vernieuwende wegen om de doelen te bereiken. 2. Grensverleggende techniek De RAV werkt aan en biedt grensverleggende technieken om het totale proces van ambulancezorg te verbeteren en efficiënter te maken. 7

3. Sterk in samenwerken Enerzijds is de RAV een actieve en belangrijke schakel in de acute zorg, aangezien de ambulancezorg zich beweegt tussen de schakels van de acute zorgketen wat vraagt om een optimale doorgeleiding van patiënten. Anderzijds speelt zij een belangrijke coördinerende rol in het organiseren van hulp bij grote rampen en ongelukken. 1.3 Verantwoorde zorg Binnen de steeds veranderende kaders en eisen die worden gesteld aan de verantwoorde ambulancezorg, wordt continu gezocht naar vernieuwende kwalitatieve oplossingen om het gestelde doel van hoogwaardige zorgverlening te bereiken. De risico s die dit met zich meebrengt worden nauwkeurig afgewogen, waarbij kwaliteit, verantwoorde (ambulance)zorg en doelmatigheid de belangrijkste criteria zijn. Patiëntgerichtheid, doeltreffendheid, veiligheid en zorg op maat zijn de begrippen die verantwoorde zorg beschrijven. De behoefte van de patiënt is hierbij steeds het uitgangspunt. Dit betekent dat de organisatie de best mogelijke ambulancezorg wil bieden. Om dit te bereiken wordt er continu gewerkt aan verbetering van de dienstverlening door scholing, het gebruik van een modern wagenpark, nieuwe materialen en een efficiënte inzet van mensen en materieel. 1.4 Ondernemingsraad In de Wet op de Ondernemingsraad (WOR) is bepaald dat een organisatie met meer dan vijftig medewerkers verplicht is om een ondernemingsraad (OR) in te stellen. Witte Kruis heeft een ondernemingsraad. De ondernemingsraad stelt een eigen OR-jaarverslag op. 8

2. Management van medewerkers 2.1 HRM-beleid Voorkomen ziekteverzuim Door aandacht voor arbeidsomstandigheden, een prettige werkomgeving en goede contacten tussen leidinggevenden en medewerkers wordt door de RAV ziekteverzuim en verloop zoveel mogelijk voorkomen. Voor het voorkomen van verzuim zijn verschillende zaken geregeld, waaronder: Aanstellingskeuring aan de hand van vastgestelde functie- en gezondheidseisen; Een Periodiek Arbeidsmonitor waarbij medewerkers worden getest op hun belasting in verhouding tot hun belastbaarheid; Een strak verzuimprotocol. De RAV laat medewerkers bij verzuim van twee weken al oproepen voor het spreekuur bij de arbo-arts. Daarvóór heeft de leidinggevende al diverse contactmomenten; Preventie van agressie en geweld; Een vertrouwenspersoon. Veiligheid De veiligheid van het personeel wordt geborgd in het arbobeleid, waarbij de Arbowet, het Arbobesluit en arboregelingen leidend zijn. De RAV houdt zich aan de wettelijke bepalingen met betrekking tot de arbozaken. Zij kiest ervoor aan de hand van de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) te bepalen welke investeringen op het gebied van arbozorg moeten worden gedaan. Het gaat hierbij om zowel repressieve als preventieve maatregelen, scholing en voorlichting. Arbozorg wordt gerealiseerd met inachtneming van de redelijkheid van maatregelen en financiële en budgettaire grenzen. De noodzakelijke maatregelen zijn in een plan van aanpak vastgelegd. Fysieke belasting en ergonomie De aanpak van fysieke belasting is een belangrijk en continu aandachtspunt voor ambulancemedewerkers. Fysieke klachten aan rug en ledematen kunnen leiden tot ziekteverzuim dat over het algemeen een langdurig karakter heeft. Binnen de RAV dragen ergocoaches zorg voor vermindering van de fysieke belasting van de medewerkers als gevolg van duwen, trekken, tillen en vaak herhaalde bewegingen. Instructies met betrekking tot tiltechnieken en het gebruik van hulpmiddelen dragen bij aan vermindering van de fysieke belasting. Bij overwegingen in de aanschaf van materialen telt de ergonomische hanteerbaarheid dan ook sterk mee en wordt een ergocoach om advies gevraagd. Daarnaast stimuleert de RAV fitnessactiviteiten door deze financieel aantrekkelijk te maken dan wel rechtstreeks beschikbaar te stellen. Psychische belasting en opvang Het Bedrijf Opvang Team (BOT) biedt nazorg aan medewerkers na een traumatische gebeurtenis tijdens de uitvoering van de ambulancezorg of meldkameractiviteiten. Het team wordt gevormd door medewerkers van de eigen organisatie. Door deze opvang en begeleiding van medewerkers probeert het BOT te voorkomen dat deze gebeurtenis een belemmering gaat vormen voor het goed functioneren tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of in de privésituatie. Het BOT wordt ingezet op basis van de regel van 7. Dit is een vastgestelde lijst met zeven typen ingrijpende gebeurtenissen, waarbij opvang over het algemeen gewenst is: Geweld/intimidatie naar ambulancepersoneel; Ernstig letsel, dood en/of reanimatie van kinderen; (Verkeers)ongevallen met zwaar letsel, verminking of dood; (Poging tot) zelfmoord; Situatie waarbij familie of collega s van ambulancepersoneel bij betrokken zijn; Situatie waarbij sprake is van onmacht; Ernstige misdrijven. Uit de meest recente wetenschappelijke onderzoeken over traumaverwerking blijkt dat het direct inzetten van een BOT-team na een ernstige hulpverlening in negatieve zin een versterkend effect kan hebben op de verwerking. Daarom is overgegaan op secundaire inzet, waarbij medewerkers eerst in de gelegenheid gesteld worden om zelf of met collega s stoom af te blazen. In 2014 zijn in de RAV 42 BOT-meldingen gedaan. Ongewenste omgangsvormen door patiënten en omstanders Is er sprake van een agressie- of geweldincident tegen een medewerker, dan treedt het agressie- en geweldsprotocol in werking inclusief onder meer opvang door leidinggevende, eventuele BOT-opvang, aangiftebegeleiding en begeleiding in geval van een rechtszaak. Het veiligheidsbeleid, afgeleid van het landelijke programma Veilig Publieke Taak, is opgebouwd uit een preventief beleid en een reactief beleid. De uitgangspunten bij het beleid zijn: Bewustwording bij de werkgever en werknemer dat agressie en geweld niet acceptabel is; Maatregelen zijn gericht om incidenten zoveel mogelijk te voorkomen; Medewerkers worden maximaal ondersteund bij de afhandeling van een geweldsincident; 9

Goede nazorg wordt geboden bij incidenten waarbij medewerkers betrokken zijn; Agressiecoaches bieden collegiale en procedurele ondersteuning; Agressie- en geweldsincidenten worden altijd gemeld en geregistreerd; De werkgever geeft in beginsel bij een incidentmelding een reactie naar de dader; In geval van schade wordt deze verhaald op de dader; In geval van een strafbaar feit wordt aangifte gedaan; Een vaste contactfunctionaris voor overleg met politie. Sinds de implementatie van het veiligheidsbeleid is er een beter inzicht in de risicovolle momenten voor ambulancemedewerkers. Dit is te danken aan een sterke toename van het aantal meldingen van agressie en/of geweld. Dit betekent overigens niet dat agressie in dezelfde mate is toegenomen. In de RAV zijn opgeleide agressiecoaches. Zij bieden medewerkers ondersteuning en helpen bij eventuele vervolgacties in geval van incidenten met agressie en/of geweld. Tevens verzorgen zij de registratie van de agressieincidenten. In de RAV zijn 85 meldingen gedaan van agressie-incidenten in 2014. Een aantal keer heeft de agressor een brief ontvangen waarin aangegeven wordt dat het gedrag niet getolereerd wordt. Tweemaal is aangifte gedaan. 2014 RAV NOG Verbaal geweld 73 Fysiek geweld 7 Seksuele intimidatie 5 Discriminatie 0 Overige intimidatie 0 Totaal 85 Tabel: Aantal agressie-incidenten naar type in 2014 voor (NOG) Ongewenste omgangsvormen door collega s De RAV heeft een regeling ongewenste omgangsvormen ingesteld. De RAV biedt de mogelijkheid om een medewerker contact op te laten nemen met de vertrouwenspersoon bij confrontatie van zaken zoals seksuele intimidatie en pesten. Loopbaanbeleid De RAV is tevens actief bezig met loopbaanbeleid voor haar medewerkers door hen de gelegenheid te bieden om zich te ontplooien en hun inzetbaarheid en loopbaanperspectief binnen de organisatie te vergroten. De RAV erkent hierbij onder andere de verschillende levensfases die medewerkers doorlopen. Medewerkers Tevredenheidsonderzoek In het kader van de HKZ certificering zijn RAV s verplicht om een Medewerkers Tevredenheidsonderzoek (MTO) uit te voeren. De RAV voert het MTO tenminste iedere drie jaar uit. Witte Kruis heeft een nieuw MTO uitgevoerd in 2014. 2.2 Vakbekwaamheid De Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) stelt eisen aan de individuele beroepsbeoefenaren. Eén van de kenmerken van de Wet BIG is dat het een kwaliteitswet is met als doelstelling het handhaven van een kwalitatief goede gezondheidszorg door bekwame beroepsbeoefenaren, die kunnen worden aangesproken als zij hun deskundigheid overschrijden en/of schade toebrengen aan de patiënt. Alle verpleegkundigen binnen de RAV en nagenoeg alle centralisten zijn BIG-geregistreerd. Bovendien wordt de feitelijke bekwaamheid van ambulanceverpleegkundigen, -chauffeurs en meldkamer ambulancezorg centralisten jaarlijks geverifieerd. Door de medisch manager ambulancezorg (MMA) wordt om het jaar aan de ambulanceverpleegkundigen van de RAV een autorisatie toegekend. Alle medewerkers worden jaarlijks bijgeschoold op basis van het activiteitenprogramma van het regionaal opleidingsplan (ROP). Ambulancechauffeurs leggen jaarlijks een toets medische assistentie af en een rijvaardigheidstoets. Eens in de vijf jaar leggen de verpleegkundigen en chauffeurs een profcheck af, een vaktoets om de bekwaamheid te testen. De RAV oefent in samenwerking met de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) voor opgeschaalde situaties. De RAV oefent jaarlijks multidisciplinaire oefeningen waarbij ketenpartners als politie, brandweer en reddingsbrigade ook zijn betrokken. Er is een registratie binnen de opleidingsmodule waarmee de leidinggevenden van de RAV kunnen monitoren of alle medewerkers voldoende getraind zijn voor opgeschaalde situaties. Opleiding en bijscholing De belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot opleidingen waren dit jaar o.a. implementatie van het nieuwe Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA 8), de instroomeisen van het College Ziekenhuis Opleidingen (CZO) en aandacht voor crisis resource management (CRM). Overgang van LPA 7.2 naar LPA 8 In 2014 is de RAV overgegaan van LPA 7.2 naar LPA 8. Dit ging gepaard met een aanzienlijk aantal inhoudelijke wijzigingen die consequenties hebben voor diverse partijen binnen de RAV op het proces en product ambulancezorg. LPA 8 is geschreven vanuit een andere visie dan LPA 7.2 Deze heeft nu nog meer de professionaliteit van zorgverleners als uitgangspunt en is daarmee minder geregisseerd dan LPA 10

7.2. Ambulancehulpverleners moeten meer dan voorheen zelf beslissingen nemen op basis van hun bevindingen en kunnen minder op protocollen terugvallen. Hiermee wordt een grotere praktijkvariatie geaccepteerd. Dit kan een voordeel zijn voor hen die de protocollen als knellend ervaren, maar een nadeel voor hen die hun houvast aan de protocollen ontleenden. Ook voor opleidingen en de kwaliteitsbewaking heeft dit consequenties, want er ontstaan zo minder duidelijke vakinhoudelijke normen en kwaliteitsindicatoren. Om de implementatie zo goed en geleidelijk mogelijk te laten plaatsvinden is er gekozen voor verschillende didactische werkvormen. De opbouw daarvan was als volgt: Een eerste kennismaking in de vorm van een hulpverleningssurvival waarbij de meest uitgesproken wijzigingen in de protocollen naar voren kwamen. Via de elektronische leeromgeving (ELO) zijn oefenvragen aangeboden die vooral betrekking hadden op de nieuwe en gewijzigde protocollen. In training zijn de nieuwe deelvaardigheden separaat getraind en aansluitend aan bod gekomen in de casuïstiek trainingen. In oktober zijn de auto s tijdens de dienst binnen gehaald en zijn een aantal deelvaardigheden en casussen getoetst. Aansluitend hebben de medewerkers hun bekwaamheidsverklaring ontvangen. De implementatie is gepaard gegaan met onduidelijkheid en onrust. Dit kwam doordat er landelijk nog steeds wijzigingen plaatsvonden en het materiaal ondanks toezeggingen niet tijdig geleverd kon worden. Dat we het protocol per 1 november 2014 in konden laten gaan, was vooral te danken aan de inzet van de leden van materiaalcommissie en de werkbegeleiders. CZO erkenning en -diploma Doordat de CZO erkenning heeft ontvangen, krijgen de nieuwe medewerkers nu een diploma van het CZO. Dat brengt ook nieuwe eisen met zich mee. Eén van de eisen is dat de ambulanceverpleegkundige minimaal 925 uur begeleide praktijkuren moet hebben en de centralist 625 uur. Voor de ambulanceverpleegkundige betekent dit dat ze deze uren niet volledig tijdens de opleiding kunnen behalen en dus na hun assessment nog een aantal dagen onder begeleiding blijven werken. De RAV tracht dit in de toekomst anders te regelen. Crisis resource management Sinds een aantal jaar zijn de CRM-punten onderdeel van de initiële opleiding. Door ook tijdens de regionale reguliere trainingen aandacht te hebben voor deze non-technical skills ontstaat er een compleet beeld van de ambulancezorg zoals die door het ambulanceteam geleverd wordt. Dit wordt onder andere goed zichtbaar tijdens de support on the job dagen. In 2014 hebben twee ambulanceverpleegkundigen en drie ambulancechauffeurs hun diploma behaald. Daarnaast zijn er in september drie ambulanceverpleegkundigen en drie ambulancechauffeurs gestart met hun opleiding. Alle deelnemers aan het landelijk assessment in 2014 zijn geslaagd. 2.3 Medisch management Binnen de RAV draagt de medisch manager ambulance (MMA) de verantwoordelijkheid op het gebied van medisch management. Het medisch management ambulancezorg bestaat uit drie hoofdgebieden: 1. Patiëntenzorg; 2. Onderwijs; 3. Onderzoek. De MMA is verantwoordelijk voor het medisch beleid, de medische zorg en geeft opdracht tot het verrichten van ambulancezorgverlening. De MMA toetst en bewaakt langs verschillende routes de kwaliteit van (medische) voorbehouden handelingen van ambulanceverpleegkundigen en speelt op grond van zijn specifieke medische deskundigheid en bevoegdheid een hoofdrol in het beantwoorden van de vraag of een ambulanceverpleegkundige bekwaam, en dus bevoegd, is om de nader omschreven handelingen uit te voeren. Dit is tot op zekere hoogte ook van toepassing op de assisterende rol van de ambulancechauffeurs. De MMA neemt zitting in de calamiteitencommissie van de RAV. Participatie in de calamiteitencommissie van de MMA is vanuit de verantwoordelijkheid op medisch gebied essentieel en een vereiste vanuit de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Binnen de RAV Noord- en Oost- Gelderland wordt de MMA ondersteund door twee ondersteuners. Dit zijn een Nurse Practitioner en een SEH-arts. De MMA-ondersteuners spelen een belangrijke rol in het monitoren van patiëntveiligheid (bijvoorbeeld als lid van de calamiteitencommissie) of het signaleren van trends in de zorg binnen de RAV. In 2014 heeft de MMA zich specifiek gericht op de implementatie van LPA 8, dat per 1 november 2014 is ingevoerd. Hieraan voorafgaand is er hard gewerkt aan scholing van medewerkers van de RAV, de aanschaf van nieuwe materialen en informatieverstrekking aan onze ketenpartners. 2.4 Informatie en communicatie Medewerkers raken meer betrokken bij een organisatie wanneer er transparante informatie en communicatie plaatsvindt. informeert haar medewerkers structureel over organisatie- of brancheontwikkelingen. Tegelijkertijd worden medewerkers via werkgroepen en enquêtes regelmatig benaderd om input te leveren en ervaringen te delen. Indien er sprake is van actieve externe communicatie is het uitgangspunt te allen 11

tijde dat eerst de interne communicatie is ingezet, alvorens extern informatie wordt verspreid. Via een aantal kanalen wordt informatie gezonden en communicatie tot stand gebracht. Ambuweb (een intranetomgeving) is een belangrijk medium voor het plaatsen van organisatie-gerelateerde informatie. Via informele gesprekken, werkoverleggen en werkgroepen vindt door het persoonlijke karakter de tweerichtingscommunicatie plaats. Een afwisseling tussen schriftelijke en mondelinge communicatie zorgt voor een laagdrempelig communicatie klimaat. Communicatieverantwoordelijkheid Een goed communicatieklimaat ontstaat wanneer iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Dit houdt vraag-enaanbod in. Het management en de directie hebben de verantwoordelijkheid hun medewerkers op tijd en juist te informeren, zodat medewerkers goed hun werk kunnen blijven uitoefenen. Daarentegen heeft de medewerker de verantwoordelijkheid de informatie te halen wanneer dit wenselijk is voor het uitvoeren van zijn werk. 12

3. Strategie en beleid In dit hoofdstuk worden enkele brancheontwikkelingen kort toegelicht die van invloed zijn op het werkveld van RAV Noord- en Oost-Gelderland. 3.1 Tijdelijke wet ambulancezorg De Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz), welke sinds 1 januari 2013 van kracht is, voorziet erin dat er per veiligheidsregio door de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) één vergunninghouder voor de RAV is aangewezen. Deze partij is integraal verantwoordelijk voor het verlenen van verantwoorde ambulancezorg in de regio, zowel in de dagelijkse routinematige situatie als bij rampen en ongevallen. Tot het verlenen van ambulancezorg behoren zowel de instandhouding van de MKA als het daadwerkelijk verlenen van ambulancezorg door het ambulancepersoneel. De aanwijzing van de RAV heeft een geldigheidsduur van vijf jaar, deze is, tegelijk met de wet, ingegaan op 1 januari 2013. Ten behoeve van de aanwijzing dient aan een pakket van eisen te worden voldaan, waaronder: Voldoende financiële draagkracht. Voldoende capaciteit om het referentiekader spreiding en beschikbaarheid uit te kunnen voeren. Afspraken met zorginstellingen omtrent planbaar-vervoer. Analyse van de overschrijdingen van de 15-minuten responsetijd. Het beschikken over een gecertificeerd kwaliteits- en veiligheidsmanagementsysteem. Deelnemen aan overleg over oplossen van knelpunten in de acute zorg. Het beschikken over een opleiding- en bekwaamheidsbeleid. De voldoet aan bovenstaande eisen. Nieuwe wetgeving 2018 De verkenningsperiode met het ministerie van VWS over de tijdsperiode ná de Twaz is nog steeds gaande. De Twaz kent een looptijd tot 1 januari 2018. Het ministerie van VWS streeft naar een eerste richtinggevend besluit in het voorjaar 2015. De minister van VWS heeft aangekondigd dat zij alle opties uitvoerig zal doornemen en deze op hun haalbaarheid zal toetsen. De branche is hierbij nauw betrokken. In 2015 wordt een voorlopig besluit vanuit het ministerie van VWS verwacht die medegedeeld zal worden aan de Tweede Kamer. 3.2 Toekomstige ontwikkelingen Meldkamer van de toekomst De minister van Veiligheid en Justitie heeft zich uitgesproken over vergaande schaalvergroting van gemeenschappelijke meldkamers in Nederland. Er komt één landelijke organisatie, met maximaal tien locaties. Deze locaties zijn bovenregionale meldkamers van politie, brandweer en ambulancezorg. Het intakeproces wordt gesplitst in een multidisciplinair deel en een monodisciplinair deel, waarbij de kolommen verantwoordelijk zijn en blijven voor het monodisciplinaire deel van de intake. Deze ontwikkeling heeft ook gevolgen voor de MON. In 2014 zijn er besprekingen gestart tussen de directies van de betrokken RAV s en veiligheidsregio s over de samenvoeging van de huidige meldkamerlocaties van Apeldoorn, Arnhem, Nijmegen en Hengelo. De beoogde locatie is de meldkamer in Apeldoorn. Meldkamer zorg Vanuit het burger- en patiëntperspectief zou het wenselijk zijn om alle (acute) zorgmeldingen via één loket aan te nemen. De hulpvrager hoeft dan niet zelf te bepalen waar hij of zij binnen de zorgketen moet zijn. De hulpvrager komt op één plek met een zorgvraag en de centralist zorgt voor de juiste zorg op de juiste plaats. In dit geval kan worden gesproken over de meldkamer zorg in plaats van de meldkamer ambulancezorg. Er wordt immers meer dan alleen ambulancezorg geleverd. In de frontoffice van de meldkamer zorg worden alle (acute) zorgmeldingen aangenomen. Met het uitvraagsysteem bepaalt de centralist of er sprake is van spoedzorg en of het noodzakelijk is om zo snel mogelijk zorg te bieden. Indien specialistische zorg en/of melderinstructies nodig zijn wordt de hulpvrager naar de backoffice geleid. De RAV staat open voor deze ontwikkeling en wil dit samen met de partners in de (acute) zorg onderzoeken. Toenemende zorgvraag Er is sprake van een veranderende en toenemende zorgvraag. Er valt een verschuiving van cure (behandelen) naar care (verzorgen) te verwachten en een steeds meer gecombineerde vraag van care én cure. De financiële ruimte om een en ander op te vangen is beperkt. Het is noodzakelijk om efficiënte en betaalbare zorg te kunnen blijven verlenen. Zorgverzekeraars zullen sterker de regie gaan nemen in hun rol als zorginkoper. Dit leidt tot een toename van de druk op de kwaliteit van zorg tegen een lagere prijs en op de gewenste transparantie. Zorginstellingen krijgen wel steeds meer vrijheid om eigen beleid vorm te geven. Te verwachten is dat financiering ook sterk zal samenhangen met de mate van efficiënte samenwerking met andere zorginstellingen. zoekt doorlopend naar vernieuwende manieren waarop zij verantwoorde ambulancezorg kan leveren. 13

Afstemming acute zorg Binnen de acute zorg is sprake van meer accent op de eerste lijn: zorg dichtbij als het kan, ver weg als het moet. Daarnaast zal de scheidslijn tussen de eerstelijns- en de tweedelijns gezondheidszorg steeds verder vervagen. Het managementteam van de RAV heeft nu al veel contact met de ketenpartners, vooral de ziekenhuizen en huisartsenposten. Er vindt overleg plaats over onder meer de samenwerking in het algemeen, digitale vooraankondiging en traumahulpverlening en incidenten in de samenwerking. In 2014 is er met de ziekenhuizen intensief contact geweest om de implementatie van LPA 8 af te stemmen. Arbeidsmarkt Er is sprake van een steeds krapper wordende arbeidsmarkt voor verzorgenden en verpleegkundigen. Afgezet tegen een groeiende en complexer wordende zorgvraag, staat de (ambulance)zorg voor de uitdaging in de komende jaren over voldoende en juist gekwalificeerd personeel te blijven beschikken. In RAV Noord- en Oost- Gelderland wordt onder meer gebruik gemaakt van zorgdifferentiatie. Differentiatie kan in bepaalde gevallen beter en doelmatiger tegemoet komen aan de benodigde zorg voor de patiënt. De hoog complexe ambulancezorg (ALS) wordt in deze regio zowel uitgevoerd door ambulanceteams, bestaande uit een chauffeur en verpleegkundige, als door de rapid responder, een solo-eenheid met alleen een ambulanceverpleegkundige. In 2015 zal de eerste lichting BMH-studenten afstuderen. Deze studenten zijn in principe opgeleid om vanuit de HBO-opleiding Bachelor Medische Hulpverlening meteen aan de slag te kunnen in de ambulancezorg. De RAV heeft in 2014 een aantal studenten van deze opleiding begeleid tijdens hun stage. 14

Figuur: Post Apeldoorn 4. Management van middelen 4.1 Huisvesting maakt gebruik van tien standplaatsen en vier uitrukposten. Op de hoofdposten is de stalling van alle parate ambulances en vangen de diensten aan. Het indirecte personeel heeft tevens kantoor op een deel van de hoofdposten. Voorwaardescheppende locaties In Apeldoorn, Klarenbeek en Gorssel zijn nieuwe afspraken gemaakt met de brandweer om ruimte ter beschikking te stellen aan ambulanceteams. Deze ambulanceteams worden soms naar bepaalde posities gestuurd ter afdekking van gebieden. Dit is meestal als er in een bepaald gebied een capaciteitsprobleem dreigt te ontstaan, omdat er al meerdere ambulances zijn ingezet. Ambulancemedewerkers kunnen op deze locaties gebruik maken van sanitaire middelen en zich ontspannen in afwachting van een volgende ritopdracht. 4.2 Wagenpark Om aan de reguliere paraatheid te kunnen voldoen, beschikte in 2014 over 32 ambulancevoertuigen. Dertig voertuigen zijn uitgerust met materialen om Advanced Life Support (ALS) te kunnen uitvoeren. Twee voertuigen zijn ingericht voor besteld vervoer (BLS-ambulances). De parate voertuigen hebben een afschrijvingstermijn van vijf jaar. De nieuw aan te schaffen ALS-ambulances zijn van het type Mercedes-Benz Sprinter. Daarnaast beschikt de RAV nog over zeventien voertuigen voor piket- en GHOR-werkzaamheden. Type voertuig ALS ambulance 30 BLS ambulance 2 Rapid responder 2 Motorambulance 1 Solo ambulance auto 1 GHOR-voertuigen 9 OvDG-voertuig 3 SIGMA/ALS-voertuigen 4 CGV-voertuig 1 Haakarmbak 1 Piket-/dienstvoertuigen 8 Totaal 51 Tabel: Overzicht van de voertuigen 6 Aantal 15

4.3 NTS In 2013 is de projectgroep implementatie Nederlandse Triage Standaard (NTS) opgericht. Deze groep was verantwoordelijk voor de het invoeren van het triagesysteem in 2014. NTS levert een ketenstandaard voor triage in de acute zorg en richt zich op het verbeteren van eenduidige triage. Meldkamercentralisten zijn opgeleid in het toepassen van NTS. In maart 2014 is het systeem operationeel gegaan. Ook huisartsenposten in de regio Noord- en Oost-Gelderland maken gebruik van het triagesysteem. NTS draagt er aan bij dat de patiënt met een hulpvraag de zorg krijgt op de juiste plaats, het juiste moment en door de juiste hulpverlener. 4.4 Verbruiksartikelen en apparatuur Voor het gebruik van materialen en middelen wordt gestreefd naar uniformiteit binnen de RAV. Goede kwaliteit en een verantwoorde prijs zijn daarbij bepalend. Conform het vervangingsbeleid dat binnen iedere organisatie wordt gehanteerd, dient alle apparatuur na een vastgestelde gebruiksperiode te worden vervangen. In de continue zoektocht naar verbetering wordt met het vervangingsbeleid beoogd dat elke ambulance is voorzien van apparatuur waarmee kwalitatief hoogwaardige zorg kan worden geleverd. Medicatie wordt afgenomen bij de ziekenhuisapotheken. De samenwerking tussen ziekenhuizen en de ambulancedienst verloopt naar wens. Project Airwaymanagement Aangezien het Airwaymanagement van de RAV niet meer volledig voldeed met betrekking tot de middelen en werkwijzen aan de huidige inzichten en ontwikkelingen binnen de landelijke protocollering is er in 2013 een projectgroep samengesteld. De projectgroep moest een advies samenstellen voor het management en de directie van de RAV met concrete nieuwe richtlijnen, procedures en hulpmiddelen inclusief begroting, scholing- en implementatieplan. De opdracht was om een kwalitatief goed en veilig airwaymanagement-beleid samen te stellen afgestemd op de zorgvraag van de patiënt en rekening houdend met de competenties van de ambulanceverpleegkundige en de nieuwe normen van LPA 8. 4.5 ICT De informatietechnologie heeft de laatste decennia een enorme vlucht genomen en heeft grote invloed op alle processen in de maatschappij. Organisaties in de zorgsector zijn zelf actoren in deze aldoor veranderende context. Door de ontwikkelingen op het gebied van ICT nauwlettend te volgen en waar mogelijk hierop te anticiperen door zelf te ontwikkelen probeert zich te onderscheiden. Dit wordt onder andere in praktijk gebracht door het innovatieproject icarus (zie hoofdstuk 10 van dit verslag). Tegelijkertijd geldt dat de jongere generatie medewerkers is opgegroeid met internet, computers en mobiele apparaten en uitermate handig is in het gebruik. Door de alom beschikbare informatie via intranet, internet en apps kunnen medewerker snel informatie opzoeken en combineren met als doel de patiënt nog betere zorg te kunnen bieden. Daarnaast is de informatie ook noodzakelijk voor de indirecte processen van de organisatie en is de wijze waarop dat gebeurt wezenlijk anders dan tot voor kort. Het is voor essentieel om de informatietechnologie te verdisconteren in de directe Witte Kruis Twin Datacenter Concept Data Center Hilversum Network Redundant connection Data Center Almere Network Backup (Synchronized with Almere) Data storage 50% operational data 50% standby data (Almere) Real time synchronisatie Backup (Synchronized with Hilversum) Data storage 50% operational data 50% standby data (Hilversum) Kantoorautomatisering Applications (OTAP) 50% operational applications 50% standby applications (Almere) Kantoorautomatisering Applications (OTAP) 50% operational applications 50% standby applications Hilversum Figuur: Het Twin Datacenter Concept van Witte Kruis. 16

en indirecte processen van de organisatie en de nieuwe technologische mogelijkheden maximaal te benutten. Steeds meer lesmateriaal is digitaal beschikbaar, zakelijke informatie wordt grotendeels digitaal verspreid, het patiëntendossier wordt terplekke ingevoerd in een mobiele dataterminal (MDT) en aanvullende informatie kan de ambulancemedewerker opvragen via een van de beschikbare apps op de smartphone die in iedere ambulance is geplaatst. Het intensieve gebruik van ICT bevat ook risico s voor de organisatie die de efficiency en veiligheid van de informatie kunnen bedreigen. Een aantal uitgangspunten voor de ICT-infrastructuur binnen zijn: De hard- en software dienen uit standaardproducten te bestaan. De ambulancedienst en MKA hanteren dezelfde software voor het vastleggen van ritgegevens. Het dataverkeer dient 24 uur per dag te kunnen plaatsvinden. De aan te schaffen systemen verbeteren de bedrijfsvoering op het gebied van registratie, rapportage en op financieel gebied. De beschikbaarheid van de ICT-systemen van Witte Kruis is gegarandeerd door de inzet van een Twin Datacenter concept. Hierbij zijn de applicaties verdeeld over twee datacenters die beiden operationeel zijn en ook als back-up voor elkaar dienen. Informatiebeveiliging Voor een maximale beveiliging van digitale informatie is Witte Kruis in 2014 gestart met het toetsen van alle directe en indirecte processen aan de norm NEN 7510. Dit project is veelomvattend en zal in 2015 worden voortgezet. De bestuurders van alle ambulancediensten hebben afgesproken eind 2017 volledig te voldoen aan deze norm. RAV Noord- en Oost-Gelderland verwacht deze deadline te halen. 17

5. Management van processen 5.1 Certificering ISO/HKZ Witte Kruis is gecertificeerd conform de kwaliteitsnormen van HKZ Ambulancezorg, certificatieschema 2011 en heeft een HKZ-certificaat. Het certificaat heeft betrekking op de volledige ambulancezorg; van het opnemen van de melding op de meldkamer tot het overdragen of doorverwijzen van de patiënt aan de best passende ketenpartner. Voor zowel de operationele medewerkers als staffunctionarissen is in de loop der jaren een grote mate van bekendheid en vertrouwdheid opgebouwd met het kwaliteitssysteem. De essentie van het kwaliteitssysteem is al jaren stabiel, als ware tijdloos. De uitvoer van de kwaliteitsprocessen en de manier waarop het kwaliteitssysteem verder wordt vormgegeven is echter een dynamisch geheel. Er is sprake van continue aanscherping en nuancering op basis van nieuwe inzichten en trends. De uitvoer van de solide en verantwoorde zorgverlening aan patiënten is gewaarborgd in de uitvoer van procedures en werkinstructies die evidence-based en pragmatisch zijn. Het onderhouden en actualiseren van deze procedures en het overkoepelende kwaliteitssysteem is een doorlopend proces dat is vervlochten in de dagelijkse bedrijfsvoering van de organisaties. Documenten zijn Witte Kruis breed van toepassing en worden daar waar nodig aangevuld met regionale documenten. 5.2 Veiligheidsmanagementsysteem Patiëntveiligheid is het (nagenoeg) ontbreken van (de kans op) aan de patiënt toegebrachte schade (lichamelijk/ psychisch) die is ontstaan door het niet volgens de professionele standaard handelen van hulpverleners en/of door tekortkoming in het zorgsysteem. Het thema is al vele jaren een belangrijk thema binnen de gezondheidszorg. Eind 2009 is er door de brancheorganisatie Ambulancezorg Nederland gestart met het opstellen van een globaal plan van aanpak voor de ontwikkeling en uitvoering van een patiëntveiligheidsprogramma voor de ambulancezorg. Vanaf 2011 is op landelijk niveau uitvoering gegeven aan dit programma. Onder leiding van AZN is een toolbox ontwikkeld voor de inbedding van een Veiligheidsmanagementsysteem (VMS). Een afvaardiging van regio Noord-Holland Noord heeft destijds actief deelgenomen aan de werkgroep over Veilig Incident Melden en bijgedragen aan de handleiding over dit onderwerp. Het VMS van is opgebouwd en ingericht op basis van het HKZ-schema Ambulancezorg, waar het specifieke HKZ-schema Cliënt-/Patiëntveiligheid (2009) onderdeel van is. De HKZ-normen bevatten de basiseisen voor een VMS om risico s voor patiënten te beheersen en verminderen. Witte Kruis heeft in 2013 het HKZ-certificaat voor patiëntveiligheid behaald. Sindsdien maakt de beoordeling van het VMS integraal onderdeel uit van de reguliere HKZ-certificering. streeft ernaar een veiligheidssysteem te voeren wat het veiligheids-denken vanuit de medewerkers laat komen en niet een abstract element van het management is. Het VMS van RAV Noord- en Oost- Gelderland bestaat uit de volgende onderdelen. Medewerkers worden waar mogelijk betrokken in deze onderdelen: Veiligheidsbeleid; Monitoring en sturing van cultuur; Veilig Incident Melden (VIM); Het uitvoeren van retrospectieve risicoanalyses; Het uitvoeren van prospectieve risicoanalyses; Patiëntenparticipatie; Continu verbeteren. Prospectieve risicoanalyse (PRA) Bij de prospectieve risico-inventarisatie worden scenario s bedacht die zich kunnen voordoen. De veiligheidsrisico s die hieruit naar voren komen worden diepgaand geanalyseerd. Op grond van deze analyses kunnen processen en protocollen worden aangepast, werkinstructies afgegeven en opleidingen en trainingen verzorgd met als doel de zorg voor patiënten veiliger te maken en risico s weg te nemen. De risicoanalyse wordt in een multidisciplinair team uitgevoerd. In 2014 zijn een aantal prospectieve risicoanalyses uitgevoerd over uiteenlopende onderdelen van het primaire ambulanceproces. De uitkomsten van deze risicoanalyses zijn gepresenteerd aan het management van de RAV. Deze heeft daar op volgend de verbetermaatregelen vastgesteld. De thema s van de risicoanalyses zullen op hun beurt worden herhaald om te kunnen bepalen of de vastgestelde verbetermaatregelen effect hebben gehad op destijds geformuleerde risico s. 5.3 Wetenschappelijk onderzoek Deelname Early Bami Studie Sinds juli 2013 neemt cluster West van Witte Kruis Noorden Oost-Gelderland deel aan de Early Bami studie. Early Bami staat voor Early Beta blocker Administration before reperfusion in patients with ST-Elevation Myocardial Infarction who are planned to undergo primary PCI. Deze cardiologische studie wordt pre-hospitaal uitgevoerd door diverse ambulancediensten en wordt gecoördineerd vanuit de research organisatie DIAGRAM B.V. te Zwolle. 18

Het doel van de Early Bami studie is het evalueren van de mogelijk positieve effecten van vroege toediening van 5 mg Metoprolol IV of placebo IV voor reperfusie in de ambulance bij patiënten met een STEMI (ST-Elevatie Myocard Infarct). Het is een zogenaamde blinde studie. Inclusie vindt plaats door middel van inclusie- / exclusiecriteria en een informed consent van de patiënt. Na inclusie krijgt de patiënt de studiemedicatie (Metoprolol of placebo) en voor aanvang van de CAG / PCI nogmaals een dosis studiemedicatie (Metoprolol of placebo) op het cath lab van het PCI centrum. Na inclusie volgt directe vooraankondiging bij de assistent cardiologie en worden de patiënten vanuit de ambulanceregio voor PCI ingestuurd naar de Isala Kliniek in Zwolle. Naast de Isala Kliniek in Zwolle neemt ook het VUMC en het AMC deel aan deze Early Bami studie en daarnaast ook enkele centra in Spanje waardoor het een internationale studie betreft. Momenteel zijn er 415 patiënten geïncludeerd (d.d. 23-12-2014) met de verwachting dat in oktober 2015 het benodigde inclusieaantal van 601 wordt bereikt. 19

DE RESULTATEN 6. Medewerkers 6.1 Ziekteverzuim Intensief contact gericht op het zo spoedig mogelijk hervatten van taken en het voorkomen van langdurige afwezigheid vormt de basis van het ziekteverzuimbeleid van. De oorzaak van het ziekteverzuim wordt in kaart gebracht en bij re-integratie worden, waar mogelijk, vervangende werkzaamheden voor de medewerker verzorgd. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat medewerkers die te weinig bewegen vaker en vooral langduriger ziek zijn. Om onder meer deze verzuimkosten terug te dringen worden werknemers aangezet tot een gezonde levensstijl met voldoende beweging. De doelstelling is om het ziekteverzuim te beheersen tot onder 5% en instroom in de WIA te voorkomen. Dankzij het intensieve ziekteverzuimbeleid kent de RAV Noord- en Oost-Gelderland een zeer laag ziekteverzuimpercentage. Verzuimpercentage 2013 2014 RAV Noord- en Oost-Gelderland 2,9% 2,8% 6.2 Veilig Incident Melden Veilig Incident Melden (VIM) is een laagdrempelig systeem om werkgerelateerde risico s en incidenten met betrekking tot patiëntveiligheid te melden, registreren en behandelen. Ingediende incidenten worden behandeld door een VIM-commissie. Deze commissie heeft een vertrouwelijk en onafhankelijk karakter. De vermijdbaarheid van het (bijna-) incident staat centraal. Naar aanleiding van een afgehandelde incidentmelding kan de commissie een advies ter verbetering indienen bij het management. Incidenten worden bij voorkeur binnen de decentrale commissie van het eigen cluster afgehandeld. In geval van meer ernstige incidenten of structurele trends wordt een melding behandeld door de centrale commissie van de RAV. In 2014 zijn er 147 meldingen ingediend, een daling ten opzichte van 2013 (203 meldingen). Met name in de categorie apparatuur en techniek zijn minder meldingen gedaan. Medewerkers worden blijvend gestimuleerd om incidenten te melden. C Tabel: Het verzuimpercentage 20