Sociaal statuut 2013 Hoogheemraadschap van Delfland

Vergelijkbare documenten
Sociaal Statuut Hefpunt 2014 / 2017

Sociaal statuut. Waterschap Rijn en IJssel

Sociaal Plan LeerWerkbedrijf EmmenN.V.

Sociaal statuut. Waterschap Rijn en IJssel. (1 januari 2017 tot 1 januari 2022)

22 REGELS BIJ REORGANISATIE

Sociaal statuut Waterschap Zuiderzeeland. Versie III 12 december 2008

Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel

Sociaal Plan Waterschap Rijn en IJssel

Sociaal Plan. Reorganisatie Waterschap Groot Salland. Sober en Slim. Van werk naar werk

BIJLAGE 5: SOCIAAL STATUUT VAN DE GEMEENTE HARDERWIJK

Uitvoeringsregeling Beloning Delfland

Bijlage II Procedure FuWater

CVDR. Nr. CVDR98200_2

CVDR. Nr. CVDR612057_1

B&W-Aanbiedingsformulier

Van werk naar werk. Sociaal Plan reorganisatie Groot Salland

SOCIAAL PLAN Waterschap Zuiderzeeland

SOCIAAL PLAN EMCO-GROEP. Voor Wsw-medewerkers. 1 maart januari Business Post

Voor de toepassing van de sociale leidraad wordt verstaan onder:

Leidraad bij reorganisaties

Van werk naar werk. Sociaal Statuut. Ambtelijke fusie waterschap Veluwe en waterschap Vallei & Eem 1 januari 2012

Sociaal Statuut Wedeka Bedrijven. Voor ambtelijke medewerkers. 1 januari januari 2018

SOCIAAL PLAN INLEIDING

SOCIAAL STATUUT GEMEENTE BREDA 2009

Sociaal Plan Ziekenhuis Gelderse Vallei

Sociaal Statu ut Wsw personeel Wedeka Bedrijven

CONCEPT BGO - Sociaal Plan (principe akkoord ) Sociaal Plan

SOCIAAL STATUUT MEDEWERKERS CENTRUM VOOR MUZIEK EN DANS WAALWIJK - HEUSDEN

Zutphen, december Sociaal Statuut Delta

Sociaal statuut reorganisatie facilitaire zaken (FZ), registratuur archief, bibliotheek (RAB) en gedeeltelijk de afdeling bouwzaken

SOCIAAL STATUUT ABILITY VOOR SW-MEDEWERKERS

Sociaal Plan Larcom 2014

SOCIAAL STATUUT 2005

Sociaal Plan In verband met definitieve instelling Regionaal Bureau Leerplicht. gemeenten De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Woerden

Naam Sociaal Statuut Regionaal Openbaar Lichaam Knooppunt Arnhem-Nijmegen (1995)

Rechtspositieregelingen. Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus

Gemeente Tynaarlo Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente Tynaarlo. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo

3 Salaris per uur: 1/156 van het salaris bij een volledige werktijd.

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Sociaal Statuut Herindeling gemeente Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Slochteren

Sociaal Plan. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn. Fase I (concept onderhandelingsakkoord)

BIJLAGE 10 SOCIAAL STATUUT GEMEENTE TEN BOER

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN. Artikel 1 HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN DE KLACHTEN. Paragraaf 1: De contactpersoon

Onderhandelaarsakkoord Sociaal Plan Henze 2.12

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen.

Bijlage 4 bij de adviesaanvraag Bijzondere Ondernemingsraad. Versie met voorgestelde aanpassingen uit projectteam, directieteam en P&O werkgroep.

CVDR. Nr. CVDR122165_1. Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

SOCIAAL STATUUT ABILITY VOOR AMBTELIJKE MEDEWERKERS EN VOOR MEDEWERKERS DIE OP BASIS VAN EEN ARBEIDSOVEREENKOMST DE CAR-UWO VOLGEN

1.1 Doel Het doel van dit sociaal plan is om de nadelige sociale gevolgen van reorganisaties voor

Sociaal Plan. Registratienummer:

SOCIAAL PLAN VERSIE 1.2 SOCIAAL PLAN. ten behoeve van interne reorganisaties. Stichting Maatschappelijke Opvang Verdihuis Oss

SOCIAAL PLAN Zorgcentrum Horizon

PROVINCIAAL BLAD. Besluit d.d. 12 januari 2016 van Gedeputeerde Staten van Fryslân

Sociaal statuut van de gemeente Olst-Wijhe 2014

Sociaal Statuut voor de samenwerking Gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis

Regeling bezoldiging gemeente Nieuwkoop 2011

CONCEPT ONDERHANDELAARSRESULTAAT. SOCIAAL PLAN WEENER GROEP S-HERTOGENBOSCH, behorend bij het Ondernemingsplan

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

SOCIAAL PLAN Regio Gooi en Vechtstreek

KLACHTENREGELING CEDERGROEP

Synergorî allemaal kansen

Concept Sociaal plan privatisering Zwembad t Baafje

Klachtenregeling. versie 15 augustus S e r v i c e b u r e a u S a r v i c e. Oranjelaan 113, 2231 DG Rijnsburg

CVDR. Nr. CVDR104289_1. Sociaal statuut van de gemeente Wijchen

CVDR. Nr. CVDR471654_1. Sociaal Plan Meerinzicht. Artikel 1:1 Begripsbepalingen. 12 december Officiële uitgave van Ermelo.

Sociaal statuut Regionale Uitvoeringsdienst Groningen. Derde medewerkersbijeenkomst 10 december 2012

Sociaal Plan. Onderhandelingsakkoord, bereikt in het BGO op 5 juni 2012

BIJLAGE 1, BEDOELD IN ARTIKEL B.8 VAN DE COLLECTIEVE AR- BEIDSVOORWAARDENREGELING PROVINCIES (Spelregels en flankerend beleid bij reorganisaties)

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

SOCIAAL KADER

SOCIAAL PLAN regelende de plaatsing van ambtenaren van gemeente Haarlem en Provincie Noord-Holland bij de Milieudienst IJmond.

Klachtenregeling Staring College

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

Sociale leidraad GR SW Fryslân /Caparis NV voor medewerkers die vallen onder de cao voor de sociale werkvoorziening

Klachtenregeling CVO t Gooi

RECHTSPOSITIEREGLEMENT

SOCIAAL STATUUT BIJ DE REGIONALISERING VAN

Artikel 2. Behandeling van de klachten. Aanstelling en taken vertrouwenspersoon

Klachtenregeling Jeugdwet

RUD Utrecht. Procedureregeling functiebeschrijving en waarderingrud Utrecht

GEMEENTEBLAD. Nr Sociaal Statuut Gemeente Heemstede Artikel 1:1 Definities In dit sociaal statuut wordt verstaan onder: 19 januari 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling procedure aanwijzing groepen functies en herplaatsing BZK 2008

Bezoldigingsverordening gemeente Leeuwarderadeel 2005.

Klachtenregeling Bonaventuracollege

Werknemer: degene met wie werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en op wie een van de CAO s van AkzoNobel in Nederland van toepassing is

Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college.

Sociaal Plan belastingsamenwerking tussen Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus -Tricijn en De gemeenten Dronten, Nijkerk en Leusden.

Klachtenregeling Voor het primair en voortgezet onderwijs van de Stichting Het Rijnlands Lyceum

CVDR. Nr. CVDR471624_1. Plaatsingsprocedure Meerinzicht. 1.1 Begrippenlijst

KLACHTENREGELING Stichting MONTON

CAO-Larcom 2016 (CAO-Larcom 2016 def)

B&W-Aanbiedingsformulier

VERTROUWELIJK. Sociaal Plan. Reorganisatie Bureau Jeugdzorg Drenthe

Klachtenregeling Stichting Katholieke Onderwijs Centrale

Addendum behorende bij het Sociaal Plan ten behoeve van de fusie en reorganisatie van de stichting Libertas Leiden en betrekking hebbend op de

Sociaal Plan Stichting Baanderij en Werkstad B.V. en Wedeka Bedrijven. Sociaal Plan. Ten behoeve van

Bezoldigingsbesluit gemeenten Sint Anthonis en Boxmeer Bezoldigingsbesluit van de gemeenten Sint Anthonis en Boxmeer 2010

Transcriptie:

Sociaal statuut 2013 Hoogheemraadschap van Delfland 1

Hoofdstuk 1 Begripsbepaling / Definities. Artikel 1.1 Begripsbepalingen. a. Aanvaardbare functie: een functie die niet valt onder het begrip passende functie, maar die de ambtenaar bereid is te vervullen. b. Actieplan: het plan, waarin de wederzijdse (werkgever en werknemer) inspanningsverplichting om het maximale te doen om de werknemer naar ander werk te begeleiden wordt vastgelegd. In dit plan ( van werk naar werk ) wordt aangegeven welke instrumenten zullen worden ingezet om vernoemd doel te bereiken. c. Ambtenaar: hij die door of vanwege het waterschap is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn en die op de dag voorafgaand aan de invoering van de betreffende organisatiewijziging een vaste aanstelling heeft bij Delfland. d. Anciënniteit: De ambtelijke diensttijd - in jaren, maanden en dagen nauwkeurig - doorgebracht in de functie die de ambtenaar uitoefende direct vòòr de organisatiewijziging, vermeerderd met de helft van de ambtelijke diensttijd doorgebracht in andere functies tijdens de huidige aanstelling bij het Hoogheemraadschap van Delfland. e. Bestuursorgaan: het bevoegd gezag van Delfland. f. Diensttijd: de in overheidsdienst doorgebrachte tijd. g. Functie: het geheel van werkzaamheden dat door de ambtenaar dient te worden verricht in opdracht van het bestuursorgaan. h. Functieboek: het overzicht van alle functies binnen de organisatie van het Hoogheemraadschap. i. Functiegebonden toelage: een toelage die onafhankelijk van de persoon wegens het vervullen van de functie wordt toegekend; deze toelage heeft niet het karakter van een onkostenvergoeding j. Functieschaal: de voor een functie geldende salarisschaal, die op basis van het FuWatersysteem is vastgesteld. k. Garantieschaal: de functieschaal van de functie, die de ambtenaar op de dag voorafgaand aan de datum van de organisatiewijziging uitoefent, welke in het kader van de plaatsing wordt gegarandeerd. l. Georganiseerd Overleg: de commissie voor georganiseerd overleg, zoals bedoeld in de SAW en de Overlegregeling. m. Geschiktheid: het geheel van kwalificaties, waaruit blijkt dat de ambtenaar op grond van zijn opleiding en gerichte werkervaring en zijn ontwikkelde competenties voldoet aan de eisen die aan het uitoefenen van een functie worden gesteld. Deze geschiktheid kan mede worden onderbouwd door vastgestelde personeelsbeoordelingen en met behulp van een extern uit te voeren geschiktheidsonderzoek. n. Indicatieve waardering: de voorlopige salarisschaal die bij het opstellen van het functieboek aan een functie is verbonden. o. Nieuwe functie: een functie die niet voldoet aan de definitie van ongewijzigde functie. p. Ongewijzigde functie: een functie in het Hoogheemraadschap, die qua functie-inhoud en functie eisen vrijwel (indicatief 75%) overeenkomt met de bestaande functiebeschrijving. q. Onkostenvergoeding: de vergoeding die de ambtenaar krijgt voor onkosten die hij in opdracht van het bestuursorgaan maakt. r. Organisatieplan: de door het bestuursorgaan vastgestelde organisatiestructuur en de daarbij behoren functies en formatieplaatsen s. Organisatiewijziging: een wijziging van de inrichting en/of van de omvang van een organisatorische eenheid of eenheden, waardoor één of meer functies vervallen of ingrijpend wijzigen, dan wel waardoor een verandering in de richting van of vermindering van werkzaamheden ontstaat. t. Outplacement: de begeleiding door of via een mobiliteitsbureau om de ambtenaar, op kosten van het bestuursorgaan, buiten de waterschapsorganisatie aan een functie te helpen u. Passende functie: een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem geldende vooruitzichten kan worden 2

opgedragen, waarbij maximaal één schaal hoger of lager verschil kan bestaan ten opzichte van de functieschaal van de functie die de ambtenaar op de dag voor de datum van de organisatiewijziging vervulde. Onder persoonlijkheid en omstandigheden wordt verstaan: een samenstelsel van elementen, zoals: competenties, capaciteiten, ervaring, leeftijd, gezondheidstoestand, oorspronkelijke werkomgeving, gezinsomstandigheden, scholing, salaris en salarisaanspraken, interesse en vastgestelde promotiemogelijkheden. v. Persoonsgebonden toelage: een toelage die niet functiegebonden is en geen onkostenvergoeding is. w. Plaatsingscommissie: de commissie zoals bedoeld in artikel 2.1 van dit Sociaal Statuut. x. Salaris: het bruto bedrag per maand dat de ambtenaar is toegekend volgens een salarisschaal. y. Salarisaanspraken/-perspectieven: de verhogingen binnen de functieschaal van de functie waarin de ambtenaar tot het moment van plaatsing is ingedeeld dan wel hem nog toekomen zonder speciaal daaraan gestelde voorwaarden, tot en met het daaraan verbonden maximumsalaris, en andere schriftelijk toegekende garanties. z. SAW: Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen Waterschapspersoneel. aa. Secretaris-Directeur: de door het bestuursorgaan benoemde secretaris-directeur van het Hoogheemraadschap van Delfland. bb. Spilleeftijd: de leeftijd als bedoeld in Bijlage A behorende bij artikel 1.a van het FPU- Reglement. cc. Standplaats: de plaats waar of van waaruit de ambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht; dan wel, indien de uitoefening van het ambt zich uitstrekt over een ambtsgebied, de door het dagelijks bestuur aangewezen plaats dd. Vervolgplan: het plan dat wordt opgesteld indien tijdens de herplaatsingstermijn het actieplan niet geleid heeft tot het vinden van ander werk en waarin werkgever en werknemer vastleggen of een wijziging van strategie nodig is, en welke instrumenten tijdens de WW en bovenwettelijke WW moeten worden ingezet ten einde de ambtenaar naar ander werk te begeleiden. ee. Voorkeursfunctie: een functie waarvan de ambtenaar te kennen geeft deze bij voorkeur te willen vervullen. Artikel 1.2 Algemeen a. Daar waar in dit Sociaal Statuut de woorden ambtenaar, werknemer, raadsman, of hij worden gebruikt, kan tevens de vrouwelijke vorm gelezen worden. b. Daar waar wordt gesproken over vergoedingen wordt altijd het bruto bedrag bedoeld, aangepast aan de algemene loonontwikkelingen van de SAW. Artikel 1.3 Werking, doelstelling en informatieverstrekking. a. Het Sociaal Statuut is van toepassing op de organisatiewijzigingen van het Hoogheemraadschap van Delfland, met uitzondering van individuele gevallen, zoals bedoeld in art 2.3.2, lid 1, van de SAW. b. Het Sociaal Statuut is bedoeld om in geval van organisatiewijzigingen de rechten en plichten van de organisatie en van de ambtenaar met betrekking tot de rechtspositionele en sociale gevolgen van de organisatiewijziging vast te leggen. c. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat alle ambtenaren en werknemersorganisaties tijdig en regelmatig worden geïnformeerd omtrent organisatiewijziging, conform de SAW. Artikel 1.4 Uitgangspunten algemeen. a. De belangen van de organisatie en de ambtenaren zijn gelijkwaardig. Sociale, financiële en organisatorische aspecten van de organisatiewijziging worden daarom bij het voorbereiden en verwezenlijken hiervan, vanaf het begin in gelijke mate in beschouwing genomen. b. De ambtenaar zal zo mogelijk in de nieuwe organisatiestructuur de functie blijven vervullen die hij voor de datum van organisatiewijziging ook vervulde (mens volgt functie). c. Besluiten ten aanzien van de individuele ambtenaar worden niet eerder genomen dan nadat betrokkene, indien hij dat wenst, is gehoord en hij zijn wensen, belangstelling en alles wat hij van belang acht, kenbaar heeft kunnen maken. Hij kan zich laten bijstaan door een raadsman met dien verstande dat de eventuele kosten voor de inschakeling van een raadsman voor rekening blijven van de ambtenaar. 3

d. Het bevoegd gezag legt bij een organisatiewijziging alle veranderingen vast in een organisatieplan. Dit plan wordt ter advisering voorgelegd aan de Ondernemingsraad. Artikel 1.5 Verplichtingen bestuursorgaan. a. Bij een organisatiewijziging wordt de ambtenaar geplaatst in een ongewijzigde functie, nieuwe voorkeursfunctie, dan wel anderszins passende functie of een aanvaardbare functie, of hij wordt bovenformatief (zie hoofdstuk 4). De omvang van de aanstelling in de functie na de organisatiewijziging komt in beginsel overeen met de omvang van de functie vóór de organisatiewijziging. b. De ambtenaar kan op grond van de organisatiewijziging niet gedwongen worden ontslagen, anders dan in artikel 4.5 is geregeld. c. Het bestuursorgaan is verplicht om een vacature die ontstaat na afronding van het plaatsingsproces, zoals bedoeld in hoofdstuk 2, te beoordelen op plaatsingsmogelijkheden voor ambtenaren zoals bedoeld in artikel 2.9, lid d, en artikel 4.1. Indien deze vacature een ongewijzigde functie behelst voor een ambtenaar, als bedoeld in artikel 4.1, dan wordt de ambtenaar op de vacante functie geplaatst; indien er meerdere kandidaten zijn, geldt de plaatsingsvolgorde van artikel 2.7, sub c. Indien er geen kandidaten zijn als bedoeld in artikel 4.1, en deze vacature een ongewijzigde functie behelst voor een ambtenaar als bedoeld in artikel 2.9, lid d, dan wordt deze ambtenaar op de vacante functie geplaatst; indien er meerdere kandidaten zijn, geldt de plaatsingsvolgorde van artikel 2.7, sub c. Indien deze vacature geen ongewijzigde functie is voor ambtenaren als bedoeld in artikel 2.9, lid d, en artikel 4.1, dan wordt de vacature onder de aandacht gebracht van bedoelde ambtenaren en door het bestuursorgaan beoordeeld op de mogelijkheden voor herplaatsing van bedoelde ambtenaren. De in dit lid bedoelde ambtenaren die geschikt zijn voor de functie, hebben voorrang boven kandidaten die niet bij de organisatiewijziging waren betrokken. d. Het bestuursorgaan biedt in een zo vroeg mogelijk stadium, maar in ieder geval voordat de organisatiewijziging daadwerkelijk plaatsvindt, duidelijkheid over de plaatsing van alle betrokken ambtenaren in de nieuwe organisatie; hieronder wordt tevens begrepen de eventuele bovenformatieve plaatsing. Artikel 1.6 Verplichtingen ambtenaar. a. De ambtenaar dient alle medewerking te verlenen die nodig is voor een juiste toepassing van het Sociaal Statuut. Hij is verplicht, gevraagd en ongevraagd, alle hiervoor noodzakelijke inlichtingen en relevante gegevens tijdig en naar waarheid te verstrekken. b. De ambtenaar moet zich tot het uiterste inspannen om plaatsing in een passende functie mogelijk te maken. c. Indien plaatsing op een passende functie niet mogelijk is gebleken, dient de ambtenaar volledige medewerking te verlenen aan het vinden van een andere betrekking, binnen of buiten het Hoogheemraadschap. Artikel 1.7 Werkgelegenheidsinstrumenten. Zodra er sprake is van een voornemen tot organisatiewijziging, blijven vacatures binnen de bij de organisatiewijziging betrokken organisatieonderdelen gereserveerd voor de plaatsing van bij de organisatiewijziging betrokken ambtenaren. Indien dit voor de voortgang van het werk noodzakelijk is, worden deze vacatures tijdelijk ingevuld met inleenkrachten. 4

Hoofdstuk 2 Plaatsing. Paragraaf I: De Plaatsingscommissie Artikel 2.1 Plaatsingscommissie. a. Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland stelt een plaatsingscommissie in en benoemt de leden en hun vervangers. b. De plaatsingscommissie bestaat uit drie personen: 1. een voorzitter, niet zijnde een medewerker of bestuurder van Delfland, die voor benoeming wordt voorgedragen in overleg tussen de secretaris-directeur en de OR; 2. een lid, aan te wijzen door de personeelsvertegenwoordiging in het Georganiseerd Overleg; 3. een lid, zijnde het hoofd P&O. c. De secretaris-directeur wijst in overleg met de plaatsingscommissie een ambtelijk secretaris (en plaatsvervanger) aan. De ambtelijk secretaris is geen lid van de plaatsingscommissie en heeft derhalve geen stemrecht. d. Het bestuursorgaan bepaalt in overleg met de voorzitter van de plaatsingscommissie de werkwijze en de planning van de werkzaamheden van de commissie. e. De vergaderingen van de plaatsingscommissie zijn besloten. Artikel 2.2 Taken en bevoegdheden plaatsingscommissie. a. De plaatsingscommissie, als bedoeld in artikel 2.1, heeft tot taak advies aan het bestuursorgaan uit te brengen over de plaatsing van personeelsleden die bij een organisatiewijziging betrokken zijn. De commissie adviseert schriftelijk en gemotiveerd. b. De plaatsingscommissie kan zich - ten behoeve van de procesbewaking en/of verdere versterking van een objectieve werkwijze - laten bijstaan door leidinggevenden of andere adviseurs. Deze leidinggevenden en andere adviseurs hebben geen stemrecht. c. De plaatsingscommissie heeft de bevoegdheid: naar eigen inzicht ambtenaren en andere betrokkenen te horen om benodigde informatie te verzamelen; alle voor plaatsing van belangzijnde stukken in te zien; nader te bepalen dat voor de vervulling van bepaalde functies specifieke selectie-eisen (bijvoorbeeld gebruik van assessment) nodig zijn; de directie te adviseren over de vraag of bij de benoeming van een specifieke ambtenaar of voor een bepaalde functie een ontwikkelingstraject (ontwikkelassessment) gewenst is. d. De plaatsingscommissie heeft de plicht: ambtenaren te horen die een met redenen omkleed verzoek daartoe indienen; informanten te horen indien betrokken ambtenaren daarom verzoeken; ambtenaren te horen ten aanzien van wie het voornemen bestaat het bestuursorgaan te adviseren betrokkene niet in de eerste voorkeursfunctie te benoemen. Artikel 2.3 Informatie voor de plaatsingscommissie De plaatsingscommissie kan voor een goede taakuitoefening beschikken over alle voor de organisatiewijzing relevante stukken. De plaatsingscommissie ontvangt in ieder geval: a. Een overzicht van de bestaande organisatie. In dit overzicht wordt per functie vastgelegd: de plaats in de organisatie, met specifieke aanduiding van managementfuncties; een organieke beschrijving en waardering van de functie; de functie-eisen, in ieder geval de opleidings- en ervaringseisen; de standplaats waar de functie wordt uitgeoefend. b. Een overzicht van de bij de organisatiewijziging betrokken ambtenaren. Dit overzicht bevat: de naam en geboortedatum van de ambtenaar; de ambtelijke diensttijd (in jaren en maanden nauwkeurig); de functie die betrokkene uitoefent; de aanstelling (vast/tijdelijk) en omvang van de aanstelling; de feitelijke salarisschaal van betrokkene; 5

de standplaats. c. het functieboek zoals bedoeld in artikel 2.4, lid a; d. de voorgenomen plaatsingsbesluiten en de reflectieformulieren van de ambtenaren, zoals bedoeld in artikel 2.6. Paragraaf II: Het plaatsingsproces Artikel 2.4 Nieuwe organisatie en functieboek. a. Op basis van het vastgestelde organisatieplan wordt door het bestuursorgaan een overzicht samengesteld van alle functies in het gewijzigde organisatie onderdeel; het functieboek. b. Het functieboek wordt ter inzage gelegd, zodat iedere ambtenaar daar kennis van kan nemen. c. In dit functieboek worden per functie vastgelegd: of de functie een ongewijzigde functie (conform art. 1.1, lid p) of een nieuwe functie (conform art. 1.1, lid o) betreft; de plaats in de organisatie, waarbij wordt aangegeven of het een managementfunctie betreft; de functiebeschrijving en waardering (bij nieuwe functies eventueel een conceptbeschrijving en een indicatieve waardering); de omvang van de functie in fte; de standplaats; Voor zover van toepassing specifieke maatregelen bij werving en selectie (zoals assessment e.d.). Artikel 2.5 Functiewaardering. a. Uiterlijk binnen 6 maanden na de datum van organisatiewijziging worden nieuwe functiebeschrijvingen gewaardeerd volgens het geldende functiewaarderingssysteem. b. Indien de definitieve waardering tot een lagere functieschaal leidt dan welke was verbonden aan de indicatieve waardering van de functie waarin de ambtenaar per datum van organisatiewijziging is geplaatst, worden de eerder gemaakte salarisafspraken gegarandeerd. Artikel 2.6 Voorgenomen plaatsing en reflectiemogelijkheden. a. Het bestuursorgaan meldt aan alle bij de organisatiewijziging betrokken ambtenaren schriftelijk hun positie in het proces van organisatiewijziging. Duidelijk moet blijken of de functie van betrokkene in het organisatieplan terug komt als een ongewijzigde functie of niet. b. De ambtenaar van wie de functie niet terug komt in het organisatieplan en de ambtenaar die in aanmerking komt voor een ongewijzigde functie waar meerdere kandidaten voor zijn, ontvangen hiervan schriftelijk bericht van het bevoegd bestuursorgaan en een reflectieformulier. c. De ambtenaar als bedoeld in lid b dient binnen twee weken na ontvangst van het reflectieformulier zijn belangstelling kenbaar te maken voor maximaal drie functies in volgorde van zijn voorkeur. Op het reflectieformulier maakt de ambtenaar tevens kenbaar of hij prijs stelt op een gesprek met de plaatsingscommissie en of hij eventueel gebruik wil maken van een regeling zoals bedoeld in hoofdstuk 5 van dit Sociaal Statuut,. d. De overige ambtenaren ontvangen schriftelijk bericht dat het voornemen bestaat hen te plaatsen op (een) ongewijzigde functie(s). Ook deze ambtenaren worden door middel van een reflectieformulier - in de gelegenheid gesteld om een voorkeur uit te spreken voor een andere functie in het organisatieplan en/of een gesprek aan te gaan met de plaatsingscommissie. e. Op het reflectieformulier vermeldt de ambtenaar alle naar zijn mening relevante informatie, zoals opleidingen en ervaring. Artikel 2.7 Plaatsingsvolgorde ongewijzigde functies. a. Bij de plaatsing in de nieuwe organisatie wordt als uitgangspunt gehanteerd mens volgt functie. 6

b. Hierbij geldt dat een ambtenaar in ieder geval geschikt wordt geacht voor een functie, indien de functie die hij in de bestaande organisatie uitoefent, bij organisatiewijziging aangemerkt is als een ongewijzigde functie. c. Wanneer er sprake is van meerdere kandidaten voor één ongewijzigde functie, wordt eerst beoordeeld of deze kandidaten te plaatsen zijn op andere functies die zij zelf hebben opgegeven als voorkeursfunctie (zie artikel 2.6.c). Vervolgens draagt de plaatsingscommissie de meest geschikte kandidaat voor voor de ongewijzigde functie. Hierbij geldt het geschiktheidscriterium, als bedoeld in artikel 1.1, onder m. Ter advisering over de mate van geschiktheid van kandidaten, kan de plaatsingscommissie een selectiecommissie instellen. Deze selectiecommissie werkt in opdracht van de plaatsingscommissie en rapporteert aan deze commissie. Kandidaten dienen medewerking te verlenen aan de werkzaamheden van de selectiecommissie. d. Bij gelijke geschiktheid geldt als plaatsingscriterium anciënniteit, als bedoeld in artikel 1.1, onder d. Artikel 2.8 Plaatsing in nieuwe functies. a. De plaatsingscommissie beoordeelt of de ambtenaar geschikt is voor de voorkeursfunctie. b. De ambtenaar wordt geschikt geacht voor de functie indien hij voldoet aan de functieeisen. Indien de belangen van de organisatie dit mogelijk maken, wordt de ambtenaar ook geschikt geacht voor de voorkeursfunctie, als verwacht mag worden dat hij daar binnen een afgesproken ontwikkeltraject van maximaal één jaar aan kan gaan voldoen. c. Wanneer er sprake is van meerdere kandidaten voor één nieuwe functie, draagt de plaatsingscommissie de meest geschikte kandidaat voor. Hierbij geldt het geschiktheidscriterium, als bedoeld in artikel 1.1, onder m. Ter advisering over de mate van geschiktheid van kandidaten, kan de plaatsingscommissie een selectiecommissie instellen. Deze selectiecommissie werkt in opdracht van de plaatsingscommissie en rapporteert aan deze commissie. Kandidaten dienen medewerking te verlenen aan de werkzaamheden van de selectiecommissie. d. Bij gelijke geschiktheid geldt als plaatsingscriterium anciënniteit, als bedoeld in artikel 1.1, onder d. Artikel 2.9 Plaatsing in een passende en aanvaardbare functie. a. Indien plaatsing in een functie volgens artikel 2.7 of 2.8 niet mogelijk is, wordt de ambtenaar, indien een vacature beschikbaar is, geplaatst in een passende functie waarvoor hij (in eerste instantie) zijn voorkeur niet bekend heeft gemaakt. b. Indien plaatsing in een passende functie overeenkomstig artikel 2.9 lid a niet mogelijk is en indien een vacature beschikbaar is, wordt de ambtenaar met zijn instemming, geplaatst in een aanvaardbare functie, als bedoeld in artikel 1.1, onder a. c. Bij plaatsing van een ambtenaar die tengevolge van een eerdere organisatiewijziging recht heeft op een garantieschaal, is de functieschaal van de functie die hij uitoefende vóór de organisatiewijziging bepalend voor de begrippen passende functie en aanvaardbare functie. d. Indien een ambtenaar geplaatst wordt in een functie die meer dan één functieschaal lager is dan de functieschaal verbonden aan de functie die de ambtenaar uitoefende vòòr de organisatiewijziging, geldt voor het bestuursorgaan een inspanningsverplichting om betrokkene binnen één jaar in een functie van minimaal één schaal hoger te plaatsen. Het bestuursorgaan zal zich actief opstellen om aan deze inspanningsverplichting te voldoen, tenzij de betrokken ambtenaar aangeeft tevreden te zijn met zijn nieuwe functie en geen behoefte te hebben aan een herplaatsing. e. Na één jaar wordt bezien of de inspanningsverplichting zoals bedoeld in lid d van dit artikel moet worden gehandhaafd. Dit gebeurt in overleg met de betrokken ambtenaar aan de hand van een evaluatie van het loopbaanperspectief. f. De leden d en e van dit artikel zijn eveneens van toepassing indien een ambtenaar door meerdere reorganisaties na elkaar, bij de laatste reorganisatie geplaatst wordt in een functie, waarvan de functieschaal 2 of meer schalen lager is dan de garantieschaal waar de ambtenbaar recht op heeft 7

Artikel 2.10 Plaatsingsbesluit. a. Binnen zes weken nadat de plaatsingscommissie een advies heeft uitgebracht, ontvangt de betrokken ambtenaar het besluit van het bestuursorgaan over zijn plaatsing op een functie of dat plaatsing binnen de organisatie niet mogelijk is. b. Het besluit moet voldoen aan de vereisten die de SAW stelt aan een aanstellingsbesluit en kan aangevuld worden met extra afspraken en de van toepassing zijnde regelingen uit dit Sociaal Statuut. c. Het bestuursorgaan baseert het besluit zoals bedoeld in dit artikel op een door de plaatsingscommissie uitgebracht advies. Tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten, volgt het bestuursorgaan het advies van de plaatsingscommissie. d. In het geval het bestuursorgaan ten aanzien van een ambtenaar een besluit neemt dat afwijkt van het terzake door de plaatsingcommissie uitgebrachte advies, wordt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de betrokken ambtenaar medegedeeld. Het advies van de plaatsingscommissie wordt tegelijkertijd meegezonden. 8

Hoofdstuk 3 Financiële regelingen. Artikel 3.1 Salarisgarantie. De ambtenaar behoudt alle salarisperspectieven als bedoeld in artikel 1.1, onder y, waarop hij recht heeft in de functie die hij bekleedt op de dag voorafgaande aan de datum van de organisatiewijziging. Artikel 3.2. Persoonsgebonden toelagen. a. De ambtenaar behoudt het recht op een tijdelijke, persoonsgebonden toelage totdat de termijn zoals die was afgesproken, is afgelopen. b. De ambtenaar behoudt het recht op een persoonsgebonden toelage die niet aan tijd gebonden is, zolang hij voldoet aan de voorwaarden die aan de toekenning van de toelage ten grondslag lagen. c. Indien voor de ambtenaar op de datum van organisatiewijziging of daarna een hogere salarisschaal gaat gelden, wordt de gegarandeerde persoonsgebonden toelage in het nieuwe salarisbedrag ingepast of verrekend, waarbij de garantieschaal, als bedoeld in artikel 1.1.k, en de salarisaanspraken/-perspectieven, als bedoeld in artikel 1.1.y, van kracht blijven. Artikel 3.3. Functiegebonden toelagen. a. Indien de ambtenaar in de oude functie recht heeft op een functiegebonden toelage en in de nieuwe functie geen recht heeft op een functiegebonden toelage, wordt het verlies van inkomen afgebouwd volgens de betreffende afbouwregeling van de SAW. b. Indien de ambtenaar in de oude functie recht heeft op een functiegebonden toelage en in de nieuwe functie recht heeft op een andere of lagere functiegebonden toelage, wordt het verlies van inkomen afgebouwd volgens de betreffende afbouwregeling van de SAW. Artikel 3.4 Studiefaciliteiten. a. Het bestuursorgaan kan de ambtenaar met het oog op de aan de (nieuwe) functie verbonden eisen, verplichten en in de gelegenheid stellen zich volledig of gedeeltelijk omher- en/of bij te scholen. De ambtenaar kan in dat geval hier ook zelf om verzoeken. b. Het Hoogheemraadschap vergoedt de studiekosten, conform de studiefaciliteitenregeling uit de SAW. c. De ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld een studie, waarvoor conform de SAW vergoedingen/faciliteiten zijn toegekend, af te ronden, mits binnen redelijke grenzen gebleven wordt. Artikel 3.5 Verplaatsingskosten bij standplaatswijziging. a. De ambtenaar die aan alle voorwaarden, genoemd onder 1 t/m 4 van dit lid, voldoet, ontvangt bij verhuizing een onkostenvergoeding conform de verplaatsingskostenregeling van de SAW. 1. De ambtenaar krijgt als gevolg van zijn herplaatsing in het kader van de organisatiewijziging gedurende minimaal drie dagen per week een andere standplaats toegewezen. 2. De ambtenaar gaat wonen binnen een straal van tien kilometer van de nieuwe standplaats. 3. De nieuwe woonplaats ligt ten minste tien kilometer dichter bij de standplaats dan de oude woonplaats. 4. De verhuizing vindt plaats binnen twee jaar nadat de ambtenaar is verplaatst naar de nieuwe standplaats. b. Eventuele bestaande terugbetalingsverplichtingen vanwege eerder toegekende tegemoetkomingen in verhuiskosten komen voor de ambtenaar die van dit artikel gebruik maakt te vervallen. Artikel 3.6 Ambtsjubileumgratificatie. a. Aan de ambtenaar die ten gevolge van de organisatiewijziging een functie buiten het Hoogheemraadschap aanvaardt, wordt de gratificatie bij ambtsjubileum proportioneel 9

uitbetaald, indien in de nieuwe functie de opgebouwde overheidsjaren niet worden overgenomen. Dit recht geldt uitsluitend indien de betrokkene binnen een bepaalde tijd, zoals omschreven in lid b, indien er geen sprake zou zijn geweest van reorganisatieontslag, een ambtsjubileumgratificatie tegemoet zou hebben gezien. b. De bepaalde tijd zoals bedoeld in lid a van dit artikel bedraagt 5 jaar voor een 25-jarig jubileum en 8 jaar voor een 40-jarig jubileum. 10

Hoofdstuk 4 Bovenformatieve plaatsing. Artikel 4.1 Bovenformatieve plaatsing. a. Indien een ambtenaar niet direct conform hoofdstuk 2 in een ongewijzigde-, nieuwe-, passende- of aanvaardbare functie kan worden geplaatst, wordt hij bovenformatief geplaatst. b. De bovenformatieve periode duurt maximaal 1,5 jaar. Gedurende de bovenformatieve periode moeten zowel de ambtenaar, als het bestuursorgaan zich intensief inspannen om intern of extern een andere passende of aanvaardbare betrekking voor de ambtenaar te vinden, zoals bedoeld in artikel 2.9. Gedurende de bovenformatieve periode heeft de ambtenaar recht op salarisgarantie overeenkomstig artikel 3.1. c. Indien naar het oordeel van de Secretaris-Directeur verlenging van de bovenformatieve periode als bedoeld in het vorige lid de kansen van de ambtenaar op het alsnog vinden van een andere passende of aanvaardbare interne of externe betrekking aanwijsbaar verhoogt, kan hij deze periode twee maal verlengen met een periode van zes maanden. De WOR-bestuurder informeert het dagelijks bestuur van de OR als van deze mogelijkheid gebruik is gemaakt. d. Het bestuursorgaan kan aan de bovenformatief geplaatste ambtenaar tijdelijk andere werkzaamheden opdragen, tenzij deze werkzaamheden in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden niet van hem kunnen worden gevergd. e. Indien de ambtenaar die werkzaamheden vervult als bedoeld in lid d, per 1 januari 2008 58 jaar of ouder was, kan hij desgewenst en zo mogelijk gebruik maken van de in artikel 5.2 geboden mogelijkheden. Artikel 4.2 Actieplan. Het bestuursorgaan verplicht zich in overleg met de boven de formatie geplaatste ambtenaar, tot het treffen van arbeidsbehoudende maatregelen binnen of buiten de eigen organisatie op basis van een actieplan ( van werk naar werk ) dat binnen twee maanden, gerekend vanaf de datum van organisatiewijziging, wordt opgesteld. Artikel 4.3 Vervolgplan. Indien de werkgever en de werknemer tijdens de bovenformatieve plaatsingstermijn er niet in geslaagd zijn de werknemer naar ander werk te begeleiden, wordt een vervolgplan opgesteld. Artikel 4.4 Outplacement. De ambtenaar die boven de formatie is geplaatst, heeft gedurende de bovenformatieve periode recht op - en de plicht tot medewerking aan - een goede begeleiding bij het zoeken naar ander werk, binnen of buiten Delfland. Bij het zoeken naar ander werk kunnen, indien die in redelijkheid passen in het begeleidingstraject, onder andere de volgende faciliteiten worden verleend: inschakelen van een outplacementbureau; (tijdelijke) detachering bij een andere werkgever; buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging en reiskostenvergoeding voor het voeren van sollicitatiegesprekken; studiefaciliteiten voor studies die redelijkerwijs passen in het loopbaanperspectief. Artikel 4.5 Ontslag. Indien de bovenformatieve plaatsing en de in artikel 4.4 bedoelde begeleiding niet hebben geleid tot een nieuwe betrekking, verleent het bestuursorgaan eervol ontslag op grond van reorganisatie, conform de SAW. De in de SAW bedoelde opzegtermijn kan vallen binnen de periode van bovenformatieve plaatsing, maar gaat niet eerder in dan nadat het besluit tot ontslag is medegedeeld aan de betrokken ambtenaar. 11

Artikel 4.6 Toeslag bij aanvaarden van functie elders. De boven de formatie geplaatste ambtenaar die met instemming van Delfland elders een functie aanvaardt tegen een lager salaris, dan het salaris van zijn oude functie, ontvangt een loonsuppletie tot de hoogte van het dagloon van zijn oude functie. De duur van deze loonsuppletie is gelijk aan de duur van de WW-uitkering, waar de ambtenaar bij een ontslag als bedoeld in artikel 4.5 recht op zou hebben. Artikel 4.7 verhuiskosten bij aanvaarding van een functie elders. a. De ambtenaar die boven de formatie is geplaatst en elders een functie aanvaardt en in verband daarmee verhuist, ontvangt een verhuisvergoeding op basis van de SAW zoals die geldt op het moment van ontslag, voor zover de nieuwe werkgever daarvoor geen voorziening kent en mits voldaan wordt aan de criteria als omschreven in artikel 3.5 sub a. b. Indien de betrokkene van de nieuwe werkgever een lagere vergoeding ontvangt dan de SAW kent, wordt de verhuiskostenvergoeding van de nieuwe werkgever aangevuld tot de vergoeding op grond van de verplaatsingskosten van de SAW. Artikel 4.8 Vertrekstimuleringsregeling. Door ontslag op eigen verzoek kan de boventallige ambtenaar binnen 1 maand na het moment van boventalligheidverklaring afzien van de rechten uit de SAW. Hij ontvangt dan een vertrekbonus ter grootte van de helft van het salaris dat hij zou hebben ontvangen, gedurende de periode van bovenformativiteit (exclusief een eventuele verlenging). 12

Hoofdstuk 5 Seniorenregelingen Artikel 5. Onder de seniorenregelingen vallen ambtenaren die - als resultante van de plaatsingsprocedure bovenformatief worden geplaatst, - op dat moment 10 jaar verwijderd zijn van de ingangsdatum van de AOW en, - op dat moment een dienstverleden binnen de sector Waterschappen hebben van minimaal acht jaar. Waar in dit hoofdstuk gesproken wordt van ambtenaren, worden daarmee ambtenaren bedoeld die voldoen aan deze criteria. Artikel 5.1 a. De Secretaris-Directeur dient voor de ambtenaar na ommekomst van de periode als bedoeld in artikel 4.1 sub b (periode van 1,5 jaar bovenformativiteit), de afweging te maken of deze in aanmerking komt voor een verlenging van de in artikel 4.1 genoemde periode van bovenformativiteit met twee jaar. b. De volgende voorwaarden dienen in ieder geval in acht genomen te worden: - uitvoering van het actieplan als bedoeld in artikel 4.2 en eventuele andere maatregelen hebben geen resultaat opgeleverd en de secretaris-directeur heeft zich er persoonlijk van vergewist dat de ambtenaar zich naar beste kunnen heeft ingezet om het actieplan te laten slagen; - de ambtenaar is verplicht gedurende de periode van verlengde bovenformativiteit in samenspraak met het Hoogheemraadschap Delfland te bepalen werkzaamheden ten behoeve van Hoogheemraadschap Delfland te verrichten en verklaart zich daartoe bereid; deze werkzaamheden wijken zo mogelijk af van de reguliere functies die voorkomen in het organisatieplan. Het streven is erop gericht de ambtenaar gedurende 50% van zijn aanstellingsduur met werkzaamheden te belasten; - gedurende de periode van bovenformativiteit blijft het actieplan van kracht en het wordt zo nodig steeds geactualiseerd. In het geval de ambtenaar erin slaagt een andere, passende betrekking te vinden, binnen of buiten Hoogheemraadschap Delfland, dan is hij verplicht deze te aanvaarden; - bij ongewijzigde omstandigheden wordt, na ommekomst van de periode van twee jaarverlening, de bovenformativiteit steeds met maximaal twee jaar verlengd, tot uiterlijk het bereiken van de AOW-leeftijd; - gedurende perioden tijdens de verlengde bonvenformativiteit dat Hoogheemraadschap Delfland er niet in slaagt de ambtenaar werkzaamheden op te dragen, heeft hij over niet gewerkte uren recht op een minimaal salaris te weten: o 90% van zijn salaris (vóór de datum van de organisatiewijziging) gedurende de eerste 6 maanden; o 80% van zijn salaris (vóór de datum van de organisatiewijziging) gedurende de o tweede 6 maanden; 70% van zijn salaris (vóór de datum van de organisatiewijziging) na de tweede 6 maanden tot de eerste dag van de kalendermaand volgend op die waarin hij in aanmerking komt voor de AOW-uitkering. Voor de uren dat hij werkt, ontvangt de ambtenaar zijn 100% salaris c. De ambtenaar wordt adequaat over zijn positie, inclusief de wederzijdse aanspraken en plichten, geïnformeerd en dient zich akkoord te verklaren alvorens de bovenformativiteit wordt verlengd. Het dagelijks bestuur (DB) van de OR zal de uiteindelijk met de ambtenaar overeengekomen regeling toetsen op: - minimaal voldoen aan de SAW; - maatwerkbeginsel; - behoud van het onder b genoemde minimumsalaris. Artikel 5.2 - De ambtenaar met een vaste aanstelling die bovenformatief wordt geplaatst, maar die nog kan verzoeken om ontslag wegens FPU op grond van artikel 8.1.10 SAW, kan het bevoegd gezag verzoeken om ontslag wegens gebruikmaking van de FPU-regeling op een in nader 13

overleg te bepalen tijdstip gelegen tussen datum ingang bovenformativiteit en de AOWleeftijd. - De ambtenaar blijft tot de ingangsdatum van de FPU-uitkering bovenformatief geplaatst, als bedoeld in artikel 4.1 van dit Sociaal Statuut. - Bestuursorgaan en ambtenaar maken individueel afspraken over een passende invulling van deze verlengde bovenformatieve plaatsing waarbij het uitgangspunt is om 50% van de voor de ambtenaar geldende aanstelligsduur in te vullen met in samenspraak vast te stellen werkzaamheden. - Hoogheemraadschap Delfland en de ambtenaar maken individuele afspraken over de daarbij passende bezoldiging, die nooit lager zal zijn dan 70% van de bezoldiging die de ambtenaar laatstelijk verdiende. 14

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen Artikel 6.1 Overgangsrecht. Voor alle nog lopende organisatiewijzigingen, of uitvloeisels van het eerder gehanteerde Sociaal Statuut zijn de bij het Hoogheemraadschap geldende regels van toepassing. Dit voor zover zij niet binnen dit Sociaal Statuut zijn afgehandeld of anderszins in het kader van de arbeidsvoorwaarden zijn opgenomen of verwerkt. Artikel 6.2 Onvoorziene omstandigheden. Het bestuursorgaan informeert het Georganiseerd Overleg en de Ondernemingsraad in die gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet. Artikel 6.3 Verwijzing SAW. In die gevallen waarin het Sociaal Statuut niet voorziet danwel waarin het Sociaal Statuut in negatieve zin afwijkt van de SAW, zijn de SAW van toepassing. Artikel 6.4 Citeertitel en inwerkingtreding. a. Dit Sociaal Statuut kan worden aangehaald als Sociaal Statuut Delfland 2013. b. Dit Sociaal Statuut van Delfland treedt in werking na vaststelling door het Bestuursorgaan en het Georganiseerd Overleg. c. Per ingangsdatum van dit Sociaal Statuut komt het Sociaal Statuut Delfland 2009 te vervallen. Is getekend te Delft op: (datum) De Secretaris-Directeur (WOR-bestuurder) Vertegenwoordiging van het Georganiseerd Overleg, ABVA-Kabo CNV Publieke Zaak 15