Colofon Tekst en eindredactie Bureau Strategie en Internationalisering Universiteit Maastricht. Tekstbewerking Coenegracht Tekst en Communicatie



Vergelijkbare documenten
Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Advies Universiteit van Tilburg

Directeur onderwijsinstituut

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Chinese borden Universiteiten in en uit balans

Directeur onderzoeksinstituut

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

STRATEGISCH PLAN Excellent onderwijs voor een innovatieve regio

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap

Profielschets Rector Magnificus Universiteit Maastricht

Advies Radboud Universiteit Nijmegen

Samenvatting. Samenvatting 9

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

Wat onderscheidt ons, Tilburg University, van de andere Nederlandse universiteiten? Waar maken wij het verschil?

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

studenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HET BEDRIJF POSITIE KANDIDAAT PROFIEL. Functie profiel. Lid Raad van Toezicht

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Onderwijs en Kennisoverdracht

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Contextschets Techniek

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen

Geachte minister Van Engelshoven,

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

profiel Open Universiteit Voorzitter en leden raad van toezicht

HU GERICHT IN BEWEGING

Strategie Zuyd

Bijlage 3 Denkrichtingen

Titel in het Engels: Administrative Law Publiekrecht, sectie Bestuursrecht (in oprichting)

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

Universitaire Campus Venlo

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Mekelweg 4, kamer LB CD Delft

WETENSCHAPPELIJK DIRECTEUR WELTEN-INSTITUUT

De waarde(n) van weten

Aandacht voor jouw ambitie!

FUNCTIEPROFIEL LID RAAD VAN TOEZICHT STC GROUP

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

MKB investeert in kennis, juist nu!

Bijlage 6: De oude en de nieuwe vragen

Toekomstbeeld. College van Bestuur maart 2013

Arbeidsmarkt. Bedrijfskunde. Technische bedrijfskunde

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Beleidsprogramma A+O fondsen gemeenten, provincies en waterschappen KEUZE VOOR SPEERPUNTEN OVERHEID IN BEWEGING EN MEESTER IN JE WERK

ENTANGLE - Nieuwsbrief

7 januari Beste Collega s en studenten,

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Auditrapportage Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel. Dynamiek onderweg

Jaarverslag & Jaarplan

Erasmus Universiteit Rotterdam. De universiteit voor denkers en doeners. Integriteitscode. CODE:i

NIDAP biedt hogescholen ondersteuning bij het analyseren van de marktkansen voor de verschillende deeltijd en duale bachelor- en masteropleidingen.

Advies Erasmus Universiteit Rotterdam

GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE

Dunamare Onderwijsgroep, Haarlem Hoofd HR Dunamare Onderwijsgroep

DIRECTEUR BELEID EN STRATEGIE

OPLEIDINGSMANAGER MARKETING, SALES & TRADE

Vastgesteld november Visie op Leren

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

We zijn op ontdekkingsreis, in een gebied waar de huidige systemen leidend zijn maar onvoldoende werken. Bij een ontdekkingsreis hoort ruimte.

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

Advies Universiteit Maastricht

Kennis voor de samenleving

Biologie, scheikunde en medische opleidingen

Hoe werkt het UvA-Allocatiemodel?

SELECTIE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET HOGER ONDERWIJS SAMENVATTING EERSTE 2 RAPPORTEN:

Utrecht Science Park. directeur-bestuurder

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 5 april 2002 IB/02/ april 2002

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

Nieuwe kans op extra instroom

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT

Publieke en private financiering van hoger onderwijs Ib Waterreus. ORD Amsterdam, 11 mei 2006

Opleidingsprogramma DoenDenken

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland

Directeur / Bestuurder

Wervingsprofiel. Lid Raad van Toezicht. 19 juli Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences

Talent in eigen hand. De positie van jonge wetenschappers in Nederland. december 2006

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting aanvraag

Prof. mr. Paul van der Heijden, rector magnificus en voorzitter van het College van Bestuur, Universiteit Leiden 3 september 2012

Research Centre for Education and the Labour Market. De toekomst van de student: Uitdagingen voor het hoger omderwijs. Rolf van der Velden

Raad van Toezicht. Profielschetsen. Lid portefeuille onderwijs. Lid portefeuille bedrijfsvoering

De motor van de lerende organisatie

Concept-besluit van het DB-OW over de herziening van de curricula van de masteropleidingen (7 oktober 2008).

Indeling hoger onderwijs

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon!

INHOUD. Geschiedenis Missie Structuur Personeel. Onderwijs Onderzoek Internationaal Netwerk Rankings

Voor stichting SOM zijn in ieder geval de volgende invalshoeken van belang:

d.d. 30 juni 2011 Overzicht Bestuurlijke Informatie voor Bilateraal Overleg 2011 Faculteit Wiskunde en Informatica

Transcriptie:

in het teken talent

Colofon Tekst en eindredactie Bureau Strategie en Internationalisering Universiteit Maastricht Tekstbewerking Coenegracht Tekst en Communicatie Vertaling Talencentrum Universiteit Maastricht Ontwerp en druk Vormgeversassociatie BV Met dank aan alle medewerkers, studenten en andere partners van de Universiteit Maastricht die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit strategisch programma door deelname aan debatten en vergaderingen, het leveren van tekstsuggesties en het geven van advies. Augustus 2006, 3000 ex. Universiteit Maastricht, 2006 www.unimaas.nl

In het teken van talent Talent is een natuurlijke begaafdheid. Het is een menselijke eigenschap, die een organisatie groot kan maken. Voorwaarde is dat het herkend wordt, de ruimte krijgt, beloond wordt. De Universiteit Maastricht is al sinds haar oprichting gericht op talent. Met een onderwijssysteem dat studenten met kwaliteit ruim baan biedt. Een internationale en innovatieve atmosfeer, waarin excellente wetenschappers gekoesterd worden. Beleid dat gedreven medewerkers vooruit helpt. Kwaliteit is mensenwerk; de Universiteit Maastricht weet dat als geen ander. Ook de komende jaren staan in het teken van talent. De organisatie doet er alles aan om mensen en hun kwaliteiten te laten (op)bloeien. Want alleen dankzij hen kan onze universiteit de doelen in dit strategisch programma realiseren.

Executive Summary In het teken van talent is het strategisch programma van de Universiteit Maastricht voor de periode 2007-2010. Het is het antwoord van de universiteit op de huidige en toekomstige uitdagingen die de Europese en internationale samenleving ons biedt. De Universiteit Maastricht neemt haar verantwoordelijkheid om onderwijs en onderzoek optimaal ter beschikking te stellen aan haar omgeving een omgeving waarin het hoger onderwijs steeds concurrerender en internationaler wordt. De strategie van de UM is gericht op het stimuleren van excellentie en talent. De Universiteit Maastricht is een internationaal georiënteerde universiteit die kiest voor: een onderscheidend onderwijsaanbod van Europese topkwaliteit hoogstaand onderzoek rond geselecteerde thema s actieve samenwerking met bedrijven en instellingen bijdrage aan de ontwikkeling van de (Eu)regio, waarvan Limburg deel uitmaakt. Strategische ambitie: de Universiteit Maastricht in 2010 In 2010 staat de Universiteit Maastricht nog meer bekend als een kwaliteitsuniversiteit met een internationale oriëntatie. Vanuit de hele wereld komen studenten en wetenschappers naar de UM vanwege haar topreputatie op het gebied van onderwijs, geselecteerde onderzoeksgebieden en innovatieclusters. Onderwijs en onderzoek concentreren zich inhoudelijk vanuit drie invalshoeken: life sciences: het veelzijdige complex van vakgebieden waarin levende materie wordt bestudeerd op verschillende niveaus innovatie: het bestuderen van de wijze waarop nieuwe producten, diensten en processen tot stand komen governance: de bestudering van de samenleving en de besturing ervan.

executive summary De onderling verbonden invalshoeken life sciences, governance en innovatie bouwen voort op de sterke punten van de UM. Het zijn maatschappelijk relevante thema s die aansluiten bij de visie van onder meer het Innovatieplatform en NWO. De thema s worden door studenten en staf bestudeerd in een internationale context, met een accent op het Europese perspectief. Het onderwijs is van topkwaliteit en biedt een onderscheidend programma van bachelor-, master- en PhDopleidingen. De onderzoekslijnen zijn doordacht en gestroomlijnd, in de breedte van goede kwaliteit en behoren op geselecteerde terreinen tot de Europese top. Onderwijs van topkwaliteit vraagt om topstudenten. De universiteit werft zowel voor de bachelor- als voor de masterfase voldoende studenten en zorgt er tegelijkertijd voor dat dit kwalitatief goede studenten zijn. De universiteit biedt studenten én medewerkers een omgeving die talent koestert en stimuleert. De universiteit kiest nadrukkelijk voor een internationaal profiel. Dat komt tot uitdrukking in de thematiek en de oriëntatie van het onderwijs en onderzoek, in de samenstelling van de medewerkers- en studentenpopulatie en door deelname aan internationale samenwerkingsverbanden. Dankzij het gebruik van het Engels is de universiteit in alle opzichten toegankelijk voor buitenlanders. De Universiteit Maastricht is net als in 2006 een financieel gezonde universiteit: opbrengsten en kosten zijn met elkaar in balans. In 2010 wordt een belangrijker deel van het onderzoek gefinancierd uit de tweede en derde geldstroom. Samenwerking met andere organisaties en instellingen is een belangrijke factor bij de verwezenlijking van de ambities van de UM. Met haar onderwijs- en onderzoeks- activiteiten draagt de Universiteit Maastricht bij aan de ontwikkeling van de (Eu)regio. Waar mogelijk leidt het onderzoek van de UM tot valorisatie van kennis in economische zin. Doelen en activiteiten: wat gaat de UM doen om haar ambities te realiseren? In de komende jaren staat de UM voor de uitdaging grote ambities te verwezenlijken in een steeds concurrerender hogeronderwijswereld. Het strategisch programma vertaalt die ambities in concrete doelen en activiteiten: In 2010 blijkt uit externe beoordelingen dat alle opleidingen van de Universiteit Maastricht de vaste plek in de Nederlandse top-3 behouden hebben en aantoonbaar behoren tot de Europese top-10. Om dit doel te realiseren legt de universiteit de nadruk op enerzijds een aantrekkelijk onderwijsaanbod en anderzijds onderwijskwaliteit. De UM zal in de periode 2007-2010 onder meer: Portfoliomanagement voor het totale opleidingenaanbod invoeren. Op die manier kan de universiteit bij het maken van keuzes optimaal het totale UMprofiel bewaken. Een innovatiemodel onderwijsaanbod introduceren. Het innovatiemodel geeft een handvat bij de selectie van plannen voor nieuwe opleidingen. Universiteitsbreed nieuwe aantrekkelijke elementen in de curricula aanbrengen en de mogelijkheden voor interfacultair keuzeonderwijs verbeteren. Het PGO doorontwikkelen, onder meer om in te spelen op de veranderende samenstelling van de studentenpopulatie, technologische ontwikkelingen en nieuwe inzichten in leren. De mogelijkheden van prestatiebekostiging in het onderwijs onderzoeken.

Excellent onderwijs vraagt om excellente studenten. De UM wil een studentenpubliek dat bij de universiteit past en ontwikkelt een HRM-beleid voor studenten. Dit beleid omvat: selectieve toelating van studenten, gericht op matching tussen student en opleiding een universiteitsbrede invoering van het bindend studieadvies extra uitdagingen en beloningen voor studenten die goed presteren het in ieder studiejaar gratis laten studeren van de top-3% van de studenten door hen op basis van resultaten een beurs te verstrekken ter hoogte van het door hen betaalde collegegeld career services om studenten te ondersteunen bij hun intrede op de arbeidsmarkt. In 2010 heeft de universiteit een instroom van 3100 bachelorstudenten (in 2005 waren dat er 2650) en 2750 masterstudenten. Net als in 2005 komt 30 procent van de bachelors uit het buitenland. Het percentage masterstudenten afkomstig uit andere EU-landen is gestegen naar 35 procent en het percentage van buiten de EU naar 15 procent. Om dit te bereiken zal de UM in de periode 2007-2010 onder meer: Intensief studenten werven en zorgen voor een goed studentenbeleid. Bruggenhoofden in binnen- en buitenland op- en uitbouwen. In 2010 is het onderzoek van de Universiteit Maastricht in de breedte van goede kwaliteit en behoort het op geselecteerde terreinen tot de top-5 van Europa. Om dit te bereiken zal de UM in de periode 2007-2010: Portfoliomanagement in het onderzoek introduceren. In 2010 hebben alle faculteiten vier tot vijf geprioriteerde onderzoekslijnen. Deze lijnen passen binnen de UM-breed gedefinieerde invalshoeken: life sciences, governance en innovatie. Een gedifferentieerd carrièrepad voor wetenschappelijk medewerkers uitwerken. Starten met strategisch leerstoelbeleid. Het promotiestelsel verbeteren. Het aantal promoties stijgt van zo n 140 in 2005 naar 200 in 2010. In 2010 is het landelijke aandeel in tweede geldstroomprojecten gestegen van 3 naar 6 procent. Het derde geldstroomonderzoek is toegenomen met 60 procent. Om dit te bereiken zal de UM in de periode 2007-2010 onder meer: Het indienen van projecten stimuleren door incentives en ondersteuning voor wetenschappers. Meedingen naar de financiering van grootschalige innovatieve projecten en programma s, zoals de technologische en maatschappelijke topinstituten, de smart mix en de besteding van de gelden uit het Fonds Economische Structuurversterking. Bedrijvigheid en ondernemerschap stimuleren.

executive summary In 2010 is de slagkracht van de beheerorganisatie en de bedrijfsvoering vergroot en zijn tevens substantiële middelen vrijgemaakt voor onderwijs en onderzoek. Om dit te bereiken start de universiteit met een programma Stroomlijning secundaire processen UM. Behalve de verbetering van ondersteunende processen en voorzieningen krijgt het programma als uitdrukkelijke doelstelling mee: geld vrijmaken voor het primaire proces. De universiteit stemt haar bestuur en organisatie af op de doelen van het strategisch programma. Om dit te bereiken zal de UM in de periode 2007-2010 onder meer: Zich ontwikkelen tot een volledig tweetalige universiteit (Engels-Nederlands). Een gericht HRM-beleid voeren: zo zal de UM het aandeel vrouwelijke hoogleraren doen stijgen naar 20% in 2010, en werkt de universiteit een gedifferentieerd carrièrepad uit voor wetenschappelijk medewerkers (onderwijs/onderzoekscarrière). Samenwerken met andere organisaties en instellingen op (inter)nationaal en euregionaal niveau. Dit strategisch programma wordt uitgewerkt in een agenda, die zal worden gemonitord in de reguliere planning en controlcyclus.

10

Inhoud Executive Summary 6 Inhoud 11 1 Een stevig fundament 12 Missie 13 Visie 13 Startpositie 13 2 De Universiteit Maastricht in haar omgeving 18 Een wereldwijde concurrentieslag 18 Overheidsfinanciering: dalend en onzeker 20 Onderwijs: de implicaties van de bachelor-masterstructuur 20 Onderzoek: focus, massa en kennisvalorisatie 21 Mogelijke nieuwe wetgeving 22 3 Onderwijs 24 Doelstellingen en resultaten 24 Een aantrekkelijk onderwijsaanbod 24 Onderwijs van onderscheidende kwaliteit 27 4 Studenten 32 Doelstellingen en resultaten 32 Versterkte werving van studenten 33 Een effectief in-, door- en uitstroombeleid: HRM voor studenten 35 Het stimuleren en koesteren van talent 37 Goede opvang en service 38 5 Onderzoek 40 Doelstellingen en resultaten 40 Versterkte nadruk op focus en kwaliteit 42 Werving van aanvullende onderzoeksmiddelen 44 6 De ruggengraat: mensen en middelen 48 Doelstellingen en resultaten 48 Een blijvend gezond financieel perspectief 48 Een HRM-beleid dat het strategisch programma ondersteunt 52 7 Universitaire Ontwikkeling 54 Doelstellingen en resultaten 54 Het sturingsconcept 54 De organisatie 56 Op weg naar een internationale academie 57 Samenwerking 59 Nieuwe initiatieven 60 8 Van programma naar agenda 62 11

Een stevig fundament 1 12 In dit strategisch programma staat de beantwoording van twee vragen centraal: Waar willen we staan met de UM in 2010? Wat moeten we doen om daar te komen? De UM bevindt zich aan het begin van een nieuwe fase. Eerst was er de pioniersfase van het eerste decennium (1976-1985), daarna volgde de periode van uitbouw en consolidatie (1986-2006). De komende jaren wil de UM haar positie als een van de betere Europese universiteiten verder uitbouwen. Dit strategisch programma is daarbij hét richtinggevende document. Een strategisch programma kan alleen succesvol zijn als het stevig gefundeerd is in de opvattingen van de medewerkers, studenten en samenwerkingspartners van de universiteit. Daarom is bij het opstellen van dit programma de mening van zoveel mogelijk belanghebbenden, zowel binnen als buiten de universiteit, betrokken: Het voorjaar van 2005 zag de start van twee universiteitsbrede debatten, waarin alle medewerkers en studenten werden uitgenodigd hun mening te geven. In thematische denktanks diepten medewerkers en studenten van de universiteit een aantal onderwerpen verder uit. Parallel daaraan vonden interviews plaats met externe stakeholders. Een enquête werd gehouden onder eerste- en tweedejaarsstudenten, middelbare scholen werden bezocht om aanstaande studenten en schooldecanen te bevragen. Op een UM-regiodag konden de belangrijke samenwerkingspartners van de UM in de (Eu)regio hun visie geven. Het strategisch programma dient als basis voor actieplannen, die met ingang van 2007 jaarlijks worden opgesteld. Daarbij zullen wederom in- en externe stakeholders worden betrokken. Het strategisch programma moet een levend document worden dat medewerkers en studenten gebruiken als leidraad bij hun werk.

een stevig fundament Daarom wordt het programma de komende jaren nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van alle betrokkenen. De positie die de Universiteit Maastricht heeft verworven is immers te danken aan hun creativiteit, hun doortastendheid en talent. Ook in de komende jaren zijn hun inspanningen essentieel zij maken de universiteit tot wat ze is! Missie De missie van de UM voor de periode 2007-2010 luidt: De UM is een internationaal georiënteerde universiteit die kiest voor: een onderscheidend onderwijsaanbod van Europese topkwaliteit hoogstaand onderzoek rond geselecteerde thema s actieve samenwerking met bedrijven en instellingen bijdrage aan de ontwikkeling van de (Eu)regio, waarvan Limburg deel uitmaakt. Visie doelstellingen van de Nederlandse samenleving. Door haar internationale studentenpopulatie, de internationale thematiek van haar opleidingen en onderzoek en haar vele internationale samenwerkingsverbanden werkt de UM mee aan de verwezenlijking van een Europa, dat zich kan meten met de sterkste kenniseconomieën ter wereld. De UM brengt studenten van buiten de EU in aanraking met het onderwijs en onderzoek van de UM, werkt samen met buitenlandse universiteiten en zet haar onderwijsconcept in bij de opbouw van universiteiten in ontwikkelingslanden. Zo snijdt het mes aan twee kanten: een kwaliteitsimpact naar binnen en een maatschappelijke bijdrage naar buiten. In een sterk globaliserende samenleving die steeds competitiever wordt, zijn communicatie, samenwerking, besef van sociale verhoudingen en maatschappelijke verantwoordelijkheid belangrijke bindmiddelen. De UM maakt zich daar in haar onderwijs sterk voor. De universiteit streeft ernaar om globalisering en de gevolgen ervan waar relevant te onderzoeken en in het onderwijs aan de orde te stellen. 13 De in dit strategisch programma gekozen koers berust op de verantwoordelijkheid die de UM krachtens de haar toegewezen taken voelt voor de Nederlandse en Europese gemeenschap. Kennis is één van de belangrijkste grondstoffen van de Nederlandse en Europese samenleving. Door het afleveren van hoger opgeleiden, het bieden van arbeidsplaatsen, het ontwikkelen van nieuwe inzichten en het creëren van bedrijvigheid draagt de UM bij aan de verdere ontwikkeling van de Nederlandse en Euregionale kenniseconomie, en aan de realisatie van werkgelegenheid in Limburg. Op die manier investeert de UM in de realisatie van de maatschappelijke Startpositie De Universiteit Maastricht is de jongste universiteit van Nederland. Op dit moment studeren en werken er zo n 12.000 studenten en 3250 medewerkers. Onderzoek en onderwijs vinden plaats binnen zeven faculteiten. De universiteit heeft zich in haar relatief korte bestaan een positie weten te verwerven door onderwijs en onderzoek op te bouwen in niches. De UM benadert thema s vaak vanuit een bijzondere invalshoek: geen bedrijfskunde maar international business bijvoorbeeld, geen psychologie maar psychologie vanuit een biologisch en cognitief perspectief.

14 1

een stevig fundament De Universiteit Maastricht is sinds haar oprichting zeer ambitieus geweest waar het gaat om onderwijs. Hoe groot die ambities waren, bleek bij de installatie in 1970 van de Commissie Voorbereiding 8e Medische Faculteit. Toen sprak de voorzitter van die commissie, Sjeng Tans, de volgende woorden: De stichting van de nieuwe universiteit biedt unieke mogelijkheden tot onderwijsvernieuwing. Juist hier, op het raakvlak van drie cultuurgebieden, doet zich de kans voor om een krachtige impuls te geven aan de toekomst van het hele Nederlandse onderwijs. 1 Sindsdien heeft de UM zich inderdaad ontwikkeld tot een universiteit die in binnen- en buitenland bekendstaat om de unieke combinatie van haar studierichtingen en het probleemgestuurd onderwijs. Onder meer door het PGO scoort het onderwijs van de UM goed tot zeer goed bij onderwijsvisitaties en vergelijkende onderzoeken. Sinds de overgang naar de bachelor-masterstructuur biedt de universiteit circa vijftien bacheloropleidingen en veertig masteropleidingen aan, waarvan het merendeel op een Europese of internationale leest geschoeid is. De universiteit heeft dan ook een internationaal karakter. Meer dan 25 procent van de studenten is afkomstig uit het buitenland. Bovendien komen er jaarlijks veel uitwisselingsstudenten naar Maastricht. De internationale oriëntatie van de universiteit wordt onderstreept door het feit dat meer dan de helft van de bacheloropleidingen en driekwart van de masteropleidingen (ook) in het Engels worden aangeboden. De Universiteit Maastricht stimuleert haar studenten om een tijd naar het buitenland te gaan en ondersteunt hen daarbij. Ook de inhoud van de opleidingen weerspiegelt het internationale karakter van de universiteit: er wordt veel aandacht besteed aan de internationale dimensie van de gekozen De faculteiten van de Universiteit Maastricht: Cultuur- en Maatschappijwetenschappen Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Geneeskunde* Gezondheidswetenschappen* Humanities and Sciences Psychologie Rechtsgeleerdheid *met ingang van 2007 te fuseren tot een Faculty of Health, Medicine and Life Sciences 1 J.G.H. Tans, De achtste, blz. 206-210, Bronk, Maasland, Installatierede Commissie Voorbereiding 8e Medische Faculteit, 1970 15

1 Onderzoeksinstituten van de Universiteit Maastricht 16 CARIM Cardiovascular Research Institute Maastricht CAPHRI Care and Public Health Research Institute CWS Cultuurwetenschappen EPP Experimentele Psychopathologie GROW Research Institute Growth & Development H&G Hersenen & Gedrag ICIS International Centre for Integrated assessment and Sustainable development IKAT Institute for Knowledge and Agent Technology Maastricht Centre for Human Rights METRO Maastrichts Europees Instituut voor Transnationaal Rechtswetenschappelijk onderzoek METEOR Maastricht Research School of Economics of Technology and Organizations NUTRIM Nutrition and Toxicology Research Institute Maastricht Onderzoeksinstituut Psychologie ROA Research Centrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt UNU-MERIT Maastricht Economic and social Research and training centre on Innovation and Technology

een stevig fundament thema s. In verband met haar positionering op de internationale onderwijsmarkt streeft de UM ernaar haar opleidingen niet alleen nationaal, maar waar dat mogelijk is ook internationaal te laten accrediteren. Recent verwierf de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde haar tweede internationale accreditatie. Het onderzoek aan de Universiteit Maastricht is georganiseerd in multidisciplinaire teams die inzichten samenbrengen ten behoeve van maatschappelijk relevante thema s. De laatste jaren is gewerkt aan verdere concentratie en kwaliteitsversterking van het onderzoek. De thema s en zwaartepunten zijn grotendeels in instituten ondergebracht. Daardoor ontstaan goede mogelijkheden voor verdere ontplooiing van het onderzoek en samenwerking in binnen- en buitenland. De universiteit participeert vaak in landelijke onderzoeksscholen, centra van hoogwaardig en erkend onderzoek. In 2005 waren er 140 promoties. Door haar relatief korte bestaan heeft de UM in vergelijking met andere universiteiten een historisch bepaalde achterstand wat betreft onderzoeksfinanciering door de overheid. Dat was en is een hindernis bij de uitbouw van het onderzoek. Mede daardoor blijft de UM ook achter in de werving van middelen uit de tweede geldstroom. In recente jaren heeft de UM samen met de andere jonge universiteiten, de Universiteit van Tilburg en de Erasmus Universiteit Rotterdam, met enig succes geprobeerd de Nederlandse politiek ervan te overtuigen dat de financieringsachterstand verkleind moest worden. De Tweede Kamer heeft de financiering van de UM opgehoogd met 1,1 miljoen euro per jaar in 2004 t/m 2006, en met nog eens 1,1 miljoen euro in 2005 en 2006. Omdat het om beperkte en vooralsnog tijdelijke bijdragen gaat, blijft het verder verkleinen van de achterstand belangrijk. De UM is in hoog tempo bezig met de valorisatie van haar kennis. Diverse activiteiten zijn in gang gezet, zoals versterking van de deelname in het topinstituut Wageningen Center for Food Sciences (WCFS) en beoogde participatie in de in oprichting zijnde Technologische Top- Instituten (TTI s) Pharma, Centre for Molecular Medicine en het BioMedical Materials program, waarvan de UM initiatiefnemer is. De universiteit is verder betrokken bij het The Hague Insitute for the Internationalisation of Law en de MTI NetSpar (Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement). Het aantal initiatieven breidt zich snel uit. Onder de UM Holding en het BioPartner Center Maastricht werken bedrijven aan de commerciële toepassing van onderzoek. Deze en andere initiatieven, zoals het Kenniscentrum Contractonderzoek, sluiten aan op de Versnellingsagenda 2005 van de provincie Limburg die in samenwerking met de UM en verschillende andere Limburgse instellingen en bedrijven is aangeboden aan de Tweede Kamer. In de concurrentiestrijd om onderzoeksmiddelen ontwikkelt de UM ook strategische consortia met bedrijven. De Universiteit Maastricht is zich zeer bewust van haar taak bij de ontwikkeling van de kenniseconomie in Limburg. De aanwezigheid van hoger opgeleiden heeft een positieve invloed op de werkgelegenheid in de regio. De universiteit is sterk verankerd in de (Eu)regio en werkt daarbinnen samen met veel bedrijven en kennisinstellingen. Potentiële partners in de (Eu)regio geven aan dat er nog veel kansen voor verdere samenwerking liggen. 17

De Universiteit Maastricht in haar omgeving 2 Een wereldwijde concurrentieslag Nederland staat voor ingrijpende hervormingen in het hoger onderwijs en onderzoek. De toenemende mobiliteit van studenten door de invoering van de bachelormasterstructuur, de dynamisering van de onderzoeksen onderwijsfinanciering en het steeds meer afrekenen op meetbare prestaties en rankings dat alles leidt tot een scherpe concurrentieslag om studenten, wetenschappers en onderzoeksmiddelen. 18 De concurrentie beperkt zich niet tot Nederland. De Verenigde Staten oefenen een onverminderd grote aantrekkingskracht uit op internationaal talent. Landen als China en India ontwikkelen in hoog tempo hun kennisinfrastructuur. Dat zal er niet alleen toe leiden dat steeds meer studenten uit die landen in eigen land een hoogwaardige opleiding kunnen volgen, maar ook dat deze landen concurrenten worden bij het aantrekken van wetenschappelijk talent. Om deze internationale concurrentieslag aan te kunnen, is Europa zijn hoger onderwijs snel aan het hervormen. Belangrijk element daarbij is de invoering van de bachelor-masterstructuur, die een sterke vergroting van de mobiliteit van studenten binnen de Europese ruimte tot gevolg heeft. De Universiteit Maastricht is daardoor niet langer één van de veertien universiteiten in Nederland, maar één van de ruim 4000 hogeronderwijsinstellingen in Europa. In Nederland is door een veranderende financiering van het hoger onderwijs bovendien een groeiende concurrentie met het bedrijfsleven, hogescholen en private onderwijsaanbieders merkbaar. Ook de competitie tussen wetenschappers zal in de komende jaren verder toenemen, nu wetenschappelijke prestaties en onderzoeksmiddelen meer en meer aan elkaar gekoppeld worden.

de universiteit maastricht in haar omgeving 19

2 20 2 Bron: Rijksbegroting 2006 Zijn op dit moment de universiteiten in Nederland tot op zekere hoogte nog vergelijkbaar, over pakweg tien jaar is dat waarschijnlijk anders. De door de overheid gewenste differentiatie levert winnaars en verliezers op in de strijd om studenten en onderzoeksmiddelen. Het tempo waarin deze veranderingen zich voltrekken, is niet bekend. Wel is duidelijk dat dit proces hoge eisen stelt aan het aanpassingsvermogen van de universiteit en haar medewerkers. De UM wil zich met duidelijke keuzes en een bijbehorend profiel op de toekomst voorbereiden. Overheidsfinanciering: dalend en onzeker Het huidige economische en politieke klimaat biedt universiteiten voor de nabije toekomst geen uitzicht op structurele verbetering van de overheidsfinanciering. Ook komen steeds meer partijen in aanmerking voor de beschikbare gelden. Deze tendens tekent zich niet alleen af bij het onderzoek, maar ook bij het onderwijs. Zo bekijkt de overheid in het kader van het zogenaamde open bestel de mogelijkheden om ook private onderwijsaanbieders uit rijksmiddelen te gaan financieren. Terwijl de studentenaantallen in Nederland toenemen, neemt de overheidsfinanciering in reële termen alleen maar af. De gemiddelde onderwijsgerelateerde bekostiging per student daalt van 5.600 euro in 2006 naar 5.200 euro in 2010. 2 Om dezelfde bekostiging te realiseren zijn dus hogere studentenaantallen nodig. Voor het onderwijs is verder de invoering van de leerrechten een belangrijke ontwikkeling. Het zwaartepunt van de onderwijsbekostiging verschuift van het aantal diploma s en dus van rendementen naar het aantal aanwezige studenten. Als de totale hoeveelheid middelen die beschikbaar is voor de onderwijsbekostiging gelijk blijft, kan deze verschuiving ongunstige effecten hebben voor een universiteit met hoge studierendementen, zoals de UM. Ook wordt de bekostiging voor studenten van buiten de Europese Economische Ruimte afgeschaft. De universiteiten moeten aan deze studenten dus tenminste een kostendekkend collegegeld vragen. In de nieuwe onderwijsfinanciering ontbreken vooralsnog incentives voor kwaliteit. Bij de financiering van onderzoek is sprake van een trendmatige verschuiving van de eerste geldstroom naar de tweede en derde. Voor die tweede en derde geldstroom moet geconcurreerd worden met andere universiteiten, kennisinstellingen en zelfs het bedrijfsleven. Het volume van de eerste geldstroom zal hoogstens geconsolideerd worden en waarschijnlijk relatief dalen. De UM moet haar ambities dus zien te paren aan een dalende en onzekerder overheidsbekostiging voor steeds duurdere onderwijs- en onderzoeksfaciliteiten. Zonder adequate maatregelen is het niet mogelijk de financiering van de UM op het huidige niveau te handhaven. De UM moet dus strategische keuzes maken en taken prioriteren. Onderwijs: de implicaties van de bachelor-masterstructuur In 2006 zijn bijna alle opleidingen in het Nederlandse hoger onderwijs overgegaan naar de bachelor-masterstructuur. Voor de Universiteit Maastricht zijn rondom de introductie van de bachelor-masterstructuur twee tegengestelde trends waar te nemen. De Nederlandse studentendeelname regionaliseert, zeker in de bachelorfase. Daardoor is bij de UM het aandeel studenten van boven de grote rivieren sterk gedaald. Tegelijkertijd is er internationaal sprake van een toenemende mobiliteit: de UM heeft steeds meer buitenlandse studenten. Ook voor de masters wordt een zeer internationale studentendeelname verwacht.

de universiteit maastricht in haar omgeving De UM met haar grote aantallen buitenlandse bachelorstudenten en met opleidingen die een studieverblijf in het buitenland voorschrijven, krijgt te maken met een relatief grote groep bachelor-alumni die in een ander land een masteropleiding gaat volgen. Internationale mobiliteit is iets dat UM-bachelors dankzij de opleiding, al dan niet in combinatie met hun herkomst, als het ware in het bloed zit. De uitstroom naar het buitenland wordt versterkt doordat de Nederlandse overheid studenten (eenzijdig) in staat stelt de Nederlandse studiefinanciering vanaf 2007 mee te nemen naar andere landen in de Europese hogeronderwijsruimte. Omdat de regionale arbeidsmarkt onvoldoende perspectief biedt, kan worden verwacht dat bachelor-alumni van de UM relatief vaak zullen kiezen voor masteropleidingen bij andere instellingen instellingen die dichter bij aantrekkelijke werkgevers liggen. De Universiteit Maastricht staat in de komende jaren dan ook voor de opgave om zowel voor de bachelor- als voor de masterfase voldoende aantallen studenten aan te trekken. Door de daling van de gemiddelde bekostiging per student en de mogelijke effecten van het stelsel van leerrechten, is tenminste een lichte stijging van de studenteninstroom in de bachelorfase noodzakelijk om de totale omvang van het UM-budget op peil te houden. Tegelijkertijd moet de verwachte uitstroom van eigen bachelor-alumni gecompenseerd worden door een relatief sterke instroom van masterstudenten vanuit andere instellingen in binnen- en vooral buitenland. Een actieve en succesvolle werving in binnen- en buitenland wordt dus steeds belangrijker. Bij dat laatste moet de universiteit rekening houden met studenten die steeds doelbewuster kiezen. Vooral de toekomstige masterstudent zal bewust kiezen voor een opleiding die past bij de loopbaan die hij of zij voor ogen heeft. Dit stelt eisen aan de vorm en inhoud van de masters. Het onderwijs in de masterfase moet daarnaast inspelen op een studentenpubliek dat gemiddeld rijper en internationaler is. Een groeiend deel van het masterpubliek is bovendien afkomstig van het hbo. Voor de UM is daarmee de vraag aan de orde of het PGO in de masterfase aanpassingen behoeft. Onderzoek: focus, massa en kennisvalorisatie De Nederlandse regering wil op twee manieren de output van het wetenschappelijk onderzoek vergroten. Enerzijds wil zij meer focus en massa in het onderzoek aanbrengen. Anderzijds legt zij veel nadruk op kennisvalorisatie: het economisch en sociaal-maatschappelijk te gelde maken van wetenschappelijk onderzoek. Hierdoor moeten universiteiten zelf meer onderzoeksmiddelen genereren. Een belangrijk instrument om die doelstellingen te bereiken is de introductie van de smart mix in de onderzoeksfinanciering. Het smart mix-programma houdt in dat de Ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Economische Zaken samen 100 miljoen euro per jaar extra ter beschikking stellen. Deze gelden gaan naar projecten die ingediend worden door combinaties van bedrijven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen. De concurrentie voor deze grootschalige projecten is hevig. En deelname is essentieel om het onderzoek van de UM te versterken. 21