Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Groep 5 Thema- overzicht
Thema- overzicht Kijken is een kunst Groep 5 Museum De Buitenplaats Kern van het thema Mensen laten graag iets van zichzelf aan anderen zien. Denk maar aan alle vakantiefoto s en selfies die op social media circuleren. Dergelijke plaatjes laten zien hoe succesvol, rijk of belangrijk iemand is (of zichzelf vindt). Mensen gebruiken dus naast woorden ook beelden om anderen te vertellen wat hen bezighoudt. Net als de foto s die velen van ons dagelijks maken en delen, verwijzen ook kunstwerken naar de dagelijkse werkelijkheid. Kunstenaars zetten het verhalende aspect van beelden bewust in om de kijker op ideeën te brengen. (Of het nu gaat om een tekening, een schilderij, een lied, een dans, een theaterstuk; een kunstenaar beleeft of ziet iets dat indruk op hem maakt en dat hij wil delen met anderen.) Door bewust gebruik te maken van beeldaspecten zoals vorm, kleur en lijn stuurt hij het kijkproces bij de toeschouwer. Maar er blijft ook veel open. De kijker vult de gaten in op basis van eigen ervaringen waardoor het verhaal bij een beeld als het ware een samenwerking is tussen kunstenaar en kijker. Een kunstwerk kan dus meerdere verhalen vertellen. Door goed naar kunst te kijken en je in te leven in de maker ervan, kun je de verhalen erbij ontdekken. De onderzoeksvraag die in deze lessenserie centraal staat is dan ook Hoe kun je beelden lezen? Deze vraag wordt als volgt uitgewerkt: Les 1 De kinderen kijken naar verschillende portretten van vroeger en van nu. Aan de hand van kijkvragen analyseren ze de portretten waardoor ze meer te weten komen over de afgebeelde persoon. Op die manier ontdekken de kinderen dat de achtergrond en de afgebeelde voorwerpen informatie leveren waarmee je het beeld kunt lezen en dat je die informatie kunt gebruiken om te ontdekken wat de boodschap achter het beeld is. In het portfolio vullen de kinderen het Ik- museum met betekenisvolle informatie (beelden en teksten) over henzelf, ter voorbereiding op de verwerkingsopdracht bij les 4. Les 2 In deze les draait het om inspiratie en inspiratiebronnen. De kinderen kijken naar een filmpje van een gebeurtenis op straat. Daarna zien ze hoe deze gebeurtenis een inspiratiebron voor kunstenaars kan zijn en hoe een alledaags tafereel in verschillende media uitgedrukt kan worden. Vanuit een eigen inspiratiebron maken de kinderen een ontwerp voor een kunstwerk. Les 3 Tijdens het bezoek aan Museum De Buitenplaats beleven en onderzoeken de kinderen kunst. Ze ontdekken dat het verhaal bij een kunstwerk gemaakt wordt door de kunstenaar en de kijker samen. Het is dus een constructie van maker en toeschouwer. De kinderen leren dat de kunstenaar door het bewust inzetten van beeldaspecten hints geeft aan degene die het beeld bekijkt. In groepjes maken de kinderen met behulp van een onderzoekboek en denksleutels een verhaal bij een beeld. Alle groepjes presenteren hun verhaal aan de klas. Les 4 Deze les start met een diaserie over het effect van beeldaspecten als vorm, kleur en lijn. Daarna maken de kinderen een portret van zichzelf in een medium naar keuze (tekenen, schilderen, beeldend of Thema- overzicht Kijken is een kunst 2
fotografie). Bij het maken van hun portret maken de kinderen gebruik van beeldaspecten om het verhaal dat ze over zichzelf willen vertellen te ondersteunen. Vakoverstijgende aansluiting Beeldende vorming Les 2 Beeldende vorming: Het ontwerp dat de kinderen maken kunnen ze op een later moment daadwerkelijk uitvoeren. Les 4 Beeldende vorming: De kinderen maken een portret van zichzelf. Kerndoelen Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren: In les 1 t/m 4 werken de kinderen regelmatig samen in groepjes. Om de hele klas op de hoogte te brengen van de resultaten, bereiden de kinderen korte presentaties voor met een informatief karakter. Kerndoel 3: De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren: Over kunst kunnen de meningen verschillen. In les 1 t/m 4 worden de kinderen aangemoedigd om hun eigen mening te geven over dat wat ze zien en hun mening te ondersteunen met argumenten. Daarnaast leren de kinderen kritisch te luisteren naar de meningen van anderen en hierop te reageren met aanvullingen of vragen. Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren: In les 1 t/m 4 komen de kinderen in aanraking met beeldende kunst en beeldcultuur. Het gekozen perspectief is dat van de leerling. De centrale vraag (Hoe kun je beelden lezen ) leert hen in algemene zin iets over het effect van beeldaspecten als compositie, ruimte, kleur, vorm en lijn. Daarnaast maken de kinderen kennis met de technieken schilderen, tekenen, beeldend en fotografie. Dit zijn ook de technieken waar de schilders die exposeren bij Museum De Buitenplaats over het algemeen in werken. De eindopdracht is het maken van een zelfportret in een van deze vier technieken. Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren: In les 1 t/m 4 maken de kinderen kennis met kunstwerken van beroemde kunstenaars via enkele diaseries op het digibord en een bezoek aan Museum De Buitenplaats. Iedere les heeft een verwerkingsvorm waarbij de kinderen oefenen met het geven van betekenis aan de beelden die ze zien. Ze worden steeds uitgedaagd om na te denken over de beweegredenen van de maker van een kunstwerk. Ook worden ze uitgedaagd om na te denken over zichzelf en wat ze van zichzelf in een kunstwerk zouden willen laten zien. In het ik- museum in het portfolio krijgen de kinderen de kans op te schrijven wat ze van zichzelf aan anderen zouden Thema- overzicht Kijken is een kunst 3
willen laten zien. Deze informatie gebruiken ze in de laatste les in een zelfportret. Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed: In les 1 t/m 4 gaat het om het betekenis geven aan kunst. Het verhaal van het kunstwerk wordt benaderd vanuit het perspectief van het kind. De eigen ervaringen en herinneringen van de kinderen bepalen voor een groot deel het verhaal bij het kunstwerk. Basistalenten Les 1: Communicatief talent + sociaal talent. De kinderen bespreken verschillende zelfportretten. Ze informeren anderen over hun ideeën, ze luisteren naar de inbreng van een ander en ze werken samen in een groepje. Les 2: Cognitief talent. De kinderen doen kennis op over verschillende media waar een kunstenaar gebruik van kan maken om zichzelf mee uit te drukken. Via een test leren de kinderen iets over zichzelf. Ze ontdekken naar welk medium hun eigen voorkeur uitgaat. Les 3: Communicatief talent + cognitief talent + sociaal talent. De kinderen reflecteren op hun eigen ik, in een groepje bereiden ze een presentatie voor waarbij ze samen met anderen een verhaal bij een beeld reconstrueren. Hiervoor overleggen ze met anderen, brengen ze hun eigen mening naar voren maar luisteren ze ook naar de mening van een ander. Les 4: Creatief talent. De kinderen drukken op eigen wijze hun identiteit uit door zaken die zij als kenmerkend beschouwen voor zichzelf uit te vergroten in een zelfportret. Mediawijsheid In deze lessenserie worden de kinderen uitgedaagd om nauwkeurig en zorgvuldig naar verschillende kunstwerken te kijken, voordat ze een uitspraak doen over de betekenis ervan. De kinderen leren dat beelden (in welke vorm dan ook) informatiedragers zijn, net als woorden. En net als woorden kun je ook beelden lezen, door te letten op verschillende beeldaspecten. Deze beeldaspecten worden door kunstenaars zeer bewust ingezet om de zeggingskracht van hun kunst te versterken. Net als literatuur en poëzie zijn kunstwerken meerduidig. De kinderen ontdekken bijvoorbeeld dat als meerdere mensen naar het zelfde werk kijken, het verhaal erbij voor iedereen anders kan zijn. Kijken en praten over kunst leert de kinderen dus dat de werkelijkheid niet voor iedereen gelijk is en dat een deel van het verhaal bij een kunstwerk tot stand komt in hun eigen hoofd. Thema- overzicht Kijken is een kunst 4
Lesoverzicht Tijd Lesdoelen Leerdoelen Basistalenten 1. Ik en mijn selfie 50 min De kinderen kijken naar een selectie portretten. Ze analyseren de beelden aan de hand van een set kijkvragen. In het portfolio vullen ze het ik- museum in, waarmee ze in beeld en tekst reflecteren op zichzelf. De kinderen kunnen in eigen woorden uitleggen hoe, voor hen, het verhalende aspect in beelden ontstaat. De kinderen kunnen een relatie leggen tussen een afgebeeld persoon en de overige attributen in de voorstelling. De kinderen kunnen een verhaal bedenken bij een beeld. Communicatief en sociaal. 2. Dit maak ik 55 min De kinderen kijken naar vier kunstwerken over hetzelfde onderwerp, uitgewerkt door verschillende kunstenaars in verschillende technieken. De kinderen vullen een werkblad in en maken een schetsontwerp voor een kunstwerk. De kinderen kennen de betekenis van het woord inspiratiebron en kunnen vertellen wat hun eigen inspiratiebronnen zijn. De kinderen kunnen voorbeelden geven van manieren waarop een kunstenaar zijn eigen ervaringen met de werkelijkheid kan verwerken in een kunstwerk. Cognitief en creatief. Vanuit een eigen inspiratiebron maken de kinderen een ontwerp voor een eigen kunstwerk. 3. Verhalen bij beelden 2,5 uur De kinderen bekijken kunstwerken in de tuin en in het museumpaviljoen van Museum De Buitenplaats. Met behulp van denksleutels ontrafelen ze het verhaal achter een kunstwerk. De kinderen presenteren hun bevindingen aan de De kinderen kunnen een mogelijke betekenis toekennen aan een beeld door zich te verplaatsen in de gedachtegang van een kunstenaar. De kinderen wisselen kijkervaringen uit en praten met elkaar over wat het beeld voor hen betekent. Cognitief, communicatief en sociaal. Thema- overzicht Kijken is een kunst 5
klas. De kinderen kunnen in groepjes een passend verhaal bedenken bij een beeld en dit met argumenten onderbouwen. 4. Dit ben ik, echt? 60 min De kinderen maken een zelfportret in het medium dat het beste bij hen past. De kinderen zetten beeldaspecten bewust in om daarmee het verhaal dat ze over zichzelf vertellen te ondersteunen. De kinderen kunnen uitleggen hoe beeldaspecten als kleur, vorm en lijn een bijdrage kunnen leveren aan het verhaal dat een kunstenaar wil vertellen. De kinderen maken een zelfportret waarbij ze beeldaspecten functioneel toepassen. Creatief. Thema- overzicht Kijken is een kunst 6