De NVMW en de brede professional

Vergelijkbare documenten
Maatschappelijk werk is dood. Leve maatschappelijk werk?

Eén voor allen, allen voor één

Werken aan de nieuwe sociaal werker

De nieuwe professional

De Leerstoel Grondslagen van het Maatschappelijk Werk

Nieuwe tijden ander sociaal werk. Hans Boutellier Conferentie Wmo-werkplaatsen Utrecht 10 oktober 2014

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Samenvatting. Aanleiding en adviesvraag

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Een open gesprek met de cliënt en het netwerk maakt de samenwerking duurzaam

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen

Professionele verantwoordelijkheid, bekwaamheid en bevoegdheid

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Het huis met de zeven kamers

Professioneel samenwerken in de wijk Sjiera de Vries, lector Sociale Innovatie

GENERALISTISCH WERKER VAN DE TOEKOMST

Betekenis voor praktijk en onderwijs. Theo Roes

10/02/2014. Intro. Sociaal functioneren. Meervoudig verbinden in sociale complexiteit m Hans van Ewijk. Marcel en Mireille. Nieuwe sociale kwestie

De kracht van maatschappelijk werk in de

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek.

Betekenis voor beroepsonderwijs

Jos van der Lans Hogeschool ZUYD 28 maart

Durf jij het aan? Nieuwe eisen aan de sociale professies

De maatschappelijke waarde van verplegen. Aart Eliens Programmaleider AVVV

Leerkring Samen werken en samen leren in wijkteams. Erik Sterk, 5 maart 2015

De verbinding tussen gezondheidsachterstanden en de 3 D s in het sociaal domein: de rol van het (wijk)team

Hoe komen we in topvorm?

Social Work under construction: transformeren in onderwijs

Maatschappelijk dienstverlenen in een veranderende omgeving

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

Professionalisering van het sociaal werk. Integraal en generalistisch werken Marcel van Eck, Ard Sprinkhuizen, Isolde Driesen en Carla Nouwen

Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies

Bestuurlijke afspraken Investeren in kwaliteit verpleeghuiszorg : zinvolle daginvulling en deskundig personeel.

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

DE OPDRACHT. Lectoraat Maatschappelijk Werk Inholland / Sociaal Werk in de Wijk 1. Terug naar de toekomst van maatschappelijke ondersteuning

Letseldiagnostiek bij kinderen. Informatie voor verwijzers

Workshop Krimpcafe XL Maatwerk op lokaal niveau. Jaap Ikink. 12 juni 2014

Literatuurlijst. Alblas, G., & Wijsman, E. (2013). Gedrag in organisaties (6e ed.). Groningen: Noordhoff Uitgevers.

Training. Jobcoach in bedrijf. Economische waarde door menselijke waarde

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij

Conferentie Promoveren en promotietrajecten. VU Amsterdam, 15 mei 2013

Opleidingsprogramma De Wmo-professional

Sociale wijkteams

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Langer thuis door innovatieve wijkverpleging. Andere focus, betere uitkomsten

Verbinden als ambacht Over de noodzaak van vakmanschap in sociaal werk

SAMEN (BLIJVEN) LEREN

VERZAMELSCORELIJST VAN GEWENSTE EN AANWEZIGE (DEEL)KWALIFICATIES VOOR SPH ERS IN DE FUNCTIE VAN HULPVERLENER, TEAMBEGELEIDER OF MANAGER

Missie en visie Sociom

Gemeenten zijn druk met de inrichting van het MARIE KAMPHUIS LEZING 2015 GEZOND MET SOCIAAL WERK

Vanuit een gezamenlijk belang, duurzaam verbinden.

Letseldiagnostiek bij kinderen

Op naar een beroepsvereniging van sociaal werkers! Uitwerking van de Koers Vooraf

Thuis zijn in Julianadorp Projectplan conceptversie november 2006 Willem Stam

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten

Thematafel Regiefunctie in de wijk

Geachte lezer, Anne-Corine Schaaps directeur

Kennis van de Overheid. Maatschappelijk. Zorg voor. zorgen dat

Zorgpact. Leiden, 9 september 2015

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 april 2014 Betreft Beroep en opleiding verpleegkundige

Transvorm Actueel. Innoveren in praktijkleren. 18 juni 2014

De droomprofessional Vakmanschap in een nieuw jasje

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

NUMMER 6 DECEMBER 2014 VAKBLAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WERK. Maatwerk THEMA DE AMBACHTELIJKE KERN VAN HET VAK

Najaarscongres VMP/VHMZ. Nijkerk, 19 november 2015 Dr. Wilma van der Scheer

Actieplan Professionalisering Jeugdzorg: de resultaten

Beroepsregistratie voor psychologen, (ortho)pedagogen en psychotherapeuten werkzaam in jeugdhulp en jeugdbescherming

Factsheet Beroepsregistratie voor psychologen, (ortho)pedagogen en psychotherapeuten werkzaam in jeugdhulp en jeugdbescherming

Mienskip als basis voor een vitaal Friesland een beschouwing vanuit demografische ontwikkelingen met een verbinding naar het sociale domein

3 Actief burgerschap 57

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Datum: 13 januari 2015 Kenmerk: /AW/HKT Onderwerp: Reactie op de evaluatie wijkzorg 2014

7Voorwoord bij de eerste druk 7 8De opbouw van het boek 8 9Een woord van dank Voorwoord bij de tweede druk 11

BETEKENIS NORMALISEREN VANUIT VERSCHILLENDE PERSPECTIEVEN

Module Samen met jongeren nadenken over werken en leren voor Sociale Wijkteams

Missie en visie Sociom

Lectoraat Beroepsinnovatie Social Work Fontys Hogeschool Sociale Studies

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG

Sociale netwerken in F-ACT. Wat werkt? Raymond Brandt, Pro Persona Ilse Menheere, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Thema s voor diversiteitsbeleid. In de maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen

Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe Overzicht. Aanleiding Wmo-werkplaatsen. Opzet, bevindingen en resultaten. Aanleiding Wmo-werkplaatsen

Handboek van werken _Sociom_HandboekVanWerken_aangepast_HR.indd :02

Pamflet 11 Peel en Maas 11 succesfactoren voor opbouwwerk en sociale wijkteams

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Samenwerken in de Praktijk

Samenvatting bijeenkomst Stip aan de Horizon 14 maart 2016

Wijkverpleging in december 2014 Christina Woudhuizen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Over zelfredzaamheid, professionals en maatschappelijke ondersteuning

Strategisch bedrijfsplan Het Algemeen Maatschappelijk Werk werkt voor mens en maatschappij

MORELE SPANNINGSVELDEN IN HET AMBULANT SOCIAAL WERK

Specialisten of generalisten? Bachelor of Master?

De Wmo, De Kanteling & decentralisaties: ontwikkelingen, kansen, risico s

Inhoud. Voorwoord 8. Inleiding 10

(Epilepsie) Groei-wijzer

Ouderen(zorg) van de toekomst. Opkomst verzorgingsstaat Ontwikkelingen Grenzen aan de groei Ouderen van de toekomst Ouderenzorg van de toekomst

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK

Leren omgaan met onbegrepen (probleem)gedrag. Advies- en ondersteuningstraject voor mantelzorgers van thuiswonenden met dementie

Transcriptie:

De NVMW en de brede professional Advies nummer 3 van de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) van de NVMW Utrecht, februari 2014 1

Leden van de WAR Sietske Dijkstra, Rick Kwekkeboom, Jos van der Lans, Henk Jongman, Frans Spierings, Lisbeth Verharen, Margot Scholte, Hans van Ewijk, Willem Melief (secretaris) en Lia van Doorn (voorzitter). De kernredactie voor dit advies werd gevormd door: Hans van Ewijk, Henk Jongman, Willem Melief en Lia van Doorn. 2

Introductie In 2013 hebben de voorzitter van het bestuur en de directeur van de NVMW de wetenschappelijke adviesraad (WAR) verzocht advies uit te brengen over de volgende vraag: In Welzijn Nieuwe Stijl en andere documenten wordt gepleit voor de brede professional. Hoe kan dit concept praktisch worden uitgewerkt? Welke professionaliteit wordt gevraagd van deze brede sociaal werker? Wat betekent dit voor de NVMW: voor de organisatie en haar leden? In de toelichting benadrukt de NVMW dat zij via het advies zicht wil krijgen op de complexiteit van de ontwikkelingen van de brede professional en handvatten zoekt om het concept verder te doordenken en de discussie te ordenen. In meerdere vergaderingen, en in sub-vergaderingen van de kernredactie, heeft de WAR hierover een advies geformuleerd. Dit is in september 2014 aan de NVMW aangeboden. Het advies is als volgt opgebouwd. Eerst worden enkele uitgangspunten geschetst die ten grondslag liggen aan het advies. Gevolgd door het advies op basis van negen punten. Tenslotte volgt een lijst met relevante literatuur. Uitgangspunten In de gedachtenvorming binnen de WAR over de richting van het advies, kwamen een aantal punten naar voren die ten grondslag liggen aan het advies. Deze passeren hierna de revue: Het idee van de brede professional als een spil in de eerste-lijn van zorg en welzijn zet zich in hoog tempo door en zal naar inschatting van de WAR ook de komende jaren de lokale sociale agenda domineren. Daarnaast zijn er ook ontwikkelingen op hogescholen waarin de discussie over verbreding speelt. Het sociaal-agogisch onderwijs heeft een nieuwe beroepenstructuur omarmd en neemt daarmee afscheid van het agogisch domein dat uit afzonderlijke beroepskolommen bestaat (zoals MWD, SPH en CMV). Met de nieuwe beroepenstructuur wordt nu gekozen voor het beeld van een boom, met een stevige gemeenschappelijke stam en met takken, waaronder het maatschappelijk werk. Het is evident dat de NVMW zich dient te verhouden tot deze brede sociale professionaliteit die zich zowel in het werkveld als in het onderwijs ontwikkelt. In een eerder advies (nummer 2) pleitte de WAR er reeds voor dat de NVMW zich verder gaat verbreden: dat ze koerst op het gemeenschappelijke en met sociaal werkers van verschillende pluimage één familie vormt. Het sociaal werk staat momenteel sterk onder druk, onder andere vanwege de omvorming van de verzorgingsstaat naar de participatiesamenleving, transities en bezuinigingen. Voor het maatschappelijk werk is het van groot belang om de krachten te bundelen met aanverwante beroepsgroepen en functies. Om bondgenoten te zoeken, de gelederen te sluiten en gezamenlijk op te trekken. Zowel naar verschillende overheden, financiers en tweedelijnsvoorzieningen als naar de opleidingen. 3

De term brede sociale professional wordt vaak in één adem genoemd met de term de generalist. Deze laatste term (vgl. Scholte e.a., 2012) is een voortschrijdende conceptualisering van de brede professional die doortastend is, verstand heeft van meerdere leefgebieden en die burgers en hun netwerken kan ondersteunen en activeren. Het concept van de generalist is in de literatuur uitvoerig gedefinieerd. In de praktijk is het echter nog in ontwikkeling. Ook de vraag hoe de generalist zich precies zal gaat verhouden tot specialisten in de tweede lijn, is nog ongewis. Om spraakverwarring rond de termen generalist/specialist te voorkomen, hanteert de WAR in dit advies de term brede sociale professional. De WAR benadrukt dat er over de ontwikkeling van het sociale domein en de sociaal-agogische beroepen momenteel veel vragen zijn en nog weinig uitgekristalliseerde antwoorden. De stelselwijzigingen in ons land staan nog in de steigers. De komende jaren zal gaandeweg duidelijker worden welke kant de ontwikkelingen uit gaan en wat de implicaties daarvan zijn voor het sociale domein. Al experimenterend, zoekend en tastend, zullen andere of nieuwe werkwijzen in de praktijk tot ontwikkeling worden gebracht. We zijn vermoedelijk nog niet toe aan het implementeren en borgen van de ontwikkelingen rond de brede professional. Wat zich momenteel al wel duidelijk aftekent, is de nadere verkenning van de grenzen tussen de beroepen en functies en de sociaal-agogische opleidingen. Voor de sociaal-agogische beroepsgroepen is de grote uitdaging erin gelegen om mee te bewegen met de maatschappelijke vraagstukken van deze tijd en over de grenzen van beroepen en functies en over de kokers van de verschillende sociale opleidingen heen te kijken. Ze staan voor de uitdaging om niet zozeer te kijken naar verschillen met andere beroepsgroepen, maar vooral naar de overeenkomsten; om niet alleen oog te hebben voor het onderscheidende, maar ook voor het verbindende, voor het gemeenschappelijke met de aanverwante beroepsgroepen en functies. Tegelijkertijd staan ze voor de uitdaging om de verschillen met andere beroepsgroepen te borgen en de eigen identiteiten te behouden. De huidige opgave is erin gelegen om te convergeren en te divergeren. Dit strook met het beleid dat de NVMW heeft ingezet, namelijk om zich te verbreden tot een beroepsvereniging voor zowel maatschappelijk werkers als voor jeugdzorgwerkers en sociaal-agogisch werkers, met aandacht voor het gemeenschappelijke en erkenning van de verschillen en met behoud van identiteiten. Overigens verwacht de WAR dat, naast de ontwikkeling van de brede sociale professional, veel gespecialiseerde sociale functies zoals ziekenhuis- of bedrijfsmaatschappelijk werk - blijven bestaan. Het gaat veeleer om een kristallisatiepunt op lokaal niveau en niet zozeer om een totale vervanging van alle functies in het sociale domein. Tenslotte wijst de WAR er op dat de ethische dimensie van het beroep van de (brede) sociaal werker in toenemende mate in het geding is. In de context van de participatiesamenleving, maakt de verhouding tussen burgers met betrekking tot verantwoordelijkheid en zorg voor elkaar, een ingrijpende verandering door. Het ligt in de lijn der verwachting dat brede sociaal werkers door hun opdrachtgevers in toenemende mate belast gaan worden met het bevorderen van deze nieuwe sociale verhoudingen. Wellicht wordt er in de toekomst van deze sociaal werkers minder vrijblijvendheid verwacht en meer identificering met de officiële beleidsdoelen. Dit kan op gespannen voet komen te staan met de beroepsopvattingen van het sociaal werk en noodzaken om een tegengeluid te laten horen. 4

Advies 1. De WAR adviseert de NVMW om zich intensief te bemoeien met het debat over de brede sociale professional en de opleiding daartoe. Deze ontwikkeling raakt de positie maar ook het hart van het maatschappelijk werk. 2. Het maatschappelijk werk kan met recht van spreken inbrengen dat de professie een uitstekende kern of basis vormt voor de brede professional. In het rapport Regie aan de Poort van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg wordt het maatschappelijk werk als kernprofessie in de eerstelijns zorg met name genoemd, zij het wel in de brede betekenis van Welzijn nieuwe stijl. 3. We adviseren de NVMW om mede vorm te geven aan de contouren van een in essentie brede sociale professional die zich inzet waarvoor het maatschappelijk werk zich altijd al heeft ingezet. Daarbij kan de NVMW een genuanceerd beeld geven van de kracht van het werk en van de meerwaarde van kruisbestuiving met andere beroepen in het sociaal-agogisch beroepsdomein zoals het sociaal pedagogisch werk, opbouwwerk, sociaal cultureel werk, maar ook de wijkverpleging en de sociaal psychiatrische verpleegkundige. 4. Daarmee nodigt de NVMW andere beroepsgroepen uit om samen de brede professional een ordentelijk jasje te geven. Met de generalisten in de wijkteams en de jeugdzorgmedewerker zijn twee professionele varianten ontstaan die niet exclusief met één beroepsgroep geïdentificeerd kunnen worden. Maatschappelijk werkers zijn voor beide beroepsvarianten goed toegerust. 5. We geven de NVMW in overweging om minstens voorlopig een aparte kamer binnen de organisatie in te richten voor de zich vormende brede professional. 6. Essentieel is dat de NVMW zich sterk maakt dat de brede sociale professional kwalitatief goed aan de maat is. Met enige zorg ziet de WAR dat in het lokale enthousiasme nogal eens voorbijgelopen wordt aan de kunst van het vak om met zoveel diverse complexiteit om te gaan. Het vraagt om professionals die veel kennisgebieden met elkaar kunnen verbieden, die vakkundig zijn en beroepsethisch onderlegd, die in staat moeten zijn om mensen te activeren en om samen te werken met sociale netwerken van burgers en met vrijwilligers. Daarnaast dienen ze ook te kunnen samenwerken met professionals in de eerste en tweede lijn en met uiteenlopende instituties zoals werkgevers, scholen, overheden en huisartsenposten. Daarnaast dienen ze voldoende ruimte te bieden aan de meest kwetsbare burgers. 7. In de lijn daarvan adviseert de WAR de NVMW zich sterk te maken om analoog aan de jeugdzorgmedewerker te pleiten voor een duidelijke kwaliteitsborging door middel van profilering, selectie, registratie, permanent leren en monitoring, zowel op het individuele niveau als het collectieve niveau van de lokale en landelijke overheid. Dus, zorg dat de brede sociale professional adequaat werk levert als persoon, maar ook dat deze professional inderdaad gaat bijdragen aan minder doorverwijzing, meer inschakeling van de leef- en werkomgeving en burgerinitiatieven ondersteunt en stimuleert waar dat nodig is. 8. Voorts vraagt de WAR aandacht voor de opleiding, zowel de initiële opleiding als het ontwikkelen van masters en na- en bijscholingsprogramma s. De WAR meent dat minstens een deel van de lokale brede sociale professionals masters moeten zijn en minimaal een bachelor opleiding moeten hebben binnen een van de sociaal-agogische beroepsgroepen. En dat alle lokale 5

sociale professionals zich goed begeleid ontwikkelen tot steeds betere professionals. Daarbij past ook aandacht voor de kwaliteit van vrijwilligers en de ondersteuning van vrijwilligers. 9. Voor de nadere profilering en wetenschappelijke onderbouwing van de brede sociale professional adviseren we de NVWM actief betrokken te zijn bij het onderzoek en werk van Movisie en de lectoraten. Dit vooral door bij deze instanties voortdurend aan te dringen om professionals te betrekken in de ontwikkeling van deze professionaliteit maar ook door als NVMW actief mee te denken. 6

Literatuur RVZ (2012). Regie aan de Poort. Basiszorg als verbindende schakel tussen persoon, zorg en samenleving. Advies uitgebracht door de Raad van Volksgezondheid en Zorg aan de staatssecretaris van VWS. Den Haag. RMO (2005). Niet langer met de ruggen naar elkaar. Een advies over verbinden. SDU: Den Haag. Schilder, L (2013). Leren dat maatschappelijk werkt. Het versterken van de beroepsidentiteit van de maatschappelijk werker door middel van leerprocessen op en ronde de werkplek. Eburon: Delft. Scholte, M., A. Sprinkhuizen en M. Zuidhof (2012). De generalist, de sociale professional aan de basis. Bohn Stafleu van Loghum: Houten. Sprinkhuizen, A. en M. Scholte (red) (2012). De sociale kwestie hervat. De Wmo en sociaal werk in transitie. Bohn Stafleu van Loghum: Houten. Vele takken, een stam. Kader voor de hogere sociaal agogische opleidingen (2008). SWP: Amsterdam. 7