Figuur 1. Jongeren in Friesland en Nederland, die voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004; CBS, 2003) 1.

Vergelijkbare documenten
Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar jongeren GO Jeugd 2004

Figuur 1. Redenen van jongeren om zich thuis of in de woonomgeving bang of angstig te voelen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004).

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

Psychosociale gezondheid en gedrag

Lichamelijke gezondheid

1 Algemene Gezondheid

Gezondheid in Friesland

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

Opvoedingsproblemen. leeftijd ouders leeftijd ouders leeftijd ouders middelbaar onderwijs. hoger onderw ijs.

GO Jeugd 2008 Alcohol

Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen het voorkomen van risicosituaties tussen jongens en meisjes.

Lichamelijke activiteit

Leefstijl. 1. Genotmiddelengebruik

Tabellenboek. GO Jeugd 2012

GO Jeugd 2008 Mishandeling

2 Lichamelijke Gezondheid

Demografische gegevens

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Leeswijzer Voorbeeld: Kerncijfers ervaren gezondheid, 65 jaar en ouder (%)

letsel, blessure of vergiftiging middelbaar onderwijs 75 jaar en ouder lager onderwijs hoger onderwijs

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Lichamelijke gezondheid

Gezondheid in Friesland

Gezondheid in Friesland

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

jongens meisjes 18 jaar of ouder

Psychosociale gezondheid

Kengetallen gemeenten Friesland

Rapportage quick scan Friese taal 2007 Provincie Fryslân

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Bewegen en overgewicht in Purmerend

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio s. Regio s

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

Fit en Gezond in Overijssel 2016

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

BEWEGEN IN NEDERLAND

V O LW A S S E N E N

Bewegen in Nederland

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

Rapport resultaten enquête fietsgebruik in Fryslân. december 2005

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio's

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Beweging, voeding en. (over)gewicht

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Feiten en cijfers beweegnormen

BEWEGEN IN NEDERLAND

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K

BEWEGEN IN NEDERLAND

Titel Sporten op en buiten school

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

Tussenevaluatie. Fries Jeugd en Alcoholbeleid

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006

Ontwikkeling banen in %

N O O R W E G E N. Oslo DENEMARKEN. Kopenhagen L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K. Berlijn. LUXEMBURG Luxemburg Praag. Wenen O O S T E N R IJ K

Alleen als het echt niet anders kan

30 Gezondheid van volwassenen en ouderen in de regio Noord- en Oost-Gelderland

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Eénmeting Beweegmanagement basisonderwijs. gemeente krimpen aan den ijssel

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Hoofdstuk 5. Ouderen. 5.1 Inleiding

Kinderen in West gezond en wel?

Rapportage 1 e half jaar 2013

Kinderen in Noord gezond en wel?

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK

Bewegen in Nederland

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

Woning en woonomgeving

Jeugd in Schildersbuurt. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

Hoofdstuk 3. Jeugd. 3.1 Inleiding

Kinderen in Oost gezond en wel?

Sportparticipatie Volwassenen

Tabak, cannabis en harddrugs

Jeugd in Schildersbuurt-West. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

Onderwerp : Benoeming leden welstandscommisie

4 Gezondheidsgedrag en mediagebruik

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Procesevaluatie Fries Jeugd en Alcoholbeleid

Grote banen: banen van 15 uur of meer Kleine banen: banen van minder dan 15 uur Peildatum: 1 april. Ontwikkeling werkgelegenheid in % 1,5

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Onderzoeksrapport. Sport op Basisscholen

De jeugd van tegenwoordig. Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017

socio-demografie jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

Hoeveel mensen voldoen aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde Beweegrichtlijnen 2017?

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Themarapport. Voeding en bewegen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet!

Transcriptie:

4. Lichaamsbeweging en sport Geregeld matig intensieve lichaamsbeweging heeft een gunstig effect op de gezondheid. Voorbeelden van matig intensieve beweging zijn fietsen, stevig wandelen en skaten. Ook huishoudelijke klusjes of een bijbaantje dat lichamelijke inspanning vraagt, wordt gerekend tot matig intensieve beweging. Onvoldoende lichaamsbeweging speelt een rol bij het ontstaan van overgewicht en de gezondheidsrisico s die daaruit voortvloeien. Het betreft ziekten zoals hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2 (suikerziekte). Intensieve beweging, zoals hardlopen of spel- en teamsport, verbetert het uithoudingsvermogen, spierkracht en lenigheid of de coördinatie. Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) voor de jeugd tot 18 jaar Dagelijks minimaal één uur matig intensieve beweging, waarbij de activiteit twee keer per week is gericht op het verbeteren van de fitheid (kracht, lenigheid, coördinatie). De informatie weergegeven in dit gezondheidsprofiel is voor een belangrijk deel gebaseerd op het onderzoek GO Jeugd 2004 en het onderzoek Groep 7 schooljaar 2003-2004 van GGD Fryslân. Resultaten uit GO Jeugd 2004 hebben betrekking op een steekproef van schoolgaande jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 18 jaar, in het vervolg aangeduid als jongeren. Ruim 4000 Friese jongeren zijn vertegenwoordigd in de steekproef. Resultaten uit Groep 7 schooljaar 2003-2004 hebben betrekking op kinderen uit groep 7 (bao) in de leeftijd van 10-11 jaar, in het vervolg aangeduid als kinderen. Indien andere onderzoeksbronnen zijn geraadpleegd, dan staat dit in de tekst vermeld. 4.1 Friese jeugd in beweging Naarmate de leeftijd stijgt, neemt het percentage jeugdigen dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (zie definitie in bovenstaand kader) af. 40% van de Friese kinderen (10-11 jaar) beweegt volgens de beweegnorm, terwijl deze door ongeveer 1 op de 4 Friese jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 18 jaar wordt gehaald. Het percentage Friese jongeren dat voldoet aan de NNGB wijkt niet noemenswaardig af van het Nederlandse percentage (zie figuur 1). 30 % 20 10 jongeren in Friesland 13-18 jaar jongeren in Nederland 12-17 jaar 0 Figuur 1. Jongeren in Friesland en Nederland, die voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004; CBS, 2003) 1. 1 Landelijke gegevens over bewegen zijn tot nu toe op verschillende manieren verzameld. Het CBS onderzoekt lichamelijke beweging middels een gevalideerde vragenlijst (SQUASH), die de NNGB in kaart brengt. Landelijke gegevens over bewegen zijn verzameld in een onderzoek met een andere onderzoeksopzet dan GO Jeugd 2004. Een verschil in percentages tussen Friesland en Nederland geeft een globale indicatie aan. Een verschil wordt mogelijk voor een deel bepaald door een verschil in onderzoeksopzet. GGD Fryslân 1 Jeugd

In 2004 is ruim de helft van de jongeren van 13 tot en met 18 jaar weinig tot niet actief. Dat wil zeggen dat zij dagelijks minder dan 1 uur lichamelijk actief zijn of een aantal dagen per week inactief zijn. Voor kinderen van 10-11 jaar is dit 30%. Lichamelijke inactiviteit uitgesplitst naar verschillende achtergrondkenmerken In tabel 1 staat het percentage jongeren dat weinig tot niet actief is uitgesplitst naar een aantal achtergrondkenmerken. Hieruit blijkt: Dat meer jongeren met een lager opleidingsniveau weinig tot niet actief zijn in vergelijking met jongeren met een hoger opleidingsniveau. Dat meer jongeren van allochtone afkomst (gemeten aan de hand van de gesproken taal) weinig tot niet actief zijn dan jongeren van autochtone afkomst. Voor de overige kenmerken in tabel 1 zijn kleine verschillen te zien in het percentage jongeren dat weinig tot niet actief is. Deze verschillen blijken niet significant te zijn. Dat wil zeggen dat de waargenomen verschillen na statistische vergelijking waarschijnlijk berusten op toeval. Tabel1. Jongeren die weinig tot niet bewegen, uitgesplitst naar verschillende kenmerken, % (GGD Fryslân: GO Jeugd 2004). % jongeren dat weinig tot niet actief is Geslacht Jongens 50 Meisjes 54 Opleidingsniveau Vmbo 56 Havo 49 Vwo 46 Opleiding ouders Beide ouders laagopgeleid 54 Beide ouders hoogopgeleid 50 Arbeidssituatie ouder(s) Etniciteit / Taal Geen regelmatig inkomen uit werk of pensioen Minimaal 1 ouder regelmatig inkomen uit werk of pensioen Autochtoon (taal: Nederlands / Fries) Allochtoon (taal: niet-westers) 54 52 51 81 Bij kinderen van 10-11 jaar blijkt: Dat meer meisjes dan jongens weinig tot niet actief zijn (34% van de meisjes versus 26% van de jongens). Dat 59% van de allochtone kinderen van 10-11 jaar en 29% van de autochtone kinderen van 10-11 jaar weinig tot niet actief zijn. Net als bij de oudere jeugd, blijken allochtone kinderen minder actief te zijn in vergelijking met hun autochtone leeftijdsgenootjes. (GGD Fryslân: Groep 7 schooljaar 2003-2004). Televisie en andere beeldschermactiviteiten GGD Fryslân 2 Jeugd

Beeldschermactiviteiten, zoals televisiekijken en computerspelletjes, is een belangrijke bron van inactiviteit bij jeugdigen. De laatste jaren wordt internationaal veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen televisiekijken, lichamelijke activiteit en overgewicht. Er zijn verschillende aanwijzingen dat televisiekijken het risico op overgewicht verhoogt (Renders CM et al. 2004). Uit landelijk onderzoek blijkt dat televisiekijken de meest populaire vorm van vrijetijdsbesteding is onder kinderen in de leeftijdsgroep van 3 tot en met 12 jaar. 39% van de kinderen in deze leeftijdsgroep kijkt dagelijks tussen een half en één uur per dag televisie. Een even groot percentage tussen de één en twee uur per dag. De televisie speelt in het leven van jongere kinderen een steeds grotere rol. Gemiddeld kijken kinderen van 14 maanden bijna een half uur televisie per dag. De afgelopen vijf jaar is de kijktijd van jonge kinderen van 0 tot en met 3 jaar toegenomen van zo n 5½ uur naar 6 uur per week. Baby s van niet-westerse afkomst kijken vaker en langer televisie dan hun westerse leeftijdgenootjes. Hetzelfde geldt voor kinderen die onder de armoedegrens leven. Kinderen uit gezinnen met een hoogopgeleide moeder kijken minder vaak televisie dan kinderen uit gezinnen met laagopgeleide moeders (Zeijl et al. 2005). Jongeren in Friesland besteden gemiddeld 3 uur per dag aan beeldschermactiviteiten. In figuur 2 is te zien dat televisiekijken de beeldschermactiviteit is waaraan zij gemiddeld de meeste tijd besteden. computerspel: gemiddeld minder dan 1 uur per dag DVD / video: gemiddeld een half uur per dag tv: gemiddeld 2 uur per dag Figuur 2. Verdeling van tijdsbesteding aan verschillende beeldschermactiviteiten door Friese jongeren (GGD Fryslân: GO Jeugd 2004) Jongeren die niet aan de NNGB voldoen, zitten dagelijks langer achter het beeldscherm dan jongeren die wel aan de NNGB voldoen. In figuur 3 staat, uitgesplitst naar verschillende achtergrondkenmerken, aangegeven hoeveel uur jongeren gemiddeld per dag doorbrengen achter het beeldscherm. Iedere kleur in figuur 3 betreft de hele groep jongeren, die telkens is onderverdeeld naar een ander achtergrondkenmerk. Uit figuur 3 blijkt: GGD Fryslân 3 Jeugd

Dat jongens gemiddeld meer tijd besteden aan beeldschermactiviteiten dan meisjes. Dat jongeren met een lager opleidingsniveau gemiddeld langer achter het beeldscherm zitten dan jongeren een hogere opleiding. Voor de overige kenmerken in figuur 3 zijn kleine verschillen te zien in de gemiddelde hoeveelheid tijd die jongeren achter het beeldscherm zitten. Deze verschillen blijken niet significant te zijn. Dat wil zeggen dat de waargenomen verschillen na statistische vergelijking naar alle waarschijnlijkheid op toeval berusten. gemiddeld aantal uren per dag besteed aan beeldschermactiviteiten 5 4 3 2 1 jongens meisjes vmbo havo vwo autochtone jongeren allochtone jongeren ouders geen regelmatig inkomen ouder(s) met regelmatig inkomen beide ouders laag opgeleid beide ouders hoog opgeleid 0 Figuur 3. Gemiddeld aantal uren per dag die Friese jongeren doorbrengen achter het beeldscherm afgezet tegen de kenmerken geslacht, opleidingsniveau, etniciteit (gesproken taal), arbeidssituatie van de ouder(s) en opleidingsniveau van de ouders (GGD Fryslân: GO Jeugd 2004). Samenvattend laat figuur 3 zien dat jongens op het vmbo een groep vormen, die met gemiddeld 4 uur per dag, de meeste tijd achter het beeldscherm zit. Meisjes op het vwo besteden met een gemiddelde van 2 uur per dag de minste tijd aan beeldschermactiviteiten. Regionale verschillen en de Nederlandse Norm Gezond Bewegen In de plattelandsgemeenten van Friesland haalt een hoger percentage jongeren de NNGB en is een lager percentage weinig tot niet actief dan in stadsgemeenten 2. Dit wordt voor een belangrijk deel verklaard door de fietstocht van en naar school. 48% van alle jongeren die wonen in een plattelandsgemeente fietst op schooldagen minimaal 1 uur om van en naar school te gaan. Voor jongeren die opgroeien in een stadsgemeente is dit 17%. Voor de overige items, zoals lidmaatschap van een sportvereniging, is er nauwelijks een verschil ( zie figuur 4). Ook het gemiddeld aantal uren dat jongeren besteden beeldschermactiviteiten is voor jongeren in een stadsgemeente gelijk als voor jongeren in een plattelandsgemeente. 2 Met stadsgemeente wordt hier bedoeld de gemeenten Leeuwarden, Sneek, Smallingerland, Heerenveen. Met plattelandsgemeente worden de overige Friese gemeenten bedoeld. GGD Fryslân 4 Jeugd

100 80 60 % 40 voldoet aan NNGB weinig tot niet actief lid van sportvereniging sport fietsen naar school min. 1uur stadsgemeente plattelandsgemeente 20 0 Figuur 4. Verschillen tussen jongeren in een stadsgemeente en jongeren in een plattelandsgemeente ten aanzien van aspecten van bewegen en inactiviteit, %. (GGD Fryslân: GO Jeugd 2004). 4.2 Sport In 2004 is 68% van de Friese jongeren van 13 tot en met 18 jaar lid van een sportvereniging en sport 79% van de jongeren wel eens in de vrije tijd buiten een sportvereniging om. In totaal doet 90% van de jongeren in meer of mindere mate aan sport. In 1998 in regio De Friese Wouden was dit lager, namelijk 81%. In 2004 is het percentage jongeren in regio De Friese Wouden verglijkbaar met de Friese situatie. Dit impliceert dat het percentage jongeren dat in 2004 in de vrije tijd wel eens sport, is toegenomen ten opzichte van 1998. Lidmaatschap van een sportvereniging, uitgesplitst naar verschillende achtergrondkenmerken Uit rapportages van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat in Nederland de sportdeelname onder jongeren ten opzichte van volwassenen gunstig afsteekt (Zeijl et al. 2003). Binnen de groep Friese jongeren is met het stijgen van de leeftijd een afname te zien van lidmaatschap van een sportvereniging (zie figuur 5). 80 60 % 40 jongens meisjes 20 0 13 jaar en jonger 14 jaar 15 jaar 16 jaar Figuur 5. Lidmaatschap van een sportvereniging onder Friese jongeren, naar leeftijd 3 en geslacht (%). (GGD Fryslân: GO Jeugd 2004) 3 Deze gegevens hebben betrekking op jongeren van 13 tot en met 16 jaar in het voortgezet onderwijs, die hebben meegedaan aan GO Jeugd 2004. De groep jongeren van 17 jaar en ouder in dit onderzoek bestaat voornamelijk uit leerlingen op de havo en het vwo. Omdat lidmaatschap van een sportvereniging verschilt per onderwijsniveau (tabel 2), is deze selectie gemaakt. Op deze manier is de representativiteit voor leeftijd groter. GGD Fryslân 5 Jeugd

In 1999 was in Nederland 68% van de jongeren van 12-19 jaar lid van een sportvereniging. In de leeftijdsgroep van 6 tot 12 jaar lag dit iets hoger, namelijk op 74%. Ook uit landelijk onderzoek blijkt dat lidmaatschap van een sportvereniging geleidelijk afneemt als de leeftijd toeneemt (Zeijl et al. 2003). Of jongeren lid zijn van een sportvereniging hangt van meerdere factoren af. In tabel 2 staat het percentage jongeren dat lid is van een sportvereniging uitgesplitst naar een aantal achtergrondkenmerken. Hieruit blijkt: Dat minder jongeren op het vmbo lid zijn van een sportvereniging in vergelijking met jongeren op de havo en het vwo. Dat minder jongeren van allochtone afkomst (gemeten aan de hand van de gesproken taal) lid zijn van een sportvereniging in vergelijking met jongeren van autochtone afkomst. Dat minder jongeren waarvan de ouders geen regelmatig inkomen hebben lid zijn van een sportvereniging in vergelijking met jongeren waarvan de ouders wel een regelmatig inkomen hebben. Voor de overige kenmerken in tabel 2 zijn kleine verschillen te zien in het percentage jongeren dat lid is van een sportvereniging. Deze verschillen blijken niet significant te zijn. Dat wil zeggen dat de waargenomen verschillen na statistische vergelijking niet hard te maken zijn. Tabel 2. Jongeren die lid zijn van een sportvereniging, uitgesplitst naar verschillende achtergrondkenmerken, % (GGD Fryslân: GO Jeugd 2004). % jongeren dat lid is van een sportvereniging Geslacht Jongens 70 Meisjes 66 Opleidingsniveau Vmbo 64 Havo 73 Vwo 72 Opleiding ouders Beide ouders laagopgeleid 67 Beide ouders hoogopgeleid 75 Arbeidssituatie ouder(s) Etniciteit / Taal Geen regelmatig inkomen uit werk of pensioen Minimaal 1 ouder regelmatig inkomen uit werk of pensioen Autochtoon (taal: Nederlands / Fries) Allochtoon (taal: niet-westers) 54 69 68 39 Lidmaatschap van een sportvereniging is geen garantie voor het halen van de beweegnorm. 29% van de jongeren die lid is van een sportvereniging, haalt de beweegnorm. Van de jongeren die niet lid zijn van een sportverenging haalt 22% de beweegnorm. GGD Fryslân 6 Jeugd

4.3 Beweging in de Friese gemeenten In tabel 3 staat een overzicht van het percentage kinderen en jongeren per Friese gemeente 4 dat weinig tot niet actief is. In tabel 4 staat een overzicht van het percentage jongeren per Friese gemeente 5 dat lid is van een sportvereniging en het gemiddeld aantal uren per dat jongeren dagelijks besteden aan beeldschermactiviteiten per Friese gemeente 6. De indeling in gemeenten is gedaan op basis van: De basisschool waar de kinderen op zitten, die hebben meegedaan aan het onderzoek Groep 7 schooljaar 2003-2004 van GGD Fryslân. De onderzoeksgegevens zijn geregistreerd voorafgaand of tijdens een contactmoment tussen de Jeugdgezondheidszorg en het kind en de ouder De woonplaats van de jongeren die hebben meegedaan aan het onderzoek GO Jeugd van GGD Fryslân. Een aantal gemeenten is geclusterd, omdat uitspraken op gemeenteniveau onbetrouwbaar zijn en daarom niet de juiste informatie weergeven 7. Een waargenomen verschil zoals dat in tabel 3 en tabel 4 is af te lezen, betekent niet automatisch een werkelijk verschil. Er is naar alle waarschijnlijkheid sprake van een verschil, als het verschil op statistische gronden wordt hard gemaakt. Er wordt dan gesproken van een significant verschil. De waargenomen verschillen, die statistisch niet aangetoond zijn, berusten naar alle waarschijnlijkheid op toeval. Met name bij de jongeren in tabel 3 zijn significante verschillen tussen gemeenten te zien voor wat betreft het percentage jongeren dat weinig tot niet actief is. Deze verschillen worden voor een belangrijk deel verklaard door de afstand die jongeren moeten fietsen naar het voortgezet onderwijs (zie ook figuur 3). Voor dit verschil is niet gecorrigeerd. Bij jongere kinderen op de basisschool speelt dit aspect nauwelijks mee. 4 Het percentage kinderen en jongeren per Friese gemeente dat weinig tot niet actief is, is zo weergegeven dat rekening is gehouden met eventuele verschillen tussen gemeenten in de verdeling van etniciteit, opleidingsniveau (jongeren) en geslacht (kinderen). Dit is gedaan omdat deze kenmerken een duidelijke relatie hebben met inactiviteit (zie ook tabel 1). 5 Het percentage jongeren per Friese gemeente dat lid is van een sportvereniging, is zo weergegeven dat rekening is gehouden met eventuele verschillen tussen gemeenten in de verdeling van opleidingsniveau, leeftijd, arbeidssituatie van de ouders en etniciteit. Dit is gedaan omdat deze kenmerken een duidelijke relatie hebben met lidmaatschap van een sportvereniging (zie ook figuur 5 en tabel 2). 6 Het gemiddeld aantal uren dat jongeren dagelijks besteden aan beeldschermactiviteiten per Friese gemeente is zo weergegeven dat rekening is gehouden met eventuele verschillen tussen gemeenten in de verdeling van geslacht en etniciteit. Dit is gedaan omdat deze kenmerken een duidelijke relatie hebben met de dagelijks gespendeerde tijd aan beeldschermactiviteiten. (zie ook figuur 2). 26 De Friese Waddeneilanden vormen samen een kleine groep jongeren. De omvang van de groep is te klein om op dit niveau een betrouwbare uitspraak te doen. Voor de Friese Waddeneilanden wordt in tabel 3 en 4 daarom uitgeweken naar de Friese cijfers. GGD Fryslân 7 Jeugd

Tabel 3. Percentage kinderen en jongeren dat weinig tot niet actief is per Friese gemeente, % (GGD Fryslân: GO Jeugd 2004; Groep 7 schooljaar 2003-2004). % kinderen dat weinig tot niet % jongeren dat weinig tot niet actief is* actief is Achtkarspelen 27 49 Friese Waddeneilanden Zie totaal het Bildt 29 53 Boarnsterhim 30 47 Bolsward en Sneek 29 69*** Dantumadeel 28 48 Dongeradeel 33 56 Ferwerderadiel 24 55 Franekeradeel 30 62 Gaasterlân-Sleat, Nijefurd, Wymbritseradiel 26 53 Harlingen 36 64 Heerenveen 29 50 Kollumerland c.a. 24 59 Leeuwarden 35*** 69*** Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel 26 40*** Lemsterlân 33 55 Littenseradiel: zie Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel Menaldumadeel: zie Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel Nijefurd: zie Gaasterlân-Sleat, Nijefurd, Wymbritseradiel Ooststellingwerf 26 49 Opsterland 26 41*** Skarsterlân 33 53 Smallingerland 31 61*** Sneek: zie Bolsward / Sneek Tytsjerksteradiel Weststellingwerf 33 40*** Wymbritseradiel: zie Gaasterlân-Sleat, Nijefurd, Wymbritseradiel Wûnseradiel 26 37*** Totaal 30 52 * gecorrigeerd voor etniciteit (gesproken taal) en geslacht ** gecorrigeerd voor onderwijstype en etniciteit (gesproken taal) *** aangetoond (significant!) verschil voor wat betreft dit onderwerp tussen kinderen / jongeren in gemeente x en kinderen / jongeren in Friesland (alpha =0.05). 34 49 GGD Fryslân 8 Jeugd

Tabel 4. Percentage jongeren dat lid is van een sportvereniging in de Friese gemeenten en het gemiddeld aantal uren per dag dat jongeren (13-18 jaar) besteden aan beeldschermactiviteiten per Friese gemeente (GGD Fryslân: GO Jeugd 2004) % jongeren dat lid is van een sportvereniging* Gemiddeld aantal uur per dag besteed aan tv, DVD/video, computerspelletjes ** Achtkarspelen 72 3.3 Friese Waddeneilanden Zie totaal het Bildt 64 3.2 Boarnsterhim 60 3.4 Bolsward en Sneek 65 3.5 Dantumadeel 76 3.3 Dongeradeel 73 3.0 Ferwerderadiel 62 3.1 Franekeradeel 73 3.2 Gaasterlân-Sleat, Nijefurd, Wymbritseradiel 72 3.2 Harlingen 77*** 3.3 Heerenveen 57*** 3.4 Kollumerland c.a. 77*** 2.9 Leeuwarden 74 3.4 Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel 70 2.9 Lemsterlân 60*** 3.5 Littenseradiel: zie Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel Menaldumadeel: zie Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel Nijefurd: zie Gaasterlân-Sleat, Nijefurd, Wymbritseradiel Ooststellingwerf 61 3.4 Opsterland 65 3.2 Skarsterlân 59 3.4 Smallingerland 61 3.0 Sneek: zie Bolsward, Sneek Tytsjerksteradiel Weststellingwerf 72 3.1 43*** 3.3 Wymbritseradiel: zie Gaasterlân-Sleat, Nijefurd, Wymbritseradiel Wûnseradiel 46*** 3.1 Totaal 68 3.2 * gecorrigeerd voor opleidingsniveau, leeftijd, etniciteit, arbeidssituatie van de ouders; ** gecorrigeerd voor geslacht en opleidingsniveau; *** aangetoond (significant!) verschil voor wat betreft dit onderwerp tussen jongeren in gemeente x en jongeren in Friesland (alpha =0.05). GGD Fryslân 9 Jeugd

Conclusies Lichaamsbeweging en Sport Een kwart van de Friese jongeren van 13 tot en met 18 jaar voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Dit is vergelijkbaar met Nederlandse jongeren. 40% van de Friese kinderen van 10-11 jaar haalt de beweegnorm. Ruim de helft van de Friese jongeren is weinig tot niet actief. Bij kinderen van 10-11 jaar is dit 30%. Meer jeugdigen van allochtone afkomst zijn weinig tot niet actief dan jeugdigen van autochtone afkomt. Voor jongeren geldt dat de inactiviteit afneemt naarmate het opleidingsniveau van jongeren toeneemt. Op de kinderleeftijd (10-11 jaar) zijn meer meisjes dan jongens weinig tot niet actief. Dit verschil is minder zichtbaar op oudere leeftijd. Minder jongeren uit stadsgemeenten voldoen aan de beweegnorm in vergelijking met jongeren uit plattelandsgemeenten. Regionale verschillen ten aanzien van de beweegnorm worden mogelijk voor een deel verklaard door de afstand die jongeren in plattelandsgemeenten van en naar school fietsen. Gemiddeld kijken kinderen tussen de 0 en 3 jaar 6 uren per week televisie. Een grote meerderheid van kinderen in de basisschoolleeftijd kijkt dagelijks televisie, variërend van een half uur tot 2 uur per dag. Friese jongeren zitten gemiddeld 3 uur per dag achter het beeldscherm. Jongens op het vmbo besteden met gemiddeld 4 uur per dag de meeste tijd aan beeldschermactiviteiten. Jongeren die voldoen aan de beweegnorm besteden gemiddeld minder tijd aan beeldschermactiviteiten. 68% van de Friese jongeren is lid van een sportvereniging. 90% doet in meer of mindere mate aan sport, al dan niet bij een vereniging. In 1998 in De Friese Wouden was dit 81%. Lidmaatschap van een sportvereniging neemt geleidelijk af als de leeftijd toeneemt. Op het vmbo zijn minder jongeren lid van een sportvereniging dan op de havo en het vwo. Jongeren van allochtone afkomst zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan jongeren van autochtone afkomt. Jongeren waarvan de ouders geen regelmatig inkomen hebben zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan jongeren waarvan de ouders wel een regelmatig inkomen hebben. Lidmaatschap van een sportvereniging is geen garantie voor het halen van de beweegnorm. GGD Fryslân 10 Jeugd Januari 2005

Geraadpleegde bronnen GO Jeugd 2004; Onderzoek naar de gezondheidssituatie van de Friese jeugd van 13-18 jaar; GGD Fryslân; 2004 (databestand) Groep 7 schooljaar 2003-2004; Periodiek geneeskundig onderzoek van de Friese jeugd in groep 7; GGD Fryslân ; 2003-2004 (databestand) Renders CM, Henneman L, Timmermans DRM, Hirasing RA; Televisiekijken en enkele eetgewoonten bij Amsterdamse 6-14 jarigen; een transversaal onderzoek; Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 148 (42): 2072-2076; 2004 Zeijl E, Crone M, Wiefferink K, Keuzenkamp S, Reijneveld M; Kinderen in Nederland; SCP / TNO; 2005 Zeijl E, Beker M, Breedveld K, Broek van den A, Haan de J, Herweijer L, Huysmans F, Wittebrood K; Rapportage Jeugd 2002; SCP; Den Haag; 2003 GGD Fryslân 11 Jeugd Januari 2005