DETERMINATIE VAN INSTRUMENT NAAR BELEID EINDRAPPORTAGE PLATFORM DETERMINATIE 2001-2004

Vergelijkbare documenten
College voor. beroepsonderwijs. vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen. algemeen toegankelijk

Samenvatting rapportage onderzoek vmbo

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

Algemene uitleg door 2College Durendael

Vmbo-referentieplanning PMVO, april 2000

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

spoorzoeken en wegwijzen

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste

PO-VO EN HET WAT EN HOE VAN TAAL EN REKENEN

Praktische Sectororiëntatie in de Basisvorming Vervolgonderzoek

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland

Vakkundig in Actief leren

Piter Jelles Strategisch Perspectief

De weg van traditioneel vmbo naar intersectoraal vmbo

WERKING KIJKWIJZER BELEIDSVOEREND VERMOGEN: TOEGEPAST OP LOOPBAANBEGELEIDING IN DE SCHOLENGEMEENSCHAP

Managers en REC-vorming GEEN VOORUITGANG ZONDER VOORTREKKERS

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Profielschets. Teamleider vwo bovenbouw

CKV Festival CKV festival 2012

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Op 11 januari 2005 heeft de Inspectie van het Onderwijs Bernard Nieuwentijt College ('t Hogeland) bezocht in het kader van jaarlijks onderzoek.

(registeropleiding Post-HBO)

VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009

Zijn we al toe aan de Walk Through? Louis Jongejans

CONCEPT INTENTIEOVEREENKOMST 3 O's

Profiel Product Verantwoording. LOB (Loopbaan oriëntatie en begeleiding) Leraren Opleiding. Management & Organisatie

Feedback conceptvisie REKENEN & WISKUNDE

Checklist bij 'Een doorgaande lijn PO - VO voor hoogbegaafde leerlingen'

9. Gezamenlijk ontwerpen

Colofon Juni Eindredactie: Dorine van Walstijn, projectleider. EDventure Bezuidenhoutseweg AG Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Determinatie VMBO. Kader- en basisberoepsgerichte leerweg

Loopbaanoriëntatie en begeleiding voor decanen en mentoren

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

VOORTGANGSGESPREK. het Ashram College, vestiging Alphen a/d Rijn HAVO VMBOGT VWO

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs. Peter Leisink

Scharniermomenten in het onderwijs

Jaarplan o.b.s. De Boomhut

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking

Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs

Onderwijskundig jaarplan

Implementatieplan interactief beleid

Excellente Leerkracht SBO, SO/VSO. Stichting Meerkring LC 11 Onderwijsproces -> Leraren Marieke Kalisvaart

Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR

Informatie over gastlessen en bedrijfsbezoeken

Informatie Innovatietraject Voortgezet Leren Serie 1

Evaluatie. SECTORPLAN MEUBEL Duurzame inzetbaarheid op de kaart

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R

Determinatie e.v.

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

FUNCTIEBESCHRIJVING LERAAR SPECIAAL ONDERWIJS LB

Portfolio. Gerrit Fronik. Inhoudsopgave. 1 Uitgangspunten. 1.1 Basisprincipe Basisprincipe 19

Inhoud. 4. Doorstroom van mavo XL 4 naar havo 4 Sondervick College. 6. Instroom vanuit havo in de bovenbouw van mavo XL (ljr. 3 en 4).

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Algemene voorwaarden cultuurcoördinator

SCHOOLPLAN

Titel. Doorstroomnormering vmbo. Sectorleiding vmbo september

Onderzoek naar Experimenten

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

Informatieavond 25 november doorstroom voor 2 vmbo basis en kader

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren

Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen

XSservice BV. Samenwerking Project Boris & PROFIJT

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

- vaardigheden en praktijk ontwikkelen om op basis van een professionele dialoog met scholen samen te werken.

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding

Bekwaamheidsdossier. februari 2006 O. OC0602_p8_12 Personeelsbeleid2.i :29:26

In dit boekje vinden jullie informatie over de vervolgmogelijkheden na klas 1 en 2 op onze school.

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Feedback conceptvisie REKENEN & WISKUNDE

Determinatie VMBO basis/ kader

WAT MOET EN WAT MAG IN DE ONDERBOUW? versie. Sinds 1 augustus Onderbouw-VO. d e f i n i t i e v e LEERSTOFAANBOD ONDERWIJSTIJD

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Feedback conceptvisie DIGITALE GELETTERDHEID

COLLEGIALE BESTUURLIJKE VISITATIE

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

- het formuleren van een onderdeel voor een beleidsplan cultuureducatie op maat van de school.

VMBO-Select: een menu voor jezelf Vrije keuze in het vmbo

8 uitgangspunten. Leerbedrijf BAVA => BaVa Leerwerktraject => LWT Leerwerkhuis => LWH De Vip groep => VIP. 1 doelgroepomschrijvingen

Een aanpak om de kwaliteit van Jenaplan in de scholen met elkaar te ontwikkelen en te borgen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Werkplan 1 juli juli 2011

Voorlichting Voortgezet Onderwijs

TUSSENRAPPORTAGE INTENSIVERINGSTRAJECT REKENONDERWIJS VO. mei 2015

Scan Professionele leercultuur in teams Kohnstamm Instituut

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

Functie Unitleider Salarisschaal Werkterrein Activiteiten Context

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Transcriptie:

DETERMINATIE VAN INSTRUMENT NAAR BELEID EINDRAPPORTAGE PLATFORM DETERMINATIE 2001-2004

COLOFON Teksten: Jaap Molenaar, André Coenders, Inge Hinloopen, Peter SLeegers, Annemarie Oomen De schoolportretten zijn geschreven op basis van door de scholen geleverde gegevens. Eindredactie: José van Vonderen CLN Lange Voorhout 14 Postbus 85518 2505 CE Den Haag telefoon (070) 302 82 00 fax (070) 346 24 09 e-mail cln@sopo.nl website www.cln-info.nl mei 2005 Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 2

INHOUDSOPGAVE 5 Voorwoord 7 Deel 1 Drie jaar Platform Determinatie 7 1.1 Inleiding 8 1.2 Platform Determinatie 2001-2003 8 1.2.1 Samenvattend verslag 2001-2002 10 1.2.2 Samenvattend verslag 2002-2003 12 1.3 Pilot Beleidsontwikkeling en determinatie 2003-2004 12 1.3.1 Samenvattend verslag 2003-2004 14 1.3.2 Ontwikkelstrategieën in de deelnemende scholen 16 1.3.3 Inhoudelijke ontwikkelingslijnen in de deelnemende scholen 18 1.4 Aanbevelingen en adviezen voor mogelijke vervolgprojecten 21 Deel 2 Pilot Beleidsontwikkeling en determinatie 2003 2004 21 2.1 Leeswijzer 21 2.2 Zeven schoolportretten 22 2.2.1 Brewinc College, Doetinchem 29 2.2.2 Hogeland College, Warffum 34 2.2.3 CSG Guido de Bres, Amersfoort 40 2.2.4 Porta Mosana College, locatie vmbo, Maastricht, Gronsveld 52 2.2.5 Montessori College, Nijmegen 60 2.2.6 Stedelijk Dalton Lyceum, Dordrecht 68 2.2.7 Wellant College, vmbo en mbo, Madestein, Den Haag 74 2.3 De rol van visie bij schoolontwikkeling Peter Sleegers, Universiteit van Amsterdam, BMC, Leusden 79 2.4 Determinatie in de scenario s van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming Annemarie Oomen, APS, Utrecht 91 Deel 3 Bijlagen 91 Bijlage 1 Drie ontwikkelscenario s 92 Bijlage 2 A Werkdefinities Platform Determinatie 95 Bijlage 2 B Literatuurlijst Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 3

Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 4

VOORWOORD Ruim drie jaar samenwerken binnen het Platform Determinatie heeft veel duidelijkheid opgeleverd. Deze eindrapportage doet daar verslag van. Een verslag dat afgerond wordt met portretten van zeven scholen die anders zijn gaan denken over onderwijs en begeleiding in het vmbo. De betreffende scholen zijn heel verschillend van aard en samenstelling. Wat hen bindt, is de behoefte om schijnbare vanzelfsprekendheden te doorbreken en nieuwe mogelijkheden aan te pakken. Met deze zeven scholen hebben we in het laatste jaar vrij intensief ontwikkelingen gevolgd, bevraagd en becommentarieerd. Deze ontwikkelingen sloten ook goed aan bij wat wij in de twee voorafgaande jaren via enquêtes en scholenpanels hadden ontdekt. In deze portretten zullen vele andere scholen zich herkennen. Ze zullen eigen beleid erin bevestigd zien, of juist niet. Ze zien er strategieën in toegepast die een voorbeeld kunnen zijn. Vernieuwingen in het onderwijs beginnen op de werkvloer; deze schoolportretten illustreren dit uitgangspunt op een aanstekelijke manier. Een meer theoretische benadering heeft daarmee echter zijn betekenis niet verloren. Integendeel, de nabeschouwingen laten dat zien. Zij zijn geschreven door twee deskundigen die we gevraagd hebben de schoolportretten kritisch te bekijken. We hopen dat vooral ook de andere scholen kunnen profiteren van hun constructieve bijdragen. In de afgelopen drie jaar heeft het platform verschillende deelnemers gekend, in een grote variëteit van hoedanigheden en achtergronden. Ieder heeft op zijn of haar eigen wijze bijgedragen aan de werkzaamheden van het platform, als lid van de kerngroep, de resonansgroep, het scholenpanel of als deelnemer aan een enquête. Hen wil ik vooral bedanken, mede namens het platform als geheel, voor hun inbreng en collegiale openheid. Deelname aan werkgroepen als deze laat zich niet onmiddellijk vertalen in concreet rendement, in cijfermatige resultaten. Als dat al zo is, dan blijkt dat meestal jaren later. Ik hoop van harte dat over niet al te lange tijd mag blijken dat ook het Platform Determinatie op deze manier een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan een verdere verbetering van de begeleiding van leerlingen binnen het vmbo. Soms gaat het meer om het meedoen dan om het winnen. Dat geldt zeker voor het onderwijs. Beschouw deze rapportage, mocht dat nog nodig zijn, dan ook vooral als een aansporing om mee te doen. Jaap Molenaar Voorzitter Platform Determinatie Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 5

Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 6

DEEL 1 DRIE JAAR PLATFORM DETERMINATIE 1.1 INLEIDING Toen ongeveer vier jaar geleden het Platform Determinatie van start ging, was de invoering van het vmbo in volle gang. Procedures rondom determinatie stonden op steeds meer scholen ter discussie. Er waren veel vragen. Dat bleek ook uit de grote opkomst bij de workshops die het platform hield tijdens vier regionale conferenties. Termen als cognitie, kwaliteiten, competenties, portfolio, pso en lob kwamen steeds meer in omloop. Dat gold ook voor concepten als doorlopende leerlijnen, individuele leertrajecten, betekenisvol leren, adaptief onderwijs en contextrijk leren, om de meest gangbare te noemen. Er werden visies ontwikkeld. Tijdens de regionale conferenties echter overheerste de vraag naar instrumenten en procedures. In diezelfde periode werd het begrip autonome school steeds vaker gehanteerd. Scholen werden gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid voor het aanbod aan hun leerlingen. Ze kregen ook meer beleidsruimte. Het Platform Determinatie meende er dan ook goed aan te doen zich in het tweede en derde jaar vooral te richten op visieontwikkeling als dragende kracht voor de schoolpraktijk en in het bijzonder voor de loopbaanbegeleiding van leerlingen. Zo nam het Platform Determinatie op zijn manier deel aan de ontwikkelingen die het vmbo landelijk doormaakte. Het platform heeft drie jaar gefunctioneerd. In die periode hebben we met de wisselende scholenpanels in de eerste twee jaar en vooral met het scholenpanel in het derde jaar wezenlijke ontdekkingen gedaan. Sommige van deze inzichten lijken nu heel vanzelfsprekend, andere houden nog steeds een opdracht in. Gemeenschappelijk hebben ze in ieder geval dat ze nieuwe perspectieven openen. Zonder volledig te willen zijn, noemen we enkele van deze heldere momenten. Determinatie mag niet dat ene moment zijn waarop de school - aan de hand van een lijstje met cijfers plus eventueel een testuitslag - de leerling op een volgend spoor rangeert. Determinatie maakt deel uit van een langer proces van begeleiding, advisering en coaching. Dit proces sluit naadloos aan bij het didactische en pedagogische programma van de school. Loopbaanbegeleiding zonder een passend aanbod van bijsturing en ondersteuning is zinloos. Aan loopbaanbegeleiding ligt een visie ten grondslag op onderwijs en op begeleiding in algemene zin. Een school is zich ervan bewust waarom ze de dingen doet die ze doet. Onderwijsvernieuwing begint op de werkvloer. Ontwikkelen vanuit de concrete situatie van de eigen school, de eigen klas, leidt tot uitkomsten die beklijven en die werkelijk resultaatgericht mogen heten. Deskundigheid van buiten werkt pas wanneer de school eerst laat zien (aan zichzelf vooral) wat men doet en wat men wil, en waarom. De schoolportretten die we met de betrokken scholen hebben gemaakt, hebben we pas in een latere fase voorgelegd aan deskundigen, met het verzoek daar kanttekeningen bij te plaatsen, vanuit een strategisch en een inhoudelijk standpunt. Die werkwijze bleek op verschillende manieren (bevestigend, aanvullend, inspirerend) heel productief. De hoe-vraag is belangrijk, de waarom-vraag nog belangrijker. Die zou dan ook regelmatig gesteld moeten worden: binnen de school als geheel, in leerjaarteams, in werkgroepen, et cetera. Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 7

Naast dat alles ontdekten we, met name in het laatste jaar, de zin van netwerken. Netwerken zijn vooral nuttig wanneer alle deelnemers daarin actief betrokken willen zijn, met andere woorden willen komen brengen en halen. Dat verhoogt de betrokkenheid en maakt het mogelijk dat collega s werkelijk als critical friends met elkaar omgaan. De door de scholen samengestelde schoolportretten en de nabeschouwingen van Peter Sleegers en Annemarie Oomen in deel 2 van deze rapportage zijn daarvan de concrete weerslag. Zij kunnen, lijkt ons, andere scholen inspireren. 1.2 PLATFORM DETERMINATIE 2001-2003 1.2.1 SAMENVATTEND VERSLAG 2001-2002 Schooljaar 2001-2002 was het eerste actieve jaar van het Platform Determinatie. In dit hoofdstuk staan we stil bij de samenstelling en opzet van het platform, de activiteiten en de resultaten in dat schooljaar. A. Samenstelling Het Platform Determinatie begon als een overlegorgaan van personen die vanuit verschillende invalshoeken experts waren op het terrein van studie- en beroepskeuzebegeleiding. De groep bestond uit: - Jaap Molenaar (onafhankelijk voorzitter) - André Coenders (secretaris) - Annemarie Oomen (vanuit de ondersteuningsinstellingen) - Henk van de Velden (schooldecaan en bestuurslid van de mavo-sectie van de NVS) - Ron van Dijk (Vereniging van Schoolleiders Voortgezet Onderwijs) - Fokke Nieuwenhuizen (schooldecaan) - Arie Oudenes (Procesmanagement Groenonderwijs) - Akke Vos (OCW) - Wim Littooij en Hendrik-Jan Arenthals (beide schoolleider). Het Platform Determinatie werkte met een scholenpanel van schoolleiders, dat werd gebruikt als denktank voor de activiteiten die het platform zou kunnen ondernemen en als resonansgroep met betrekking tot de resultaten van de activiteiten. Het scholenpanel had in het eerste jaar een wisselende samenstelling. B. Activiteitenoverzicht 2001-2002 De activiteiten van het Platform Determinatie waren drieledig: verzamelen van gegevens, geven van voorlichting en adviseren op beleidsniveau. Verzamelen van gegevens Als startpunt van zijn activiteiten heeft het platform een breed scala aan informatie verzameld met betrekking tot het determinatieproces op scholen. Dit verzamelen gebeurde op verschillende manieren. Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 8

Schriftelijke enquêtes Het platform heeft tussen mei 2001 en maart 2002 vier enquêtes uitgevoerd om in kaart te brengen hoe het determinatieproces verloopt. Het tweede doel was om zo veel mogelijk materiaal te verzamelen vanuit de scholen zelf. De resultaten van de enquêtes zijn gepubliceerd in Vmbo centraal en in Dekanoloog. Daarnaast zijn de resultaten gepresenteerd op de regionale conferenties Leerwegen in Uitvoering, die in oktober en november 2002 zijn gehouden. De eerste enquête is in mei 2001 uitgevoerd bij twintig scholen. Met deze enquête wilden we vooral een algemeen beeld krijgen van het determinatieproces. De vragen hadden betrekking op de procedures die de scholen hanteerden, de contacten met de ouders, de wijze waarop de scholen omgingen met leerlingen die geïndiceerd waren voor leerwegondersteunend onderwijs en de vormgeving van pso. De tweede enquête is uitgevoerd onder de deelnemers van de workshop determinatie tijdens de vier regionale conferenties Leerwegen in Uitvoering. Deze enquête was een verkorte versie van de eerste, maar gaf een goed landelijk beeld omdat meer dan 400 deelnemers aan de workshop hadden deelgenomen. De enquête-resultaten zijn verwerkt in een artikel in het tijdschrift Dekanoloog. De derde enquête, uitgevoerd in januari en februari 2002, bouwde voort op de eerste twee. Deze enquête ging inhoudelijk dieper in op de diverse aspecten die hierboven zijn genoemd. Hij is bij voorkeur ingevuld door direct betrokkenen bij het determinatieproces (bijvoorbeeld decanen). Door de beoogde diepgang was het invullen relatief bewerkelijk, waardoor de respons tegenviel. De enquête had een zodanige omvang dat er geen tijd en geld was om de resultaten gedetailleerd uit te werken. De uitwerking bleef beperkt tot een globale scan en een artikeltje in Dekanoloog. De vierde enquête, uitgevoerd in februari en maart 2002, had meer betrekking op de visie van het management op determinatie. De resultaten van deze enquête dienden als basis voor een infoshop op het jaarcongres van de VVO in maart 2002. Mondelinge vragen Het platform had zich tot doel gesteld regelmatig in contact te treden met het onderwijsveld. Naast de enquêtes en het al eerder genoemde scholenpanel gebeurde dit ook via elf workshops tijdens de regionale conferenties Leerwegen in Uitvoering. Dit bood de mogelijkheid een groot aantal scholen vragen te stellen over het verloop van het determinatieproces. De bijeenkomsten vormden ook een goede gelegenheid om de doelstellingen die het platform zich had gesteld, te toetsen aan de behoeften van het onderwijsveld. Uit de reacties van de deelnemers aan de workshop bleek dat we met de doelstellingen op de goede weg waren. Voorlichting Het platform had zich tot doel gesteld het onderwijsveld regelmatig te informeren over ontwikkelingen op het gebied van determinatie. In de periode mei 2001-februari 2002 zijn daarvoor de volgende activiteiten uitgevoerd: - publicatie Determinatie, toen nu en straks in de reeks Nader Beschouwd - een serie artikelen in Dekanoloog - een serie artikelen in periodiek Vmbo Centraal - elf workshops op de vier regionale conferenties - individuele beantwoording van vragen vanuit het veld. In januari 2002 is een start gemaakt met de inrichting van een website, gekoppeld aan het Vmboloket. De website moest het karakter krijgen van een databank waarop het materiaal dat het platform in de loop van mei 2001 februari 2002 verzamelde voor het onderwijsveld, beschikbaar zou komen. Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 9

Dit materiaal bestond onder andere uit artikelen, beleidsnotities, stappenplannen en instrumenten en kwam veelal van de scholen waarmee het platform in contact is geweest. Ook konden de scholen via de site vragen rondom determinatie aan het platform stellen. Eind schooljaar 2001-2002 was de technische realisatie van de website nagenoeg rond en konden we beginnen met het vullen en bijhouden van de databank. 1.2.2 SAMENVATTEND VERSLAG 2002-2003 A. Samenstelling Schooljaar 2002-2003 startte met een gewijzigde samenstelling van het Platform Determinatie. Het platform bestond nu uit een kerngroep, een scholenpanel en een resonansgroep. De kerngroep en het scholenpanel vervulden dezelfde functie als in het eerste jaar. In de kerngroep hadden deskundigen op persoonlijke titel zitting: Jaap Molenaar (voorzitter), André Coenders (secretaris), Annemarie Oomen, Henk van de Velden, Fokke Nieuwenhuis, Ron van Dijk, Aafke Hoek, Wilma Klabbers, Margreet de Man en Arie Oudenes. De resonansgroep bestond uit vertegenwoordigers van diverse organisaties die zich met determinatie bezighouden. Ze had als functie om met de kerngroep van gedachten te wisselen over de activiteiten die uitgezet werden en de resultaten daarvan.. De resonansgroep bestond uit: - Karin Bügel (Cito-groep) - Mannus Goris (SLO) - Gert van der Horn (ECNO) - Marinus Kamphorst (CPS) - Dick Bloemendal (NVS). Het scholenpanel kende net als in het eerste jaar een wisselende samenstelling. De bijeenkomsten met het scholenpanel hadden verschillende thema s, meestal bepaald door de resultaten van een enquête die het platform had uitgevoerd. B. Activiteitenoverzicht 2002-2003 De activiteiten van het platform in het tweede jaar waren vooral een vervolg op die van het eerste jaar: informatie verzamelen en informatie verstrekken. Informatie verzamelen Schriftelijke enquêtes Net als in het eerste jaar zette het Platform Determinatie een aantal landelijke enquêtes uit om een nog beter beeld te krijgen van de wijze waarop scholen met loopbaanbegeleiding en - oriëntatie omgingen en welke behoefte aan ondersteuning de scholen hadden. In november 2002 richtte de enquête zich vooral op het gebruik van determinatie-instrumenten. Onderzocht werd of scholen bij de invoering van het vmbo op basis van andere criteria gingen determineren dan alleen cognitie, motivatie en interesse en of ze daarbij andersoortige instrumenten gebruikten. De enquête liet zien dat de meeste scholen wel van plan waren om op een andere manier te determineren, maar nog niet exact wisten hoe ze dat moesten vormgeven. Uit de enquête bleek ook een grote behoefte aan instrumenten om bijvoorbeeld de leerstijl van de leerling in beeld te krijgen en aan voorbeelden van good practices van praktische sectororiëntatie. Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 10

Tijdens bijeenkomsten met het scholenpanel en de resonansgroep kwam naar boven dat vmboscholen nog slechts op kleine schaal vernieuwingen doorvoerden op het terrein van determinatie; waar dat wel gebeurde betrof het vooral scholen die leerwerktrajecten aan het invoeren waren. Het zorgvuldig determineren van leerlingen voor leerwerktrajecten was één van de criteria waarop scholen gekwalificeerd werden voor het mogen aanbieden van deze trajecten. Tijdens de kwalificatiegesprekken, uitgevoerd door de Vmbo Projectorganisatie, werd daarover stevig doorgevraagd. Aan welke criteria moesten leerlingen voldoen om in een leerwerktraject geplaatst te kunnen worden? Hoe werd zichtbaar gemaakt of de leerlingen aan de criteria voldeden? Deze scholen gingen daardoor op een andere manier naar leerlingen kijken en nieuwsoortige instrumenten gebruiken, zoals het criteriumgericht interview, praktische sectororiëntatie als vast onderdeel van het curriculum, en het portfolio. In maart 2003 onderzocht het platform of de vernieuwingen die op het terrein van determinatie waren doorgevoerd naar aanleiding van de leerwerktrajecten, van invloed zijn geweest op de determinatie van de leerlingen voor de andere leerwegen. Dit bleek het geval, zij het nog maar beperkt. Alle onderzoeken van het Platform Determinatie hadden zich tot dan toe uitsluitend op schoolleiders en leraren/decanen gericht. De resonansgroep kwam met het idee om ook eens de leerlingen te ondervragen die net hun keuze voor sector en/of leerweg hadden gemaakt. Wat zijn hun bevindingen en hoe kijken zij terug op de keuzebegeleiding? In mei 2003 nam Annemarie Oomen (APS) in opdracht van het Platform Determinatie een steekproef onder tweedeklassers van vijf vmbo-scholen 1. Hieruit bleek dat de scholen nagenoeg alle activiteiten rondom de keuze van leerlingen in leerjaar 2 uitvoerden. Maar de leerlingen waren aan het eind van dat jaar nog steeds niet zeker van hun gemaakte keuze. Ze spraken dan ook de hoop uit dat de keuzebegeleiding in de bovenbouw van het vmbo zou doorgaan. Dit gebeurde bij veel scholen niet. De belangrijkste aanbeveling op basis van het onderzoek was daarom scholen te stimuleren ook in de bovenbouw structureel iets aan loopbaanoriëntatie en -begeleiding te doen. Die begeleiding zou zich niet moeten beperken tot het uitdelen van opleidingsbrochures en het informeren over open dagen. Informatie verstrekken Ook in het tweede jaar van zijn bestaan heeft het Platform Determinatie regelmatig van zich laten horen via artikelen en nieuwsberichten in diverse publicaties. Artikelen zijn verschenen in Vmbo Centraal, VVO Magazine, VVO Flits en Dekanoloog. Ook kreeg het secretariaat weer veel vragen van individuele scholen. Een nieuwe bron van informatie in dat jaar was de website 2, die vanaf december 2002 in de lucht was. De site had de functie van een databank, met veel voorbeelden van good practice. De meeste voorbeelden kwamen van de scholen zelf. Ook zijn alle resultaten van de activiteiten van het platform op de site geplaatst. Vanaf de start is veelvuldig gebruik gemaakt van deze informatiebron. Nog steeds wordt de website dagelijks goed bezocht. Kentering In mei 2003 keek het Platform Determinatie met de resonansgroep en het scholenpanel terug op de resultaten van twee jaar, om vandaar uit de koers voor het schooljaar 2003-2004 te bepalen. De belangrijkste conclusie was dat de scholen voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding zich heel sterk op de instrumenten richtten. Determinatie was in de ogen van veel scholen een momentopname aan het eind van het tweede leerjaar. Zij hadden vooral behoefte aan geschikte instrumenten voor het zo 1 De samenvatting van de resultaten van de steekproef leerlingen en determinatie 2 vmbo, mei 2003, is te downloaden van www.vmbo-loket.nl/determinatie 2 www.vmbo-loket.nl/determinatie Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 11

objectief mogelijk bepalen wat de beste sectorkeuze voor de individuele leerling is. Echter, door de contacten met het platform ging een aantal scholen beseffen dat determinatie een essentieel onderdeel is van het totale schoolbeleid en dat onderwijskundige veranderingen in de school logischerwijs gevolgen hebben voor de determinatie. Hierdoor kwam ook het besef dat determinatie en de daarmee samenhangende procedures in het totale onderwijs moeten worden geïntegreerd. Dit was voor het Platform Determinatie aanleiding om met een aantal scholen een traject te starten. De scholen zouden, uitgaande van hun eigen visie op de leerling en het leren, in kaart gaan brengen op welke terreinen de determinatie aan verbetering toe is en hoe dat in het totale schoolbeleid een plek kan krijgen. Dit betekende een kentering in de activiteiten van het platform. 1.3 PILOT BELEIDSONTWIKKELING EN DETERMINATIE 2003-2004 1.3.1 SAMENVATTEND VERSLAG 2003-2004 A. Samenstelling Het Platform Determinatie werkte ook in 2003-2004 in een drieledige structuur, waarbij de kerngroep en de resonansgroep dezelfde functie vervulden als in het voorgaande jaar. De kerngroep bestond uit: - Jaap Molenaar, voorzitter (CLN) - Inge Hinloopen, secretaris (CLN) - André Coenders (Schoolmanagers_VO) - Annemarie Oomen (APS) - Fokke Nieuwenhuis (schooldecaan) - Henk van de Velden (schooldecaan en bestuurslid van de NVS) - Marinus Kamphorst (CPS) - Rita van der Meulen/Martin Franken (projectgroep Kwaliteit van de leerlingenzorg in vmbo en praktijkonderwijs). In de resonansgroep zaten: - Dick Bloemendal (NVS) - Gert van der Horn (LPN) - Wilma Bredewold/Dirk Koehoorn (AOC-raad) - Frans Wagenaar (Cito-groep) - Mannus Goris/Jacqueline Kerkhoffs (SLO) - Akke Vos (Taakgroep Vernieuwing Basisvorming). Op uitnodiging van het platform heeft een vaste groep van scholen als scholenpanel deelgenomen aan een intensief samenwerkingsproject onder de naam Beleidsontwikkeling en determinatie. Uiteindelijk hebben zeven scholen het hele traject doorlopen. De scholen zijn: Hogeland College, Warffum, vertegenwoordigd door: Lineke de Haan (rector) en Patrick Vreeman (conrector) Brewinc College, Doetinchem, vertegenwoordigd door: Ger Vennegoor (locatiedirecteur) en Lau den Boer (decaan) Montessori College, Nijmegen, vertegenwoordigd door: Piet Hieltjes (directeur) en Ab Wit (decaan) Porta Mosana College, locatie Porta vmbo, Maastricht, Gronsveld, vertegenwoordigd door:tiny Maas (decaan) en Arjen Daelmans (teamleider) Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 12

CSG Guido de Bres, Amersfoort, vertegenwoordigd door:harry Noppers (decaan) en Arie Joosse Stedelijk Dalton Lyceum, Dordrecht, vertegenwoordigd door:joop Maurer (decaan) en Dick Alblas (coördinator leerjaar 2) Wellant College, vmbo mbo, Madestein, Den Haag, vertegenwoordigd door:maarten Guichelaar (vestigingsdirecteur). B. Activiteiten 2003-2004 De activiteiten van het Platform Determinatie in de periode 2003-2004 bestonden uit: geven van voorlichting en de pilot Beleidsontwikkeling en determinatie Voorlichting Het platform informeerde ook dit jaar het onderwijsveld over ontwikkelingen op het gebied van determinatie. In de periode 2003-2004 zijn daarvoor de volgende activiteiten uitgevoerd: - individuele beantwoording van vragen uit het veld (onder andere via de website) - workshop op de Uitwisselingsbijeenkomst projecten basisvorming, maart 2004 - collegiale consultatie tijdens de conferentie Determinatie in het vmbo, mei 2004 - artikelen in VVO-Flits, september/oktober 2003 - informatieverstrekking via www.vmbo-loket.nl/determinatie. Pilot Beleidsontwikkeling en determinatie In het derde jaar concentreerde het platform zich op het thema determinatie als essentieel onderdeel van het totale schoolbeleid. Het platform richtte zich vooral op de ontwikkelingen in scholen die als voorbeeld konden dienen voor scholen elders in het land. Onderzocht is hoe in de scholen nieuw beleid tot stand komt en hoe deze scholen vormgeven aan onderwijsvernieuwingen in het vmbo en de nieuwe onderbouw. De nadruk lag daarbij op determinatie als onlosmakelijk onderdeel van de onderwijsvernieuwingen in het vmbo. De scholen in het scholenpanel discussieerden tijdens bijeenkomsten over hun visie op onderwijs en de vertaling daarvan in de dagelijkse lespraktijk en in de determinatie van leerlingen. Daarnaast is met behulp van vragenlijsten en formats onderzocht: - hoe de determinatie van leerlingen op de deelnemende scholen zijn beslag kreeg, waarover scholen tevreden waren en op welke punten zij veranderingen wilden; - hoe scholen beleid uitzetten dat tot doel heeft de determinatie van leerlingen op een andere wijze vorm te geven; - welke onderwijskundige ontwikkelingen al hadden plaatsgevonden, welke volgende stappen in voorbereiding waren en hoe scholen ten slotte terugkeken op de pilot Beleidsontwikkeling en determinatie. Tijdens de bijeenkomsten lieten de scholen zien welke ontwikkeling zij hebben doorgemaakt en wat de feitelijke uitkomsten daarvan zijn. Van de bijeenkomsten zijn verslagen gemaakt die met de ingevulde formats de basis vormden voor de schoolportretten en de eindrapportage. Deze vorm van verzamelen en uitwisselen van gegevens bleek voor de deelnemende scholen een enorme steun in de rug bij de verdere ontwikkeling van hun beleid. Door te zoeken naar raakvlakken tussen eigen ervaringen en die van de andere scholen ontstond een bijzondere vorm van collegiale consultatie die als zeer positief is ervaren. Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 13

Het project bestond uit vier fases. 1. In de eerste fase hebben de scholen een portret van zichzelf gemaakt, met een algemene beschrijving van de school, de visie op het ontwikkelingsproces van de leerling, de rol van de leerling in dit proces en de keuzebegeleiding in dit verband. Ook beschreven ze in het kort de aspecten van het schoolbeleid die ze op korte termijn zouden willen veranderen. 2. Dit leidde tot een plan van aanpak met verbeterpunten. Hiermee werd het feitelijke vernieuwingsbeleid in kaart gebracht. Bovendien is aangegeven op welke termijn en in welke volgorde de scholen de beoogde doelstellingen dachten te bereiken, waarom voor de verbeterpunten gekozen was, wat de relatie was met eerdere ontwikkelingen, welke mogelijke dilemma s men verwachtte en hoe de besluitvorming en de feitelijke invoering van de beoogde vernieuwingen zouden worden aangepakt. 3. In fase 3 volgde een reflectie op de eerste twee fasen. De scholen zijn daarbij geholpen door twee deskundigen, die de ontwikkelingen van iedere school in een theoretisch kader plaatsten. Het ging daarbij om een analyse van het ontwikkelings- en implementatieproces door prof. dr. Peter Sleegers van de Universiteit van Amsterdam, en om een kritische nabeschouwing in het licht van nieuwe ontwikkelingen op het terrein van de determinatie door Annemarie Oomen. Deze laatste bijdrage werd gekoppeld aan de scenario s die de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming heeft laten ontwikkelen. Hieruit bleek overtuigend dat een duidelijke verschuiving gaande is van denken over het hoe (de determinatie-instrumenten) naar denken over het waarom (visie en beleid van de school). De zeven scholen die deelnamen aan dit project, zijn erin geslaagd de determinatieprocedure een centrale plek te geven in het totale schoolbeleid. De wijze waarop deze scholen loopbaanoriëntatie en -begeleiding verder willen ontwikkelen, komt direct voort uit de eigen onderwijskundige visie en het daaruit afgeleide beleid. 4. De vierde, afrondende fase van het project leverde een lijst van thema s op die in de (nabije) toekomst uitwerking behoeven (zie hoofdstuk 1.4). De schoolportretten en de nabeschouwingen van Peter Sleegers en Annemarie Oomen zijn opgenomen in deel 2 van deze rapportage. De resultaten van het project Beleidsontwikkeling en determinatie zijn in twee hoofdthema s onder te verdelen: a. de ontwikkelstrategieën die de scholen toepasten om intern een beweging op gang te krijgen, en b. specifieke inhoudelijke ontwikkellijnen. De hoofdlijnen in de ontwikkelstrategieën en de inhoudelijke ontwikkellijnen worden in de volgende paragrafen beschreven. 1.3.2 ONTWIKKELSTRATEGIEËN IN DE DEELNEMENDE SCHOLEN Nu scholen zelf meer verantwoordelijk zijn voor de vernieuwing van hun aanbod, doen zich ook in de schoolorganisatie wezenlijke veranderingen voor. Vernieuwingen worden niet langer top-down aan de school opgelegd, ze ontwikkelen zich grotendeels vanaf de werkvloer. Zoals de leerling steeds meer als individueel persoon wordt benaderd, zo komen nu ook leraren naar voren als individuele professionals, aangesteld vanwege hun specifieke competenties. Zij zijn niet langer uitsluitend uitvoerder van andermans methodieken. Op gebied van de determinatie wordt voornamelijk aan de scholen overgelaten hoe zij sleutelbegrippen als doorlopende leerlijnen, individuele leertrajecten, warme overdracht, uitstel schoolkeuze, loopbaanbegeleiding en competenties,vertalen in concrete acties en procedures. De Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 14

scholen die deelnamen aan het project Beleidsontwikkeling en determinatie, deden dat ieder op hun eigen manier. Alle doen zij daarbij een beroep op de in de school aanwezige expertise en betrokkenheid. Werkgroepen in diverse vormen denken na over gewenste of juist ongewenste ontwikkelingen, zoeken naar verbeteringen, laten collega's delen in nieuwe zienswijzen en mogelijke oplossingen en werken zo aan een breed draagvlak. Vervolgens wordt een en ander uitgewerkt in meer structurele procedures, met zoveel mogelijk vermijding van formalismen. De visie van de school vormt het kader waarbinnen deze vernieuwingen tot stand komen. Op de scholen die hebben deelgenomen aan het project, tekenen zich wat dit betreft enkele duidelijke hoofdlijnen af. Natuurlijk nemen de scholen in dit vernieuwingstraject verschillende posities in. Zij houden zich echter alle hetzelfde perspectief voor ogen. De deelnemende scholen hadden al snel de gemeenschappelijke opvatting dat determinatie integraal deel uitmaakt van onderwijs en begeleiding. Om een dergelijke verwevenheid te concretiseren is een helder uitgewerkte visie nodig, gedeeld door alle betrokkenen. De ontwikkeling daarvan is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de schoolleider, maar hij doet dat niet alleen. In een proces van sociale interactie' (Peter Sleegers) toetst de schoolleider (samen met allen die met hem het onderwijskundig leiderschap delen) deze visie regelmatig op de werkvloer en stelt deze zo nodig bij. Zo ontstaat een gemeenschappelijk kader waarbinnen teams de plannen voor hun eigen afdeling kunnen uitwerken. Bijna alle deelnemende scholen werken met leerjaarteams of daarmee vergelijkbare groeperingen, meestal bestaande uit een coördinator en de mentoren van het betreffende leerjaar. Deze leerjaarteams hebben in enkele scholen verantwoordelijkheden toebedeeld gekregen die verder reiken dan het bijhouden van de resultaten van de leerlingen of het volgen van de gang van zaken. Zij zijn eerstverantwoordelijke geworden voor de begeleiding en het onderwijs in hun leerjaar of in hun afdeling. Deze ontwikkeling valt bovendien samen met een gewijzigde positie van de mentor. Als eerstelijnsfunctionaris wordt deze belast met de integrale begeleiding van zijn leerlingen en wordt daarbij ondersteund, zo men wil gecoacht, door de decaan en andere professionals in de tweede lijn. Vaksecties worden in een dergelijke opzet evenzeer als dienstverlenende instanties gezien. Zij verzorgen de leerlijnen en zijn verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke kant. Met dit alles verandert bovendien de positie van de teams in het proces van beleidsontwikkeling. Door hun inbreng komen noodzakelijk geachte vernieuwingen niet alleen meer voort vanuit de directie en het management, maar steeds meer ook direct vanuit de alledaagse praktijk. Ideeën hebben zich dan al ontwikkeld in het regelmatige teamoverleg. Het creëren van draagvlak wordt daardoor ook een veel minder gecompliceerd proces. Directie en management waken over de kaders waarbinnen dit allemaal plaats heeft en beschermen daarmee de gemeenschappelijke visie. De uitwerking van bepaalde vernieuwingsideeën wordt dan in eerste aanleg overgedragen aan min of meer informele werkgroepen (veranderteams, pilotgroepen en dergelijke), bestaande uit enkele gemotiveerde brainstormers. Zij dienen als een soort doorgeefluik, maken voorstellen die vervolgens de school ingaan en via projectgroepen tot concreet beleid leiden. Een andere optie is om deze vernieuwingen rechtstreeks te beproeven binnen de afdelingsteams, die toch al gewend zijn regelmatig te reflecteren op de dagelijkse gang van zaken, die daarbij bovendien de waaromvraag niet schuwen en vooral niet blijven steken in de hoe-vraag. Eindrapportage Platform Determinatie, mei 2005 15