TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE

Vergelijkbare documenten
TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST

Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie:

TOETSTAAK 20: DANK U WEL!

TOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!!

TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT

TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN...

TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING

TOETSTAAK 30: LILLALAND

TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1

TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND

TOETSTAAK 39: ONGEVAL

TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS

TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES

TOETSTAAK 33: LACHEN!!!

TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE?

TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM

TOETSTAAK 32: BRAND!!!!

TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN

TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!!

TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS

TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND

TOETSTAAK 37: TROUWFEEST

TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE

TOETSTAAK 31: BABYSIT

TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST

TOETSTAAK 8: SORTEREN

TOETSTAAK 5: HOU HET VERS

TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS

TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT

TOETSTAAK 14: FILE!!!

TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER!

TOETSTAAK 38: A LA CARTE

TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK

TOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak

TOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP

TOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN?

TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG...

TOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN

TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK

TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO

TOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG?

TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS

TOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG

TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!!

TOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS

De toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor:

TOETSTAAK 3: WEERBERICHT

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT

TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS

TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR

TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN!

Gespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C)

TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT

TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH

TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING

WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN?

TOETSTIP 3 MEI Betrouwbaarheid Beoordeling

TIP 2 BEDENK EEN FUNCTIONELE TOETSTAAK OP BASIS VAN EEN CONCRETE SITUATIE

HOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS?

HOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF?

TIP 3 BEOORDEEL ZO OBJECTIEF EN CONSEQUENT MOGELIJK

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Hoe kan je breed en permanent evalueren?

SCHRIJVEN Toetstaak een briefje voor de juf (Richtgraad 1.1)

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Praat-plaat. post. aad/thema/post werkblad 1

Voordoen (modelen, hardop denken)

woordpakket 7 stappenboek blz. 22 -vervoeging blz.5 -stappenboek (1) blz.17 oef.1 blz.18 oef.1 en 2 hoeken meten (4) -unité 6 herhalen -bingel(7)

TOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS?

Profiel Professionele Taalvaardigheid

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Voordoen (modelen, hardop denken)

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Examen Nederlandse Taal (lezen en schrijven)

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA

Spreekopdrachten thema 2 Geld

Dagelijks werkperiode 3

ALGEMEEN. Doel & inhoud. Evaluatie

Afdeling VAVO. Praktische opdracht VMBO. Handleiding

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS

niveau A Toets 1 versie 1 (november)

Alle maaltafels komen aan bod. Arithmos tafels 2 oefent meer op de maaltafels. Arithmos tafels 3 is dus een stapje moeilijker dan Arithmos tafels 2.

teksten 1 niveau AA (november), voor deel 1 en 2

teksten 2 niveau AA (februari), voor deel 1 en 2

Opdracht Soorten plannen

niveau A Toets 1 versie 2 (november)

Lesleidraad. Beste docent

TaalCompleet: e-learning Hoe werkt het? Nederlands

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

4. DE CNAVT-EXAMENS Hoe gaan we van profielen naar examens?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Een nieuwkomer onder de toetsen

Melkweg. Hoe gaat het? Lezen Alfa A. De dokter

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma II

Transcriptie:

TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: openbaar en privé-vervoer. Publiek: onbekende taalgebruiker.. Materiaal nodig voor deze toetstaak Voor elke cursist een toetsblad Voor uzelf: een kopie van het toetsblad 2. Het afnemen van de toetstaak 2.. Het introductiegesprek U kan deze toets best beginnen met een kort gesprekje gesprek over het plaatsen van zoekertjes in de krant of de supermarkt. Volgende vragen kunnen hierbij aan bod komen: Lezen de cursisten soms de zoekertjes in de krant of de supermarkt? Hebben ze al eens op een zoekertje gereageerd? Of omgekeerd, hebben ze zelf ooit een zoekertje geplaatst? 2.2. Mondelinge instructies voor de cursisten Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie: Je wil je fiets verkopen. Je schrijft een zoekertje om op te hangen in de supermarkt. Op je toetsblad zie je twee voorbeelden. We bekijken ze samen. (U leest de zoekertjes voor). Schrijf nu zelf ook een zoekertje om je fiets te verkopen. Op je toetsblad zie je een tekening van je Schrijf zeker iets over de volgende dingen: - schrijf drie dingen over hoe je fiets er uitziet. Je kan iets zeggen over de kleur, het merk, de soort,... - schrijf hoeveel de fiets kost - schrijf je telefoonnummer op zodat de mensen je kunnen bellen Schrijf minstens drie zinnen. Je krijgt hiervoor twintig minuten. Veel succes!!!

3. Ondersteunende didactische principes 3.. Aandachtspunten bij het afnemen van deze toetstaak Het is aangewezen dat u de cursisten tijdens het uitvoeren van de toetstaak op geen enkele wijze helpt. Indien er cursisten zijn die de bal misslaan, kan u eventueel wel de instructies nog eens op dezelfde manier herhalen. Extra uitleg, zoals woordverklaringen, dient echter uitgesloten te worden. Omdat de cursisten op dit niveau in staat moeten zijn schriftelijk een beschrijving van iets te geven, raden we af hen een woordenboek te laten gebruiken bij het maken van deze toetstaak. 3.2. Het afstemmen van de toetstaak op de kenmerken van uw cursistengroep Indien u denkt dat het thema van deze toetstaak te ver van het bed van uw cursisten is, kan u natuurlijk kiezen voor een andere topic. Zo kan u bijvoorbeeld een schrijftaak opzetten waarin de cursisten drie eigenschappen van zichzelf moeten beschrijven in een sollicitatiebrief.

4. Het beoordelen en interpreteren van de resultaten 4.. Het beoordelingsmodel De nadruk ligt eerder op het overbrengen van de inhoud van de boodschap, niet op de vorm. Wanneer de vorm van de tekst het begrijpen van de boodschap echter belemmert, krijgt de cursist een lagere score op de vormelijke elementen. Toetsitems Preconditie De cursist schrijft een tekst die in relatie staat tot de gegeven opdracht. Inhoud Item. De cursist schrijft iets over een eerste kenmerk van de Item 2. De cursist schrijft iets over een tweede kenmerk van de Item 3. De cursist schrijft iets over een derde kenmerk van de Score Item 4. De cursist vermeldt de prijs van de Minimumvereiste: X euro. Item 5. De cursist vermeldt zijn telefoonnummer. Vorm De cursist maakt eenvoudige korte zinnen, minimaal een onderwerp en persoonsvorm. De zinnen mogen op dit niveau nog af en toe fouten bevatten zoals: spellingsfouten, fouten tegen de woordvolgorde,.... De fouten die gemaakt worden, hebben geen systematisch karakter; er worden niet steeds dezelfde fouten gemaakt EN de boodschap die de cursist met de tekst wil overbrengen, blijft ten alle tijde en voor iedereen duidelijk begrijpbaar. OF: De cursist formuleert zinnen, maar maakt systematisch dezelfde fouten, bijvoorbeeld tegen de woordvolgorde, vervoeging,... OF/EN de cursist maakt veel fouten, maar de boodschap is nog steeds duidelijk begrijpbaar. OF: De cursist formuleert onvolledige zinnen of beperkt zich tot enkele losse woorden. Hij herhaalt enkel de instructie of kan helemaal geen antwoord geven. De boodschap is hier en daar onduidelijk/niet begrijpbaar. of 0,5 of 0 Totaal 6

4.2. De scoretabel Scoretabel Zoekertje Klas:... Datum:.../.../.... 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 0.. 2. 3. 4. 5. Naam van de cursist: Item Item 2 Item 3 Item 4 Item 5 Vorm Totaal op 6

Naam:.. Datum:... TOETS Je wil je fiets verkopen. Je schrijft een zoekertje om op te hangen in de supermarkt. Op je toetsblad zie je 2 voorbeelden. We bekijken ze samen. Schrijf nu zelf ook een zoekertje om je fiets te verkopen. Op je toetsblad zie je een tekening van je Schrijf zeker iets over de volgende dingen: - schrijf 3 dingen over hoe je fiets er uitziet. Je kan iets zeggen over de kleur, het merk, de soort,... - schrijf hoeveel de fiets kost - schrijf je telefoonnummer op zodat de mensen je kunnen bellen Schrijf minstens 3 zinnen. Je krijgt hiervoor twintig minuten. Voorbeelden GEZOCHT: KINDEROPPAS Wij zoeken een studente om op onze kinderen te passen. Wij wonen in Herent en hebben elke woensdag en zaterdag een oppas nodig. Interesse? Bel naar 04598/5264897 TE KOOP Wij verkopen onze eettafel en stoelen. Voor 000 euro koopt u onze tafels en stoelen in beukenhout. Bel zo snel mogelijk naar 058/6943265 FIETS TE KOOP _ Toetsblad cursist www.cteno.be/voorbeeldtoetstaken