R.T.G. - Bestuur en Financiën Kort verslag van de vergadering van RTG Bestuur en Financiën d.d. 7 februari 2012; aanvang 19.30 uur. Aanwezig: Voorzitter: de heer Walter Leden RTG: mevrouw Hoezen en de heren Pennings, Uland, Heideman, Heusinkveld, Geven en Veldhuizen. Namens het college: burgemeester Berghoef, J. Nobel (alleen punt 1), Gert-Jan van Vliet (alleen punt 2) en Jan Storm (alleen punt 3). RTG-griffier: M.A.J.B. Fiering 1. Rapport Rekenkamercommissie (RC) Intergemeentelijke Samenwerking. Inspreker: mevrouw Oosterveld en de heer De Kruijf, leden van de Rekenkamercommissie. Mevrouw Oosterveld geeft aan dat een student namens de RC - dit onderzoek heeft verricht. De RC heeft een samenvatting gemaakt en bij het rapport bijgevoegd. In het rapport worden geen aanbevelingen of conclusies gedaan. Het rapport geeft alleen kaders voor de gemeenteraden. Bestuurlijk wederhoor heeft - in overleg met de werkgroep RC - niet plaatsgevonden. Ook heeft geen ambtelijk wederhoor plaatsgevonden omdat er nauwelijks sprake is van feiten maar van meningen. Deze meningen zijn vastgelegd in gespreksnotities. Het college heeft gereageerd middels raadsmededeling 17/2012. De RC heeft aangegeven dat versnipperde samenwerking doorgaans hogere beheerskosten met zich mee zal brengen. Het college merkt op dat andere criteria door de RC buiten beschouwing zijn gelaten. Het is begrijpelijk dat het college kijkt naar andere (goedkopere) oplossingen. Echter de RC waarschuwt voor te veel verschillende partners. Dat kan hogere beheerskosten met zich meebrengen. De RC heeft niet aangegeven dat Aalten met Oost Gelre en Winterswijk moet samenwerken. De RC heeft zich alleen gefocust op deze twee gemeenten omdat deze 2 gemeenten deel uitmaken van deze RC. Dat betekent niet dat Aalten niet met andere partners kan samenwerken. Er zijn 3 samenwerkingsmogelijkheden in het rapport uitgewerkt. Uiteraard zijn er meer mogelijkheden maar het rapport beperkt zich tot de drie organisatorische samenwerkingsvormen. Door het college wordt opgemerkt, dat het rapport aangeeft, dat er een noodzaak is om tot verdergaande samenwerking te komen omdat er krachten zijn die pleiten voor verdergaande gemeentelijke herindelingen. Dat is niet correct. Het rapport geeft alleen aan dat er krachten zijn die
pleiten voor verdergaande herindelingen. Het college merkt ook op dat de opmerking, dat Aalten afhaakt als de samenwerking wordt geïntensiveerd, misplaatst is. De RC heeft dat niet opgemerkt. De opmerkingen zoals deze in het rapport zijn vermeld zijn niet verzonnen maar zijn opgemaakt uit gesprekken met vertegenwoordigers van de gemeente Aalten. Vragen aan de leden van Rekenkamercommissie. Vraag: In het rapport wordt aangegeven dat Aalten op het gebied van beleid niet wil samenwerken. Kunt u aangeven wie dat heeft aangegeven? Vraag: Is een nadere onderbouwing van deze stelling mogelijk? Vraag: Het doel van het onderzoek was om te kijken naar samenwerkingsvormen die niet tot nieuwe organisaties leiden. Nu wordt aangegeven om samen te werken met Oost Gelre en Winterswijk. Dat is nu ook geen organisatie. Aalten werkt al jaren samen met Oude IJsselstreek en Montferland. Waarom is de samenwerking met deze gemeenten niet onderzocht? Vraag: Het onderzoek beperkt zich tot het inventariseren van de huidige samenwerkingsverbanden. Waarom is niet gekeken naar kansen, mogelijkheden over de Rijksgrens en de gehele Achterhoek? Hoeveel personen uit Aalten hebben meegedaan aan de interviews? Vraag: Deelt u de visie van Aalten dat financiën leidend is voor het aangaan van een samenwerkingsverband? Vraag: Wie heeft opdracht gegeven voor dit onderzoek? Vraag: Wat is de schaalgrootte van een nieuw te vormen gemeente? Antwoord: Er zijn verschillende gesprekken gevoerd. Deze gesprekken zijn vertrouwelijk. Op basis van deze gesprekken kan worden geconcludeerd dat Aalten terughoudend is met betrekking tot samenwerken op het gebied van beleid. De conclusies zijn niet te herleiden naar individuele personen. Antwoord: De nadere onderbouwing van de interviews staat op blz. 79 en 80 en het resultaat staat op blz. 62. Antwoord: De RC heeft ook niet de samenwerking tussen de gemeenten Oost Gelre en Winterswijk met de gemeente Berkelland onderzocht. Onderzocht is aan welke zaken je als gemeenteraad moet denken, op het moment dat je gaat samenwerken. Met welke facetten krijg je te maken, waar liggen de grenzen, waar moet je op letten. Het maakt niet uit met wie je gaat samenwerken. De RC heeft zich beperkt tot de 3 aangesloten gemeenten en heeft daarom niet met andere gemeenten gesproken. Uiteindelijk maakt de gemeenteraad uit met wie wordt samengewerkt. Antwoord: In het rapport zijn de namen van de geïnterviewden vermeld. Er is gekeken naar onderwerpen voor mogelijke samenwerking. Hierbij is een driedeling gemaakt n.l. beleid, uitvoering en beheer. Gebleken is dat samenwerking op het gebied van beheer eenvoudiger is dan samenwerking op het gebied van beleid. Er zijn geen onderzoeken verricht naar samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van bijvoorbeeld economische ontwikkelingen of onderwijsvoorzieningen e.d. omdat dit meer politieke keuzes zijn. Antwoord: In het rapport is een kanttekening geplaatst waarin wordt aangegeven dat bepaalde samenwerkingsvormen op de korte termijn mogelijk goedkoper zijn maar op de langer termijn extra kosten met zich mee kunnen brengen. Antwoord: De Rekenkamer bepaalt het onderwerp. Niet de colleges of de gemeenteraden. De gemeenteraden krijgen de mogelijkheid om onderwerpen aan te dragen. De raad van Aalten heeft verschillende onderwerpen aangedragen. Antwoord: Niet bekend. Daar wordt verschillend over gedacht en heeft betrekking op verschillende factoren. 2
Vragen aan het college. Vraag: Wat wordt bedoeld met het gestelde in de raadsmededeling over het feit dat het rapport uitgaat van onjuiste uitgangspunten en een onjuist beeld ten aanzien van het standpunt van het college. Vraag: Er zijn interviews met leden van het colleges en de gemeenteraad gevoerd. Hoe kan het dat er onjuiste informatie in het rapport staat? Is deze informatie niet gebruikt? Vraag: In raadsmededeling 171/2011 wordt aangegeven dat de pragmatische opstelling van Aalten niet overal waardering heeft gevonden. Door wie wordt dat niet gewaardeerd? Vraag: Was u op de hoogte van het feit dat de Rekenkamercommissie geen bestuurlijk wederhoor meer zou toepassen? Vraag: Hoe heeft u het rapport geïnterpreteerd? Vraag: Kunt u de lijst van samenwerkingsvormen aanvullen met de deelnemende gemeenten? Vraag: De actualiteit wordt in het rapport gemist. Wat kunt u met dit rapport doen? Vraag: In de raadsmededeling 17/2012 wordt de vraag over de nieuwe organisatie van de regio Achterhoek (vraag van de fractie van PP) gekoppeld aan het rapport van RC. Is het mogelijk om de vraag van de fractie van PP in een breder verband te beantwoorden? Vraag: In het rapport wordt vermeld dat Aalten minder bereid is tot samenwerking op het gebied van belastingen, juridische zaken en onderwijshuisvesting. Deelt u de conclusie van dit rapport? Vraag: Waarom is er voor gekozen om toch niet mee te werken aan een samenwerkingsvorm met de gemeenten Oost Gelre en Winterswijk? Wordt Antwoord: Het rapport geeft geen juist beeld van de huidige bestuurlijke beweging. Het is een onjuist rapport. Het is een gemiste kans dat er geen aandacht is besteed aan de verschillende samenwerkingsvormen binnen de Regio Achterhoek. Daarom is bij de raadsmededeling een overzicht gevoegd van de vele samenwerkingsvormen van de gemeente Aalten. Antwoord: Naar het oordeel van het college is de juiste informatie niet gebruikt. Het rapport geeft een onjuist beeld van de realiteit. Er wordt momenteel veel samengewerkt en er zijn verschillende onderzoeken naar mogelijke samenwerkingsvormen. Dat is wel gemeld maar niet in het rapport vermeld. Het speelveld van de gemeente Aalten is groter dan alleen Oost Gelre en Winterswijk. Dat blijkt ook uit het overzicht van de samenwerkingsverbanden van de gemeente Aalten. Afgevraagd is of dit rapport wel voor de gemeente Aalten is bedoeld. Het college hanteert drie criteria bij het aangaan van samenwerkingsvormen n.l. financiën, kwaliteit en continuïteit. Er is sprake van gericht beleid. Antwoord: Door verschillende bestuurders uit de regio. Een dergelijk beeld wordt door het college betreurd. Antwoord: Dat is niet met ons overlegd. Antwoord: Deze vraag is al beantwoord. Opgemerkt wordt dat het gebruikelijk is, dat eerst met het bestuur wordt overlegd over de inhoud van het rapport. Dat is niet gebeurd. Antwoord: Dat wordt toegezegd. Antwoord: Niet erg veel. Overigens wordt opgemerkt dat een gemeentelijke herindeling geen gewenste volgende stap is. Antwoord: In deze raadsmededeling zijn twee zaken behandeld n.l. de vragen van de fractie van PP over regionale ontwikkeling en het regiocontract alsmede het rapport van de Rekenkamercommissie. Het betreffen twee verschillende onderwerpen maar de verbinding tussen die twee is dat Aalten actief participeert in de totstandkoming van de regionale organisatie. Zowel bestuurlijk als ambtelijk. Wij zoeken samenwerking met andere gemeenten maar zijn ook actief bezig om te komen tot regionale samenwerking. Dat is de link van de twee onderwerpen. Antwoord: Neen. Op het gebied van belastingen wordt binnenkort een overeenkomst gesloten met Montferland en Oude IJsselstreek. Onderwijs is een nadrukkelijk onderdeel van het regionaal overleg Sociaal. Antwoord: Aalten werd al in een vroeg stadium door deze twee gemeenten er op gewezen, dat samenwerking met andere gemeenten niet meer 3
samenwerking met deze twee gemeenten uitgesloten? Vraag: Hoe kijkt u aan tegen een peiling bij burgers over mogelijke samenwerking? De heer De Kruijf zegt dat er momenteel veel inspanningen worden verricht op het gebied van formele samenwerkingsverbanden. Er wordt weleens beweerd dat wij in Nederland niet al te veel moeten hebben van een vierde bestuurslaag. Kun je op het niveau van de regio voldoende draagvlak creëren voor democratische legitimatie. Dat domein is door de RC niet onderzocht. De RC heeft gekeken naar andere samenwerkingsvormen. Het voorliggende rapport gaat over hoe samengewerkt kan worden en niet met wie. Er gebeurt veel en daarover moet goed worden gecommuniceerd. De RC heeft enkele jaren geleden verschillende onderzoeken verricht naar de formele samenwerkingsverbanden/verbonden partijen. Nu is de andere kant bekeken. Het is voor de raad belangrijk om te weten welke afwegingen moeten worden gemaakt bij een eventuele samenwerking met een bepaalde gemeente. Het rapport vermeld enkele constateringen. Er worden geen conclusies getrokken en het bevat geen waardeoordeel. Het is een handvat voor de gemeenteraden. mogelijk is. Aalten heeft toen besloten pas op de plaats te maken en heeft aangegeven zich te willen heroriënteren. Aalten is best bereid om op bepaalde gebieden samen te werken met deze twee gemeenten, maar uitsluiting is niet mogelijk en gaat te ver. Binnenkort vindt een gesprek plaats met deze gemeenten over de stand van zaken. Antwoord: Als de gemeenteraad dat nodig acht dan wordt dat meegenomen. De voorzitter concludeert dat er één toezegging is gedaan n.l. de lijst van samenwerkingsvormen aanvullen met deelnemende gemeenten. Het rapport kan voor debat naar de meningsvormende raad kan. 2. Voorstel tot instemming met de startnotitie toekomst lijkbezorging in de gemeente Aalten. Vragen aan het college: Vraag: Wordt het onderzoek intern of extern uitgevoerd? Vraag: Is hiermee rekening gehouden in de begroting? Vraag: In 2008 is de Nota toekomst begraafplaatsen opgesteld. Wat wordt nu onderzocht? Vraag: In rapport wordt gesproken over vrijwilligerswerk. Worden de maatschappelijke stages van scholen hierbij betrokken? Vraag: Worden de plannen van GUV in het onderzoek betrokken? Vraag: Wordt de gemeenteraad in een vroeg stadium betrokken bij de totstandkoming van het Masterplan? Voorkomen moet worden dat de gemeenteraad geconfronteerd wordt met een kant Antwoord: Intern Antwoord: Ja Antwoord: De demografische ontwikkelingen en de verschuiving van begraven naar cremeren worden in het nieuwe plan meegenomen. Daarnaast worden de berekeningen geactualiseerd. Antwoord: Dat is een uitstekend idee. Daar is nog niet naar gekeken, maar deze suggestie wordt meegenomen. Antwoord: Niet alleen de plannen van GUV; alle begraafplaatsen in de gemeente worden in het onderzoek betrokken. Antwoord: Ja, de startnotitie is een eerste stap. De bevoegdheden van de raad en de bevoegdheden van het college worden nauwlettend in de gaten gehouden. In het kader van het bestemmingsplan 4
en klaar Masterplan? Vraag: Wanneer wordt het Masterplan in de raad behandeld? Vraag: Worden naast de kosten, ook de opbrengsten onderzocht? Buitengebied krijgt de gemeenteraad volop de gelegenheid om zijn visie te geven. Antwoord: Na de zomer. Antwoord: Ja; de kostendekkendheid wordt onderzocht. De voorzitter concludeert dat er geen toezegging is gedaan en dat dit voorstel voor debat naar de meningsvormende raad kan. 3. Voorstel tot instemming met de tweede wijziging van de begroting 2012 van de Regio Achterhoek. (B) Vragen aan het college. Vraag: Voorgesteld wordt om nogmaals een bezuinigingsvoorstel bij de Euregio in te dienen. Is dat reëel gezien het geringe bedrag? Vraag: Het dagelijks bestuur van de Euregio heeft besloten de bezuinigingstaakstelling niet door te voeren. Kan een bestuur hiertoe besluiten? Antwoord: De verwachting is dat de bezuinigingstaakstelling in 2013 wordt meegenomen. Antwoord: Er is altijd een spanningsveld tussen de wens van de gemeenteraad en het bestuur van de samenwerkingsverbanden. In sommige gevallen is de Regio Achterhoek een te kleine partner binnen de Euregio. De voorzitter concludeert dat dit voorstel naar de besluitnemende raad kan. 5