1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets is gemaakt door. Oefentoets 8 DEEL A - WOORDEN Je ziet een woordrij. Dit is het voorbeeld: Luister naar woordrij A. Je ziet nu 4 woordrijen. Luister eerst naar de piep. Lees daarna hardop. Woordrij A : of kop hak pin zee bom vul laan woordrij 1 woordrij 2 woordrij 3 woordrij 4 is bak dom wat bol mes toon baas west glas geld vast warm stok droom kwaad langs broek straat druif verhaal moeder alles hoeven provincie opleiding gevaarlijk voorbereid schouder pincode verdieping belangrijk
Deel B - ZINNEN Je ziet een zin. Dit is het voorbeeld: Luister naar zin A. Zin A: De grote man ligt in het bed. Je ziet nu 8 zinnen. Luister eerst naar de piep. Lees daarna hardop. 1 In dat land kan het in de winter flink koud worden. 2 In oktober vallen de appels van de bomen. 3 Mijn huis is kleiner dan jouw huis. 4 In de koelkast staat nog een pak melk. 5 Zal ik een lekker eitje voor je koken? 6 De oude vrouw moet naar het ziekenhuis. 7 Hij heeft al drie jaar geen werk. 8 Ik houd helemaal niet van dat soort muziek.
Deel C - TEKSTEN Je moet drie teksten lezen. Lees in een gewoon tempo. Lees niet snel. Lees niet langzaam. Lees altijd één tekst in 30 seconden. Je ziet nu een voorbeeld: Luister naar tekst A. Tekst A: De man ligt in het grote bed. Hij slaapt. Dan hoort hij de wekker. Hij wordt wakker. De man ziet hoe laat het is. Hij schrikt. Het is al negen uur. Hij is te laat voor een goed ontbijt. De man zal te laat komen op zijn werk. Je ziet hier drie teksten. Luister altijd eerst naar de piep. Lees daarna hardop. Tekst 1 Tekst 2 Sam heeft een nieuwe auto gekocht. Roos heeft een grote, nieuwe zonnebril. Hij wil graag een stukje rijden. Maar de zon schijnt vandaag niet. Sam belt zijn vriend Koen. Toch wil Roos graag haar prachtige zonnebril op het Ze maken een afspraak. hoofd zetten. Sam haalt zijn vriend op. De bruine glazen zitten in het blonde haar. Koen kijkt naar de mooie auto. Roos ziet er mooi en modern uit. Dan zegt Koen tegen Sam: Ze lijkt op een filmster. Wat een leuke auto! Geef mij de sleutel maar. Ik rijd wel. Tekst 3 Mevrouw Appel zit in de trein van Amsterdam naar Den Haag. De trein rijdt lekker snel en mevrouw Appel doet haar ogen dicht. Zij valt in slaap. Zij wordt niet wakker in Den Haag. De trein rijdt verder naar Rotterdam. Daar wordt mevrouw Appel eindelijk wakker. Zij heeft heerlijk geslapen.
Deel D ZINNEN AANVULLEN Je moet 28 zinnen hardop lezen. Je moet alle zinnen lezen en aanvullen met één woord. Je moet altijd kiezen uit drie woorden. De tijd is belangrijk: je moet de zin plus het goede woord lezen binnen de tijd. Je ziet nu een voorbeeld: Luister naar zin A. Je ziet nu 28 zinnen. Luister eerst naar de piep. Lees daarna de zinnen één voor één hardop. Zin A: sleutel De man schrijft met een. pen auto 1 2 3 4 5 6 7 8 Lees de zinnen en vul de zinnen aan. rustig In december is het heel druk in de winkel. Dan hebben we meer personeel nodig kassa zwembad Zwemmen is een leuke sport. Je kan het doen in een veld handdoek honger Het is al middag, maar ik heb nog niet veel gegeten. Dus heb ik tafel mager bellen Als je niet naar je werk kunt komen, moet je naar je baas werken afspreken bloeien In de bloemenwinkel kun je natuurlijk een mooie bos bloemen plukken kopen is Ik wil graag even op bezoek bij mijn zus. Ik hoop dat ze thuis heeft doet bereikbaar Dat telefoonnummer probeer ik al uren te bellen, maar het is niet telefoon koffer We gaan op reis en doen alle kleren in de zolder schaal vroeg
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Lees de zinnen en vul de zinnen aan. kist Die oude spullen bewaren we in de kelder onder ons la huis pincode Meestal doe ik de boodschappen voor het weekend samen met mijn man wassen Er is een groot park in deze buurt. Je kunt er heerlijk parkeren wandelen prullenbak Ik wil het afval weggooien, maar ik zie nergens een koelkast agenda portemonnee papier Ik wil graag snel antwoord krijgen op deze formulier vraag meerijden Je kunt al dat werk niet alleen doen. Vraag even aan je collega of hij je kan helpen ruggen Zij hebben erg veel huisdieren. Drie honden, twee katten en ook nog glazen vissen nieuw U kunt het geld via internet betalen. Dat is makkelijk en weinig snel halen informatie Hier is een folder. Daarin staat alle adressen boeken politie Dit weekend is bij ons ingebroken. Veel dingen zijn meegenomen door de dieven deur
19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 Lees de zinnen en vul de zinnen aan. opbellen Mijn dochter gaat volgende week verhuizen. Zij is nu alle spullen aan het inpakken uitdoen in Ik heb nu geen tijd. Ik vul het formulier morgen op bij muziek Mijn broer leert Spaans. Hij gaat twee keer in de week naar de Spaanse restaurant bellen Zij hebben geen geld om een huis te kopen. Ze moeten een huis huren lenen woonkamer We hebben gisteren in die meubelzaak een nieuwe kast gekocht voor in de meubel taal Hij heet Jan. Dat is een heel normale Nederlandse naam cultuur Geef me even je telefoonnummer. Dan bel ik je straks nog aan uit op weggegooid Mijn man heeft vanmorgen heel vroeg de vuilnisbak aan de straat gezet opgedaan gekocht Dat is Herman, mijn goede vriend, maar ik heb hem al twee jaar niet ontmoet gedraaid kijken Die twee vriendinnen zitten urenlang met elkaar te dalen kletsen les televisie
Deel E TEKSTEN met vragen Je moet drie teksten stil lezen. Je moet ook de vragen stil lezen. De leestijd is iets minder dan twee minuten. Het antwoord zeg je altijd hardop. Het antwoord is altijd kort. Je mag een pen gebruiken. Je ziet nu eerst een voorbeeld: Lees tekst A (stil!). Tekst A: Meneer De Jong loopt samen met meneer De Koning in de stad. Het is mooi weer. Zij willen iets drinken op een terras. Dan zien zij een mooie plek. Ze gaan zitten en bestellen bij de ober twee cola. De ober komt terug met twee biertjes. Meneer De Jong is niet tevreden. Hij wil zijn cola. Maar meneer De Koning is wel blij. Hij drinkt toch liever bier dan cola. De ober haalt een glas cola voor meneer De Jong. Vragen 1 Hoeveel mannen gaan op het terras zitten? 2 Wat bestellen de mannen? 3. 4. Na ongeveer twee minuten hoor je: Zeg het antwoord bij vraag 1 Luister naar de piep en zeg dan duidelijk : Twee. Daarna hoor je: Zeg het antwoord bij vraag 2 Luister naar de piep en zeg dan duidelijk : Cola. Of zeg: Twee cola. Dit was het voorbeeld. Nu is het jouw beurt. Lees stil na de piep.
Tekst 1 Karel heeft geen contant geld in zijn portemonnee. Hij wil pinnen. Hij zoekt op straat naar een geldautomaat. Hij hoeft niet lang te zoeken. Hij doet zijn bankpas in de automaat. Hij toetst zijn pincode. De automaat wil weten hoeveel euro s Karel wil hebben. Karel wil honderd euro s hebben uit de automaat. De automaat geeft eerst de bankpas terug. Daarna geeft de automaat ook honderd euro s. Karel stopt de euro s in zijn portemonnee. Nu heeft hij weer contant geld. Vragen 1. Hoeveel euro s wil Karel hebben? 2. Waar zoekt Karel naar als hij op straat loopt? 3. Wat doet Karel in de geldautomaat? 4. Waar stopt Karel de euro s in? Tekst 2 Sara zoekt een ander huis. Ze woont nu met haar vriend en met twee katten. Ze wonen in een oud huis in de grote stad. Het huis heeft twee kamers. Maar Sara is zwanger. Ze krijgt een kindje over zes maanden. Dan wil ze in een ander huis wonen. Ze wil een groter huis met drie of vier kamers. En ze wil een huis met een tuin. Sara zoekt in kranten en op internet, maar het is niet makkelijk. Huizen zijn duur. Vragen 5. Hoeveel katten heeft Sara? 6. Hoeveel kamers heeft het huis van Sara en haar vriend? 7. Waar zoekt Sara een ander huis? 8. Wanneer krijgt Sara een baby? Tekst 3 Ik heet Mariam en ik kom uit Iran. Ik woon nu nog niet in Nederland maar in Iran. Mijn man woont in Nederland. Ik wil graag bij hem wonen. Dan kunnen we ook samen kinderen krijgen. En wij kunnen in vrijheid leven. Voor vrouwen is het in Nederland beter dan in Iran. Dat is mijn mening. Ik moet eerst examen doen op de Nederlandse ambassade. Daarna krijg ik een visum. En dan ga ik snel naar mijn lieve man in het koude Nederland. Vragen 9. Wat krijgt Mariam na haar examen? 10. In welk land woont Mariam? 11. Waar moet zij examen doen? 12. In welk land woont de man van Mariam? Dit was de toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen. Deze toets is gemaakt door.
Sleutel D 1 nodig 2 zwembad 3 honger 4 bellen 5 kopen 6 is 7 bereikbaar 8 koffer 9 huis 10 man 11 wandelen 12 prullenbak 13 vraag 14 helpen 15 vissen 16 snel 17 informatie 18 dieven 19 inpakken 20 in 21 les 22 huren 23 woonkamer 24 naam 25 op 26 gezet 27 ontmoet 28 kletsen Sleutel E (Soms zijn meer antwoorden mogelijk. In dat geval zie je een schuine streep -/- ) 1 honderd 2 geldautomaat / automaat 3 zijn bankpas / bankpas 4 portemonnee 5 twee 6 twee 7 kranten en internet 8 zes maanden / over zes maanden 9 visum 10 Iran 11 Nederlandse ambassade / ambassade 12 Nederland