Wifi is wijs jong! #indebanvanverbinding

Vergelijkbare documenten
Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd


Resultaten enquête gamen en sociale media

Opdracht 2 Checklist. Website 1 NTR Het Klokhuis -

Marktpenetratie DVB-t

EU Kids Online onderzoek Gelijkenissen en verschillen tussen jongens en meisjes in online activiteiten en digitale vaardigheden

Effectief opvoeden online. Liesbeth De Ridder (EXPOO) Hadewijch Vanwynsberghe (Mediawijs.be)

Mediakids 7. GfK November 21, 2016 VRT Mediakids

Activiteitenblad 8.1: Weet wat je ziet. Maak een commerciële vlog!

BiebPanel doelgroeponderzoek 2019 Concept vragenlijst ouders van kinderen van 6 t/m 12

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Persdossier MediaNest

HANDLEIDING Ouderavond online media

Jongeren & Nieuwe Media Dag van de opvoeder

De volgende vragen gaan over digitale media en digitale toestellen zoals computers, laptops, notebooks, smartphones, tablets, gsm s zonder

Liska Vulperhorst 2 november 2015

Esther Göring - Adviseur Lezen en Media/Mediacoach Ouderavond Basisschool Brukelum Aarle-Rixtel

Handleiding Toolbox Mediaopvoeding

Landelijk Ouderpanel van Stichting Opvoeden.nl over mediaopvoeding: De resultaten

Media in de kinderopvang een onderzoek naar media en beleid in de kinderopvang

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

Sociale contacten Informatie zoeken Surfen en gamen Filmpjes bekijken Muziek beluisteren Aankopen

EU Kids Online onderzoek internetgebruik en -vaardigheden, en online risico s bij 9- tot 16-jarigen

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO

Tactus Verslavingszorg. Programma. Tactus op De Rede. Gamen & Internet. Gamen. Bianca Swart Preventiewerker

Welkom op de pedagogische feestdag over het nieuwe leerplan mediaopvoeding

Spinternet stappenplan

Inhoud. Inhoud 3 VoorwoorD 5 Methodologie 6. Colofon 54. Inhoud

Ouderatelier GAMEN. Iris Timmerman Dinsdag 26 januari 2016

OUDER & KIND QUIZ YOUNGWORKS RAPPORT ONLINE ONDERZOEK OPZET MEDIAMASTERS ONDERZOEK

Ouderavond Veilig Online. Dinsdag 21 februari,

In de volgende vragen zal je bevraagd worden over verschillende aspecten van digitale media en digitale apparaten, waaronder PC's, laptops,

Doorlopende leerlijn naar thema Nationaal Media Paspoort. Nationale Academie voor Media en Maatschappij

ALS KLEINE KINDEREN GROOT WORDEN EN GAMEN

Opdracht 2: Checklist

Factsheet Mediagebruik. 17- tot en met 18-jarigen

Jongeren & Social Media !"#$"#%$!"& Social Media stress JONGEREN & SOCIAL MEDIA KANSEN & RISICO S PROGRAMMA

Wanneer moeten we dat nog doen? We hebben vandaag, tijdens een andere vergadering, ons de vraag gesteld : waar moeten we naar toe om te melden dat

Vragenlijst. Uw bijdrage helpt te weten waar de noden van ouderen liggen zodat er beter op hen kan ingespeeld worden.

Esther Göring - Adviseur Lezen en Media/Mediacoach Ouderavond Sint Corneliusschool Venhorst I.s.m. Jackey Meeng en Jorieke Vierwinden Politie Veghel

HELP, IK BEN EEN GAMER

Inleiding - Aanleiding

Audio Listening. Page 1 of 5

Iene Miene Media 2013

Waarom is TV kijken zo populair?

Mijn ouders zijn zo ouderwets! Kim, 8 jaar

WHITEPAPER HEALTH 51% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN GEZONDHEIDS PRODUCTEN

Utrecht, maart Rutgers Arthur van Schendelstraat MJ Utrecht Postbus GA Utrecht

POWER TO THE KIDS De rol van kinderen in het aankoopproces

Kids en digitale media

Sssstttt!! Een geheim

Sportief Hwagveld. Dinsdag 25 nov 2014

Moving Pictures: second screen en schermvoorkeur

Uitkomsten enquête online opvoeden

Studiedag Voorleesexpress

Vragenlijst BiebPanel Doelgroep onderzoek Jongeren 21 september 2017

Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Zoek op wat de betekenis is van het woord media en. in de witte kader.

Protocol Kinderen en media op de BSO

Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E.

Samen mediawijs. Met elkaar in gesprek over het gebruik van (social) media

Kids, internet en social media

Goede middag. Zo als belooft gaan we het hebben over de Smart TV. Maar laten we eerst eens onderzoeken welke plaats de Smart TV inneemt.

NIEUWE METHODES 3 SEPTEMBER

Wat doe je wel of beter niet op het internet?

het Officiële Boek Help je kinderen leren programmeren! Marina Umaschi Bers en Mitchel Resnick

M-commerce, sociale media en veranderend winkelgedrag beïnvloeden de ontwikkelingen in de globale retailmarkt. Dat blijkt uit de enquête

Inhoud. Wie spaart (niet)? 5. Hoe sparen we? 17. Waarom en waarvoor sparen we? 35. Wat beïnvloedt ons spaargedrag? 39

B&O Info Tel.: Internet: Facebook:

Start to ICT. Algemene opleiding Studiegebied Informatie- en communicatietechnologie AO IC

Moving Pictures: kijken naar audiovisuele content in Nederland

Mediaopvoeding & (online) risico s en kansen voor jongeren. Natascha Notten 30 mei 2015 SWR, Leusden

Deze vragenlijst bestaat uit zes onderdelen, A t/m F.

Nieuw platform over mediawijs opvoeden

Onderzoeksrapport WASDA : Wereldbeeld en Attitudes : Studie bij Digitale Adolescenten

RESULTATEN VAN DE BEHOEFTENANALYSE

Onderzoek naar de digitale gezondheid en het digitale welzijn van jonge Belgen. Oktober 2018

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Programma digitale geletterdheid voor leerlingen. Groep 1 en 2

De beste keuze. nu met meeste voordeel. bij aankoop van een Sony Internet TV

MediawijsActieplan. Een mediawijze school: plan van aanpak

Mediawijsheid: digitaal aan de slag in het onderwijs!

WHITEPAPER FINANCE 50% VAN DE NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR EEN NIEUWE AANBIEDER VAN FINANCIËLE PRODUCTEN EN VERZEKERINGEN

Microsoft Advertising Tariefkaart

De volgende vragen gaan over digitale media en digitale toestellen zoals computers, laptops, notebooks, smartphones, tablets, gsm s zonder

Multi-Screen Consument

THEMA-AVOND SOCIAL MEDIA

Welkom op het personeelsfeest over het nieuwe leerplan mediaopvoeding

INTERNETMEMORIE. Maak in één les een 3D doosje met de App Foldify. Les in het kader van Code Kinderen project Mijn Kind Online.

Kinderen en Veilig Internet. Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012

Mediaopvoeding. workshop Mediaopvoeding

Wat doe je wel of beter niet op het internet?

Net Children Go Mobile

2nd, 3th en Xth Screen

Jongeren en internet. Wifi generatie/ generatie swipe - Altijd en overal online

Verschillen tussen mensen met en zonder een handicap Socio-demografische kenmerken - Leeftijd - Geslacht - Woonsituatie - Werksituatie

Protocol Mediagebruik voor leerlingen

OUDERBEGELEIDING L U T S C H E L P E OUDERBEGELEIDING. Wat is het? Accenten bij meertalige gezinnen

Our Mobile Planet: Nederland

Transcriptie:

Wifi is wijs jong! #indebanvanverbinding Mediawijs opvoeden in 2016 Dr. Hadewijch VANWYNSBERGHE, coördinator onderzoek, imec-mediawijs Hadewijch.Vanwynsberghe@mediawijs.be Inleiding Onderzoek dat focust op de uitdagingen en opportuniteiten van digitale technologieën voor kinderen was, tot nu toe, voornamelijk gericht op 9-18 jarigen (cfr. Apestaartjaren, EU Kids Online). Kinderen gebruiken op een steeds jongere leeftijd deze digitale technologieën. Onderzoek naar de leeftijdsgroep 0-8 jarigen is dus noodzakelijk, maar schaars in België. Daarom deed Mediawijs in het najaar 2015 een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van jonge kinderen tussen 0-8 jaar en hun gezin met digitale technologieën, zoals tablets, smartphones, computers en games. Dit gebeurde in het kader van het Europees JRC project ECIT, Empowering Citizens Right in Emerging ICT. Het doel was te komen tot het formuleren van aanbevelingen voor beleid, industrie, onderzoek, ouders en andere zorgverleners van kinderen om de nieuwe uitdagingen gerelateerd aan het gebruik van digitale media te verminderen en de opportuniteiten voor kinderen te verhogen. Het onderzoek behandelde de volgende vragen: 1. Hoe gaan kinderen jonger dan acht om met digitale technologieën? 2. Hoe worden deze technologieën waargenomen door de verschillende familieleden? 3. Welke rol spelen deze in het leven van de kinderen en van hun ouders? 4. Hoe begeleiden ouders de kinderen in hun gebruik van digitale media? Zijn hun strategieën eerder constructief of restrictief? Om een antwoord op deze vragen te geven, interviewden we tien gezinnen: minstens een kind van zes of zeven jaar en hun gezin (ten minste één ouders of zorgverlener), binnen de vertrouwde

omgeving van de thuis- en familiecontext. Deze methodologie is gebaseerd op de assumptie dat voor jongere kinderen de ouders de sleutelfactor zijn inzake toegang tot digitale media. Wegens het verkennende karakter van dit onderzoek vertrokken we van een theoretische steekproef. We rekruteerden de gezinnen op basis van een uitnodiging verspreid via alle online kanalen van Mediawijs en partners. Uiteindelijk toonden dertig gezinnen interesse in het onderzoek, waarvan er tien werden weerhouden op basis van een zo divers mogelijke gezinssamenstelling. Het interview bestond uit twee grote onderdelen: 1. Ijsbreker met kinderen en ouders samen. Kinderen en ouders vertelden samen door middel van het kleven van stickers hoe hun typische weekdag eruit ziet en wanneer ze welke digitale technologieën gebruiken. 2. Semigestructureerd interview met kinderen en ouders apart. Voor beiden gebruikten we een kaartspel. De kinderen kregen kaarten met daarop digitale media die ze konden classificeren (heel leuk vinden, leuk en niet leuk). Het kaartspel bij de ouders bestond uit woorden (vb. plezant, babysitter of moeilijk) die ze konden associëren aan het digitaal mediagebruik van zichzelf en/of de kinderen. Met de kinderen zelf deden we ook nog een digitale toer, waarin ze aan de onderzoekers toonden welke toestellen ze hadden en wat ze erop konden doen.

Vaststellingen Kinderen groeien op in een mediarijke omgeving. Hun dagelijks contact met digitale media resulteert echter niet automatisch in een groot gebruik van deze (digitale) toestellen. Ook het omgekeerde is waar, heel wat kinderen hebben toegang tot toestellen die bij hun thuis niet aanwezig zijn. Zo gebruiken ze o.a. digitale toestellen op school, bij hun grootouders of bij vrienden. Digitale media maken een belangrijk, maar niet dominant, onderdeel uit van het leven van kinderen. Ze genieten eveneens (of misschien zelf meer) van niet-digitale activiteiten, zoals buiten spelen, het beoefenen van sport, het spelen van een gezelschapsspel of het lezen van een boek. Kinderen hun digitale activiteiten komen vaak overeen met hun offline-interesses en activiteiten. Zo zal bijvoorbeeld een kind dat graag voetbal speelt, hier ook spelletjes en/of films rond opzoeken. Kinderen gebruiken deze digitale technologieën vooral voor plezier en entertainment. De top drie digitale activiteiten bij kinderen zijn het bekijken van videoclips op YouTube, gamen en televisie kijken. Weinig kinderen gebruiken het voor informatie op te zoeken of schoolopdrachten, tenzij hun leerkracht (of hun ouders) dit expliciet vragen. Tablets zijn bij uitstek het favoriete toestel van de kinderen. De grootte van het scherm, de draagbaarheid en het gebruiksgemak dankzij het touchscreen zijn de belangrijkste redenen waarom kinderen een voorkeur hebben voor dit toestel. Smartphones gebruiken de kinderen ook graag. Dit gaat dan in het overgrote merendeel van de gevallen over de smartphone van de ouders wanneer de kinderen zich 'in stilte' moeten bezig houden. Dit gebeurt wel onder heel strikte controle van de ouders, omdat deze bang zijn dat ze het toestel kapot zouden maken of er iets verkeerd mee doen (vb. telefoneren naar collega s). Andere digitale toestellen die ze vaak gebruiken zijn tv, computer, laptop en spelcomputer. Niemand van de geïnterviewde kinderen beschikte over eigen toestellen, wat vaak tot discussies of ruzies leidde met andere leden van het gezin. De meeste kinderen hebben elementaire operationele vaardigheden, zoals weten welke knop ze moeten indrukken om hun favoriete spelletje of filmpje te laten afspelen. Enkelingen hebben ook al geavanceerde competenties waardoor ze bepaalde toestellen relatief onafhankelijk kunnen gebruiken. Ze kunnen bijvoorbeeld gemakkelijk van het ene scherm naar het andere navigeren, een e-mail schrijven en informatie opzoeken via Google. Maar de meeste kinderen ervaren toch veel situaties waarbij ze er niet in slagen om hun doel te bereiken via digitale media, waarvoor zij dan om hulp moeten vragen. Ze ondervinden deze moeilijkheden omdat ze nog niet volledig cognitief rijp' zijn. Hun lees- en schrijfvaardigheden beïnvloeden bijvoorbeeld de kwaliteit van hun digitale interacties. Jonge kinderen wenden zich, wegens hun beperkte digitale mediavaardigheden, vaker tot een oudere broer of zus en/of ouders die hen kunnen helpen met hun digitale media-activiteiten. De vaardigheden die ze hebben om deze digitale media te gebruiken, hebben ze geleerd via observatie van hoe anderen in hun directe omgeving (vb. ouders, oudere broers en zussen, grootouders) of door zelf te experimenteren. Opvallend is dat ouders zich vaak niet bewust zijn dat kinderen hun gedrag spiegelen. Kinderen weten dat ze voorzichtig moeten zijn, maar ze begrijpen niet goed waarom.

Velen zien de digitale media nog als al speelgoed tussen al de rest en begrijpen bijvoorbeeld niet wat online zijn betekent. Bijgevolg zijn ze zich niet altijd bewust van de uitdagingen en opportuniteiten gekoppeld aan digitaal mediagebruik. De meeste ouders zien digitale media als positief, maar tegelijk ook als een uitdaging. Enerzijds kunnen digitale media volgens de ouders de kinderen helpen om vaardigheden (creativiteit, verbeelding, sociale vaardigheden, het verwerven van kennis, hand-oog coördinatie) te ontwikkelen, om te belonen of te straffen (vb. geen tablet als ze hun kamer niet opruimen) en om hen in stilte bezig te houden wanneer de ouders moeten werken of met huishoudelijke taken bezig zijn. Anderzijds zijn er volgens de ouders heel wat risico s verbonden, waardoor ze deze zoveel mogelijk trachten te reguleren en te controleren. Ze maken zich het meeste zorgen om gezondheidsimplicaties (vb. verkeerde houding en verslaving), sociale impact (vb. pesten en verlies aan privacy, verlies van familietijd), economische gevolgen (vb. het kapot maken van dure toestellen en aankopen online) en ongepaste taal en inhoud. Daarbij komt dat ouders aangeven zelf over onvoldoende competenties te beschikken om hun kind te begeleiden in de digitale wereld. Ze weten vaak zelf niet wat er allemaal bestaat en hoe het werkt. Voor veel ouders is het dus een raadsel wat veilig en kwalitatief is in de digitale wereld. Om het digitaal mediagebruik van het kinderen te controleren en reguleren maken de meeste ouders gebruik van restrictieve strategieën. Ze stellen regels op om de toegang en het gebruik van deze media te beperken door termijnen en bepaalde condities op te leggen (vb. een selectie van video s, paswoorden, enkel spelletjes offline spelen, enkel spelen na het eten/ huiswerk, etc.). De meeste kinderen respecteren deze regels, hoewel het voor hen niet altijd duidelijk is waarom deze bestaan, zeker omdat veel kinderen nog niet de cognitieve rijpheid hebben om het concept van duurtijd te begrijpen. Ouders gaan minder gebruik maken van constructieve strategieën (vb. samen media gebruiken, praten over mediagebruik) om hen te begeleiden in het gebruik van digitale media. Dit laatste is voor de meeste ouders 'de kat bij de melk zetten', de kinderen vertellen over mogelijke risico s is het opzoeken van problemen. Uit onderzoek blijkt nochtans dat het gebruik maken van deze constructieve strategieën zowel de operationele als kritische vaardigheden om media digitale media om te gaan versterken. Het merendeel van de ouders vertrouwd erop dat hun kinderen niet overdreven in de problemen zullen komen door hun gebruik van digitale media. Hiervoor zijn twee redenen: 1. Ouders denken dat hun kinderen niet genoeg operationele vaardigheden hebben om deze zaken te kunnen tegen komen of ernaar op zoek te gaan. 2. Ouders verwachten deze risico s eerder op latere leeftijd, wanneer de kinderen sociale media gebruiken. Aanbevelingen Beleidsmakers moeten - ouders voorzien van informatie over veilige en kwalitatieve websites en/of apps. Voor ouders is het vaak een raadsel welke website en/of app nu wel of niet goed zijn voor hun kind. - meer Nederlandstalige educatieve websites en/of apps stimuleren, want meestal zijn deze enkel beschikbaar in het Engels wat voor veel jongere kinderen niet evident is.

- initiatieven die de mediawijsheid stimuleren van ouders (en andere zorgverleners) ondersteunen. Veel ouders vinden het bijvoorbeeld zelf moeilijk om verborgen online risico s als datasurveillance of doelgerichte reclame te begrijpen en te beoordelen. Industrie moet - populaire toestellen als de tablet en hun accessoires duurzamer en goedkoper kunnen aanbieden. Voor veel ouders is de prijs en de breekbaarheid een reden om de kinderen het toestel niet te laten gebruiken. - safety-by-design mogelijk maken. Industrie moet op zoek gaan naar meer effectieve mechanismen om de risico s verbonden aan digitale media vanuit de technologie zelf te verkleinen en zelf te vermijden. - gebruiksvriendelijkere toestellen en inhoud verlenen. Veel kinderen en ouders komen vast te zitten doordat heel wat toestellen en inhoud niet aan hen aangepast is. - in plaats van hulpmiddelen voor het gebruik van digitale media bij de kinderen te controleren en te reguleren door ouders, meer middelen aanbieden om communicatie en samenwerking tussen de ouders en het kind te bevorderen. Onderzoek moet - meer aandacht hebben voor de leeftijdsgroep 0-8 jarigen. Er bestaat heel weinig onderzoek met en voor deze leeftijdsgroep waardoor gerichte adviezen naar beleid, industrie, ouders (en andere zorgverleners) vaak ontbreken. - meer aandacht besteden aan de opportuniteiten die digitale media kunnen hebben voor kleine kinderen, waar onderzoek nu vooral aandacht besteedt aan uitdagingen en risico s. - meer interdisciplinair werken rond dit thema. Het gebruik van digitale media behoort tot verschillende onderzoeksgebieden (vb. communicatiewetenschappen, psychologische en pedagogische wetenschappen, recht, etc.) maar de spillover tussen deze domeinen ontbreekt om gerichte adviezen te kunnen formuleren naar beleid, industrie, ouders (en andere zorgverleners). Ouders (en andere zorgverleners) moeten - meer investeren in media-opvoeding bij kleine kinderen. Het gezegde jong geleerd is oud gedaan is op vlak van digitale media gebruiken zeker geldig. - meer praten over wat hun kinderen op digitale media doen. Inzicht hierin kan alleen maar voordeel bieden op vlak van media-opvoeding. - zich informeren over welke websites en/of apps veilig en kwaliteitsvol zijn voor jonge kinderen. - eigen competenties op vlak van digitale media aanscherpen. Als je het als ouder zelf niet kan, is het moeilijk om het aan je kinderen te leren. - bewust zijn van de voorbeeldrol die ze spelen. Kinderen doen ouders na en leren hieruit. - samen media gebruiken met de kinderen. Samen digitale media ontdekken kan niet enkel de kinderen, maar ook de competenties van de ouders zelf bijschaven. - zich ook eens laten bijstaan door hun kinderen. Wie weet kunnen ze nog zelf iets bijleren Maar het heeft hen vooral veel inzicht hoe hun kinderen met digitale media omgaan. Referenties CHAUDRON, S. (2015). Young children (0-8) and digital technology. A qualitative exploratory study across seven countries. Joint Research Centre. European Commission.