Opdracht 2: Checklist

Transcriptie

1 Opdracht 1: Cursus

2 1 e website: Zapp: SCORE: 23 punten punten (maximaal aantal te halen punten: 35) Deze site scoort heel behoorlijk, maar het kan altijd nog beter. Bekijk de informatie kritisch. Probeer een aanvullende site te vinden die beter scoort. Als er reclame op de site voorkomt, dan is dat uiteraard zeer nadelig voor de score, terw ijl de site misschien op andere punten goed voldoet. Opdracht 2: Checklist 2 e website: Disney: SCORE: 19 punten punten (maximaal aantal te halen punten: 35) Deze site scoort heel behoorlijk, maar het kan altijd nog beter. Bekijk de informatie kritisch. Probeer een aanvullende site te vinden die beter scoort. Als er reclame op de site voorkomt, dan is dat uiteraard zeer nadelig voor de score, terw ijl de site misschien op andere punten goed voldoet.

3 3 e website: Kleurplaten: SCORE: 12 punten 8-15 punten (maximaal aantal te halen punten: 35) De betrouw baarheid en kw aliteit van deze site laat te w ensen over. Wil je de informatie toch gaan gebruiken, bekijk deze dan kritisch en neem niet zomaar alles aan w at er staat. Beter is om verder te zoeken op internet naar een meer betrouw bare site. Wordt er reclame gemaakt op de site, dan zijn er een aantal punten in mindering gebracht. Dit kan voor een deel de oorzaak zijn van de lage score. Opdracht 3: Mediawijsheid Ik heb de vier filmpjes over mediawijsheid gekeken. Onder mediawijsheid versta ik dat kinderen (nog) niet alles weten over de media, maar hierover gaan ze nog leren op school. Het zou een belangrijke les kunnen worden op school omdat er veel misbruik op het internet is, en zo kunnen kinderen het zelf voorkomen dat zij er geen problemen mee krijgen. Er zijn veel tips voor de kinderen om het te voorkomen, als ze hier veel informatie over krijgen zal het minder vaak/snel mis gaan. Het is belangrijk om over internetsex te praten, maar er zijn natuurlijk nog veel meer aspecten wat belangrijk is. Pesten via internet komt ook erg veel voor, als ze hier nou ook les over zouden krijgen over wat kinderen kunnen voorkomen zou het vast en zeker minder voorkomen.

4 Opdracht 4: Stelling Over internetsex moeten we niet moeilijk doen, dat is gewoon onderdeel van de internetgeneratie. Ik ben het hier niet mee eens. Er zijn altijd mensen die hier plezier aan hebben, maar er zijn ook mensen die hier de dupe van zijn. Die het misschien wel moeten doen onder bedreiging of mensen die een filmpje hebben gemaakt van zichzelf en die op internet is gekomen wat helemaal niet de bedoeling is. Internet is zo groot en met 1 druk op de knop kun je jezelf of anderen kapot maken. Opdracht 5: Opvoedingsstijl Voor ouders van kinderen tot 12 jaar; U bent ervaringsdeskundige. Het lijkt erop dat u net zo veel plezier beleeft aan het gebruik van digitale media als uw kind. U vindt het geen enkel probleem om uw kind op weg te helpen in het gebruik van sociale media, internet of games. U blijft erbij, legt uit en komt samen tot nieuwe ontdekkingen. Misschien bent u zelf wel een fervent twitteraar of gamer, of zit u met regelmaat op MSN of Facebook. Dat is dan mooi meegenomen voor uw kind, want dan weet u hoe het werkt. Voor ouders van kinderen vanaf 12 jaar Uw media-opvoeding kan worden getypeerd als actief. U heeft nagedacht over welke grenzen u wilt stellen en u heeft regels afgesproken met uw kind. Bijvoorbeeld over wat er wel en niet mag op internet en over hoe lang uw kind mag gamen of surfen. Dat is verstandig, en duidelijk voor uw kind. Wat eruit gekomen is klopt helemaal. Ik zou duidelijke regels met de kinderen bespreken. Ook zou ik samen met de kinderen dingen gaan ontdekken wat allemaal kan, zodat ze weten wat kan en dat ze weten wat niet kan. En het klopt dat ik zelf ook regelmatig op MSN en Facebook zit.

5 Opdracht 6: Leeftijd en begeleiding Ik ben het met de volgende aspecten vooral eens: De commerciële televisiezenders (Nickelodeon en Disney XD) worden populairder dan de publieke zenders (Zappelin). Dit merk ik zelf in mijn stageklas, als ze over tvprogramma s praten is het meestal van Nickelodeon of Disney XD. Op deze leeftijd doen grappige programma s het goed. Vooral grappige tekenfilms. Als de leerlingen in de pauze iets uit mogen kiezen om te kijken kiezen ze vaak grappige tekenfilms. Toch vinden ze voorlezen nog steeds heel fijn. Dat merk ik al ik zelf voorlees in mijn stageklas. Aan het eind van deze leeftijdsfase krijgen kinderen belangstelling voor sociale media zoals Hyves en willen ze een eigen mobiele telefoon. Sommige leerlingen hebben uit mijn stageklas Hyves, of willen er mee gaan beginnen. Opdracht 7: Twee interviews met kinderen Ik heb twee kinderen geïnterviewd. De antwoorden leken veel op elkaar van beide kinderen. Ik begon met de vraag of ze een computer thuis hadden, de kinderen moesten lachen en zeiden: ja natuurlijk!!. Een kind had zelfs een eigen tablet. Toen ik vroeg hoe vaak ze hier achter mochten werden ze stil, ik had het gevoel dat ze allebei schrokken van het antwoord. Ze hadden niet verwacht dat het andere kind ook een regel voor het aantal uur achter de computer had. Het ene kind zei 1 uur, het andere kind had ook een uur maar dan verspreid over de hele dag: een half uur voor het eten en een half uur na het eten. Daarna vroeg ik of ze sociale media hadden, dit hadden ze niet. Ze kenden Hyves en Facebook wel maar wouden dit niet, ze kenden ook niemand van hun leeftijd die dat hebben. Ik vroeg of ze aan 1 uur achter de computer genoeg hadden, het ene kind vond van wel en zei zelfs dat hij/zij dan nog buiten kon spelen. Toen vroeg ik wat ze deden op de computer het eerste antwoord was: de tafels oefenen. Dat verbaasde me nogal, toen vroeg ik welke spelletjes ze het liefste speelden. Dat was een spel met bubbels en voetbalspelletjes. Opdracht 8: Een interview met je stagebegeleidster Ik heb mijn stagebegeleidster geïnterviewd over mediagedrag. Mijn stagebegeleidster heeft hier niet zoveel mee, ze zei zelf dat ze nauwelijks weet hoe alles werkt van het digibord. Maar ze leest sommige dingen wel eens in de krant over mediagedrag, het gaat soms echt te ver. Hoe kinderen andere kinderen kapot kunnen maken via internet. Het is mooi dat dit bestaat voor tijdsbesteding maar er zijn ook veel negatieve kanten aan, zoals pesten. Op school heeft zij het nog niet vaak mee gemaakt. Ze hebben op mijn stageschool wel een klein beleid over media op school.

6 Opdracht 9: Cyberpesten 1. Een medestudent gecyberpest werd. Ik zou eerst met de student gaan praten hoe het komt, en wie het is en of hij/zij zelf ook problemen heeft gezocht. Dan bekijken we samen of we eruit komen. Zo niet zou ik de ouders inschakelen. Als hij/zij dit niet wil dan vraag ik of een SLB er/vertrouwenspersoon erbij. Er moet in ieder geval iemand bij geroepen worden, je kunt dit niet alleen oplossen! 2. Interview je stagebegeleidster wat hij/zij zou doen als hij/zij wist dat er gecyberpest werd in de klas. Ik heb een interview met mijn stagebegeleidster gehouden, en ze gaat er vanuit dat dit nog niet gebeurd in groep 4. Ze heeft altijd de kleuters gehad, dus ze heeft deze situatie ook nog nooit eerder meegemaakt. Maar als ze het vermoeden heeft dat er iets gebeurd, of gaat gebeuren zou ze zeker ingrijpen. Ze zou met de kinderen gaan praten en als het dan niet ophoudt de ouders inlichten en met hun en het kind een gesprek voeren. Meestal lost dit bij jonge kinderen wel op. Je hoort vaak bij kinderen uit groep 8 dat zelfs de directeur mee moet praten, en dat sommige kinderen van school worden geschorst omdat het te ver is gegaan. Internet is erg makkelijk maar er zitten ook zeker negatieve kanten aan!