Statenvoorstel nr. PS/2014/897

Vergelijkbare documenten
Raadsvoorstel Onderwerp: Wegenbeleidsplan Datum voorstel: 8 augustus 2017 Vergaderdatum: 19 september 2017 Registratienr.

Tijdsgebonden: Wanneer zijn we klaar? Nummer coalitieprogramma: Programmanaam: 07 Beheer Z / INT Wegbeheer

*ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014

*ZEA3E9FBA15* Raadsvergadering d.d. 22 maart 2016

23 augustus /AH/098. Onderzoeksopzet vervolgonderzoek onderhoud Wegen en Kunstwerken

Provinciale Staten van Noord Holland

Provinciale Staten. Wij verzoeken u uiterlijk 1 juni 2003 een beslissing over ons voorstel te nemen. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter,

Meerjarenprogramma Kunstwerken. Noordhollandsch Kanaal

Groot onderhoud Gemeente Eindhoven. Roel den Dikken en Antoinet Grips PG & RBT Maart 2015

Herijking onderhoudsbeleidkaders Provinsje Fryslân November 2013

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: beleids- en beheerplan kleine civiele kunstwerken. Gevraagde Beslissing:

Portefeuillehouder: J. Hoekzema Behandelend ambtenaar J. Koomans van den Dries ( ) (t.a.v. J. Koomans van den Dries)

opzet quick scan civiele kunstwerken Lansingerland

Nieuw plannings- en bekostigingssysteem onderhoud infrastructuur

Paragraaf 3: Onderhoud kapitaalgoederen

Versie: 24 mei Beheerplan Wegen Waterland

Peter Roest raad december 2012

Onderwerp: Vaststellen keuze kwaliteitsniveau Integraal beheerplan

*ZAAE2BF3F76* Adviesnota. Raad van : 2 juli 2015 Agendapunt : 7 Reg. nr. : Z / INT Onderwerp Vaststellen beheerplan wegen

Nota onderhoud kapitaalgoederen deel infrastructuur Wegen en Vaarwegen

Hoe voorkomen we een Genua, welke koers varen wij

Planmatig beheer & onderhoud Vaarwegen

ASSETMANAGEMENT OP WEG NAAR Arie Bleijenberg

Rekenkameronderzoek Bruggen en viaducten

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen.veilig en heel

Variabel onderzoek 2004 paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Raadsvoorstel. 1. Aanleiding

Gemeente Delft. : Beheerplannen Wegen en Civiele constructies

Statenvoorstel 74/16 A

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Statenvoorstel nr. PS/2009/738

Statenvoorstel. Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014

BEHEERKOSTEN WEGEN GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE. 14 november 2012 : - Concept, vertrouwelijk B

Onderwerp: Meerjaren Investerings- en Onderhoudsplanning (MIOP) sport

Routekaart: tijdplanning

PS2008BEM College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Programmabegroting 2009, posten voorjaarsnota. Aan Provinciale Staten,

PS2010BEM Datum : 13 september 2010 Nummer PS : PS2010BEM13 Afdeling : PMF Commissie : BEM

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012

Wegenbeheerplan en Voorziening Wegen

Groningen Oktober Programmering bruggen

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013.

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB RV

8 april 2014 Corr.nr , BO Nummer 14/2014 Zaaknr

: Verantwoord en Duurzaam verlichten. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 1

Statenvoorstel 44/18 A

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 6

Paragraaf 3. Onderhoud kapitaalgoederen

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Statenvoorstel nr. PS/2015/867

Raadsvoorstel. Samenvatting

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA

Verzenddatum 2 6AUG Paraaf Provinc. étaris. Onderwerp Voorbereidingsbesluit vervanging Steekterbrug te Alphen aan den Rijn.

2011/ Raadscommissie AZ

Provincie Noord-Holland

VOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 06 november 2018 NR.: RI

Inleiding Wethouder van Tuijl. Presentatie / toelichting IBOR-systematiek

Assetmanagement in Gelderland

Grip op groot onderhoud. Onderzoek naar het groot onderhoud van wegen en kunstwerken door de provincie Gelderland

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp. : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties. Programma.

Beheer en onderhoud van infrastructurele werken (kunstwerken en verhardingen) in de provincie Zeeland

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aan Provinciale Staten

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Statenvoorstel nr. PS/2004/994

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 31 januari 2017 Blad: 1 van 7

*Z00758DF077* documentnr.: INT/G/14/08366 zaaknr.: Z/G/14/08078

Beleidskader Openbare Ruimte in nieuw perspectief

Inleiding. Asset management Wat, waarom en hoe? Asset management Wat, waarom en hoe? Asset management Wat, waarom en hoe? Asset management?

In de programmabegroting 2015 is het beheerplan voor het wegonderhoud aangekondigd.

Beantwoording vragen raadscommissie d.d inzake beheerplan civiele objecten

* * Statenvoorstel

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Datum : 6 september 2005 Nummer PS : PS2005IME06 Dienst/sector : MEC/DER Commissie : IME

Concept-Raadsvoorstel, gewijzigd.

HoogheemTaadschapvanDelfland

P. Roest raad00777

GEMEENTEBESTUUR UITGEEST NR. Nota I advies van: S. Rutte Behandelende afdeling: Civiel Datum: TITEL: Beheerplan wegen 2015 t/m 2019

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. fs/zots

De uitvoering van de onderzoeken is gebaseerd op het zogenaamde Groninger Model. Over dit model hebben wij u reeds eerder geïnformeerd.

Meerjarenprogramma Kunstwerken (MJPK-2) Beheer in balans

3.3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN

g. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014-O.docx

Statenvoorstel. Uitvoeringsbesluit vernieuwing Steekterbrug te Alphen ad Rijn

Raadsvergadering. Onderwerp Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik 2014

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Statenvoorstel nr. PS/2007/853

Ontwerpbesluit. Toelichting

Beheerkader Infrastructuur Provincie Zeeland

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing

PS2012BEM03-1. Besluit pag. 5. Toelichting pag. 1 t/m 3

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014

11.3. Onderhoud kapitaalgoederen

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer Commissie Bestuur en Financiën. 29 januari 2002 Nr , B. Nummer 6/2002

*RV * Documentnr.: RV Roden, 31 maart Onderwerp Beheerplan gemeentelijke gebouwen Onderdeel programmabegroting: Ja

Transcriptie:

Statenvoorstel nr. PS/2014/897 Beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen provincie Overijssel 2016-2019 Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 28 oktober 2014 2014/0298209 dhr. J. Cents, telefoon 038 499 70 00 e-mail J.Cents@overijssel.nl Aan Provinciale Staten Onderwerp Beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen provincie Overijssel 2016-2019 Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2014/897 (bijgevoegd) II. Beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen provincie Overijssel 2016-2019 (bijgevoegd) III. Budgettaire gevolgen 16 e wijziging van de Kerntakenbegroting 2014 (bijgevoegd) Samenvatting van het voorgestelde besluit Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2015 is afgesproken dat aan u een beheer- en onderhoudsplan zal worden aangeboden waarin de onderbouwing staat beschreven van de door u toegekende extra middelen voor beheer en onderhoud en vervanging van provinciale (water)wegen en kunstwerken. Wij stellen u voor het beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen 2016-2019 vast te stellen. In dit beheerplan wordt een keuze gemaakt voor het te realiseren kwaliteitsniveau van 644 kilometer hoofdrijbanen, 320 kunstwerken en 154 kilometer waterwegen met bijbehorende voorzieningen die de provincie beheert. Voor de berekening van het benodigde budget is het scenario Basis gehanteerd. Dit komt overeen met de afspraken die met uw Staten zijn gemaakt in 2005. Dit kwaliteitsniveau is gedefinieerd door de landelijke kennisinstelling CROW en het staat voor efficiënt en effectief beheer op de langere termijn. Verdere differentiatie in het te hanteren kwaliteitsniveau komt tot stand door het beheer en onderhoud af te stemmen op het maatschappelijk belang van infraverbindingen. Dit vindt plaats door in de afweging rekening te houden met de te realiseren provinciale doelstellingen, de daarvoor te leveren prestaties, de daarmee gemoeide kosten en de risico s die daarbij een rol spelen. Voor de periode 2016 t/m 2019 hebt u de benodigde middelen beschikbaar gesteld voor beheer en onderhoud en vervanging van de infrastructuur. Het aanvullend benodigde bedrag als gevolg van de vertaling van het Bouwbesluit 2012 voor kunstwerken wordt als financiële opgave meegenomen bij de voorbereiding van de kerntakenbegroting 2016. Inleiding en probleemstelling Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BVV) moet in de begroting worden vastgelegd wat het beleidskader is dat wordt gehanteerd voor het beheer van de kapitaalgoederen. Aansluitend daarop is in de Financiële Verordening Provincie Overijssel 2013 bepaald, dat wij jaarlijks over de voortgang van het geplande onderhoud en de omvang van het achterstallige onderhoud aan u rapporteren.

In de verordening is eveneens bepaald dat wij eens per 4 jaar een onderhoudsplan provinciale infrastructuur aan u aanbieden, ter vaststelling. Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2015 is afgesproken dat het beheer en onderhoudsplan uiterlijk in 2015 aan u zal worden aangeboden om de onderbouwing weer te geven van de door u toegekende extra middelen voor beheer en onderhoud en vervanging. Op dit moment is de normering provinciale infrastructuur, die door uw Staten in 2005 is vastgesteld, bepalend voor beheer en onderhoud. Door de minister van BZK is de provincie erop gewezen meer aandacht te besteden aan actualiteit en kwaliteit van onderhoud(splannen voor) kapitaalgoederen. Het beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen 2016 t/m 2019 is daartoe opgesteld (bijlage II). Overwegingen Areaal in beheer en huidige kwaliteit De provincie Overijssel is verantwoordelijk voor het beheer van 644 km hoofdrijbanen, 173 km parallelwegen, 521 km fietspaden, 49 verkeersregelinstallaties, 154 km waterwegen, waarvan 130 km vaarwegen, en 320 kunstwerken. Veel wegen en kunstwerken zijn aangelegd in de jaren 1950-1980. Vanwege veroudering van materialen en constructies zijn er na verloop van tijd steeds vaker en ook zwaardere onderhoudsmaatregelen nodig. De voorzieningen naderen dan het eind van de levensduur. Op basis van landelijk gehanteerde normen moet rekening gehouden worden met een vervangingsgolf in de jaren 2020-2050. Voor wegen in de Overijsselse situatie wordt uitgegaan van een gemiddelde levensduur van circa 60 jaar. Als gekeken wordt naar het jaar van aanleg, dan moet er rekening mee gehouden worden, dat er in de komende 12 jaar ongeveer 1/3 deel van het wegareaal vervangen moet worden. Voor kunstwerken wordt rekening gehouden met een technische levensduur van circa 80 jaar. Bepalend is vaak de functionele levensduur van kunstwerken en die blijkt sterk afhankelijk te zijn van beleid en regelgeving. In het Bouwbesluit 2012 zijn normen opgenomen die rekening houden met een toename van zwaar verkeer en grotere voertuigen. Een deel van de kunstwerken moet hierdoor eerder vervangen dan wel versterkt worden. In het beheerplan zijn de gevolgen van het Bouwbesluit 2012 uitgewerkt. Bij waterwegen is het uitgangspunt dat het vaarwegprofiel in stand gehouden moet worden zoals dat voor alle provinciale vaarwegen is vastgelegd in de Richtlijnen Vaarwegen (geactualiseerd in 2011). Dat vraagt om maatregelen in de vorm van baggeren eens per 10 á 15 jaar en periodiek vervangen van oeverbeschoeiingen. Aan het begin van deze coalitieperiode zijn door uw Staten aanvullende middelen beschikbaar gesteld om achterstallig onderhoud weg te werken en delen van de infrastructuur te vervangen. Op basis van de nu beschikbare inspectiegegevens en onderzoeksresultaten van de infrastructuur is het onze verwachting dat er aan het einde van deze coalitieperiode geen sprake meer zal zijn van achterstallig onderhoud. Daarbij merken wij op dat voor de vaarweg Almelo-De Haandrik in 2014 en 2015 nog werkzaamheden uitgevoerd worden om deze vaarweg geschikt te maken voor de benutting met schepen tot 700 ton. Daarbij wordt ook een toets uitgevoerd gericht op de stabiliteit van de oevers van de vaarweg en op de waterkerende functie van de oevers van het kanaal als regionale waterkering. Werkwijze en toekomstig kwaliteitsniveau Het is onze taak de provinciale infrastructuur te beheren volgens de met uw Staten gemaakte afspraken. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan effectief en efficiënt werken. Benchmarks die in de afgelopen jaren zijn uitgevoerd wijzen uit dat provincie Overijssel beheer, onderhoud en vervanging van infrastructuur reëel begroot, dat er scherp gebudgetteerd wordt en dat het algehele kostenniveau laag is in vergelijking met andere provinciale beheerders. De huidige afspraken met PS zijn gemaakt in 2005 (Kwaliteitsniveau beheer en onderhoud provinciale infrastructuur PS/2004/1249). Dit komt overeen met het kwaliteitsniveau Basis. Dit kwaliteitsniveau is gedefinieerd door de landelijke kennisinstelling CROW 1 en het staat voor efficiënt en effectief beheer op de langere termijn. De toegekende budgetten zijn daarop gebaseerd en de provincie loopt bij dit kwaliteitsniveau geen grote risico s op het niet bereiken van beleidsdoelstellingen of imagoschade. 1 CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Deze not-for-profit-organisatie ontwikkelt, verspreidt en beheert praktisch toepasbare kennis voor beleidsvoorbereiding, planning, ontwerp, aanleg beheer en onderhoud in de vorm van richtlijnen, aanbevelingen en systematieken. 2 Statenvoorstel nr. PS/2014/897

Nadere differentiatie in het te hanteren kwaliteitsniveau vindt bij de programmering van beheermaatregelen plaats door het beheer en onderhoud af te stemmen op het maatschappelijk belang van de infraverbindingen. In de afweging wordt rekening gehouden met de te realiseren provinciale doelstellingen, de daarvoor te leveren prestaties, de daarmee gemoeide kosten en de risico s die daarbij een rol spelen. Andere doelstellingen o.a. op het gebied van bereikbaarheid, veiligheid, duurzaamheid, ecologie, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit kunnen in combinatie met de infrastructurele beheeropgave ook worden meegenomen, mits de daarvoor extra benodigde middelen vanuit financieringsbronnen bij andere beleidsvelden beschikbaar zijn. U kunt ervoor kiezen bij het beheer een kwaliteitsniveau Laag of Hoog te hanteren. Niveau Laag: op korte termijn betekent dit 20% besparing op kosten beheer en onderhoud; na enkele jaren nemen de kosten weer (sterk) toe in verband met verhoogde slijtage en versterkte veroudering en overall meer risico s. De vervangingskosten komen sneller. Niveau Hoog: dit betekent circa 40% hogere kosten op jaarbasis; het geeft de gebruikers van de infrastructuur meer zekerheid en meer comfort. Benodigde en beschikbaar gestelde middelen Voor de periode 2016 t/m 2019 hebben we op basis van het huidige areaal in beheer berekend welke middelen jaarlijks nodig zijn voor het uit te voeren beheer en onderhoud en voor vervanging. Hierbij is nog geen rekening gehouden met mogelijke vervanging van boordvoorzieningen in de vaarweg Almelo-De Haandrik. Beheer en Onderhoud Vervanging Bouwbesluit 2012 wegen 18,4 mln 3,45 mln kunstwerken 3,5 mln 1,55 mln 1,1 mln waterwegen 2,3 mln Totaal 24,2 mln 5,0 mln 1,1 mln Met het vaststellen van de Perspectiefnota 2015 heeft u besloten om voor beheer en onderhoud het nog ontbrekende bedrag van 1,8 mln. aanvullend beschikbaar te stellen. Beheer en onderhoud omvat jaarlijks en niet jaarlijks onderhoud. Wij stellen voor het budget voor niet jaarlijks onderhoud ( 16,1 mln.) in de voorziening voorziening beheer en onderhoud provinciale infrastructuur te storten. Dat geeft meer mogelijkheden de noodzakelijke beheermaatregelen op het juiste moment uit te voeren (niet meer gekoppeld aan een jaarschijf). Het resterende deel ( 8,1 mln.) blijft dan jaarlijks beschikbaar als exploitatiebudget. Jaarlijks nemen PS een besluit over de indexatie van bedragen in de begroting. Voorgesteld wordt voor de benodigde bedragen voor beheer en onderhoud van infrastructuur een specifiek indexcijfer te hanteren, namelijk het CBS-indexcijfer voor de grond- weg- en waterbouw (GWW) als mogelijke indexering van de budgetten. Wijzigingen in het areaal hebben budgettaire consequenties en wij stellen u voor deze voortaan eens per 2 jaar te verrekenen. In het voorjaar van 2017 zullen voorstellen hiertoe t.b.v. de begroting 2018 aan u worden voorgelegd zodat de afweging bij de perspectiefnota plaatsvindt. Daarnaast is voor vervangingsinvesteringen wegen en kunstwerken een bedrag van 20 mln. geoormerkt in de reserve KvO. Hiermee zijn de meest noodzakelijke vervangingen geregeld en is verantwoord beheer van de provinciale infrastructuur in de periode 2016 t/m 2019 geborgd. Ook over de consequenties van het Bouwbesluit 2012 in de vorm van versterken dan wel eerder vervangen van kunstwerken bestaat nu duidelijkheid. Er is een additionele budgetbehoefte van 4,4 mln. ( 1,1 mln. per jaar) als gevolg van vertaling Bouwbesluit voor kunstwerken. Concluderend: voor de periode 2016 t/m 2019 hebt u de benodigde middelen beschikbaar gesteld voor beheer en onderhoud en vervanging van de infrastructuur. Het aanvullend benodigde bedrag als gevolg van de vertaling van het Bouwbesluit 2012 voor kunstwerken ter grootte van 4,4 mln. (4 x 1,1 mln.) wordt als financiële opgave meegenomen bij de voorbereiding van de kerntakenbegroting 2016. In de periode na 2019 moet rekening gehouden worden met een verdere substantiële toename van de kosten om de infrastructuur op het gewenste kwaliteitsniveau te houden omdat dan een groter deel van de voorzieningen het eind van de levensduur bereikt. Voor de periode 2020-2029 is indicatief berekend welke bedragen jaarlijks nodig zijn: Statenvoorstel nr. PS/2014/897 3

Beheer en Vervanging Onderhoud wegen 19,0 mln 13,4 mln kunstwerken 3,5 mln 1,2 mln waterwegen 2,3 mln 0,8 mln Totaal 24,8 mln 15,4 mln Voor de kunstwerken moet er daarnaast in deze periode 2020-2029 rekening gehouden worden met extra uitgaven van 1,0 mln. per jaar in het kader van de gevolgen van het Bouwbesluit. Van 6 kunstwerken moet nader diepgaand (destructief) onderzoek uitwijzen wat de staat is m.b.t. de eisen uit het bouwbesluit. Dit leidt in het slechtste scenario tot extra vervangingen ter grootte van jaarlijks 0,42 mln. voor de periode 2020-2029. Conclusie Wij stellen u voor het beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen 2016-2019 vast te stellen. Daarmee kiest u voor het handhaven van het kwaliteitsniveau Basis als uitgangspunt bij de budgettering van beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur. Daarnaast stellen wij u voor bij de eerstvolgende P-brief een besluit te nemen over de verhoging van de vervangingskosten met jaarlijks 1,1 mln. als gevolg van het Bouwbesluit 2012. Tevens kiest u voor nadere differentiatie in het te hanteren kwaliteitsniveau door een wijze van programmeren waarbij beheer en onderhoud zijn afgestemd op het maatschappelijk belang van de infraverbindingen. U stemt ermee in dat met ingang van de Perspectiefnota 2016 de CBS-index voor de grondweg- en waterbouw (GWW) wordt toegepast als mogelijke indexering van de budgetten van beheer en onderhoud bij de integrale afweging. Tevens stemt u ermee in dat in het voorjaar van 2017 t.b.v. de begroting 2018 de gevolgen van areaalwijziging integraal worden afgewogen binnen het proces van de perspectiefnota. Het aanvullend benodigde bedrag als gevolg van de vertaling van het Bouwbesluit 2012 voor kunstwerken ter grootte van 4,4 mln. (4 x 1,1 mln.) wordt als financiële opgave meegenomen bij de voorbereiding van de kerntakenbegroting 2016. Voorstel Gelet op het voorgaande stellen wij u voor het besluit te nemen, als in concept in bijlage I verwoord. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, A. BIJLEVELD-SCHOUTEN secretaris, H.A. TIMMERMAN 4 Statenvoorstel nr. PS/2014/897

Bijlage I Ontwerpbesluit nr. PS/2014/897 Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 28 oktober 2014 - kenmerk 2014/0298209; overwegende dat goede verbindingen van en naar de stedelijke netwerken en streekcentra belangrijk zijn voor de economische ontwikkeling in Overijssel; dat de provincie daarbij verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de wegen, kunstwerken en waterwegen die zij zelf beheert; dat op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BVV) in de begroting moet worden vastgelegd, wat het beleidskader is dat wordt gehanteerd voor het beheer van de kapitaalgoederen; dat in de Financiële Verordening Provincie Overijssel 2013 is bepaald, dat Gedeputeerde Staten jaarlijks over de voortgang van het geplande onderhoud en de omvang van het achterstallige onderhoud aan Provinciale Staten rapporteren en dat Gedeputeerde Staten eens per 4 jaar een onderhoudsplan provinciale infrastructuur aan Provinciale Staten aanbieden, ter vaststelling; dat op dit moment de normering provinciale infrastructuur, die door uw Staten in 2005 is vastgesteld, nog bepalend is voor beheer en onderhoud; dat de minister van BZK de provincie erop heeft gewezen, meer aandacht te besteden aan actualiteit en kwaliteit van onderhoud(splannen voor) kapitaalgoederen. dat bij de behandeling van de Perspectiefnota 2015 is afgesproken dat het beheer en onderhoudsplan uiterlijk in 2015 aan Provinciale Staten zal worden aangeboden om de onderbouwing weer te geven van de inmiddels door Provinciale Staten toegekende extra middelen voor beheer en onderhoud en vervanging; dat de kunstwerken dienen te voldoen aan de eisen volgens het Bouwbesluit 2012: besluiten: 1. Het beheerplan 2016 t/m 2019 vast te stellen en akkoord te gaan met de financiële gevolgen, namelijk een jaarlijks beheer- en onderhoudsbudget van 24,2 mln. 2. De 16 e wijziging van de Kerntakenbegroting 2014, als opgenomen in bijlage III bij dit Statenvoorstel, vast te stellen, waarin de financiële doorvertaling in de (meerjaren)begroting plaatsvindt. Hierin wordt ook de afstorting van beheer- en onderhoudsbudgetten voor niet-jaarlijks onderhoud vanuit de exploitatie naar de voorziening geregeld (budgettair neutraal). 3. Ermee in te stemmen dat met ingang van de Perspectiefnota 2016 de CBS-index voor de grond- weg- en waterbouw (GWW) wordt ingebracht bij de integrale afweging als mogelijke indexering van de budgetten beheer en onderhoud. 4. Ermee in te stemmen dat voortaan budgettaire gevolgen van areaalwijzigingen inzichtelijk worden gemaakt; in het voorjaar van 2017 zullen voor de begroting 2018 de gevolgen van areaalwijziging integraal worden afgewogen binnen het proces van de Perspectiefnota. Statenvoorstel nr. PS/2014/897 5

5. Er nota van te nemen dat bij de voorbereiding van de kerntakenbegroting 2016 er een financiële opgave ligt als gevolg van het Bouwbesluit 2012 ter grootte van 4,4 mln. (4x 1,1 mln.). Zwolle, Provinciale Staten voornoemd, voorzitter, griffier, 6 Statenvoorstel nr. PS/2014/897

Beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen Provincie Overijssel 2016 t/m 2019 Bijlage behorend bij Statenvoorstel PS/2014/897 Eenheid Wegen en Kanalen Team WKM December 2014

Colofon Uitgave Provincie Overijssel Datum december 2014 Auteur Eenheid Wegen en Kanalen Jan Cents Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl postbus@overijssel.nl

Inhoud Management samenvatting 4 1 Inleiding 8 1.1 Aanleiding 8 1.2 Doelsteling beheerplan 8 1.3 Leeswijzer beheerplan 9 2.1 2 Visie op beheer van infrastructuur Effectief en efficiënt beheren 10 10 2.2 Assetmanagement 11 3 Huidig beheer provinciale infrastructuur 12 3.1 Areaal in beheer 12 3.2 Huidige kwaliteit beheer en onderhoud 13 3.3 Restlevensduur 13 4.1 4 Technische uitgangspunten en ontwikkelingen infrabeheer Onderhoud en vervangen 15 15 4.2 Levenscyclus infrastructuur 15 4.3 Status wegen 16 4.4 Status kunstwerken 16 4.5 Status waterwegen 18 4.6 Indicatie kwaliteitsniveaus provinciale infrastructuur 19 5.1 5 Provinciaal beleid Doelstellingen provincie Overijssel 20 20 5.2 Doelstellingen eenheid Wegen en Kanalen 20 5.3 Bereikbaarheid 5.4 Verkeersveiligheid 21 22 5.5 Mobiliteit 23 5.6 Duurzaamheid en innovatie 23 5.7 Leefbaarheid en milieu 24 5.8 Ruimtelijke kwaliteit 24 5.9 Andere aandachtspunten bij de uitvoering van beheer en onderhoud. 24 6.1 6 Vertaling uitvoering komende jaren Procesbeschrijving programmering uit te voeren werkzaamheden 25 25 6.2 Kwaliteit en benodigde middelen huidige periode 2011-2015. 26 6.3 Benodigde middelen basiskwaliteit periode 2016 t/m 2019 6.4 Benodigde middelen basiskwaliteit periode 2020-2029 28 29 6.5 Voorziening beheer infrastructurele kapitaalgoederen 30 7 Conclusies en aandachtspunten 31 Bijlage 1: MUP 2015-2018 Kaartbijlage 1: Areaal in beheer 2014 Kaartbijlage 2: Groot onderhoud wegen 2015-2019 3

Management samenvatting Goede verbindingen van en naar de stedelijke netwerken en streekcentra zijn belangrijk voor de economische ontwikkeling in Overijssel. De provincie is daarbij verantwoordelijk voor het goed functioneren van de wegen, kunstwerken en waterwegen die zij zelf beheert. Het is van belang dat de provinciale infrastructuur in goede staat verkeert, zodat verdere economische ontwikkeling wordt gefaciliteerd en de infrastructuur veilig benut kan worden. Vooral zwaarder verkeer vraagt een grotere beheerinspanning en toenemende onderhoudsvraag voor de infrabeheerder. Daarbij is het een gegeven dat in de komende jaren steeds meer wegen en kunstwerken het einde van de levensduur zullen bereiken. Op dit moment is de normering provinciale infrastructuur, die door PS in 2005 is vastgesteld, bepalend voor beheer en onderhoud. Gelet op de gewijzigde omstandigheden is herziening van de afspraken over het te hanteren kwaliteitsniveau en de daaraan te besteden middelen nodig. Dit beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen 2016 t/m 2019 is daartoe opgesteld. Areaal in beheer en huidig kwaliteitsniveau De provincie Overijssel is verantwoordelijk voor het beheer van 644 km hoofdrijbanen, 173 km parallelwegen, 521 km fietspaden, 49 verkeersregelinstallaties, 154 km waterwegen, waarvan 130 km vaarwegen, en 320 kunstwerken. Veel wegen en kunstwerken zijn aangelegd in de jaren 1950-1980. Vanwege veroudering van materialen en constructies zijn er na verloop van tijd steeds vaker en ook zwaardere onderhoudsmaatregelen nodig. De voorzieningen naderen dan het eind van de levensduur. Op basis van landelijk gehanteerde normen moet rekening gehouden worden met een vervangingsgolf in de jaren 2020-2050. Voor wegen in de Overijsselse situatie wordt uitgegaan van een gemiddelde levensduur van circa 60 jaar. Als gekeken wordt naar het jaar van aanleg, dan moet er rekening mee gehouden worden, dat er in de komende 12 jaar ongeveer 1/3 deel van het wegareaal vervangen moet worden. Voor kunstwerken wordt rekening gehouden met een technische levensduur van circa 80 jaar. Bepalend is vaak de functionele levensduur van kunstwerken en die blijkt sterk afhankelijk te zijn van beleid en regelgeving. In het Bouwbesluit 2012 zijn normen opgenomen die rekening houden met een toename van zwaar verkeer en grotere voertuigen. Een deel van de kunstwerken moet hierdoor eerder vervangen dan wel versterkt worden (zie hierna in hoofdstuk 4). Bij waterwegen is het uitgangspunt dat het vaarwegprofiel in stand gehouden moet worden zoals dat voor alle provinciale vaarwegen is vastgelegd. Dat vraagt om maatregelen in de vorm van baggeren eens per 10 á 15 jaar en periodiek vervangen van oeverbeschoeiingen. Aan het begin van deze coalitieperiode zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld om achterstallig onderhoud weg te werken en delen van de infrastructuur te vervangen. Op basis van de nu beschikbare inspectiegegevens en onderzoeksresultaten van de infrastructuur is het de verwachting dat er aan het einde van deze coalitieperiode geen sprake meer zal zijn van achterstallig onderhoud. Voor de vaarweg Almelo-de Haandrik worden in 2014 en 2015 nog werkzaamheden uitgevoerd om deze vaarweg geschikt te maken voor de benutting met schepen tot 700 ton. Daarbij wordt ook een toets uitgevoerd gericht op de stabiliteit van de oevers van de vaarweg en op de waterkerende functie van de oevers van het kanaal als regionale waterkering. 4

Werkwijze en toekomstig kwaliteitsniveau De provincie wil de eigen infrastructuur kwalitatief op peil houden. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan effectief en efficiënt werken. Benchmarks die in de afgelopen jaren zijn uitgevoerd wijzen uit dat provincie Overijssel beheer, onderhoud en vervanging van infrastructuur reëel begroot, dat er scherp gebudgetteerd wordt en dat het algehele kostenniveau relatief laag is in vergelijking met andere provinciale beheerders. De huidige afspraken met PS zijn gemaakt in 2005 (Kwaliteitsniveau beheer en onderhoud provinciale infrastructuur PS/2004/1249). Dit komt overeen met het kwaliteitsniveau Basis. Dit kwaliteitsniveau is gedefinieerd door de landelijke kennisinstelling CROW 1 en het staat voor efficiënt en effectief beheer op de langere termijn. De toegekende budgetten zijn daarop gebaseerd. Om een beeld te krijgen van de benodigde budgetten in de periode na 2015 is opnieuw het kwaliteitsniveau Basis als uitgangspunt genomen. Nadere differentiatie in het te hanteren kwaliteitsniveau vindt bij de programmering van beheermaatregelen plaats door het beheer en onderhoud af te stemmen op het maatschappelijk belang van de infraverbindingen. In de afweging wordt rekening gehouden met de te realiseren provinciale doelstellingen, de daarvoor te leveren prestaties, de daarmee gemoeide kosten en de risico s die daarbij een rol spelen (assetmanagement). Hierbij is van belang de risico s inzichtelijk te maken voor bereikbaarheid en verkeersveiligheid. Een lage kwaliteit van de infrastructuur betekent een hoger risico op verslechteren doorstroming, toename van verkeersonveilige situaties en toename van aansprakelijkheidsstellingen en klachten. Langdurig laag onderhoud versnelt de veroudering, versnelt het bereiken van einde levensduur en betekent kapitaalvernietiging omdat uiteindelijk meer kosten gemaakt moeten worden om de infrastuctuur in stand te houden dan bij goed onderhoud nodig zou zijn. Andere doelstellingen op het gebied van bereikbaarheid, veiligheid, duurzaamheid, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit kunnen in combinatie met de infrastructurele beheeropgave ook worden meegenomen, mits de daarvoor extra benodigde middelen vanuit financieringsbronnen bij andere beleidsvelden beschikbaar zijn. Benodigde middelen Voor de periode 2016 t/m 2019 hebben we op basis van het huidige areaal in beheer berekend welke middelen jaarlijks nodig zijn voor het uit te voeren beheer en onderhoud en voor vervanging. Hierbij is nog geen rekening gehouden met mogelijke vervanging van boordvoorzieningen in de vaarweg Almelo-de Haandrik. Beheer en Onderhoud Vervanging wegen 18,4 mln 3,45 mln kunstwerken 3,5 mln 1,55 mln 1,1 waterwegen 2,3 mln Totaal 24,2 mln 5,0 mln 1,1 Bouwbesluit 2012 1 CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Deze not-for-profit-organisatie ontwikkelt, verspreidt en beheert praktisch toepasbare kennis voor beleidsvoorbereiding, planning, ontwerp, aanleg beheer en onderhoud in de vorm van richtlijnen, aanbevelingen en systematieken. 5

Met het vaststellen van de Perspectiefnota 2015 hebben PS besloten om voor beheer en onderhoud het nog ontbrekende bedrag van 1,8 mln. aanvullend beschikbaar te stellen om het gewenste kwaliteitsniveau te realiseren. Beheer en onderhoud omvat jaarlijks en niet jaarlijks onderhoud. Wij stellen voor het budget voor niet jaarlijks onderhoud ( 16,1 mln.) in de voorziening beheer en onderhoud provinciale infrastructuur te storten. Dat geeft meer mogelijkheden de noodzakelijke beheermaatregelen op het juiste moment uit te voeren (niet meer gekoppeld aan een jaarschijf). Het resterende deel ( 8,1 mln.) blijft dan jaarlijks beschikbaar als exploitatiebudget. Jaarlijks nemen PS een besluit over de indexatie van bedragen in de begroting. Voorgesteld wordt voor de benodigde bedragen voor beheer en onderhoud van infrastructuur een specifiek indexcijfer te hanteren, namelijk het CBS-indexcijfer voor de grond- weg- en waterbouw (GWW). Wijzigingen in het areaal hebben budgettaire consequenties en deze zullen voortaan eens per 2 jaar verrekend gaan worden. In het voorjaar van 2017 zal dit voor het eerst t.b.v. de begroting 2018 worden meegenomen. Daarnaast is voor vervangingsinvesteringen wegen en kunstwerken een bedrag van 20 mln. geoormerkt in de reserve KvO. Ook over de consequenties van het Bouwbesluit 2012 in de vorm van versterken dan wel eerder vervangen van kunstwerken bestaat nu meer duidelijkheid. De financiële gevolgen van het Bouwbesluit zijn berekend op totaal 8 mln. voor de periode 2016-2019. Daarvan was al 3,6 mln. voorzien in het kader van de reguliere vervanging op basis van leeftijd en/of functionaliteit. Er is dus een additionele budgetbehoefte van 4,4 mln. ( 1,1 mln. per jaar). Concluderend: voor de periode 2016 t/m 2019 zijn de benodigde middelen beschikbaar gesteld voor beheer en onderhoud en vervanging van de infrastructuur. Uitzondering daarop is het aanvullend benodigde bedrag als gevolg van de vertaling van het Bouwbesluit 2012 voor de kunstwerken. Deze financiële opgave ter grootte van 4,4 mln. wordt meegenomen bij de voorbereiding van de kerntakenbegroting 2016. Hiermee zijn de meest noodzakelijke vervangingen geregeld en is verantwoord beheer van de provinciale infrastructuur in de periode 2016 t/m 2019 geborgd. In de periode na 2019 moet rekening gehouden worden met een verdere toename van de kosten om de infrastructuur op het gewenste kwaliteitsniveau te houden omdat dan een groter deel van de voorzieningen het eind van de levensduur bereikt. Voor de periode 2020-2029 is indicatief berekend welke bedragen jaarlijks nodig zijn. Voor de kunstwerken moet er daarnaast in deze periode 2020-2029 rekening gehouden worden met extra uitgaven. Op basis van reguliere vervangingen is een jaarlijks bedrag berekend van 1,2 mln. als vervangingsbudget. De consequenties van het Bouwbesluit zijn berekend op jaarlijks 2,2 mln. Er resteert dan nog een additionele budgetbehoefte van 1,0 mln. per jaar in het kader van de gevolgen van het Bouwbesluit. Beheer en Onderhoud Vervanging Bouwbesluit wegen 19,0 mln 13,4 mln kunstwerken 3,5 mln 1,2 mln 1,0 waterwegen 2,3 mln 0,8 mln Totaal 24,8 mln 15,4 mln 1,0 6

Van 6 kunstwerken moet nader diepgaand (destructief) onderzoek uitwijzen wat de staat is m.b.t. de eisen uit het bouwbesluit. Dit leidt in het slechtste scenario tot extra vervangingen ter grootte van jaarlijks 0,42 voor de periode 2020-2029. 7

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Goede verbindingen van en naar de stedelijke netwerken en streekcentra zijn belangrijk voor de economische ontwikkeling in Overijssel. De provincie is daarbij verantwoordelijk voor het goed functioneren van de wegen, kunstwerken en waterwegen die zij zelf beheert. Op dit moment is de normering provinciale infrastructuur die door PS in 2005 is vastgesteld bepalend voor het te realiseren kwaliteitsniveau beheer en onderhoud. Deze normering is voor de huidige statenperiode 2011-2015 geactualiseerd. Gezien de ontwikkelingen die er nu spelen is er alle aanleiding om de afspraken over het beheer van de infrastructuur opnieuw te actualiseren. Het is van belang dat de provinciale infrastructuur in goede staat verkeert, zodat verdere economische ontwikkeling wordt gefaciliteerd. Vooral zwaarder verkeer vraagt een grotere beheerinspanning en toenemende onderhoudsvraag voor de infrabeheerder. Daarbij is het een gegeven dat in de komende jaren steeds meer wegen en kunstwerken het einde van de levensduur zullen bereiken. Dat vraagt om een weloverwogen en transparante aanpak om onderhoud en vervanging in de komende jaren vorm te geven. Ook om meer formele redenen is er reden voor het actualiseren van de afspraken die gelden voor het beheer van de infrastructuur. Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BVV) moet in de begroting worden vastgelegd wat het beleidskader is dat wordt gehanteerd voor het beheer van deze kapitaalgoederen. Aansluitend daarop is in de Financiële Verordening Provincie Overijssel 2013 bepaald, dat GS jaarlijks over de voortgang van het geplande onderhoud en de omvang van het achterstallige onderhoud rapporteren. In de verordening is eveneens bepaald dat GS eens per 4 jaar een onderhoudsplan provinciale infrastructuur aan Provinciale Staten aanbieden, ter vaststelling. Voor de periode na 2015 moet daarom een beheerplan door PS vastgesteld worden, waarin de nieuwste ontwikkelingen zijn verwerkt. Daarvoor is dit beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen 2016 t/m 2019 opgesteld. 1.2 Doelsteling beheerplan In dit plan wordt beschreven welke afspraken er gehanteerd gaan worden voor het te hanteren kwaliteitsniveau bij beheer van de provinciale infrastructuur in de periode 2016 t/m 2019. Beheer omvat het geheel van de uit te voeren activiteiten dat noodzakelijk is om te waarborgen dat de functies van de infrastructuur blijven voldoen aan de daarvoor gestelde eisen en normen. Het gaat dan om tijdig treffen van de juiste maatregelen zodat de functie van de infrastructuur in stand blijft, in de vorm van dagelijks onderhoud en (niet jaarlijks) groot onderhoud. Daarnaast moeten ook afspraken gemaakt worden over het planmatig vervangen van infrastructuur(onderdelen), nu steeds meer wegen en kunstwerken het einde van de levensduur naderen (rehabilitatie). Dit beheerplan maakt inzichtelijk hoe de gewenste kwaliteit wordt gerealiseerd door het tijdig uitvoeren van dagelijks onderhoud, niet-jaarlijks onderhoud, het vervangen van infrastructuuronderdelen en de kosten die daarmee over de gehele levenscyclus gemoeid zijn, met de wijze waarop risico s worden beheerst. 8

1.3 Leeswijzer beheerplan In hoofdstuk 2 wordt eerst de visie op beheer van de provinciale infrastructuur beschreven. Leidend hierbij is de toepassing van assetmanagement waardoor duidelijk wordt, wat bepalend is voor het beheer van de kapitaalgoederen en hoe daarin kan worden gestuurd. Daarna komt in hoofdstuk 3 het huidige beheer aan de orde. Kort wordt weergegeven welk areaal wordt beheerd, hoe de huidige staat van onderhoud is van de voorzieningen en wat de restlevensduur is. Belangrijk bij assetmanagement is het uitvoeren van het beheer volgens de meest recente inzichten en technieken. Uitgangspunten en ontwikkelingen op dit gebied worden besproken in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 komt het provinciaal beleid aan bod. De wijze waarop beheer kan bijdragen aan het realiseren van provinciale doelstellingen wordt hierin nader vastgesteld. In hoofdstuk 6 worden de uitgangspunten en ontwikkelingen op netwerkniveau vertaald naar de te leveren prestaties bij de uitvoering van het beheer in de komende jaren, de daarvoor benodigde middelen met daarbij een voorstel hoe te voorzien in de benodigde middelen. De notitie eindigt met conclusies en te ondernemen vervolgacties in hoofdstuk 7. 9

2 Visie op beheer van infrastructuur 2.1 Effectief en efficiënt beheren Goede verbindingen van en naar de stedelijke netwerken en streekcentra zijn belangrijk voor de economische ontwikkeling in Overijssel. De provincie is daarbij verantwoordelijk voor het goed functioneren van de wegen, kunstwerken en waterwegen die zij zelf beheert. Op dit moment is de normering provinciale infrastructuur, die door PS in 2005 is vastgesteld, bepalend voor beheer en onderhoud. Deze normering is voor de huidige statenperiode 2011-2015 geactualiseerd. Door regelgeving in de vorm van Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BVV) en Financiële Verordening Provincie Overijssel 2013 is bepaald, dat GS jaarlijks over de voortgang van het geplande onderhoud en de omvang van het achterstallige onderhoud rapporteren en eens per 4 jaar een onderhoudsplan provinciale infrastructuur aan Provinciale Staten aanbieden, ter vaststelling. Gezien de ontwikkelingen die nu spelen is er daarnaast voldoende aanleiding om de afspraken over het beheer van de infrastructuur te actualiseren. Zo is het van belang dat de provinciale infrastructuur in goede staat verkeert, zodat verdere economische ontwikkeling wordt gefaciliteerd. Vooral zwaarder verkeer betekent wel een grotere beheerinspanning en toenemende onderhoudsvraag voor de infrabeheerder. Hierbij speelt ook een rol dat als gevolg van gewijzigde regelgeving en milieueisen aanpassing van de bestaande infrastructuur in de komende jaren nodig zal zijn. Tevens is het een gegeven dat in de komende jaren steeds meer wegen en kunstwerken het einde van de levensduur zullen bereiken. Het is de ambitie van de provincie Overijssel in haar rol als beheerder van infrastructuur ervoor te zorgen dat ook in de toekomst wordt voldaan aan de kwaliteitseisen zoals afgesproken met Provinciale Staten van Overijssel. De provinciale eenheid Wegen en Kanalen (WK) voert daartoe de reguliere technische beheertaken uit. Bij de wijze waarop die taken worden uitgevoerd houdt WK ook rekening met het realiseren van provinciale doelen op het gebied van bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. WK besteedt veel aandacht aan effectief en efficiënt werken. Benchmarks die in de afgelopen jaren zijn uitgevoerd wijzen uit dat WK beheer, onderhoud en vervanging van infrastructuur reëel begroot, dat er scherp gebudgetteerd wordt en dat het algehele kostenniveau relatief laag is in vergelijking met andere provinciale beheerders 2. WK wil dat ook in de komende jaren als uitgangspunt hanteren. De basis daarvoor ligt in het vastleggen van geactualiseerde afspraken met Provinciale Staten over de te realiseren kwaliteit en de daarvoor beschikbare middelen. In de uitvoering worden vervolgens keuzes gemaakt in de vorm van de aard, omvang en het moment van te nemen beheermaatregelen en vervanging. Toepassing van de principes van assetmanagement helpt om daarbij de goede keuzes te maken. 2 In 2014 worden door de Noordelijke Rekenkamer en de provincie Zuid-Holland opnieuw benchmarks uitgevoerd gericht op infrabeheer. Provincie Overijssel neemt aan beide deel en de resultaten zullen benut worden om tot verdere verbetering te komen in het beheer. 10

2.2 Assetmanagement Assetmanagement omvat het gestructureerd beheren en onderhouden van de kapitaalgoederen, waarbij in de afweging rekening gehouden wordt met het bereiken van de doelstellingen van de organisatie, de daarvoor te leveren prestaties, de daarmee gemoeide kosten en de risico s die daarbij een rol spelen. In het Bedrijfsplan van de provincie Overijssel 3 is vastgelegd dat binnen de provinciale beheerorganisatie eenheid Wegen en Kanalen gewerkt gaat worden aan de invoering van assetmanagement. De eenheid is inmiddels gestart met de implementatie van assetmanagement. Assetmanagement vraagt van de infrabeheerder, het totale systeem waarvan de provinciale infrastructuur deel uitmaakt, te hanteren als uitgangspunt voor het handelen. Daarbij is van belang dat de infrabeheerder oog heeft voor de eisen die de klant (bestuur, gebruiker, burger) stelt aan het netwerk. De taak van de beheerder is er als gastheer voor te zorgen dat het netwerk de prestaties levert op de meest optimale en professionele manier. Binnen die kaders is het de opgave te komen tot een zo efficiënt mogelijk water- en wegbeheer. Dat betekent op basis van de actuele areaalgegevens de juiste onderhoudsmaatregelen bepalen met behulp van de beschikbare beheerprogrammatuur tegen zo laag mogelijk kosten. Hiervan wordt alleen afgeweken als daaraan bestuurlijke keuzes ten grondslag liggen in de vorm van duidelijk omschreven te realiseren doelstellingen op het gebied van o.a. bereikbaarheid, veiligheid, duurzaamheid, ecologie, leefbaarheid en aandacht voor ruimtelijke kwaliteit. 3 Bedrijfsplan provincie Overijssel, 2012 11

3 Huidig beheer provinciale infrastructuur 3.1 Areaal in beheer Voor goed beheren van de infrastructuur is van belang scherp in beeld te hebben wat tot het te beheren areaal behoort. Daarbij is het vastleggen van relevante gegevens noodzakelijk om het beheer transparant en verantwoord te kunnen uitvoeren. Informatiemanagement is dan ook een wezenlijk onderdeel van assetmanagement. Bij het beheer van de infragegevens wordt onderscheid gemaakt tussen wegen, kunstwerken en waterwegen. Tot de wegen worden gerekend alle verhardingen en de wegbermen met de daarbij behorende groenvoorzieningen en andere voorzieningen zoals bebording, bebakening, verkeersregelinstallaties, bewegwijzering en openbare verlichting. Tot de kunstwerken worden gerekend de vaste kunstwerken, zoals tunnels, viaducten en duikers en de beweegbare kunstwerken zoals bruggen en sluizen. Tot de waterwegen behoren de waterbodems, de oevers met de oeverbescherming, de daarop aanwezige beplantingen en andere vaarvoorzieningen zoals remmingwerken, betonning en aanlegplaatsen. Jaarlijks zijn er wijzigingen in het areaal dat wordt beheerd. Dat betreft niet alleen wijzigingen in de te onderhouden oppervlaktes van bijvoorbeeld verhardingen als gevolg van nieuwe aanleg. Het betreft ook kwalitatieve veranderingen in de vorm van nieuwe types stil asfalt, nieuwe faunavoorzieningen, of nieuwe vormen van led verlichting die een ander beheer vragen. Een actueel gegevensbeheersysteem is daarbij noodzakelijk om het beheer op een te verantwoorden manier uit te kunnen voeren. De provincie Overijssel werkt met het Wegen Informatie Systeem (WIS) en met het Kunstwerken Informatie en Onderhouds Systeem (KIOS). Daarin wordt bijgehouden welke infrastructurele voorzieningen in eigendom en/of beheer zijn. Hieruit is af te leiden dat de provincie Overijssel verantwoordelijk is voor het beheer van 644 km hoofdrijbanen, 173 km parallelwegen, 521 km fietspaden, 49 verkeersregelinstallaties, 154 km waterwegen, waarvan 130 km vaarwegen en 320 kunstwerken (peildatum 1 januari 2014). In het WIS en in het KIOS is van de verschillende infraonderdelen op dit moment al gedetailleerde informatie beschikbaar over het areaal dat wordt beheerd. Dat maakt het mogelijk de juiste onderhoudsmaatregelen te bepalen om de infrastructuur in stand te houden op het eerder afgesproken kwaliteitsniveau. Er wordt nu verder gewerkt aan het actualiseren en waar nodig aanvullen van de beheerinformatie zodat de juiste gegevens beschikbaar zijn om het assetmanagement conform de norm PAS 55 te kunnen uitvoeren. Kaartbijlage 1 geeft het areaal weer zoals dat op 1 januari 2014 bij de provincie in beheer is. 12

3.2 Huidige kwaliteit beheer en onderhoud Jaarlijks worden metingen en onderzoek verricht en inspecties uitgevoerd. Daardoor wordt inzicht verkregen in de conditie van de wegen, kunstwerken en waterwegen met de daarbij behorende voorzieningen. Op grond van die gegevens wordt bepaald welke maatregelen nodig zijn in de vorm van dagelijks beheer en onderhoud dan wel groot (of niet jaarlijks) onderhoud om de provinciale doelstellingen te realiseren. Bepalend daarvoor is het afgesproken kwaliteitsniveau uit de door PS vastgestelde normering 2005 (PS/2004/1249). Deze normering komt overeen met het niveau Basis volgens de beheersystematiek die door het CROW 4 wordt gehanteerd. Niveau Basis sluit aan op een onderhoudsstrategie waarbij gestuurd wordt op het in stand houden van de functionaliteit en constructieve veiligheid. Daarbij is economisch doelmatig onderhoud uitgangspunt bij het onderhoud van alle onderdelen van de infrastructuur. De keuzes voor de te treffen maatregelen komen vooral voort uit een technische onderhoudsbenadering die niet strijdig is met beleidsdoelen. Binnen de CROW-systematiek betekent niveau Basis de ondergrens voor veilig en duurzaam beheer. Deze normen zijn ook vertaald in een handboek (Onderhoud infrastructuur provincie Overijssel) en een meetlat voor beheer en onderhoud die binnen de beheerorganisatie WK worden gebruikt. Daarbij is een eerste aanzet gemaakt in de vertaling van de verschillende realistische kwaliteitsniveaus naar risico op het niet realiseren van de provinciale doelstellingen. Vastgesteld is dat beheren op niveau Basis niet tot grote risico s leidt. Aan het begin van deze coalitieperiode zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld om achterstallig onderhoud weg te werken en delen van de infrastructuur te vervangen. Daarbij is voor de uit te voeren onderhoudsmaatregelen meer geld beschikbaar gekomen (tot een bedrag van gemiddeld 24,2 mln voor beheer en onderhoud). Aan de vaarweg Almelo-de Haandrik worden in 2014 en 2015 nog werkzaamheden uitgevoerd om deze vaarweg geschikt te maken voor de benutting met schepen tot 700 ton. Van delen van de oeverbescherming is meer informatie nodig om de stabiliteit voor 700 tons scheepvaart te kunnen beoordelen. Daarom brengt WK nu de onderhoudssituatie van de boordvoorzieningen van het gehele kanaal in beeld. Daarbij wordt ook een toets uitgevoerd gericht op de waterkerende functie van de oevers van het kanaal als regionale waterkering. Voor de overige infrastructuur is op basis van de nu beschikbare inspectiegegegevens en onderzoeksresultaten de verwachting, dat er aan het einde van deze coalitieperiode geen sprake meer zal zijn van achterstallig onderhoud. Het kwaliteitsniveau van de voorzieningen voldoet dan minimaal aan het afgesproken kwaliteitsniveau Basis. 3.3 Restlevensduur Veel wegen en kunstwerken zijn in Nederland en ook in Overijssel aangelegd in de jaren 1950-1980. Gedurende tientallen jaren is deze infrastructuur in goede conditie gehouden door tijdig onderhoud uit te voeren. Vanwege veroudering van materialen en constructies zijn er na verloop van tijd steeds vaker en ook zwaardere onderhoudsmaatregelen nodig. 4 CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Deze not-for-profit-organisatie ontwikkelt, verspreidt en beheert praktisch toepasbare kennis voor beleidsvoorbereiding, planning, ontwerp, aanleg beheer en onderhoud in de vorm van richtlijnen, aanbevelingen en systematieken. 13

De voorzieningen naderen dan het eind van de levensduur. Bij een gemiddeld te hanteren theoretische levensduur van 60 tot 80 jaar heeft dit tot gevolg dat rekening gehouden moet worden met een vervangingsgolf in de jaren 2020-2050. Voor wegen in de Overijsselse situatie wordt uitgegaan van een gemiddelde levensduur van circa 60 jaar. Als gekeken wordt naar het jaar van aanleg, dan moet er rekening mee gehouden worden, dat in de komende 12 jaar ongeveer 1/3 deel van het wegareaal vervangen moet worden. Voor kunstwerken wordt rekening gehouden met een technische levensduur van circa 80 jaar. Bepalend is vaak de functionele levensduur van kunstwerken en die blijkt sterk afhankelijk te zijn van beleid en regelgeving. In het bouwbesluit 2012 zijn normen opgenomen die rekening houden met een toename van zwaar verkeer en grotere voertuigen. Dit is van invloed op de restlevensduur van kunstwerken. Ongeveer 1/10 deel van de kunstwerken zal hierdoor eerder vervangen dan wel versterkt moeten worden. De meest urgente waren al voorzien voor de periode 2016-2019 en daarvoor is budget toegekend. Uit de beschouwing die vervolgens heeft plaatsgevonden is gebleken dat er aanvullend nog 1 kunstwerk moet worden aangepast: de Zwartewaterbrug bij Hasselt. Bij waterwegen is het uitgangspunt dat het vaarwegprofiel in stand gehouden moet worden zoals dat voor alle provinciale vaarwegen is vastgelegd (classificatie volgens CEMT en BRTN; zie hoofdstuk 5). Dit betekent dat er gemiddeld eens per 10 á 15 jaar gebaggerd moet worden om het juiste vaarwegprofiel in stand te houden. Het vervangen van houten oeverbeschoeiingen is gemiddeld eens per 20 jaar nodig. Oeverbeschermingen in de vorm van betonnen of stalen planken hebben een levensduur van 60 tot 80 jaar afhankelijk van het type en het gebruikte materiaal. Met de aanvullend beschikbaar gestelde middelen zijn in de afgelopen jaren de nodige verbeteringen aan de provinciale vaarwegen uitgevoerd, waaronder ook veel baggerwerkzaamheden. Op basis van uitgevoerde peilingen is vastgesteld dat het nu aanwezige profiel van de vaarwegen overeenstemt met het vereiste profiel. Aan de vaarweg Almelo-de Haandrik worden in 2014 en 2015 nog werkzaamheden uitgevoerd om deze vaarweg geschikt te maken voor de benutting met schepen tot 700 ton. Daarbij wordt ook een toets uitgevoerd op de stabiliteit van de oevers van de vaarweg en op de waterkerende functie van de oevers van het kanaal als regionale waterkering. 14

4 Technische uitgangspunten en ontwikkelingen infrabeheer 4.1 Onderhoud en vervangen Actualisatie is nodig van de afspraken die met PS zijn gemaakt over het te realiseren kwaliteitsniveau bij het beheer van de infrastructuur. Er kan nu niet meer worden volstaan met afspraken gericht op uitsluitend het te realiseren onderhoudsniveau. Bij het beheer moet ook rekening gehouden worden met het bereiken van het einde van de levensduur van steeds meer voorzieningen. Naast jaarlijkse meting gericht op het vaststellen van de staat van onderhoud, wordt daarom nu ook werk gemaakt van het beter in beeld brengen van de restlevensduur van voorzieningen. Eens per 4 jaar wordt een dergelijk onderzoek uitgevoerd. Dit vormt de basis voor het bepalen van de vervangingsopgave in de komende statenperiode en de daarop volgende periode. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen wegen, kunstwerken en waterwegen. 4.2 Levenscyclus infrastructuur Beheer en onderhoud hebben tot doel de wegen, kunstwerken en waterwegen in Overijssel te laten functioneren volgens de doelstellingen die bij het ontwerp en de realisatie als uitgangspunt zijn gehanteerd. Bij de beoordeling van de toe te passen onderhoudsmaatregelen is vervolgens van belang te bepalen in welke levensfase de voorziening zich bevindt. Direct na de aanleg zijn alle voorzieningen nieuw en functioneert het geheel zoals is beoogd. In deze fase is er geen onderhoud nodig. In de daaropvolgende jaren is het reguliere, terugkerende onderhoud nodig bijvoorbeeld in de vorm van smeren van draaiende delen en maaien van de bermen (cyclisch of jaarlijks terugkerend onderhoud). Daarnaast kan het ook nodig zijn kleine reparaties uit te voeren (klein onderhoud). Vervolgens is het periodiek nodig groot onderhoud uit te voeren. Daarbij is te denken aan het vervangen van een deklaag, gemiddeld eens per 12 jaar, of meer ingrijpende betonreparaties aan een viaduct uitvoeren of repareren van beweegbare delen gemiddeld eens per 25 jaar. Na uitvoering van dit groot onderhoud functioneert de voorziening weer optimaal. Op enig moment volstaat groot onderhoud echter niet meer. Door veroudering is bijvoorbeeld de constructie van de weg zo aangetast dat te vaak kostbare onderhoudsbeurten nodig zijn, met de daarbij behorende hinder voor de gebruikers. Het is dan efficiënter de gehele constructie (of de essentiële delen daarvan) te vervangen en de weg opnieuw te construeren (rehabilitatie). Bij kunstwerken kan de situatie optreden dat door veroudering van het materiaal de minimale normbelasting niet meer te garanderen is. In bepaalde situaties kan beperken van het gebruik van de voorziening, bijvoorbeeld in de vorm van een aslastbeperking met een verkeersbesluit, tijdelijk een oplossing bieden. Soms is het ook mogelijk levensduurverlengende maatregelen te treffen. Is dat allemaal niet mogelijk dan dient de voorziening geheel vervangen te worden (rehabilitatie). Omdat in een bepaalde periode relatief veel infrastructuur is aangelegd nadert er nu een periode dat steeds meer voorzieningen het eind van de levensduur bereiken. Bepalend voor het moment van daadwerkelijke vervanging is niet de theoretische levensduur maar de werkelijk gemeten conditie van de voorzieningen. 15

Prioriteren zal nodig zijn om de piek in de uitgaven en de hoeveelheid uit te voeren werk af te vlakken. Dit vindt plaats op basis van risicobepaling en risicobeheersing. Daarbij speelt ook mee dat afvlakken wenselijk is om te komen tot gelijkmatig kunnen inzetten van de medewerkers bij de voorbereiding van projecten. 4.3 Status wegen Bij het programmeren van de benodigde onderhoudsmaatregelen aan de wegen wordt gewerkt volgens de CROW-methode voor wegbeheer, vastgelegd in publicatie 147. In deze systematiek wordt op basis van jaarlijks uit te voeren inspecties de conditie van de infravoorziening in beeld gebracht. De methode kent de volgende indeling: Kwaliteitsniveau Omschrijving Indicatie kwaliteit Relatie wegbeheer A+ Zeer hoog Vrijwel ongeschonden Er is geen schade A Hoog Mooi en comfortabel Enige schade; waarschuwingsgrens niet overschreden B Basis Functioneel Waarschuwingsgrens overschreden; klein onderhoud of binnen 5 jaar groot onderhoud uitvoeren C Laag Onrustig beeld; discomfort en enige hinder D Zeer laag Kapitaalvernietiging en functieverlies; Onveilig: juridisch aansprakelijk De richtlijn is overschreden; binnen 2 jaar groot onderhoud uitvoeren Richtlijn meer dan één klasse overschreden; direct groot onderhoud uitvoeren Tabel1: kwaliteitsniveaus wegbeheer Anders dan bij het onderhoud van wegen is er voor het bepalen van de vervanging van wegconstructies niet een landelijke methode voor handen waarvan gebruik gemaakt kan worden. Landelijke kennisinstellingen hanteren een theoretische levensduur van verhardingsconstructies op verschillende ondergronden. In de Overijsselse situatie wordt bijvoorbeeld gerekend met een theoretische levensduur van verhardingsconstructies op zandondergrond van 64 jaar. Dit geeft een indicatie van de levensduur van de wegen. Bekend is dat er een vervangingspiek zal optreden na 2020. In de komende jaren worden systematisch aanvullende gegevens verzameld om tot een betere inschatting te komen van de restlevensduur van wegen. Ook wordt in samenwerking met andere wegbeheerders en kennisinstellingen onderzocht hoe tot een betere onderbouwing te komen van de bepaling van het moment van vervanging van wegconstructies. 4.4 Status kunstwerken Voor de kunstwerken wordt eens per 4 jaar een instandhoudingsinspectie uitgevoerd. Deze inspectie is de basis voor het risicogestuurd beheer van de kunstwerken. Deze gegevens maken het mogelijk een inschatting te maken van het risico dat optreedt als gevolg van falen van het betreffende bouwdeel. 16