Natuurlijke plaagbeheersing in de akkerbouw Recente resultaten uit onderzoek & praktijk WUR Onderwijsaanbod Gewasbescherming 2007 Modules Akkerbouw Frans van Alebeek (PPO-AGV, Lelystad) frans.vanalebeek@wur.nl
Wat heeft onderzoek (tot nu toe) te bieden? Nederlands onderzoek vooraanstaand wereldwijd Veel groepen parallel bezig, en aanvullend Goede samenwerking (Stuurgroep FAB) Nog veel zaken zijn op niveau van proefveldjes, individuele gewassen / plagen nog lang niet allemaal op bedrijfsschaal klaar Veel over plagen, nog maar weinig over (schimmel)ziekten en over bodemproblemen
Onderzoek PPO-AGV aan akkerranden in Nagele BIOdivers onderzoeksysteem met randen (12 ha, 21 % rand) BIOintensief contrôle systeem zonder randen (12 ha, 5 % rand) Onderzoek op bedrijfssysteemniveau (uniek!), 2 x 10 ha 6 gewassen, systeem MET en ZONDER akkerranden Loopt sinds 2001, in 2006 eerste cyclus compleet
Drie belangrijkste vragen onderzocht: Overwinteren rovers in de akkerranden? Helpen rovers bladluisgroei te remmen? Zorgen vijanden voor beheersing van de plaag? Winter Lente Zomer
Potvallen voor onderzoek bodemfauna Totale vangst in 6 jaar: afval-eters Ruim ½ miljoen beestjes 10% planteneters 3% 7% 150.000 38% 4% loopkevers kortschildkevers 124.000 32% Driekwart van de vangsten betreft roofvijanden! spinnen
Overwinteren nuttige beestjes in akkerranden? In de vroege lente (maart - mei) worden stukken akkerrand en akker ingesloten met een ring Zo vangen we alle bodemdieren die actief worden uit hun winterrust potval potval
Overwinteren nuttige beestjes in akkerranden? 160 140 120 100 80 60 40 20 0 Belangrijkste rovers van plagen Totale vangst in 10 weken (maart - mei) per m 2 Spinnen Loopkevers Rovende kortschildkevers Loopkeverlarven in akker in randen Regenwormen Andere kevers Afval etende kortschildkevers Ja! Er zitten méér spinnen en loopkevers in de randen dan in de akker Maar er leven óók heel veel beestjes in de akker (vooral afval-eters) Vermoedelijk is dit een effect van veel stalmest en groenbemesters op dit biologische bedrijf Er zitten 300 tot 500 beestjes per vierkante meter! Dat is 3 5 miljoen / hectare!
Overwinteren rovers in de akkerranden? aantallen / m 2 160 140 120 100 80 60 40 20 Kortschildkevers (Dwerg)Spinnen Loopkevers Er overwinteren 2 x rovers in de randen als in de akker Hoe meer kruiden en structuur in de akkerrand, hoe meer natuurlijke vijanden Meestal s nachts actief: u ziet ze niet, maar ze helpen u wel! 0 in de akker in soortenrijke akkerrand
Trekken nuttige beestjes in het voorjaar de akker in? We plaatsen over het hele bedrijf 170 potvallen waarmee we actieve bodemdiertjes vangen Zowel in de akkerranden als in de gewassen, in het groeiseizoen van mei tot oktober
Trekken nuttige beestjes in het voorjaar de akker in? 600 500 400 300 Spinnen (30% van de vangsten) akkerrand witte kool Spinnen gaan niet veel de kool in (zie grafiek), maar b.v. wel de tarwe in Voorkeur van spinnen voor dichtbegroeid gewas 200 100 0 mei juni juli Er zitten verspreid over de akkers en randen gemiddeld ruim 150 spinnen per vierkante meter! augustus september oktober
Trekken nuttige beestjes in het voorjaar de akker in? 600 500 400 Loopkevers (50% van de vangsten) akkerrand witte kool Loopkevers gaan wél de kool in (zie grafiek) Vermoedelijk jagen ze daar op rupsen en luizen 300 200 100 0 mei juni juli augustus september oktober Er zitten verspreid over de akkers en randen 150-300 loopkevers per vierkante meter!
Drie belangrijkste vragen onderzocht: Helpen rovers bladluisgroei te remmen? Winter Lente Zomer
Wat is de invloed van die rovers op de plagen? In voorjaar gaat het om lage aantallen en dichtheden lastig om effecten aan te tonen Daarom een truc: het buitensluiten van rovers in het voorjaar (binnen de ring rovers weggevangen) Bladluizen uitgezet en na 1 week geteld: Overleving zonder roofvijanden (ring) Overleving mét rovers (in het veld)
Wat is de invloed van rovers op de plagen? Truc: het buitensluiten van rovers in het voorjaar aantal resterende luize 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 onbeschermd in ring Mei 2003 en 2004 70% van de luizen wordt in 1 week opgevreten door roofvijanden! Méér langs de randen dan verder het veld in! in akkerrand 2 m in veld 15 m in veld
Drie belangrijkste vragen onderzocht: Zorgen vijanden voor beheersing van de plaag? Winter Lente Zomer
Helpen die nuttige beestjes om de plagen te onderdrukken? Ofwel: Werkt functionele biodiversiteit ook echt? We tellen in het gewas enkele malen de dichtheden van plagen en de aanwezige natuurlijke vijanden Er wordt geteld op 2, 15 en 50 meter vanaf de akkerrand, om te zien hoe ver de nuttigen in het gewas nog effect hebben op het onderdrukken van plagen
Helpen natuurlijke vijanden om bladluisplagen te onderdrukken? 70 Bladluizen in zomertarwe 60 Systeem zonder akkerranden % stengels met bladluizen 50 40 30 20 BIOdivers systeem met akkerranden 10 0 2002 46% 2003 40% 29% 2004 38% % onderdrukking t.o.v. het controle systeem 2005
Helpen natuurlijke vijanden om bladluisplagen te onderdrukken? 70 Bladluizen in aardappel % stengels met bladluizen 60 50 40 30 20 10 0 2002 65% 43% 2003 15% 2004 54% 2005 Systeem zonder akkerranden BIOdivers systeem met akkerranden % onderdrukking t.o.v. het controle systeem
Samenvattende conclusies tot nu toe: Akkerranden helpen om spinnen en loopkevers s winters in de randen te laten overleven Deze roofvijanden kunnen in het voorjaar 50% - 70% van een bladluizenplaag opvreten In tarwe en aardappel vinden we al 3 jaar minder bladluizen in het systeem met randen dan in het systeem zonder randen. In 4 jaar slechts 1x (in de tarwe) boven de schadedrempel Effecten zijn zichtbaar tot 50 m gewas in, dus randen zouden op 100 m tussenafstand kunnen liggen We zien ook nadelen: meer slakkenschade langs de randen Koolplagen blijven nog steeds lastig met wisselende resultaten
Wat kun je hiermee in de praktijk? Het LTO-Nederland project Functionele Agro- Biodiversiteit (FAB) met ondernemers in de Hoeksche Waard Andere FAB projecten in o.a. Zeeland, Noord- Brabant, Limburg en Flevoland FAB is geen wondermiddel, maar een hulpmiddel FAB betekent anders gaan kijken naar de beestjes de (on)kruiden op het bedrijf Ondernemers moeten zelf zien en ervaren wat er leeft en wat de effecten van natuurlijke vijanden zijn
FAB Hoeksche Waard Rotterdam Dordrecht 5 akkerbouw bedrijven 300 hectare 2005-2007 Strijensas Kreken, sloten Dijken Bosjes Boomgaarden Meerjarige graskruiden randen (overwintering) Eenjarige bloemenranden (nectar en stuifmeel aanbod) Zie: www.lto.nl/fab
FAB Hoeksche Waard Aanleg netwerk van akkerranden en bloemenstroken op bedrijven Monitoring van bloemen, natuurlijke vijanden en plagen Scouting, advies telers voor geleide bestrijding (schadedrempels, selectieve middelen) Overleg met gebiedspartijen om groen-blauwe dooradering te verbeteren voor FAB doelen (meer bloei in bermen en dijken)
FAB Hoeksche Waard: resultaten bodemfauna 900 800 700 600 500 400 300 200 100 Potvallen in aardappelen 2006 Bedrijf A 1125 Bedrijf B 1016 rest spinnen kleine loopkevers grote loopkevers Bedrijf C 0 combi 1j. 2j. 2j. 2j. 1j. Flinke verschillen tussen bedrijven in aantallen natuurlijke vijanden! Oorzaken?? Veel mogelijke verklaringen!
FAB Hoeksche Waard Zomer- (A) & Winter- (B) tarwe 2006 aantal luizen per halm 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 Bedrijf A 30-mei 6-jun 13-jun 20-jun 27-jun 4-jul 11-jul 18-jul aantal vijanden per 100 halmen 25 20 15 10 5 datum Bedrijf A Roos gras luis Vogelkersluis Grote graanluis 0 30-mei 6-jun 13-jun 20-jun 27-jun 4-jul 11-jul 18-jul datum spin sluipwesp lieveheersbeestje galmug gaasvlieg zweefvlieg aantal luizen per halm aantal vijanden per 100 halmen 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 uitzetten sluipwesp Bedrijf B Roos gras luis Vogelkersluis Grote graanluis 0,0 30-mei 6-jun 13-jun 20-jun 27-jun 4-jul 11-jul 18-jul datum 25 20 15 10 5 uitzetten sluipwesp Bedrijf B spin sluipwesp lieveheersbeestje galmug gaasvlieg zweefvlieg 0 30-mei 6-jun 13-jun 20-jun 27-jun 4-jul 11-jul 18-jul datum Soorten luis en groepen natuurlijke vijanden verschillen per bedrijf. Maar natuurlijke vijanden reageren mooi synchroon met de piek van de luizen. De luizendruk blijft hier ruim onder de schadedrempel! Een chemische bestrijding is niet nodig!
Resultaten van FAB Hoeksche Waard In 2005 selectief ingegrepen en in 2006 en 2007 géén insecticiden tegen luis in aardappel en in graan Plagen in spruitkool moeilijk onder controle te krijgen; aanvullende chemische correctie blijft noodzakelijk voor koolmotje, koolluis, thrips en koolvlieg Aantoonbare effecten van bloemenstroken en grasranden
FAB Zeeland (ZLTO + DLV) 14 praktijkbedrijven in 3 regio s, totaal 220 ha (Schouwen- Duiveland, Noord-Beveland, Zeeuws Vlaanderen) Kennismaking plagen en natuurlijke vijanden in consumptieaardappel en granen. Selectieve gewasbeschermingsmiddelen Scouting & schadedrempels door adviseur, niet langer routinematige kalenderbespuitingen Bloemrijke dijken en omgeving, géén extra akkerranden
FAB Zeeland resultaten Scouting door adviseur, op zijn advies wel of niet bestrijden. In 3e jaar 2/3e van de teelten zonder bestrijding van luizen Aantal bespuitingen in cons. aardappel en graan in 2004, 2005 en 2006 en areaal (Nd Beveland)
Dank voor uw aandacht Wageningen UR frans.vanalebeek@wur.nl