Statenvoorstel nr. PS/2004/789



Vergelijkbare documenten
s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Provinciale Staten VOORBLAD

Convenant betreffende een financiële impuls ten behoeve van de Kwaliteitssprong Rotterdam Zuid ( ).

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Rekenkamerbrief betreffende vertaling coalitieakkoord Vertrouwen verbinden versnellen in programmabegroting 2008

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

Raadsstuk. Onderwerp: Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel BBVnr: 2016/324154

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte

Onderwerp: Voorstel tot deelname aan de AntiDiscriminatieVoorziening Limburg (ADV-Limburg)

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad.

Statenvoorstel nr. PS/2009/439

Bijlagen: Ondertekende brief met verzoek om bijdrage uit het Provinciaal Herstructurerings Programma. Brief Gedeputeerde Staten van 21 maart 2012

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Convenant Regionale Detailhandelsafspraken. Aan de raad,

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Onderwerp Concentratie Rijksvastgoed MIRT-onderzoek (Rijks)vastgoedstrategie Lelystad

Statenvoorstel nr. PS/2015/867

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d.

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

+Z} IJsselstein. Raadsvoorstel. Agendapunt 10. Aanderaadvandegemeente IJsselstein. Datum: 19 januari 2010 Blad: 1van 5. Economische Zaken.

Bestuurlijke programmaopdrachten Regio Groningen-Assen

B&W-Aanbiedingsformulier

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Burgerzaken 24 juli 2008

Subsidiemogelijkheden EFRO Oost-Nederland

Beslisdocument en plan van aanpak

Aan Provinciale Staten

Statenvoorstel nr. PS/2005/1211

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d. 9 januari 2012 AGENDA NR. 10. VOORSTEL tot oprichting NV Greenport Venlo Innovation Center. Aan de Gemeenteraad

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

INTENTIEOVEREENKOMST CENTRUMPLAN MARUM

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 16 juni 2009 Nummer voorstel: 2009/81

Voor het evenementenbeleid stellen wij voor ,-- beschikbaar te stellen.

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Nr Houten, 4 december Onderwerp: Kaderstellende nota met visie en uitgangspunten voor de brede school ontwikkeling in Houten

Statenvoorstel. Beleidskader Openbaar Vervoer Drechtsteden / Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.

verijssel PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. V3/zo\UQ^ Dat.ontv.: 2 9 JAN 2016 provincie Provinciale Staten van Overijssel KvK

Onbekommerd wonen in Breda

Presentatie evaluatie RAP

Besluitenlijst dagelijks bestuur van 18 mei 2015

Raadsvergadering, 2 februari Voorstel aan de Raad. Onderwerp: Economisch Actie Programma

Onderwerp Kredietaanvraag ten behoeve van het traject bestuurlijke bedrijfsvoering gemeente Noordenveld

PS2009MME College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

in de tien raden wordt vastgesteld, enerzijds als richtinggevende bouwsteen voor de

*Z001F59E44 9* Leiderdorp, 16 september Afdeling: Concernzaken OOV en Rampen Onderwerp: Beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid

Horizonplanning: Brabant achter de horizon

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

PROJECTPLAN Profiel Land van Cuijk. De opdracht 1.1 Aanleiding

- 1 PS2010RGW09. Datum : Nummer PS : PS2010RGW09 Afdeling : ILG Commissie : RGW Registratienummer : 2010INT Portefeuillehouder : Krol

Startnotitie Integraal Veiligheidsplan Gemeente Molenwaard

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Regionaal arbeidsmarktprogramma AgriFood Capital Werkt! en Werkbedrijf Noordoost Brabant

jaar stuknr. categorie/agendanr. stuknr. B. en W /837 låçéêïéêéw= Vaarverbinding Erica-Ter Apel; gemeentelijke garantstelling

Tweejarige campagne ter ondersteuning van de internationale acquisitie van Noord-Nederland

: Stimuleringsprogramma de Samenhang op Scherp (SOS) Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Nummer raadsnota: Bl Onderwerp: Beschikbaarstelling van krediet voor planontwikkeling winkelcentrum Arkendonk

Statenvoorstel nr. PS/2007/125

Begrotingswijziging 76/17A

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 22 december 2011

5. De raad informeren via bijgevoegde raadsinformatiebrief.

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst

: invoering Participatiewet in Oost-Groningen

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein

Provinciale Staten van Noord-Holland

Ambitieverklaring. Tussen Kagerplassen en Oude Rijn

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Bestuursopdracht. Centrumvisie

STARTNOTITIE Maatschappelijke Structuurvisie Nieuwkoop Kenmerk : Onderwerp Maatschappelijke Structuurvisie Nieuwkoop 2020

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: P. Gach Wethouder. No. B Dronten, 11 september 2012

Provinciale Staten van Noord-Holland

Voorstel: Beslisnota Winkelgebied Diezerbrink, opstellen agenda en uitvoeringsplan Bijlage: Uitwerking agenda Diezerbrink

De Raad en de Omgevingswet

Agendapunt commissie: 8. W.Bischoff O6raad00804

Raadsbijlage Voorstel inzake Landelijk Memorandum GSB/Gzz en ontwerp-programma

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

*Z0300EA3652* Beslispunten Uw raad wordt geadviseerd de beleidsnotitie sport de gezonde beweging vast te stellen.

Nr Houten, 27 september 2011

Bij correspondentie graag ons kenmerk vermelden. RABO Zwolle

GRIFFIE POLITIEKE TERMIJN AGENDA

Meerjarenprogramma Ambitiedocument

Veelgestelde vragen Transformatie Schieoevers-Noord

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijk Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 3 december 2002 Nummer voorstel: 2002/197

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Datum: 02 juli 2013 Portefeuillehouder: De heer R. Windhouwer

Raadsvoorstel Vaststellen 'Woonvisie Eindhoven

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Statenvoorstel nr. PS/2006/747

Transcriptie:

Statenvoorstel nr. PS/2004/789 Grotesteden- en netwerkstedenbeleid Het Presidium stelt voor Statenvoorstel nr. PS/2004/789 te behandelen in: de Statencommissie Zorg en cultuur op: 15 september 2004 om 09.30 uur de vergadering van Provinciale Staten op: 13 oktober 2004 Jaargang Datum Ons kenmerk Inlichtingen bij 2004-34 6 juli 2004 PPGS/2004/50 de heer P. Scheffer, telefoon 038 425 12 42 en/of mw. M. Antonis, telefoon 038 425 13 09 Aan Provinciale Staten Onderwerp Convenanten grotesteden- en netwerkstedenbeleid. Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2004/789 (bijgevoegd) II. Convenanten per stad (te raadplegen via www.prv-overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en ligt ter inzage in de bibliotheek) (De convenanten per stad zijn voor Statenleden op te vragen via e-mail statenstukken@prv-overijssel.nl ) 1 Samenvatting De Staten wordt gevraagd de invulling van het grotesteden- en netwerkstedenbeleid voor de periode 2005-2009 vast te stellen. De convenanten tussen provincie en de vijf grote steden en de drie netwerkstedelijke gebieden vormen de basis voor de samenwerking tussen de stedelijke gebieden en de provincie voor de komende vijf jaar. Er is 21 miljoen uitgetrokken voor uitvoering van de convenanten. 2 Inleiding en probleemstelling In het Onderhandelingsakkoord Ruimte voor actie staat verwoord hoe de provincie Overijssel invulling wil geven aan een nieuwe periode grotestedenbeleid 2005-2009. Het feit dat de vijf grote steden de motor voor economische en sociaal-culturele ontwikkelingen zijn in de provincie en de erkenning van deze bijzondere rol van de grote steden zijn wederom redenen voor het Overijssels grotestedenbeleid. Overijssel bouwt haar voorsprong uit : dit motto gaf een startsein aan de ontwikkeling van convenanten voor een nieuwe periode grotestedenbeleid en netwerksteden. Er werd echter wel voor gekozen om op een andere wijze dan voorheen invulling te geven aan het grotestedenbeleid. Sleutelbegrippen werden benoemd: focussen en differentiëren. Kiezen voor een beperkt aantal thema s en verschil maken tussen steden en netwerkstedelijke gebieden op grond van behoeften en mogelijkheden. Uiteindelijk doel: wederzijdse prestatieafspraken op basis van een beperkt aantal thema s. Thema s die de toekomst van de stad en het netwerkstedelijke gebied het meest bepalen en die passen bij provinciale doelen. Thema s die op basis van analyses van de stad en stedelijk netwerk worden geformuleerd en hun gebiedsagenda s vormen. Rond die thema s worden nadere, concrete en afrekenbare afspraken gemaakt over inzet, resultaten, provinciale middelen en flankerend beleid.

Binnen het hiertoe ingezette beleidsproces zijn drie fasen voorzien: 1. het doel van de eerste fase is het benoemen van samenwerkingsthema s op hoofdlijnen. Vanuit de analyse van de stad worden de hoofdprioriteiten voor de komende periode benoemd; 2. in de tweede fase zullen convenantteams per stad de hoofdthema s uitwerken tot afspraken. Vertegenwoordigers van provincie, stad en netwerkstad zullen de uitwerking van de samenwerkingsthema s SMART formuleren. De provincie vindt het van groot belang dat deze afspraken zodanig zijn geformuleerd dat de steden hierover ook rekenschap afleggen; 3. tot slot wordt de wederzijdse inzet geformuleerd in de derde fase. En wel zo dat convenantpartijen elkaar daarop kunnen aanspreken in de nieuwe convenantperiode. Daarbij is de verdeling van de middelen over steden en netwerkstedelijke gebieden een hoofdpunt, naast de benoeming van de inzet van reguliere provinciale instrumenten. 3 Proces tot convenanten 2005-2009 Vanaf september 2003 is een gezamenlijk beleidsproces van provincie en (netwerk)steden gestart om tot wederzijdse, afrekenbare afspraken, tussen provincie en (netwerk)steden te komen voor de convenantperiode 2005-2009. Op 17 september 2003 werd de startnotitie Voorbereidingsproces Convenanten Grotestedenbeleid en Netwerksteden 2005-2009 (PPGS/2003/38) aan u voorgelegd. In deze startnotitie werd het beoogde beleidsproces uiteengezet en werden de uitgangspunten voor dit beleidsproces verwoord. Speerpunten waren focussen en differentiëren: keuzes maken op basis van de behoeften en mogelijkheden per (netwerk)stad. Herkenbare thema s die aansluiten bij provinciale doelen en een verbinding vormen tussen stad en netwerkstedelijk gebied. In het beleidsproces waren drie fasen van focussen en differentiëren voorzien. Uw Staten hebben ingestemd met de startnotitie en de kaders die daarin beschreven zijn. U heeft daarbij gevraagd tussen de eerste en de tweede fase betrokken te worden in het benoemen van de hoofdthema s per stad en netwerkstedelijk gebied voor de komende convenantperiode. Dat heeft ertoe geleid dat op 31 maart 2004 het Statenvoorstel Samenwerkingsthema s Provinciaal Grotesteden- en Netwerkstedenbeleid voor de convenantperiode 2005-2009 door de Statencommissie Zorg en cultuur is besproken. Met dit Statenvoorstel werd verslag gedaan van de uitkomsten van de eerste fase focussen en differentiëren in het proces om te komen tot nieuwe convenanten 2005-2009. De commissie Zorg en Cultuur heeft kennisgenomen van het voorstel en heeft in de uitwerking van de samenwerkingsthema s meer aandacht gevraagd voor de thema s sociale samenhang, jeugdwerkloosheid, veiligheid en wijkaanpak. Middels een bevestigende brief aan de Staten is door het college deze extra aandacht voor deze thema s toegezegd (PPGS/2004/25). Vervolgens is op 14 april het Statenvoorstel in de Staten besproken en vastgesteld. In de tweede fase van het proces zijn de hoofdthema s per stad door zogenaamde convenantteams uitgewerkt tot een pakket van samenwerkingsthema s en wederzijdse resultaatafspraken. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij thema s en afspraken waar de provincie meerwaarde kan bieden binnen de steden en stedelijke gebieden. Waar zinvol zijn verbindingen gemaakt tussen stad en stedelijk netwerk. In de daarop aansluitende derde fase heeft ons college een voorstel voor de verdeling van de GSB-middelen vastgesteld. Eerder benoemde criteria zijn daarbij gehanteerd. Met de steden en de netwerksteden hebben we de verschillende fasen doorlopen. De resultaten leggen we met dit statenstuk aan u voor. We vragen u hierbij de convenanten en de daarbij behorende verdeling van de middelen vast te stellen. 4 Uitwerking per stad van het beleid voor 2005-2009 In fase II hebben convenantteams, waar provinciale, gemeentelijke en netwerkstedelijke vertegenwoordigers bij betrokken zijn geweest, de samenwerkingsthema s uitgewerkt tot zo concreet mogelijke wederzijdse resultaatafspraken. Doelstelling van deze afspraken betreffen: het versterken van de sociale en economische positie van de afzonderlijke grote stad in relatie tot de ontwikkelingskansen en -mogelijkheden vanuit de omliggende netwerkstad; dit gestalte te geven door middel van provinciale aanjaag-impulsen in het grotestedenbeleid bovenop de inspanningen die de steden zelf met haar lokale partners verrichten; 2 Statenvoorstel nr. PS/2004/789

deze aanjaag-impulsen vanuit provinciaal perspectief met nadruk in te zetten op de terreinen waarop de provinciale toegevoegde waarde het grootst kan zijn binnen de prioritaire thema s wonen in de stad, vergroten van de veiligheid, versterken van de sociale samenhang en economie als motor; naast deze provinciale aanjaag-impulsen ook, waar van toepassing, reguliere provinciale instrumenten en middelen gericht in te zetten ter realisatie van de gezamenlijke beleidsagenda; deze afspraken concreet en afrekenbaar te formuleren en daarover op afgesproken momenten rekenschap over te geven. In de convenanten (op het SIS) vindt u de resultaatafspraken per samenwerkingsthema terug, evenals afspraken over monitoring en verantwoording. 4.1 Deventer Deventer richt zich de komende jaren op vijf topprioriteiten in de stad. De aanpak van de openbare ruimte, sociaal beleid en voorzieningen, veiligheid, economische dynamiek en werkgelegenheid en herstructurering woonwijken. Dit laatste thema is tevens benoemd tot hoofdthema in het kader van provinciaal grotestedenbeleid. Binnen de uitwerking in het convenant staat het realiseren van een aantal multifunctionele wijkcentra in de herstructureringswijken Keizerslanden en Rivierenwijk centraal. Deventer wil binnen deze multifunctionele wijkcentra verschillende functies voor de wijk realiseren. Functies gericht op gezinnen met kinderen zoals onderwijs, zorg, opvoedingsondersteuning, educatie, hulpverlening, vrijetijdsbesteding, informatie, voorlichting en ontmoeting. De wijkcentra zullen zich ook richten op de (met name allochtone) ouderen in de wijken. Woonzorgzones zijn een goede manier om een woonomgeving voor ouderen te creëren waarin zij zelfstandig kunnen blijven functioneren. Wijkaccommodaties spelen hier een belangrijke rol in. Vanuit deze gedachte zullen in de centra functies worden aangeboden gericht op ouderen. Vanuit de multifunctionele wijkcentra willen Deventer en de provincie werken aan een sluitende keten in de zorg, er zal onderzocht worden in hoeverre Bureau Jeugdzorg wijkgericht kan gaan werken. De gemeente Deventer en de provincie hebben tevens afspraken gemaakt om de veiligheid in de wijken te bevorderen. Ten aanzien van wonen, willen de gemeente Deventer en de provincie Overijssel een snelle start en een voorspoedige realisatie van de herstructureringsactiviteiten in de wijken Keizerslanden en Rivierenwijk. Daarbij wordt aangesloten bij het beleid van de rijksoverheid, waarin deze wijken zijn aangewezen als prioritaire wijken in het kader van de stedelijke vernieuwing. Deze woningbouwopgave maakt deel uit van de gehele woningbouwopgave van de Stedendriehoek. Ten slotte zijn binnen de topprioriteit economische dynamiek en werkgelegenheid afspraken gemaakt over bedrijventerreinen in afstemming met een toekomstig regionaal bedrijventerrein Stedendriehoek. 4.2 Zwolle Zwolle richt zich in de komende periode op, aan de ene kant de aanpak van sociale vraagstukken en aan de andere kant op de economische en culturele ontwikkeling van de stad. Voor beide prioriteiten vervult Zwolle als centrumgemeente een regionale functie. Zo is de aanpak van de binnenstad een hoofdthema. Een integrale aanpak van de binnenstad en de realisatie van meer woningen in de binnenstad vraagt om het verplaatsen van parkeerruimte. Doel hierbij is het autoluw maken van de binnenstad en het creëren van meer fietsenstallingen (ook bereikbaarheid van de binnenstad). De provincie draagt bij aan het realiseren van de bouw van nieuwe woningen en parkeergelegenheid (buiten de kern). Voor het bevorderen van de openbare veiligheid wordt samen gewerkt aan een verlichtingsplan voor de binnenstad en renovatie van het park Weezenlanden. Verbetering van (de keten in de) jeugdzorg en de maatschappelijke opvang is evenals in de andere steden een belangrijk samenwerkingsthema en wordt in netwerkstedelijk verband opgepakt. Ten slotte is afgesproken in het convenant dat samen gewerkt zal worden aan de regionale bereikbaarheid, een project dat voor de economische ontwikkeling van de gehele netwerkstedelijke regio van belang is. 4.3 Almelo De gemeente Almelo heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan de ontwikkeling van de stad. Dit is nodig om een goede kwaliteitsimpuls aan de stad te kunnen geven. Belangrijke onderdelen van deze impuls zijn onder meer het realiseren van een evenwichtige bevolkingsopbouw, het creëren van hoogwaardige voorzieningen, een sterke diversificatie van de bedrijvigheid en aantrekkelijke verblijfsgebieden. In het Masterplan zijn hiervoor vijf opgaven benoemd. In de keuze voor de Statenvoorstel nr. PS/2004/789 3

samenwerkingsthema s binnen het provinciaal grotestedenbeleid is het Masterplan leidend geweest. In overleg met de gemeente Almelo is daarbinnen gekozen voor een focus op de thema s Economie als motor en Wonen in de stad. Deze thema s hebben een sociale invulling gekregen. Daaronder valt de integrale aanpak van de binnenstad/stationsomgeving en de aanpalende wijken Aalderinkshoek en Kerkelanden, het creëren van hoogwaardige voorzieningen (voor de verbetering van de sociaaleconomische positie van Almelo middels o.a. voorzieningen voor startende ondernemers) en aandacht voor Wonen in de stad (o.a. het creëren van woonzorgzones). Binnen deze thema s wordt een nadrukkelijke verbinding met Netwerkstad Twente gelegd. De woonzorgzones worden gekoppeld aan het onderdeel Zorg en Technologie (Nieuw Perspectief Twente en Strategische visie). Het bedrijvenverzamelgebouw wordt in verbinding gebracht met het boegbeeldproject Kennispark. 4.4 Enschede In Enschede wordt de komende jaren gewerkt aan de prioriteiten middels twee sporen, namelijk Investeren in de bestaande stad en Afmaken van de vernieuwing van de stad. De prioriteiten die hieronder vallen zijn onder meer jeugdbeleid, leefbaarheid in de investeringswijken, arbeidsmarktbeleid, het bewerkstelligen van een evenwichtige woningvoorraad en in het verlengde daarvan een evenwichtige bevolkingsopbouw. Deze prioriteiten vormen de basis voor de thema s in het convenant. Dit moet onder meer vorm krijgen in de herstructureringswijk Velve Lindenhof. Enkele onderdelen van de aanpak van deze wijk in het GSB-convenant zijn onder meer een wijkgerichte zorgcoördinatie en uitwerking van de brede-school-gedachte in de wijk. Binnen het thema Opgroeien in de stad worden onder meer afspraken gemaakt over gezinscoaching en kortdurende pedagogische begeleiding. Het thema Profilering en positionering Binnenstad Enschede behelst vooral de ondersteuning van evenementen en andere bezoekerstrekkende activiteiten. Hierdoor wordt gestreefd naar een toename van de bezoekersaantallen en een hogere waardering. De netwerkstedelijke projecten dragen ook bij aan het behalen van de Enschedese ambities. Enkele voorbeelden hiervan zijn Kennispark, Muziekkwartier en Zorg en Technologie. 4.5 Hengelo De gemeente Hengelo heeft voor de komende jaren een viertal hoofdaccenten benoemd, namelijk Participatie kwetsbare groepen, Mobiliteit en bereikbaarheid, Versterken economische structuur en Integraal werken en continuïteit. De samenwerkingsthema s binnen het provinciale grotestedenbeleid sluiten hier goed op aan. De gemeente Hengelo heeft in het kader van focussen en differentiëren gekozen voor de thema s Veiligheid en Economie. Onder de noemer Veiligheid wil Hengelo met de provincie afspraken maken over het onderwerp Jeugd en het onderwerp Maatschappelijke opvang. Binnen deze programmatische afspraken gaat het onder meer over bijvoorbeeld de inzet van jongerenwerkers in de stadsdeelteams en projecten ter vermindering van de criminaliteit onder jongeren. Voor de maatschappelijke opvang in Hengelo worden de provinciale GSB-middelen ingezet voor een activiteitencentrum voor dak- en thuislozen. In het kader van het thema Economie worden met de provincie afspraken gemaakt over de revitalisering van het bedrijventerrein Twentekanaal. De GSB-middelen worden daarbinnen vooral aangewend voor die kosten die normaliter voor rekening van de gemeente waren gekomen. Onder de noemer Economie worden eveneens afspraken gemaakt betreffende de aanpak van de binnenstad. Het betreft fysieke en niet-fysieke aanpassingen in de binnenstad. Verder wordt in het convenant het boegbeeldproject Hart van Zuid meegenomen. 4.6 Netwerkstedelijk niveau Stedelijke ontwikkelingen eindigen niet bij de grenzen van een stad. De stad is onlosmakelijk een onderdeel van haar omgeving. Sommige stedelijke vraagstukken zijn dan ook niet zonder deze omgeving op te lossen. In dezelfde omgeving liggen tegelijkertijd ook kansen en ontwikkelingsmogelijkheden die een stad kan benutten. In het Onderhandelingsakkoord is door de provincie aangegeven het grotestedenbeleid meer met het netwerkstedenbeleid te willen verbinden. Hiertoe is onder andere gestart met het gebiedsgericht werken in de stedelijke gebieden (naast de reconstructie- en plattelandsgebieden). In de convenantafspraken is de verbinding met de netwerkstedelijke gebieden gelegd. Daarnaast zijn de netwerksteden als samenwerkingsthema in de convenanten opgenomen en zijn thema s benoemd die de agenda voor de komende periode vormen. De drie netwerksteden van Overijssel zijn verschillend en bevinden zich in verschillende fasen van ontwikkeling. Twente heeft reeds concrete boegbeeldprojecten voor de netwerkstad benoemd (o.a. in Nieuw Perspectief Twente en Strategische visie). In het Onderhandelingsakkoord is tweemaal 2 miljoen gereserveerd voor de 4 Statenvoorstel nr. PS/2004/789

projecten Muziekkwartier en Hart van Zuid. Zwolle Kampen Netwerkstad en het stedelijk netwerk Stedendriehoek werken volop aan een integrale visie. Zogenaamde boegbeeldprojecten, als resultaat van deze visies, zijn nog niet benoemd. Om de Stedendriehoek en Zwolle Kampen te ondersteunen in processen en projecten in de netwerkstad is in de financiële vertaling van de GSBmiddelen een reservering voor deze netwerksteden opgenomen. De prioritaire thema s in de netwerksteden zijn meegenomen in de convenanten en vormen met de afspraken per stad de gebiedsagenda s voor de komende jaren. 5 Allocatie van de GSB-middelen In het Onderhandelingsakkoord Ruimte voor actie is vastgelegd dat voor het grotestedenbeleid in de periode 2005-2009 21 miljoen beschikbaar zal zijn. Daarbij wordt gesteld dat dit een bedrag inclusief programmageld, lidmaatschapsgeld KISS, 2 miljoen voor Hart van Zuid en 2 miljoen voor het Muziekkwartier is. Voor de periode 2005-2009 is er per jaar derhalve een bedrag van 4,2 miljoen beschikbaar, in totaal 21 miljoen. 5.1 Kennisinstituut Stedelijke Samenleving In 2002 is het Kennisinstituut Stedelijke Samenleving (KISS) opgericht, met als doel de leefbaarheid van de stedelijke samenleving te bevorderen. KISS heeft leden uit diverse invalshoeken. Vanuit de overheid zijn provincie Overijssel en de vijf Overijsselse GSB-steden als leden aangesloten. Het huidige lidmaatschap loopt eind 2004 af. Op basis van de uitkomsten van het zelfanalyse- en visitatietraject en de plannen die KISS voor de toekomst heeft verwoord, heeft de Regiegroep Grote Steden tijdens haar vergadering van 10 maart 2004 het voornemen verwoord het lidmaatschap te willen voortzetten tot en met in ieder geval 2007. De afspraak om het lidmaatschap van het KISS voort te zetten is opgenomen in de convenanten met de steden. De lidmaatschapsgelden worden door de verschillende leden betaald. Het provinciale lidmaatschapsgeld is onderdeel van de 21 miljoen. 5.2 Verdeling financiële middelen 2005-2009 Voor wat betreft de verdeling van het totaalbudget van 21 miljoen liggen de volgende besluiten voor, waarvan een aantal al genomen is in het verleden: 2 miljoen wordt toegekend aan Muziekkwartier en 2 miljoen aan Hart van Zuid (besloten in Onderhandelingsakkoord). Dit komt daarmee ten goede aan Netwerkstad Twente. Dit zijn de boegbeeldprojecten van de netwerkstad die de gehele regio ten goede komen; voor Stedendriehoek en Zwolle Kampen liggen nog geen concrete projecten voor. Er is echter voor ieder van deze netwerksteden 0,5 miljoen gereserveerd; er zijn middelen gereserveerd voor KISS en procesgelden ten behoeve van de uitvoering van het gebiedsgericht werken binnen de provincie; de resterende middelen ( 15.629.000,--) zijn toebedeeld aan de vijf steden. De verdeling is als volgt totstandgekomen: bij de verdeling over de vijf steden is uitgegaan van een basisbedrag en er zijn bedragen, gerelateerd aan een aantal criteria, aan toegevoegd of afgetrokken. Dat betreft allereerst de omvang van de problematiek. Duidelijk is dat Enschede en Almelo hier het hoogst op scoren, Deventer een middenpositie heeft en Zwolle en Deventer op de index het laagst scoren. Dit is gebaseerd op de index in de Atlas der Nederlandse Gemeenten. Tweede criterium is de aanpak van het thema Sociale samenhang. Dit thema komt in alle convenanten uitgebreid aan de orde. Ongeveer 45% van de projecten heeft betrekking op dit thema. Er is derhalve op basis van dit criterium geen onderscheid tussen de steden gemaakt. Het vernieuwende en netwerkstedelijke karakter van de convenanten is wel uiteenlopend. Zo heeft bijvoorbeeld Zwolle een project dat ten goede komt aan de gemeente Kampen. Het vernieuwende en netwerkstedelijke gehalte van de convenanten Hengelo en Enschede is daarentegen beperkt. Een aantal projecten wordt in al dan niet gewijzigde vorm voortgezet uit de vorige periode. Ten slotte is de jaarschijf van Enschede hoger en van Zwolle in beperkte mate hoger ten opzichte van de andere steden wegens het hoge inwoneraantal. Voor de gemeente Almelo geldt het tegenovergestelde. In tabel 1 is een overzicht van de totaalverdeling weergegeven. Statenvoorstel nr. PS/2004/789 5

Tabel 1. Totaaloverzicht 2005-2009 omschrijving bedrag ( ) toelichting Thematische inzet 15.629.000 Inzet op basis van de vier provinciale thema s. Verdeling naar mate van problematiek en ontwikkelingspotentie. In uitwerking duidelijk toegevoegde waarde provincie aanwezig. Hart van Zuid 2.000.000 Geoormerkt bedrag gereserveerd in het O nderhandelingsakkoord. Muziekkwartier 2.000.000 Geoormerkt bedrag gereserveerd in het O nderhandelingsakkoord. Zwolle Kampen Netwerkstad 500.000 Voor organisatie en projecten projectbureau Zwolle Kampen Netwerkstad. Stedelijk netwerk Stedendriehoek 500.000 Voor organisatie en projecten Stedendriehoek. Lidmaatschap KISS 171.000 Lidmaatschap van het KISS t/m 2007. Procesgeld 200.000 40.000,-- per jaar ten behoeve van procesgelden binnen het gebiedsgerichte werken. Totaal 2005-2009 21.000.000 Voor de thematische inzet in de steden is een bedrag van 15.629.000,-- beschikbaar. De uitwerking van de samenwerkingsthema s per stad hebben geleid tot doelstellingen en resultaatafspraken in de convenanten. Op basis van deze doelen en afspraken hebben de steden een financiële claim ingediend (claims per jaar geformuleerd). De claims zijn in tabel 2 weergegeven. Tabel 2. Financiële claims steden Almelo 740.000 Hengelo 600.000 Enschede 1.550.000 Deventer 1.000.000 Zwolle 847.000 Totaal 4.737.000 Voor de thematische inzet in de steden is een bedrag van 15.629.000,-- beschikbaar, dat wil zeggen 3.125.800,-- per jaar: de provinciale aanjaaggelden. Het geclaimde bedrag van de steden gaat ver uit boven het bedrag dat beschikbaar is. Ten aanzien van de GSB-middelen zullen er dus keuzen gemaakt moeten worden. In tabel 3 is dit weergegeven. Tabel 3. Verdeling 15.629.000,-- (per jaar 3.125.800,--) 1 en netwerkstedelijke gelden grootte bedrag p.j. bedrag 5 j.: netwerksteden (inwoners) 2005-2009 2005-2009 2005-2009 Almelo 71.729 630.000 3.150.0 00 Hengelo 80.962 470.000 2.350.000 2.000.000 Enschede 152.321 780.000 3.900.000 2.000.000 Deventer 87.526 622.900 3.114.500 500.000 Zwolle 109.955 622.900 3.114.500 500.000 Totaal 3.125.800 15.629.000 5.000.000 1 De jaarschijven kunnen flexibel ingezet worden in de steden over de jaren (aangezien de kosten van eenmalige projecten boven de omvang van de jaarschijf uit kunnen komen). 6 Statenvoorstel nr. PS/2004/789

5.4 Aanjaaggelden GSB en inzet regulier beleid De GSB-middelen zijn niet toereikend om de claims van de steden te dekken. De GSB-middelen hebben we aangemerkt als provinciale aanjaaggelden om doelstellingen via afspraken en projecten te ondersteunen. Hiermee wordt een eerste aanzet gegeven voor de gezamenlijke agenda van de toekomst. Daarnaast hebben we het voornemen verwoord om naast de GSB-inzet, regulier beleid en/of middelen in te zetten om de steden verder te ondersteunen in de doelstellingen en om de samenwerkingsthema s een gezamenlijke invulling te geven. In de convenanten is afgesproken dat steden, netwerksteden en provincie hiertoe jaarlijks in overleg treden, te beginnen met een eerste overleg dit jaar voor de verdeling van de jaarschijf 2005 en de inzet van reguliere/sectorale middelen via de systematiek van het gebiedsgericht werken. De GSB-convenanten zijn gebaseerd op de provinciale prioriteiten zoals overeengekomen in het Onderhandelingsakkoord en deels gedekt door herrichting van bestaande budgetten. De redactie van de convenanten heeft daardoor meer tijd gekost dan was voorzien. Op de herrichtingsproblematiek komen we in de najaarsnota terug. In de GSB-convenanten is een duidelijke verbinding gelegd met de provinciale programma s uit de Programmabegroting. Daarmee kunnen binnen de programma(hoofdlijnen) via de convenanten of bijbehorende uitvoeringsprogramma s afspraken worden gemaakt over de prestaties en effecten en de rapportage daarover. Dit betekent dat de inzet van middelen richting de GSB-convenanten wordt gekoppeld aan de programmalijnen en de bijbehorende doelstellingen. 6 Verantwoording en afrekenbaarheid Er is geprobeerd zo SMART en concreet mogelijk afspraken te formuleren. De afspraken geven invulling aan de wens in het Onderhandelingakkoord om in te willen zetten op concrete resultaten die de samenleving rechtstreeks ten goede komen en de toegevoegde waarde van de provincie zichtbaar maken. Opgemerkt moet worden dat de toetsbaarheid van vooral de sociale doelstellingen een moeilijk vraagstuk is. Het blijft lastig om zaken als versterking van de sociale samenhang te meten. Waar er landelijk indicatoren zijn benoemd op deze thema s volgen we die in de voorliggende convenanten. Steden en provincie zullen jaarlijks bestuurlijk en ambtelijk overleg voeren over de invulling en verdieping van de gezamenlijke agenda s. Jaarlijks zullen deze steden, de netwerkstedelijke gebieden en de provincie rapporteren over de voortgang van de afspraken aan uw Staten. 7 Voorstel Wij stellen u voor de volgende besluiten te nemen. Provinciale Staten stellen de convenanten vast waarin wederzijdse prestatieafspraken tussen steden, netwerksteden en provincie zijn verwoord en gaan akkoord met de daarin opgenomen voorstellen voor de samenwerking tussen provincie en stedelijke gebieden in de periode 2005-2009 en de daarbij behorende verdeling van de GSB-middelen. Met het vaststellen van de convenanten en de daarbij behorende financiële vertaling van de 21 miljoen GSB-middelen door Provinciale Staten worden de volgende besluiten genomen: met de (netwerk)steden worden wederzijdse afspraken gemaakt die strekken tot een totaal van 21 miljoen (inclusief provinciaal lidmaatschapsgeld KISS en proceskosten van de gebiedenteams); de jaren 2007 en 2008 bevinden zich in een nieuwe bestuursperiode. Door de instemming met de convenanten is voor de jaren 2008 en 2009 jaarlijks 4,2 miljoen minder beschikbaar als vrij inzetbaar in de volgende bestuursperiode. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, G.J. Jansen secretaris, H.A. Timmerman Statenvoorstel nr. PS/2004/789 7

8 Statenvoorstel nr. PS/2004/789

Bijlage I Ontwerpbesluit nr. PS/2004/789 Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 6 juli 2004, kenmerk PPGS/2004/50; besluiten: 1. de convenanten vast te stellen, waarin wederzijdse prestatieafspraken tussen steden, netwerksteden en provincie zijn verwoord en gaan akkoord met de daarin opgenomen voorstellen voor de samenwerking tussen provincie en stedelijke gebieden in de periode 2005-2009; 2. de verdeling van de GSB-middelen vast te stellen, zoals verwoord in onderliggend voorstel in tabel 1 en 3; 3. door het overeenkomen van de voorliggende convenanten, voor de jaren 2008 en 2009 (nieuwe bestuursperiode) voor ieder van deze jaren 4,2 miljoen vast te leggen voor de post grotestedenbeleid. Zwolle, Provinciale Staten voornoemd, voorzitter, griffier, Statenvoorstel nr. PS/2004/789 9

Overijssels grotesteden- en netwerkstedenbeleid 2005-2009 Voorbij de grenzen van de stad Convenant Deventer, Stedendriehoek & Provincie Overijssel 1

DEEL 1: Pre-ambule 1. Overwegingen Stedelijke ontwikkelingen eindigen niet bij de grenzen van een stad, zoals ze ook niet ophouden bij de grens van de provincie. De stad is onlosmakelijk een onderdeel van haar omgeving. Sommige stedelijke vraagstukken zijn dan ook niet zonder deze omgeving op te lossen. In dezelfde omgeving liggen tegelijkertijd ook kansen en ontwikkelingsmogelijkheden die een stad kan benutten. Dit besef bepaalt in sterke mate de nieuwe werkwijze van de provincie. Het gebiedsgericht werken vormt de aanpak voor het integraal benaderen van stedelijke vraagstukken. Daar waar de afgelopen convenantperiode vooral per stad afspraken werden gemaakt, kijken we in deze nieuwe convenanten naar de wisselwerking tussen netwerkstad en de individuele grote stad. Daarmee wordt een belangrijke vernieuwing gegeven van zowel het grotestedenbeleid als het beleid ten aanzien van de netwerksteden voor de nieuwe periode 2005 2009. Door het aangaan van samenwerkingsverbanden tussen stad en regio worden de ontwikkelingskansen vergroot. Onderwerpen als onderwijs en opleidingsmogelijkheden, de fysieke leefomgeving, verkeer en vervoer, voorzieningen, wonen en werken, krijgen ruimte voor ontwikkeling en groei als deze ook op het niveau van de netwerkstad worden bezien. Daarbij komt dat de Overijsselse netwerksteden trekkers van formaat zijn voor de provincie en het hart vormen van culturele en economische ontwikkelingen. De assen Randstad-Zwolle-Noorden en Randstad-Deventer-Twente-Duitsland, vormen ook belangrijke (inter)nationale assen van economische ontwikkeling. De Nota Ruimte hecht belang aan regionale afstemming. Bestuurlijk zijn provincies en WGR+ regio s (nationaal stedelijke netwerken) verantwoordelijk voor regionale afstemming tussen gemeenten. Via de gebiedsgerichte manier van werken wil de provincie Overijssel invulling geven aan de bovenregionale samenhang. Overijssel onderschrijft echter nog steeds de waarde en het belang van de regionale stedelijke netwerken (Stedelijke Netwerk Stedendriehoek en Zwolle Kampen Netwerkstad). Voor de afzonderlijke grote steden binnen Overijssel geldt dat ontwikkelingskansen pas optimaal kunnen worden benut als de steden een aantal basisvoorwaarden kunnen bieden. Burgers en bedrijven investeren immers niet zomaar in de stad. Voorwaarden voor de benutting van ontwikkelingskansen, zijn daarom veilige, leefbare en aantrekkelijke steden om in te wonen, werken, studeren, recreëren en te ondernemen. Het provinciale grotestedenbeleid is nodig om de steden te steunen en te versterken in hun rol als motoren voor sociale, culturele en economische ontwikkeling. Het Overijssels provinciale grotestedenbeleid levert hieraan, samen met de vijf GSB-steden, een bijdrage. Provinciale prioritaire thema s zijn in dit beleid hierbij de volgende: Versterken van de sociale samenhang; Vergroten van de veiligheid; Wonen in de stad; Economie als motor. 2

2. Doelstellingen Dit convenant geeft concrete invulling aan de bijdrage van Gedeputeerde Staten, hierna te noemen de provincie, aan de verdere ontwikkeling van het stedelijk netwerk Stedendriehoek en de stad Deventer. Doelstellingen van deze afspraken betreffen: a. Het versterken van de sociale en economische positie van de afzonderlijke grote stad in relatie tot de ontwikkelingskansen en mogelijkheden vanuit de omliggende netwerkstad b. Dit gestalte te geven door middel van extra aanjaag-impulsen in het grotestedenbeleid bovenop de inspanningen die de stad zelf met haar lokale partners verricht. c. Deze extra aanjaag-impulsen vanuit provinciaal perspectief met nadruk in te zetten op de terreinen waarop de provinciale toegevoegde waarde het grootst kan zijn binnen de prioritaire thema s wonen in de stad, vergroten van de veiligheid, versterken van de sociale samenhang en economie als motor. d. Naast deze extra aanjaag-impulsen ook, waar van toepassing, reguliere provinciale instrumenten en middelen gericht in te zetten ter realisatie van de gezamenlijke beleidsagenda. e. Deze afspraken concreet en afrekenbaar te formuleren en daarover op afgesproken momenten rekenschap over te geven. Waar het om gaat is dat het grotestedenbeleid die extra duw geeft om de beoogde resultaten ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Het gaat om inzet die als het ware randvoorwaardelijk is en waarop met name de provincie haar rol en toegevoegde waarde kan leveren. 3. Verantwoording van de keuze van de GSB-thema s in Deventer In de benoeming van de prioriteiten van Deventer voor de komende convenantperiode is voor Deventer de stadsvisie leidend geweest. In de stadsvisie is aangeven dat Deventer in samenwerking met de provincie wil inzetten op de topprioriteit herstructurering van naoorlogse woonwijken. Aan deze herstructureringsopgave liggen sociale vraagstukken ten grondslag. Centraal voor Deventer is dat de ingrepen leiden tot verbetering van de sociale positie van bewoners en de sociale structuur van de wijk. Stedelijke vernieuwing moet leiden tot sociale kwaliteit. Om deze ambitie vorm te geven wordt gefocust op groepen met een bovengemiddelde buurtbinding, vooral gezinnen met kinderen en ouderen. De herstructureringsopgave maakt ook deel uit van de woningbouwopgave in het kader van het stedelijk netwerk Stedendriehoek. In overleg met Deventer is afgesproken om ook de herstructurering van het bedrijventerrein Bergweide als thema toe te voegen. In samenwerking willen provincie en Deventer vooral werken aan een spoedige totstandkoming van de herstructurering van het Havenkwartier. Ook bij deze opgave is sprake van samenhang met de regionale opgaven, waaronder met het regionale bedrijventerrein Stedendriehoek. Deze samenwerkingsthema s sluiten tevens aan bij de 5 doelstellingen van het Rijksbeleidskader GSBIII. 3

1. Het verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid Dit is een basisvoorwaarde voor een leefbare en veilige stedelijke samenleving. 2. Het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving Deze verbeteringen zijn nodig om de stad aantrekkelijk te houden als stad om te wonen, werken en recreëren. 3. Het verbeteren van de sociale kwaliteit van de samenleving Dit is een voorwaarde voor een stabiele samenleving, waarin de overheid (groepen van) mensen in staat stelt zoveel mogelijk eigen verantwoordelijkheid te nemen. 4. Het binden van de midden- en hogere inkomens aan de stad Deze doelstelling is van belang voor een gezond financieel-economisch draagvlak voor de stad en voor een stabiele ontwikkeling van de stedelijke samenleving. 5. Het vergroten van de economische kracht van de stad De steden zijn belangrijke motoren van de economie, daarom is het van belang juist de economische groei in de steden te vergroten. Anderzijds is economische groei een voorwaarde voor het oplossen van sociale, fysieke en veiligheidsproblemen. Het Rijk heeft afspraken met Deventer gemaakt over bovenstaande doelstellingen. De provincie sluit hier vanuit haar eigen doelstellingen bij aan en volgt zoveel mogelijk de systematiek van monitoring en verantwoording. De provincie Overijssel wil Deventer versterken en ondersteunen in het behalen van de doelstellingen en waar mogelijk verbreden en verbinden naar het stedelijk netwerk Stedendriehoek. Dit doet zij daar waar de provincie daadwerkelijk meerwaarde kan bieden. Hiertoe zijn in deel 2 van dit convenant afspraken gemaakt. 4

DEEL 2: AFSPRAKEN I. Bepalingen vooraf: 0. Het Convenant 2005-2009 Deventer is geldig van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009. Samenwerkingsthema herstructurering naoorlogse wijken Toelichting: te bereiken resultaten in de Herstructurering van de wijken Keizerslanden en Rivierenwijk Doelstelling van de herstructurering van de wijken Keizerslanden en Rivierenwijk is het creëren van meer veilige, meer leefbare, aantrekkelijke en gevarieerde woonwijken in 2009. Daartoe wordt in 2005 gestart met een herstructureringsproces. Hierbij merken we op dat de herstructurering van de wijken Keizerslanden en Rivierenwijk een langere doorlooptijd heeft dan de convenantperiode 2005-2009, namelijk 2005-2015. Het proces beoogt een totaalaanpak van fysieke en sociale vraagstukken in deze wijken, waarbij het sociale programma leidend is inzake de herstructurering. De herstructurering richt zich met name op gezinnen met kinderen en vitale ouderen. Zij zijn namelijk belangrijke dragers van vitale wijken: deze groepen hebben de wijk nodig, maar deze groepen leveren ook een belangrijke bijdrage aan de sociale kwaliteit van de wijk. Probleemstelling In de genoemde ontwikkelingsgebieden zijn de huidige voorzieningen verouderd en voldoen niet meer aan de huidige inzichten. Deventer wil in het kader van de herstructurering graag functies voor de wijk en haar bewoners gaan clusteren (educatie, zorg, opvoeding, aandacht voor oud- en nieuwkomers, binden van groepen (waaronder een grote groep allochtonen), jeugdzorg, bibliotheken, sport en verenigingsactiviteiten) wat moet leiden tot multifunctionele wijkcentra die in het verlengde liggen van ontwikkelingen rond het concept Bredeschool en Kulturhus. Deventer zal ook een aantal woonzorgzones inrichten. De woonzorgzones en de multifunctionele wijkcentra zullen, waar mogelijk, op elkaar afgestemd worden. Inzet van het GSB en integraal beleid De inzet vanuit het provinciale GSB richt zich primair op de sociale vraagstukken in deze herstructureringsaanpak. Daartoe zijn in dit convenant afspraken vastgelegd over de ondersteuning vanuit het provinciale GSB voor het realiseren van drie multifunctionele wijkcentra in Keizerslanden en Rivierenwijk. Naast deze primaire inzet vanuit het provinciale GSB, wordt ook vanuit het reguliere provinciale beleid ondersteuning beoogd op de sociale vraagstukken in het herstructureringsproces. Zo maken we afspraken in dit convenant over het stimuleren van de woningbouw, over woonzorgzones, veiligheid in de wijken, de afstemming tussen jeugdzorg en jeugdbeleid, integratie en cultuur. De inzet van dit reguliere beleid (inclusief middelen en instrumenten), zal plaatsvinden op momenten dat dit opportuun is. Daartoe hebben de provincie en de gemeente afgesproken om jaarlijks te overleggen 5

over welke vraagstukken actueel worden en welke inzet de provincie vanuit het reguliere beleid zal plegen. In onderliggende afspraken is deze inzet geconcretiseerd naar instrumenten, middelen en planning. II. Afspraken in het kader van de thema s Sociale samenhang en veiligheid 1. De provincie zet < middelen..> in voor de periode 2005 2009 om < aantal.> multifunctionele wijkcentra te realiseren. Naast de provinciale bijdrage, zullen ook de gemeente en <..eventuele andere partijen..> een bijdrage leveren van <.. benoemen..> Resultaatafspraak: In 2009 zullen <..aantal..> multifunctionele wijkcentra gerealiseerd zijn waarin minimaal 4 functies voor de wijk en haar inwoners zijn gecombineerd. Het gaat om functies gericht op gezinnen met kinderen zoals onderwijs, zorg, opvoedingsondersteuning, educatie, hulpverlening, vrije tijdsbesteding, informatie, voorlichting en ontmoeting. Woonzorgzones zijn een goede manier om een woonomgeving voor ouderen te creëren waarin zij zelfstandig kunnen blijven functioneren. Wijkaccommodaties spelen hier een belangrijke rol in. Vanuit deze gedachte zullen in de centra functies worden aangeboden gericht op ouderen. 2. Provincie en gemeente voeren jaarlijks overleg om een sluitende keten in de zorg te realiseren. Resultaatafspraak: provincie en Deventer zorgen in ieder geval voor afstemming tussen jeugdzorg en jeugdbeleid. Provincie en gemeente onderzoeken de mogelijkheden van een wijkgerichte aanpak van het bureau Jeugdzorg. 3. Provincie en gemeente zullen jaarlijks overleg voeren over de inzet van reguliere instrumenten en middelen ter ondersteuning van het oplossen van sociale vraagstukken die zich in het herstructureringsproces zullen voordoen. 3.1. De provincie en Deventer voeren in navolging van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning overleg over de gevolgen (problemen en mogelijkheden) van de Wet voor de convenantperiode 2005-2009. 4. Provincie verzoekt de steunfunctieorganisatie SMO (Steunpunt minderheden Overijssel) te komen tot een vraaggerichte aanpak in de herstructureringswijken. Deventer komt in 2005 tot een gerichte vraag aan SMO ter ondersteuning in de herstructureringswijken. 5. 6

De provincie en gemeente bekijken op basis van de evaluatie van de cultuurmakelaar de mogelijkheden in het behoud van de cultuurmakelaar voor Deventer en maken afspraken over de inzet in de herstructureringswijken. 6. Provincie ondersteunt de gemeente jaarlijks in het maken van veiligheidsplannen ten behoeve van het vergroten van de veiligheid in de wijken Keizerslanden en Rivierenwijk en bekijkt de mogelijkheden in het (mede) financieren van deze plannen. 7. Provincie en gemeente onderzoeken gezamenlijk de mogelijkheden in het verkeersveilig maken van de routes van en naar en de voorzieningen in de wijken. Resultaatafspraak: Provincie ondersteunt Deventer in haar doel om veilige routes voor kinderen (bijvoorbeeld kindlinten binnen zogenaamde school-speelzones) en ouderen te realiseren zodat zij zich (zo lang mogelijk) zelfstandig en veilig van en naar voorzieningen kunnen bewegen. III. Afspraken in het kader van het thema Wonen in de stad 8. De gemeente Deventer en de provincie Overijssel willen een snelle start en een voorspoedige realisatie van de herstructureringsactiviteiten in de wijken Keizerslanden en Rivierenwijk. Daarbij wordt aangesloten bij het beleid van de rijksoverheid, waarin deze wijken zijn aangewezen als prioritaire wijken in het kader van de stedelijke vernieuwing. 9 De Rivierenwijk is door gemeente en provincie aangewezen als pilot-project in het kader van het provinciale project versnelling woningbouw en deregulering. Dat betekent dat in 2004 een gezamenlijke analyse wordt gemaakt van de problemen en belemmeringen die zich voordoen op het gebied van procedures, samenwerking tussen betrokkenen en de beschikbaarheid van middelen. Waar nodig zal ook voor de wijk Keizerslanden de gemeente in overleg treden met de provincie wanneer zich problemen voordoen die een voorspoedige realisering van de herstructurering in de weg staan. 10 Gezamenlijk zal gezocht worden naar oplossing van problemen bij de planontwikkeling en uitvoering en naar een vlotte afhandeling van procedures. Daarbij zal waar nodig ook gebruik gemaakt worden van mogelijkheden die de rijksoverheid beschikbaar stelt, bijvoorbeeld in de vorm van aanjaagteams en/of het inzetten van interne of externe deskundigheid. De gemeente zal daarbij prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties maken, waarin opgenomen afspraken over financiering, planning en wijze van samenwerking. 11. Provincie wil waar nodig gezamenlijk optrekken naar het rijk om financiering van bodemsanering te bevorderen, als daarmee bereikt wordt dat de stedelijke woningbouwprogramma's versneld worden. 7

Samenwerkingsthema Herstructurering bedrijventerrein Bergweide Toelichting In samenwerking willen provincie en Deventer werken aan een spoedige totstandkoming van de herstructurering van het Havenkwartier. Probleemstelling In maart 2001 heeft de provincie de gemeente Deventer een bedrag van 907.500 in het vooruitzicht gesteld voor de herstructurering van de Eerste Havenarm die deel uitmaakt van het bedrijventerrein Bergweide. Achterliggende gedachte was om met de herstructurering ruimte voor kantoorachtige en milieuvriendelijke bedrijvigheid te creëren. Inmiddels heeft voortschrijdend inzicht geleid tot een ingrijpende wijziging van de visie op de herstructurering van het gebied: het plangebied is vergroot en de op te stellen visie voor de herstructurering omvat nu zowel de Eerste als de Tweede Havenarm; de herstructurering heeft nu een veel bredere doelstelling en is gericht op de ontwikkeling van een multifunctionele stadswijk met 1000 tot 1500 woningen, stedelijke voorzieningen en werklocaties in de vorm van kantoren, showrooms en milieuvriendelijke bedrijvigheid met hoogwaardige uitstraling. In onderliggende afspraken is deze inzet geconcretiseerd naar instrumenten, middelen en planning. IV. Afspraken binnen het thema Economie als Motor 12. Voor 1 augustus 2004 presenteert Deventer haar definitieve plan over de herstructurering van het Havenkwartier, onder voorbehoud van goedkeuring of eventuele wijzigingen door de gemeenteraad. De provincie Overijssel wil dit plan steunen door uitvoering te geven aan de toegezegde 907.500, ondanks dat de oorspronkelijke plannen waarop de beschikking was gebaseerd zijn gewijzigd. Voorwaarden hierbij zijn dat: omliggende, te handhaven bedrijven niet onevenredig in hun belangen mogen worden geschaad, hetgeen in het algemeen inhoudt dat hun milieuvergunning zal worden gerespecteerd en de huidige milieuruimte onveranderd van kracht blijft; mochten als gevolg van de nieuwe woonfunctie in het plangebied aanvullende milieuoverlast beperkende maatregelen bij omliggende bedrijven nodig zijn deze maatregelen bekostigd dienen te worden vanuit de planexploitatie; in het plan nog steeds ruimte voor bedrijvigheid (in ruime zin) is, zodat het aantal arbeidsplaatsen fors toeneemt t.o.v. het huidige aantal arbeidsplaatsen op het Havenkwartier. 13. Gemeente Deventer en de provincie Overijssel voeren een gezamenlijke lobby naar Senter en het Ministerie van Economische Zaken voor behoud van TIPPgelden. 8

Samenwerkingsthema Stedelijk Netwerk Stedendriehoek Toelichting: Ten aanzien van het stedelijke netwerk Stedendriehoek wil de provincie Overijssel de samenwerking met de provincie Gelderland verder versterken. In de convenantperiode 2005-2009 wil de provincie, samen met Deventer en de Stedendriehoek, vooral de verbinding tussen de stadsspecifieke prioriteiten én het stedelijke netwerk aanbrengen. Tussen de stedelijke prioriteiten én de regionale opgaven bestaat een nauwe samenhang. Herstructurering, inbreiding en het regionale bedrijventerrein zijn in feite de pijlers van de ruimtelijke visie Stedendriehoek (zie samenwerkingsthema s Deventer). Daarnaast wordt aangesloten bij de prioriteiten die in de samenwerking tussen Stedendriehoek en beide provincies al zijn of worden benoemd. Afspraken over inzet, lobby en samenwerking hebben betrekking op de thema s en projecten van het stedelijke netwerk Stedendriehoek. Binnen het Stedelijk Netwerk Stedendriehoek zal begin 2005 op basis van een integrale visie op het gebied een uitvoeringsprogramma ter besluitvorming aangeboden worden. In dit stadium is het daarom alleen mogelijk om intentieafspraken te maken en de nadere invulling van een eventuele provinciale inzet in latere convenantjaren te effectueren. Thema s die nu en in de komende jaren aan de orde zijn: Prioriteit van samenwerking provincies Het Stedelijk Netwerk Stedendriehoek is 1 van de vijf samenwerkingsthema s van de provincies Gelderland en Overijssel. De provincies werken aan wederzijdse afstemming om de samenwerking ten aanzien van de Stedendriehoek te versterken en uit te bouwen. Sinds de ondertekening van dit procesconvenant is er binnen het Stedelijk Netwerk Stedendriehoek veel gebeurd. Een aantal ontwikkelingen wordt hier genoemd: Ruimtelijke Ordening De gezamenlijke grondgebiedvisie (de discussienota Ruimtelijk Perspectievennota Stedendriehoek 2030) is in 2003 vertaald in de Tussenbalans. Deze Tussenbalans is rond de zomer 2003 in de 6 gemeenteraadscommissies besproken en werd daarmee richtinggevend voor de ontwikkeling van het Ruimtelijk Structuurbeeld Stedendriehoek 2030. Het Ruimtelijk Structuurbeeld dient als bouwsteen voor het Gelderse streekplan dat in 2004 ontwikkeld moet zijn en dient als input voor het Overijsselse streekplan. Het Ruimtelijk Structuurbeeld 2030 mond in 2004 uit in het Voor ontwerp Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030. In het voor ontwerp van de Regionale Structuurvisie maakt herstructurering van de wijken in de steden Apeldoorn, Deventer en Zutphen een essentieel deel uit voor de woningbouwopgave. Circa 45% van de geplande 38.000 woningen is geprojecteerd binnen bestaand stedelijk gebied en in de dorpen. Ook de herstructurering van bedrijventerreinen staat op de agenda van het stedelijk netwerk Stedendiehoek, alsook de aanleg van een regionaal bedrijventerrein. Groen in en om de stad De landschappelijke kwaliteit van de stadsranden is van groot belang t.b.v. de functies wonen, werken en recreatief medegebruik. Versterking van de groenstructuur rondom de steden (GIOS) draagt in belangrijke mate bij aan deze landschappelijke kwaliteit. Gemeenten en Provincie zullen zich gezamenlijk inspannen om de groenstructuur binnen de netwerksteden te versterken. Instrumenten die hiervoor ingezet kunnen worden zijn 9

o.a. reconstructie, landinrichting, rood voor groen (nieuwe landgoederen) en rood voor rood. Sociale pijler In de zomer van 2003 is de sociale pijler van het Stedelijk Netwerk Stedendriehoek gestart. Deze pijler heeft als opdracht de sociale invulling van de bovengenoemde Regionale Structuurvisie te geven. Het gaat hierbij ondermeer over vraagstukken als welke soort woningen worden voor welke mensen of doelgroepen gebouwd en welke voorzieningen zijn er nodig? Daarnaast zijn er vijf werkgroepen begonnen die de regionale wil tot samenwerken beproeven: 1. de werkgroep onderwijs en arbeidsmarkt 2. de werkgroep wonen en voorzieningen 3. de werkgroep cultuur, evenementen en recreatie 4. de werkgroep vermaatschappelijking van de zorg 5. de werkgroep contractmanagement grote instellingen De resultaten van de werkgroepen (in 2004) zullen als basis dienen voor de periode 2005-2009. Economie als motor De economische pijler heeft een onderzoek naar de behoefte aan bedrijfsterreinen in de regio afgerond. Daarnaast wordt een website ontwikkeld waarop ondernemers mogelijkheden van bedrijfsterreinen in de regiogemeenten kunnen vinden. Er wordt meegewerkt aan een regionaal koopstromenonderzoek waarvan het initiatief ligt bij de provincie Overijssel en de Kamer van Koophandel. Het Actieprogramma Innovatie staat in de steigers; er wordt nagegaan wat men binnen de regio wil ondernemen met innovaties op het gebied van economische ontwikkelingen. De ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein stedendriehoek zal de komende periode de nodige energie gaan vergen. Inzet van het GSB en integraal beleid De provincies Overijssel en Gelderland dragen aan bovenstaande ontwikkeling zowel ambtelijk als bestuurlijk bij en hebben daarmee een essentiële inbreng in de regionale samenwerking Stedelijk Netwerk Stedendriehoek. De provincie Overijssel zal haar bijdrage voor de periode 2005-2009 op drie manieren inzetten. Een mogelijke, nog nader te bepalen personele inzet (in het kader van het gebiedsgericht werken) en een bijdrage ten behoeve van de proces- en ontwikkelkosten in de Stedendriehoek. V. Afspraken in het kader van het stedelijk netwerk Stedendriehoek 14. Provincie Overijssel zoekt ambtelijke en bestuurlijk afstemming met de provincie Gelderland om de samenwerking ten aanzien van de Stedendriehoek te versterken. Jaarlijks zal een bestuurlijke delegatie van Overijssel en Gelderland met een bestuurlijke delegatie van de Stedendriehoek spreken over de voortgang en nieuwe ontwikkelingen. 15. De provincie Overijssel draagt jaarlijks een bedrag bij van 45.000 ten behoeve 10

van de proces en ontwikkelkosten van het programmabureau stedelijk netwerk Stedendriehoek. 16. De provincie Overijssel reserveert een bijdrage voor projecten uit het uitvoeringsprogramma Stedendriehoek ten gunste van Deventer en de Stedendriehoek als totaal, ervan uitgaande dat de Provincie Gelderland eveneens naar rato bijdraagt aan de projecten van de Stedendriehoek. Daarnaast kan er bij passende projecten gekeken worden naar de inzet vanuit andere (sectorale) subsidiestromen binnen de provincie Overijssel. VI. Overige afspraken in het kader van het grotestedenbeleid 17. De gemeente Deventer en de provincie Overijssel besluiten hun lidmaatschap van de vereniging Kennisinstituut Stedelijke Samenleving (KISS) te verlengen tot en met 2007. 18. In samenwerking tussen gemeente, provincie en KISS zal bekeken worden hoe KISS kan aansluiten bij de afspraken zoals verwoord in dit convenant. 19. Deventer kan gebruik maken van het Huis der Nederlandse Provincies in Brussel voor beïnvloeding van Europese wet- en regelgeving en voor het verbinden van Europese steden en stedelijke gebieden met de Overijsselse steden. 20. Deventer en de Stedendriehoek kunnen voor het leggen van contacten met, en het verwerven van financiële middelen van, de Europese Unie respectievelijk de Rijksoverheid gebruik maken van de ondersteuning van het Gelders-Overijssels steunpunt in Brussel respectievelijk het provinciale Lobbyhuis In Den Haag. VI. Afspraken rondom verantwoording en eindafrekening 21. Provincie en Deventer voeren jaarlijks tweemaal bestuurlijk en ambtelijk overleg over de voortgang van het Meerjarig uitvoeringsprogramma van de gemeente en de uitvoering van het Convenant 2005-2009 Deventer. De provincie stelt een bedrag van 3.114.500 beschikbaar. De precieze aanwending van dit jaarbedrag over de verschillende, in dit convenant opgenomen, thema s (evenals de inzet van andere, reguliere provinciale middelen) wordt tijdens dit bestuurlijke overleg vastgesteld. 22. Deventer, de Stedendriehoek en de provincie stellen jaarlijks een monitoringverslag op ten behoeve van het beschikbaar stellen van de jaarschijf. Hierin zal gerapporteerd worden over de afspraken zoals verwoord in dit convenant. Het monitoringverslag bevat kwantitatieve en kwalitatieve gegevens 11