OVER TAALVERWERVING, MEERTALIGHEID EN TAALSTIMULERING BIJ JONGE KINDEREN Koen Van Gorp Centrum voor Taal en Onderwijs KU Leuven
Hoezo? Taalstimulering is 'hot' Feiten, conclusies, inzichten, misverstanden, principes om mee rekening te houden en mee te nemen naar jouw praktijk Wat met de eerste en andere talen? Hoe doe je dat in de klas of in de kinderopvang? Een wat theoretischer verhaal, voorafgaand aan de daaropvolgende praktijkverhalen
Feit: niet iedereen is even succesvol Onderzoek bevestigt keer op keer dat voor bepaalde groepen leerlingen schoolsucces geen evidentie is. De sociaal-economische thuissituatie (cfr. kansarmoede) en de etnisch-culturele situatie blijken een impact te hebben op de prestaties van leerlingen op school!
Begrijpend lezen in de basisschool Piecewise groeicurve begrijpend lezen, opgesplitst naar al dan niet GOKleerling + taal 60 Vaardigheidsscore 55 50 45 40 NL niet GOK AT niet GOK NL GOK Turks GOK Arber GOK Overig AT GOK 35 L3 L4 L5 L6 Leerjaar Sibo-data, 2011
Conclusies om mee rekening te houden De taalvaardigheid Nederlands van veel anderstalige leerlingen vordert in het basisonderwijs op hetzelfde tempo als dat van Nederlandstalige leerlingen, maar beginachterstand die al aanwezig is in het kleuteronderwijs wordt (alvast in het basisonderwijs) niet ingehaald. Bepaalde groepen leerlingen lopen dus een groter risico om minder succesvol het onderwijs te doorlopen en in een negatieve spiraal terecht te komen.
Gevolgen Vandaar dat er meer en meer wordt ingezet op de participatie van anderstalige en kansarme leerlingen in de kleuterschool. Vandaar dat er meer en meer wordt ingezet op taalstimulering voorschools en buitenschools: hoe jonger hoe beter. Wat (welke theoretische aanname) drijft deze keuzes?
Dynamische vaardigheidsontwikkeling Rendement van onderwijsinvesteringen in termen van vaardigheidsontwikkeling (Groenez, 2010)
Inzichten om mee rekening te houden Vaardigheden bouwen op elkaar voort en beïnvloeden ook het effect van (onderwijs)investeringen: Dit betekent dat een onderwijsinvestering meer rendeert bij kinderen met meer kapitaal. Dit betekent dat vroegere interventies meer renderen bij kinderen met lagere vaardigheden. Dit betekent dat late investeringen maar renderen als ze kunnen voortbouwen op vroegere investeringen (dus continue investering). Het lijkt erop dat sociale vaardigheden makkelijker beïnvloedbaar zijn dan cognitieve vaardigheden (Cunha & Heckman, 2010; Groenez, 2010). Belang van sociaal-emotionele ontwikkeling (die ook de cognitieve ontwikkeling beïnvloedt, maar niet vice versa).
Misverstanden om mee rekening te houden Annemarie Schaerlaekens in Taalschrift, 24/09/03: Ten eerste denken veel opvoeders dat je met kleine trucs de taalontwikkeling van een kind kunt versnellen. Bijvoorbeeld door ze elke dag een paar nieuwe woordjes te leren. Dat werkt niet. Ten tweede denken veel ouders dat de taalontwikkeling bij alle kinderen hetzelfde verloopt, volgens vaste lijnen. [...] Maar dat is niet zo. Taalontwikkeling is een vreselijk complex proces. [...] Het derde misverstand is dat alle kinderen hun eerste woorden op twaalf maanden verwerven. [...] Kinderen beginnen daar echter op heel verschillende leeftijden mee. Als je mij toch een gemiddelde leeftijd zou vragen voor eerste actieve woordjes, dan zeg ik eerder rond de vijftien maanden. Maar dat is een gemiddelde. Veel kinderen beginnen vroeger of later."
Taal = topje-van-de-ijsberg-gedrag Verkennen van de wereld Ervaringen Socialisatieprocessen met een bepaalde blik naar de wereld kijken
De taalontwikkelingsuitdaging Een moeder kan naar voorwerpen wijzen en ze benoemen, maar dat is nog niet voldoende. Als ik naar dit koffiekopje wijs en 'hupeldepup' zeg, wat betekent dat dan? Betekent het 'koffiekopje', 'koffie', 'deze koffie is lekker', 'geef mij nog wat koffie', 'dit kopje is wit'? Of slaat het misschien op het geheel van kopje en schoteltje? Gezamenlijke aandacht voor iets, is het fundament van de taalverwerving. Alleen door tweerichtingsverkeer, woord en wederwoord, gebaar en tegengebaar, valt dat te achterhalen. Kind en omgeving moeten op elkaar inspelen. (Steven Gillis, 1998)
Intentionele acties als drijfveer voor leren Tomasello e.a., 2004
Taal is sociaal gedrag 1. Intentie-lezen 2. Patronen zoeken Tomasello e.a., 2004
Gezamelijke actie Betrokkenheid (Inter)actie Verwoorden Flexibiliteit, aanpassingsvermogen
Gesprek als bindende factor Gesprekken stellen kinderen in staat om te leren. voorwaarde: de juiste kwaliteit hebben Taal Gesprekken zijn de spil van leren/onderwijs (Damhuis, 2008) Gesprek = elke mondelinge interactie waarin minstens gesprek twee gesprekspartners actief betrokken zijn Kennis denken naar Damhuis & de Blauw, 2007
Krachtige taalleeromgevingen Rijk en toegankelijk taalaanbod (luisteren, lezen) positieve, veilige en rijke omgeving betekenisvolle taken Veel spreek- (en schrijf)kansen Feedback ondersteuning door interactie Motivatie Authentieke interactie / communicatie
Rijke speel- en leefomgeving
Rijk en toegankelijk taalaanbod
Vragen stellen
Echte aandacht en betrokkenheid Wachttijd uitbreiden
Spreekkansen uitlokken
Feedback Kind: ik heb getekenen een auto Begeleidster: nee, je hebt een auto getekend Kind: ik heb getekenen een auto Begeleidster: oh ja, jij hebt een auto getekend! Kind: ik heb getekenen een auto Begeleidster: wauw, wat een mooie auto heb jij getekend! Kind: ik heb getekenen een auto Begeleidster: wauw, wat een mooie auto heb jij getekend! Van wie is die auto?
Nog enkele inzichten om mee te nemen Receptie gaat vooraf aan productie Kinderen begrijpen steeds veel meer dan dat ze erin kunnen produceren (en dat blijft zo.) Kinderen focussen in hun eigen boodschappen op betekenis. Ze verwerven taal (woorden) die samenhangt met interessante acties in de wereld. Ze verwerven zeer geleidelijk en stapsgewijs de vaardigheid om correcte zinnen te produceren. Fouten zijn geen fouten, maar is taal in ontwikkeling. Expliciet corrigeren helpt niet! Verhelst, 2001
Maar: aantal keer bij naam genoemd per dag AMINE 80 ADNANE 62 MOHAMED 52 AHLAME 47 AMELINE 39 ELISSA 34 YOUNESS 31 AMIRA 30 ANISSA 27 YASMINA 18 ABDEL 18 Eerste kleuterklas in Brussel Eerste 10 weken van het schooljaar ( ) = frequentie in taalaanbod Beurten beveiligen! Verhelst, 2001
Van Nederlands naar andere talen We hebben aandacht besteed aan taalleren buiten en in de kleuterklas! Wat met andere talen? Hoe gaan we ermee om? Eerst een vaststelling:
Taalpeil Nederlandse Taalunie Als het kan, moeten ouders hun kinderen in meer dan één taal opvoeden. Daar hebben kinderen altijd profijt van. 63% van de Nederlanders/Vlamingen is het daar helemaal mee eens. 27% staat daar neutraal tegenover 11% is het daar helemaal mee oneens. Kortom: het is een goede zaak dat kinderen meertalig worden opgevoed!
Taalpeil Nederlandse Taalunie Als ouders het Nederlands niet goed beheersen kunnen ze met hun kinderen beter een taal spreken die ze wel goed beheersen. 27% van de Nederlanders/Vlamingen is het daar helemaal mee eens 31% staat daar neutraal tegenover 42% is het daar helemaal mee oneens. Kortom: heel veel mensen zijn niet overtuigd van het gebruik van de moedertaal thuis.
Spanningsvelden Aanbevelingen van taalkundigen of pedagogen dat ouders beter hun moedertaal spreken met hun kinderen, zeker als ze die taal het beste beheersen, overtuigen het grote publiek, 'de mensen' (en vaak dus ook professionelen) niet. Er bestaan ook veel misverstanden, zoals dat tweetaligheid leidt tot achterstand in het denken en in talenkennis. dat tweetaligen nooit in staat zijn om één taal goed te beheersen. dat het leren van andere talen ten koste gaat van het Nederlands.
Meertaligheid als januskop WIT Goede meertaligheid ZWART Slechte meertaligheid
Onderzoek naar rol van thuistaal Tweetalig onderwijs: geen negatief effect op de ontwikkeling van de T2 (= Nederlands)! Hoe langer het tweetalig onderwijs volgehouden wordt, hoe positiever de resultaten voor alle betrokken talen. De houding tegenover de thuistaal van opvoeders, leerkrachten, maatschappij blijkt een invloed te hebben op de eigenwaarde en de identiteit (en daardoor op leren en op integratie).
Enkele meertalige tips Plan het gebruik van andere talen. Achterhaal enkele kernbegrippen in de thuistalen van de kinderen: hallo, toilet, drinken, eten, daaag,... (schrijf die woorden op zoals je ze uitspreekt en deel ze met je collega's). Gebruik meertalige labels in je ruimte, bv. stoel, toilet, kast,... Moedig kinderen aan om liedjes te zingen en rijmpjes te delen in hun thuistaal. Voorzie 'tekst' in verschillende talen: boeken, kranten, prenten,...
In beweging Maar, er is een en ander in beweging, met name in de voor- en buitenschoolse context! Taalstimulering Nederlands: voorschools en buitenschools Aandacht en respect voor de ontwikkeling van de eigen (thuis)taal van de kinderen: voorschools, buitenschools en in de thuiscontext! Algemene principes zijn hetzelfde! Het ene sluit het andere niet uit. Beide versterken elkaar. Doel: Kansen bieden aan kinderen
Algemene principes Taalstimulering (eerste en alle andere talen) werkt het best als het al doende, natuurlijk, leuk en ongedwongen gebeurt, inspeelt op wat de kinderen zelf aanbrengen en voldoende concreet is (maar ook ervaringen uitbreidt), de moedertaal respecteert en rekening houdt met de diversiteit van de kinderen.
Eén groot principe om rekening mee te houden! Kwantiteit is belangrijk, maar kwaliteit van de interactie is nog veel belangrijker. vandaar dat in de thuiscontext gekozen moet worden voor interactie in de 'sterkste' taal die kwaliteit van de interactie garandeert. de taal die de ouders het beste beheersen of goed beheersen.
'Empowerment' / emancipatie Pleidooi voor stimuleren van de thuistaal én het leren van het Nederlands. Focus op het Nederlands vanwege het maatschappelijke en educatieve belang. Focus op gebruik van de eigen taal vanwege sociaal-emotionele redenen. Focus op het functioneel inzetten van de eigen taal. ter ondersteuning van de ontwikkeling van het Nederlands. vanwege de identiteitsontwikkeling.
Uitdagingen Alle schouders eronder, op een positieve wijze Nederlands en andere talen gaan samen Het gaat niet om taal alleen! Authentieke, kwaliteitsvolle communicatie/interactie en ervaringen De rol van de leerkracht, zorggever! Bewustzijn hoe zowel negatieve als positieve boodschappen m.b.t. kansarmoede, meertaligheid op verschillende niveaus elkaar kunnen versterken.
Talenstimulerend kansenbeleid Een talenstimulerend kansenbeleid is de structurele en strategische poging van alle lokale betrokkenen om maximaal tegemoet te komen aan alle taalbehoeften van de kinderen met het oog op het bevorderen van hun algehele ontwikkeling.
Bedankt Vragen? Meer informatie: koen.vangorp@arts.kuleuven.be