Regiorapport Noord-Veluwe



Vergelijkbare documenten
Regiorapport Food Valley

Regiorapport Stedendriehoek

Regiorapport Rivierenland

Regiorapport Nijmegen

Regiorapport Achterhoek

Regiorapport Arnhem/ De Liemers

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt. Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Regiorapportage Nijmegen

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Stedendriehoek en Noordwest Veluwe

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Stedendriehoek en Noordwest Veluwe

Barometer Arbeidsmarkt Gelderland 2e kwartaal 2013

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2014 I

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2008

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2013

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2008

Nieuwsflits Arbeidsmarkt juni 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noordwest Veluwe

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Overzichtsrapport SER Gelderland

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Niet-werkende werkzoekenden

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2018

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018

PENDEL REGIO NOORD-VELUWE 2010

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2007

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zeeland

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, augustus 2016

Regionale maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Flevoland

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Food Valley

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Flevoland

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Stedendriehoek en Noordwest

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 2

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Achterhoek

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2013

Overzichtsrapport SER Gelderland

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Gelderland, augustus 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2018

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen

Arbeidsmarkt Achterhoek Februari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, september 2016

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, mei 2016

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Stedendriehoek en Noordwest

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Aantal werkzoekenden, vacatures en WWuitkeringen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2013

Regionale arbeidsmarktprognose

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

De maakindustrie in Midden-Limburg

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2014

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek

Overzichtsrapport SER Gelderland

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, juni 2016

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Amersfoort

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2018

Regiorapport Noord- Veluwe

Arbeidsmarktgegevens WGO Utrecht

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2014

Werkloosheidsuitkeringen (WW)

Transcriptie:

Regiorapport Noord-Veluwe

Regiorapport Noord-Veluwe Jan Dirk Gardenier Hans van Rijn April 2013 1

Inhoud Regiorapport Noord-Veluwe 1 Inhoud 2 Inleiding 3 Samenvatting en analyse 4 Noord-Veluwe in vogelvlucht 4 Conclusies 9 Aanbevelingen 10 Hoofdstuk 1 12 Een schets van de economische ontwikkelingen 12 Hoofdstuk 2 13 Schets economie en arbeidsmarkt in Noord-Veluwe 13 2.1 Demografische ontwikkeling 13 2.2 Beroepsbevolking en participatiegraad 14 2.3 Werkgelegenheid 15 2.4 Prognose 2013 19 2.5 Pendel 20 2.6 Spanningsindicator Arbeidsmarkt UWV 23 2.7 Vacatures bij het UWV 25 2.8 Niet werkende werkzoekenden 26 2.9 Uitkeringen 29 2.10 Afstand tot de arbeidsmarkt 30 2.11 Onderwijs 32 Hoofdstuk 3 35 Discrepantieanalyse 35 3.1 Noord-Veluwe t/m middelbaar niveau 35 3.2 Gelderland 36 3.3 Kwalitatieve vertaling 38 Bijlage 1 45 Begrippenlijst 45 Bijlage 2 47 POA- en COROP-gebieden 47 Bijlage 3 48 Indeling Maakindustrie 48 2

Inleiding De website Arbeidsmarktgelderland.nl is een initiatief van SER Gelderland, mede mogelijk gemaakt door de provincie Gelderland en andere arbeidsmarkt- en onderwijspartijen. De website is nu overgenomen door de provincie Gelderland. Het doel van deze site is het ontsluiten van kennis en informatie over arbeidsmarkt en arbeidsmarktbeleid in Gelderland in brede zin. Op de site is informatie te vinden over de thema s Aansluiting onderwijsarbeidsmarkt, Regionale economische ontwikkeling, Werk en inkomen, Regionaal Beleid, Arbeidsmarktanalyse. Dit Regiorapport is een onderdeel van de informatievoorziening arbeidsmarkt Gelderland 2010-2013, in een samenwerkingsverband tussen het CAB, de Rijksuniversiteit Groningen en de provincie Gelderland, met als opdrachtgever de provincie Gelderland. In dit project worden de ontwikkelingen op de Gelderse arbeidsmarkt tot 2015 in beeld gebracht. Voor u ligt het regiorapport van de regio Noord-Veluwe. Dit rapport bestaat uit twee delen: De samenvatting en analyse: deze geeft in vogelvlucht een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen en kenmerken van de regio Noord-Veluwe, met een aantal conclusies en aanbevelingen voor de toekomst. Het achtergrondrapport: in dit deel wordt nader ingegaan op de cijfers en ontwikkelingen die in de samenvatting worden aangestipt. Het achtergrond rapport bevat veel tabellen en grafieken. De onderzoeksresultaten zijn gepresenteerd in de regio en de feedback uit deze consultatie is verwerkt in dit rapport. Leeswijzer: In het hoofdstuk Samenvatting en Analyse worden zoals gezegd de belangrijkste ontwikkelingen en kenmerken van de regio Noord-Veluwe op een rijtje gezet op basis van een analyse van de cijfers in het achtergrondrapport en geconstateerde zaken uit andere bronnen zoals de UWV regio-informatie. Hierin worden tevens de aandachtspunten voor de toekomst benoemd. Het achtergrondrapport bestaat uit drie hoofdstukken. In hoofdstuk 1 wordt een korte schets gegeven van de algemene economische ontwikkelingen. Daarna wordt in hoofdstuk 2 op basis van cijfers afkomstig van o.a. het Bureau Economisch Onderzoek van de provincie Gelderland, het CBS en DUO een beeld geschetst van de economie en arbeidsmarkt in de regio. In hoofdstuk 3 wordt de discrepantieanalyse, die door CAB i.s.m. de RUG in het voorjaar van 2012 is opgesteld voor de periode 2011-2015, kort weergegeven, met nadruk op de situatie voor Noord-Veluwe, maar ook met aandacht voor de conclusies uit de kwalitatieve vertaling voor de hele provincie. 3

Samenvatting en analyse Noord-Veluwe in vogelvlucht De aanbodskant De bevolking zal van 2012 naar 2015 met 1,3% stijgen tot 200.100 personen. In de provincie Gelderland in zijn geheel is er sprake van een iets lagere bevolkingsgroei, namelijk met 0,9%. Net als in de andere regio s is er sprake van ontgroening en vergrijzing. Het aantal 65+ ers stijgt, de groep tussen 25 en 44 daalt het snelst. De beroepsbevolking in de regio neemt naar verwachting nog toe, met ruim 1% tot 87.000 personen in 2015 (iets meer dan in de hele provincie). Ontwikkeling (beroeps-)bevolking van 15-64 jaar in de periode 2000-2015 140.000 Noord-Veluwe 130.000 120.000 110.000 100.000 90.000 80.000 70.000 60.000 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 beroepsbevolking 15-64 jaar bevolking 15-64 jaar Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland (1998-2009 o.b.v. EBB, CBS) De beroepsbevolking bestaat voor bijna driekwart uit mensen met een lager of middelbaar opleidingsniveau. Dit is een stuk hoger dan in de provincie als geheel. Beroepsbevolking naar opleidingsniveau (2008-2010) 100% 80% 31% 26% 60% 40% 20% 0% 43% 46% 25% 28% Gelderland 2010 Nrd-Veluwe 2010 hoog midden laag Bron: CBS Uit onderzoek van het CPB blijkt dat de arbeidsmarktpositie van MBO ers in Nederland onder druk komt te staan. Waar hoogopgeleid werk door de diensteneconomie stijgt, nemen de banen voor middelbaar opgeleiden steeds verder af. Dit wordt onder meer veroorzaakt door outsourcing naar lagelonenlanden en het steeds grotere aanbod van hoger opgeleiden op de Nederlandse arbeidsmarkt dat de concurrentiepositie van MBO ers verslechtert. 4

Het aantal bij het UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (nww ers) ligt in de hele regio, uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking, lager dan in de provincie en heel Nederland. De trend in de regio, de provincie en Nederland lopen gelijk. Daarbij zien we in de aantallen de laatste maanden een sterke toename. In de laatste update van de UWV landelijke arbeidsmarktprognose 2013 wordt voor de arbeidsmarktregio Stedendriehoek een iets grotere stijging van het werkzoekendenpercentage verwacht van 6,7% eind 2012 naar 7,9% ultimo 2013, landelijk is dat van 7,2% naar 8,2%. Niet werkende werkzoekenden, indexcijfer, jan. 2007=100 160 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 Noord-Veluwe Gelderland Nederland Bron: UWV Niet werkende werkzoekenden als % beroepsbevolking 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% Noord-Veluwe Gelderland Nederland Bron: UWV, CBS De stijging van het aantal nww ers lijkt vooral veroorzaakt te worden door de toename van het aantal WW-uitkeringen. Dit komt overeen met het provinciale en landelijke beeld. Op basis van landelijke cijfers is door de RUG een inschatting gemaakt van de afstand tot de arbeidsmarkt voor de doelgroepen voor de Participatiewet (WWB, WSW en Wajong). Voor de regio Noord-Veluwe is op basis van dat onderzoek de inschatting dat ca. 10% van deze doelgroep direct beschikbaar is voor de arbeidsmarkt en dat bij 45-60% de afstand tot de 5

arbeidsmarkt overbrugbaar is. De nieuwe Participatiewet die aanstaande is zet in op maximaal meedoen naar vermogen. Voor de doelgroep blijkt dus dat dit in ruim de helft van de gevallen min of meer mogelijk is. Belangrijk aspect bij uitstroom naar werk voor uitkeringgerechtigden is de aanwezigheid van werk (de vraagzijde). Tot slot is er nog het toekomstige aanbod op de arbeidsmarkt. Het aantal deelnemers in het MBO is de afgelopen vier jaar met 0,4% gestegen. In de sectoren Zorg (+1,8%) en Economie (+0,4%) zien we een toename, een afname zien we in de Techniek (-0,9%) en de kleine sector Agrarisch (-16%). De vraagzijde Op de arbeidsmarkt van de regio Noord-Veluwe zijn de sectoren Zorg (17%) Industrie (13%), Zakelijke dienstverlening, Bouw en Detailhandel (elk 11%) het sterkst vertegenwoordigd. Het aantal banen in de regio is in de afgelopen 5 jaar (2007-2012) met 4,2% toegenomen. Dit is meer dan de +2,4% in de hele provincie. Ontwikkeling aantal banen >=12 upw, 2000-2012 120 Ontwikkeling banen (2000=100) 115 110 105 100 95 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Noord Veluwe Gelderland Nederland Bron: PWE 2012, provincie Gelderland Het aantal banen in de Zorg-sector volgt de landelijke trend, maar de toename van het aantal banen in de regio Noord-Veluwe is minder sterk geweest dan in de hele provincie. In 2012 zien we een soort inhaalslag in de regio. De krimp in de Industrie is een ontwikkeling die overal zichtbaar is. De trend in de regio Noord-Veluwe liep na 2005 steeds een jaar achter bij de provincie, maar de laatste jaren is er weer een lichte stijging in het aantal banen. In de Zakelijke dienstverlening is de toename in de regio sterker geweest dan in de provincie. Na een hoogtepunt in 2009 en een lichte daling in de jaren daarna, is er in 2012 weer een toename van het aantal banen. 6

Werkgelegenheidsontwikkeling 2000-2012 in de grootste sectoren: Zorg, Industrie en Zakelijke dvl Ontwikkeling banen Zorg (2000=100) 165 155 145 135 125 115 105 95 85 75 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Noord Veluwe Gelderland Nederland 105 Ontwikkeling banen Industrie (2000=100) 100 95 90 85 80 75 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Noord Veluwe Gelderland Nederland Ontwikkeling banen Zakelijke dienstverlening (2000=100) 155 145 135 125 115 105 95 85 75 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Noord Veluwe Gelderland Nederland Bron: PWE, Provincie Gelderland De verwachte krimp van de industriële sector en de negatieve vooruitzichten voor de bouw en landbouw die uit verschillende onderzoeken en nieuwsberichten naar voren komt duiden op het (nog) ruimer worden van de arbeidsmarkt. De zorg groeit, maar dit is geen marktsector, maar een budgetgestuurde sector en daarmee sterk afhankelijk van het gevoerde overheidsbeleid. De aangekondigde bezuinigingen op onder meer de AWBZ en de kinderopvang zijn hierbij geen goede voortekenen en de kans is groot dat ook hier de werkgelegenheid stabiliseert, hetgeen wordt bevestigd door recente cijfers van het UWV. 7

Wanneer we de werkgelegenheid naast de eerdere genoemde deelname aan het MBO leggen dan valt op dat de deelname aan opleidingen in de sector Zorg stijgt, in lijn met de toename van het aantal banen in die sector. In de techniek neemt het aantal MBO ers af, eigenlijk ook in lijn met de werkgelegenheid in die sector. Topsectoren In Gelderland zijn een viertal topsectoren gedefinieerd: Energie en Milieutechnologie (EMT) Maakindustrie Agro & Food Health (life sciences) En een drietal aandachtssectoren: Vrijetijdsindustrie Creatieve Industrie Logistiek en Transport Naast de bovengenoemde Health-sector is ook nog gekeken naar de veel ruimere sector Health en Medische zorg, waarin gezondheidszorg, medisch technologische bedrijven en gezondheidszorg ondersteunende bedrijven ook worden meegenomen. Top- en aandachtssectoren, percentage in werkgelegenheid (2012) 3% 12% EMT Maak Food 7% 0% 12% Health HenM TenR Creatief 8% 4% 6% TenL Overig Bron: PWE 2012 In Noord-Veluwe is de sector Maakindustrie, met 9.200 banen van 12 uur of meer per week en een aandeel van 12,5% in de werkgelegenheid, prominent aanwezig. Ook de sector Health en Medische zorg heeft met 12% een groot aandeel in de werkgelegenheid. Pendel Banen in de regio Noord-Veluwe worden voor driekwart vervuld door mensen die in die regio wonen. De inkomende pendel (ca. 28.000 personen) komt vooral van buiten de provincie Gelderland, nl. uit Overijssel (5.400) en Flevoland (3.800). Van de mensen in de regio Noord-Veluwe werkt ca. 69% ook in die regio. Bijna 30.000 personen werken buiten de regio, vooral in Overijssel (7.400) en Utrecht (5.400).). 8

Vacatures Op basis van gegevens van Het UWV blijkt dat het aantal vacatures sterk schommelt en relatief onder het niveau van de provincie ligt. Het laatste halfjaar is het aantal openstaande vacatures dramatisch gedaald. In februari 2013 waren er bij het UWV 362 openstaande vacatures geregistreerd op een totaal van 73.500 grote banen. Openstaande vacatures bij Het UWV, indexcijfer april 2011 = 100 120 100 80 60 40 20 0 apr-11 jul-11 okt-11 jan-12 apr-12 jul-12 okt-12 jan-13 Noord-Veluwe Gelderland Nederland Bron: UWVf De mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt blijft de komende jaren actueel. Door de recessie zal het aanbod op de arbeidsmarkt alleen maar toenemen en is er volgens het UWV zelfs sprake van een ruime arbeidsmarkt. Het ruime aanbod op de arbeidsmarkt zorgt vooral voor de onderkant van de arbeidsmarkt voor problemen. Zij krijgen een nog sterkere concurrentie, van mensen die goed opgeleid zijn, recente werkervaring hebben of jong en daarmee relatief goedkoop zijn. De ruime arbeidsmarkt in de regio zal in elk geval zo lang blijven bestaan als de huidige crisis doorgaat. Pas daarna zullen de effecten van de vergrijzing ook op de arbeidsmarkt te merken zijn. Conclusies De regio lijkt sterk conjunctuurgevoelig. De sterke sectoren Industrie, Zakelijke dienstverlening en Bouw zijn sectoren die beïnvloed worden door de conjunctuur. Als de economie verslechtert daalt de werkgelegenheid relatief sterker, omgekeerd zal bij een verbetering de werkgelegenheid ook sterker groeien. Sterke sectoren groeien: Sterke sectoren als Zakelijke dienstverlening en Zorg, maar ook Industrie laten over het laatste jaar een relatief beter beeld zien dan op provinciaal niveau. Het aantal banen groeit in al deze sectoren. Ook in een krimpende sector blijven er baanopeningen bestaan, er zullen ook daar mensen in- en uitstromen. Ook is het heel goed mogelijk dat er binnen bepaalde onderdelen van sector sprake is van een krappe arbeidsmarkt. Specialisten zijn altijd nodig. Groei zorgsector minder zeker: de sector die de afgelopen jaren het sterkst is gegroeid is de zorg. Echter wordt er op dit moment door de centrale overheid hard bezuinigd, onder meer 9

op het vlak van de AWBZ, de WMO en kinderopvang. Daarmee komt bv. thuiszorg en de kinderopvang onder druk te staan. Juist hier is de groei de laatste tijd sterk geweest. De zorg is geen marktsector en afhankelijk van het rijksbeleid. Het aantal nww ers en het aantal mensen met een uitkering is relatief laag in de regio. Alleen het aantal mensen met een Wajong uitkering is hoger, wat zeker voor een deel veroorzaakt zal worden door de aanwezige instellingen voor gehandicapten. Een nog groeiende beroepsbevolking: Heel Nederland krijgt te maken met vergrijzing en ontgroening, Voor de regio Noord-Veluwe geldt echter dat het aandeel 25 tot 45 jarigen weliswaar daalt maar nog wel het grootst is. Ruim 30% van de mensen met een baan buiten de regio Noord-Veluwe. De cijfers over de uitgaande pendel laten zien dat ruim 30% van de mensen die in de regio woont, buiten die regio werkt, vooral in Overijssel, Utrecht, Food Valley en Stedendriehoek. Ontwikkeling op de arbeidsmarkt en in het onderwijs deels tegengesteld: Waar de banen in de Zorg en de Industrie het laatste jaar toenemen, neemt het aantal deelnemers in het MBO dat een opleiding in de richting Zorg volgt toe en in Techniek juist af. In een krimpende economie en arbeidsmarkt wordt het steeds belangrijker om te zoeken naar de onderdelen waar succes te halen valt. Het richten op een hele sector is veel minder effectief. Juist specialistisch beleid en maatwerk per bedrijf of subsector kunnen kansen bieden. Uniform beleid is veel minder van belang. Trends op de arbeidsmarkt Ruime arbeidsmarkt maakt het moeilijker om weer aan het werk te komen Kansen door vervangingsvraag en door onvoldoende aanbod in bepaalde beroepen Gemiddeld gevraagde opleidingsniveau neemt toe Strikte beroepseisen in de zorg maken instroom uit andere sectoren moeilijker Verdringingseffect: deel vacatures wordt ingenomen door mensen met te hoge opleiding Aanbevelingen De uitgangspositie van de Noord-Veluwe is nog goed (lage werkloosheid, relatief weinig uitkeringen), maar dat wordt nu slechter. Dat betekent zoeken naar maatregelen om ouderen op de arbeidsmarkt te houden (eenmaal uit het arbeidsproces is het heel moeilijk om terug te keren) en maatregelen voor jongeren om ze op de arbeidsmarkt te krijgen (bv. door verlengde stages). In de Arbeidsmarkt herken je 3 niveaus, lokaal ( Participatiewet ), regionaal ( MBO ) en boven-regionaal ( Hbo+ ). Noord-Veluwe heeft een duidelijke MBO-arbeidsmarkt. Dat vraagt om goede samenwerking tussen de betrokken partijen, ook over de grenzen van de regio heen (mede kijkend naar grotere uitgaande pendel). Daarmee kun je zoeken naar samenwerkingsverbanden om werkzoekenden breder kansen te bieden, in andere sectoren maar ook in andere regio s of bv. flex-werk. De Zorg biedt de meeste banen. Meer dan de helft daarvan zit in organisaties waar de financiering onder druk staat (AWBZ, WMO). Zoek daarom naar wegen om mensen te 10

laten bewegen tussen verschillende soorten banen, van delen met krimp naar delen met groei. Werkgelegenheid is nu per sector bekeken. Daarbinnen zitten grote verschillen (zie Zorg). Het verdient aanbeveling ook andere sectoren dieper uit te splitsen om beter passend beleid te kunnen formuleren. Bij investeringen in werkgelegenheid moet zeker gelet worden op opleidingsniveau en skills van de beroepsbevolking. Gezien het grote aandeel MBO ers lijkt het zinvol om daar op in te zetten. 11

Hoofdstuk 1 Een schets van de economische ontwikkelingen De economische vooruitzichten blijven onverminderd somber. Volgens de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van medio februari is de economie in het vierde kwartaal van 2012 met 0,9% gekrompen ten opzichte van het voorgaande kwartaal, nadat er in de eerste twee kwartalen van 2012 nog sprake was van lichte groei. Economische groei, in % t.o..v. voorgaande periode 1 0,5 0-0,5-1 -1,5-2 -2,5 2009 2010 2011 2012 Daarmee belandt Nederland voor de derde keer in drie jaar in een recessie. Was er vorig jaar nog sprake van een dubbele dip, nu bereikt ons land dus een triple dip. Oorzaken van de Nederlandse malaise liggen enerzijds in het feit dat Nederland minder profiteerde van export. Anderzijds zien we ook binnen onze grenzen dat bedrijven minder investeerden en dat consumenten minder uitgaven. Met uitzondering van de overheid en de zorg was de productie in alle bedrijfstakken lager dan een jaar eerder. In de bouw is de daling met 8% het grootst. De werkloosheid is in maart 2013 ook weer verder gestegen tot 8,1% van de beroepsbevolking. Bijna de helft van de mensen die in het eerste kwartaal hun baan verloor was tussen de 25 en 45 jaar, een derde ouder dan 45 jaar. De jeugdwerkloosheid is opgelopen tot 16,2%. Ook springt de bouw er uit met de grootste daling van het aantal banen (het aantal WW-uitkeringen in de bouw steeg landelijk in een jaar tijd met ruim 64%). De stijging van het aantal WW-uitkeringen ten opzichte van maart 2012 is in de provincie Gelderland met bijna 33%, na Overijssel met 36%, de op een na hoogste van Nederland. De gemiddelde toename was 28%. De laatste prognoses van het CPB uit december 2012 geven aan dat de Nederlandse economie ook in 2013 nog krimpt met ½%. Pas in de tweede helft van 2013 wordt enig herstel verwacht. UWV heeft op basis van die prognose haar arbeidsmarktprognose voor 2013 bijgesteld. UWV verwacht in 2013 in vrijwel alle sectoren afnemende of gelijkblijvende werkgelegenheid. UWV ziet de sterkste teruggang van het aantal banen in de industrie, de bouw en het openbaar bestuur. In het onderwijs, informatie en communicatie-, vervoer- en opslagsector blijft het aantal banen op peil. Alleen de sector zorg en welzijn laat met een plus van 15.000 banen (+1%) enige groei van betekenis zien. Deze groei is beduidend lager dan in de periode 1995-2012 toen de werkgelegenheid in zorg en welzijn jaarlijks meer dan dubbel zoveel toenam. Het beleid gericht op terugdringen van de zorgkosten leidt tot lagere werkgelegenheidsgroei. Daarbij zijn de vooruitzichten in de welzijnssector ongunstiger dan in de zorg. 12

Hoofdstuk 2 Schets economie en arbeidsmarkt in Noord-Veluwe Dit hoofdstuk bevat een aantal kengetallen over de regio Noord-Veluwe. Het betreft hier cijfers over de demografische ontwikkeling, de beroepsbevolking, de participatiegraad, de werkgelegenheid, de in- en uitgaande pendel, werkloosheid, uitkeringen, vacatures en onderwijs. Om de ontwikkeling van de regio in kaart te brengen, zijn daar waar mogelijk ook prognoses voor de ontwikkeling tot 2015 meegenomen. Voor een aantal onderwerpen waren deze gegevens niet voorhanden. Om cijfers beter te kunnen plaatsen, is zoveel mogelijk een vergelijking gemaakt met de provincie Gelderland in zijn geheel. 2.1 Demografische ontwikkeling De totale bevolking van de regio Noord-Veluwe 1 bedraagt in 2012 197.600 personen. Van 2012 op 2015 zal de bevolking volgens een prognose van het Bureau Economisch Onderzoek met 1,3% stijgen tot 200.100 personen. In de provincie Gelderland in zijn geheel is er sprake van een iets lagere bevolkingsgroei, namelijk met 0,9%. Ontwikkeling bevolking: aandeel leeftijdsgroepen en mutaties in % van de totale bevolking. 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 Noord-Veluwe 2011 Noord-Veluwe 2012 Noord-Veluwe 2015 0 0-14 15-25 25-44 45-64 65-74 75-84 85+ 85+ 75-84 65-74 45-64 25-44 Gelderland Noord-Veluwe 15-24 0-14 -1,0% -0,5% 0,0% 0,5% 1,0% 1,5% Bron: CBS (2011) en prognose Provincie Gelderland /Primos Prognose ABF Research (2012-2015). De bevolking vergrijst en ontgroent. Dat is een trend die in de hele Westerse wereld plaats vindt. Noord-Veluwe heeft hier ook mee te maken. In de hele regio groeit vooral het aantal 65+ ers. De leeftijdsgroep tussen 25 en 44 daalt het sterkst. 1 De cijfers voor Noord-Veluwe hebben betrekking op de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten. 13

2.2 Beroepsbevolking en participatiegraad In 2012 bedraagt de beroepsbevolking in Noord-Veluwe 85.700 personen. De verwachting is dat dit aantal in 2015 iets stijgt naar 87.000 personen (+1,5%). De beroepsbevolking in de provincie Gelderland zal iets minder stijgen, namelijk met 1,1%, die in Nederland iets meer, met 1,7%. Ontwikkeling beroepsbevolking 88.000 86.000 84.000 82.000 80.000 78.000 76.000 74.000 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland Belangrijk aandachtspunt voor de arbeidsmarkt is dat de beroepsbevolking snel vergrijst. Uit de onderstaande grafiek blijkt dat het aantal mensen in de beroepsbevolking tussen 25 en 44 jaar daalt tot 2015 (met 2,6%), terwijl het aantal mensen van 45 tot 65 jaar snel stijgt (met 8,6%). In de provincie zijn de ontwikkelingen vergelijkbaar. Dat betekent dat er in de komende jaren steeds meer mensen met pensioen zullen gaan, waar niet dezelfde aantallen jongeren tegenover staan die de vrijkomende banen kunnen invullen. Er gaat echter ook veel kennis en ervaring verloren met de vergrijzing. In kennisintensieve sectoren is dit net zo n groot probleem als de kwantiteit. Beroepsbevolking naar leeftijd 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 Noord-Veluwe 2011 Noord-Veluwe 2012 Noord-Veluwe 2015 5.000 0 15-24 25-44 45-64 Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland Zoals gezegd stijgt de beroepsbevolking de komende jaren nog iets, maar de potentiële beroepsbevolking (iedereen tussen 15 en 64 jaar) daalt juist iets (-0,3%). De participatiegraad neemt daardoor nog een weinig toe. Voor vrouwen die nog een achterstand hebben ten opzichte van mannen, neemt de deelname iets meer toe dan voor mannen (resp. +2,5 en 1,6 14

procentpunt). Daarmee wordt een deel van de krapte opgevangen die veroorzaakt wordt door de vergrijzing. Bruto participatiegraad 15-64 jaar naar geslacht 90 80 70 60 50 40 30 20 10 totaal man vrouw 0 2011 2012 2015 Noord-Veluwe Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking in Noord-Veluwe is in vergelijking met de provincie Gelderland en Nederland als geheel lager. Het aandeel lager en midden is groter, het aandeel hoog is juist kleiner. Beroepsbevolking naar opleidingsniveau 2 100% 80% 18% 26% 24% 31% 25% 34% 60% 40% 48% 46% 45% 43% 45% 42% hoog midden 20% 34% 28% 31% 25% 30% 23% laag 0% Nrd-Veluwe 1997 Nrd-Veluwe 2010 Gelderland 1997 Gelderland 2010 Nederland 1997 Nederland 2010 Bron: CBS (driejaargemiddelde 1997-98, 2008-2010 resp. 2009-2011) 2.3 Werkgelegenheid Het aantal banen in Noord-Veluwe is in de periode 2007-2012 met 4,2% toegenomen tot 89.500. Het aantal banen van 12 uur per week is in die periode in Noord-Veluwe met 3,3% gestegen (van 71.200 naar 73.500). De groei vond vooral van 2007 naar 2008 plaats. 2 Lager onderwijs: basisonderwijs, lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, eerste 3 leerjaren havo/vwo, laagste niveau van het beroepsonderwijs mbo kwalificatieniveau 1). Middelbaar onderwijs: bovenbouw havo/vwo en opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4. Hoger onderwijs: hbo- en wo opleidingen en beroepsopleidingen die daarmee vergelijkbaar zijn 15

In de provincie Gelderland als geheel stijgt het aantal banen van 12 uur per week met 2,4%. De groei van de werkgelegenheid in de regio Noord-Veluwe is dus groter. Het aantal vestigingen steeg in de beschouwde periode met 23%, met de grootste stijging in de Zorg (63%) en Zakelijke dienstverlening (45%). Deze grote stijging hangt mede samen met de verplichting dat ook medisch specialisten en advocaten zich moeten inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Het aantal vestigingen daalde in de Landbouw (-16%) en de Financiële Instellingen (-8%). Ontwikkeling van het aantal banen van 12 uur per week, 2000=100 120 Ontwikkeling banen (2000=100) 115 110 105 100 95 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Noord Veluwe Gelderland Nederland Bron: PWE 2012, Provincie Gelderland, LISA Het aantal banen van minder dan 12 uur per week is in genoemde periode gestegen met 8,6% naar 16.000. In de hele provincie is die stijging 4,7%. Het aantal kleine banen stijgt sterker dan in de provincie en ook sterker dan de grote banen. Werkgelegenheidsstructuur (aandeel in de totale werkgelegenheid, banen 12 upw) Landbouw Industrie Bouwnijverheid Groothandel Detailhandel Transport Horeca Financiële dienstverlening Zakelijke diensten Overheid Onderwijs Zorg Overige dienstverlening 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20% Noord Veluwe 2007 2010 2012 Gelderland 2012 Bron:PWE 2012, Provincie Gelderland De Zorg is met een aandeel van 15% de grootste sector in de regio Noord-Veluwe en het aantal banen van 12 uur of meer per week in die sector is in de periode 2007-2012 met bijna 14% toegenomen. 16

Andere grote sectoren zijn Industrie met een aandeel van 13% en Bouw en Zakelijke Dienstverlening met ieder 11%. Landbouw is met een krimp van 15% de sector die het meest is afgenomen sinds 2007. Topsectoren In het Gelderse coalitieakkoord (2011) is een aantal speerpuntsectoren benoemd. Het gaat daarbij om een viertal topsectoren: Energie en Milieutechnologie (EMT) Maakindustrie Food Health (life sciences) en een drietal aandachtssectoren: Vrijetijdsindustrie Creatieve Industrie Logistiek en Transport Naast de bovengenoemde Health-sector wordt ook nog gekeken naar de veel ruimere sector Health en Medische zorg, waarin ook worden meegenomen gezondheidszorg, medisch technologische bedrijven en gezondheidszorg ondersteunende bedrijven. Werkgelegenheid in de topsectoren in Noord-Veluwe (banen >= 12 uur per week) Sector Banen 2007 Banen 2012 Aandeel 2012 Groei # Groei % Aandeel provinciaal EMT 2.027 2.265 3,1% 238 2.027 5,6% Maak 9.640 9.163 12,5% -477 9.640 12,7% Food 4.740 5.180 7,0% 440 4.740 5,1% Health 318 351 0,5% 33 318 1,9% Health/ Medische zorg 7.613 8.832 12,0% 1.219 7.613 13,7% Toerisme en Recreatie 3.683 4.099 5,6% 416 3.683 4,2% Creatief 3.289 3.124 4,2% -165 3.289 6,3% Transport en Logistiek 6.587 6.173 8,4% -414 6.587 10,6% Totaal banen 71.171 73.532 2.361 71.171 Bron: PWE 2012 De sector Maakindustrie is in de regio Noord-Veluwe met ruim 9.000 grote banen en een aandeel van 12,5% in de werkgelegenheid het grootst. Deze sector laat over de periode vanaf 2007 een achteruitgang groei zien van -5%. In de op één na grootste sector, de Health en Medische zorg, is het aantal banen met 18% toegenomen. 17

groei 2007-2012 groei 2007-2012 Aandeel speerpuntsectoren in de werkgelegenheid in de regio Noord-Veluwe 3% 12% EMT Maak Food 7% 0% 12% Health HenM TenR Creatief 8% 4% 6% TenL Overig Grootte en ontwikkeling speerpuntsectoren in de regio Noord-Veluwe 40% 30% 20% 10% 0% -10% -20% 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 aantal banen >= 12 upw (2012) Grootte en ontwikkeling speerpuntsectoren in de provincie Gelderland 40% 30% 20% 10% 0% -10% -20% 0 20.000 40.000 60.000 80.000 100.000 120.000 aantal banen >= 12 upw (2012) bron: PWE Grote sectoren in de regio, die nog groeien zijn Health & Medische zorg en Food, grote sectoren die krimpen zijn de Maakindustrie en Transport & Logistiek, kleine sectoren die groeien zijn Energie en Milieutechnologie, Health (life sciences) en de Vrijetijdsindustrie. Grootste verschil t.o..v. de provincie zit in de Creatieve industrie, die op provinciaal niveau groeit en in de regio krimpt. 18

2.4 Prognose 2013 De landelijke cijfers uit de geactualiseerde arbeidsmarktprognose voor 2013 van het UWV uit januari 2013 zijn vertaald naar de werkgelegenheidscijfers per sector in de regio Noord- Veluwe. Op deze manier wordt een indicatie verkregen van de ontwikkeling in de banen en in het aantal vacatures in 2013. Prognose voor het aantal banen en het aantal vacatures per sector in 2013 Bron: PWE, UWV, bewerking CAB Het aantal banen zal over de hele linie in de regio Noord-Veluwe afnemen. Uitzondering vormen de Zorg, waar nog groei optreedt (maar minder dan in de afgelopen jaren) en in Transport en in ICT, waar het aantal banen stabiel blijft. Er zijn wel vacatures, dus er is wel vervangingsvraag, m.n. in Zorg, Detailhandel en Zakelijke Dienstverlening. 19

2.5 Pendel Eenmaal in de vier jaar wordt het PWE-werkgelegenheidsonderzoek uitgebreid met een vraag over de herkomst van de medewerkers bij het bedrijf. Dit levert inzicht in de pendelstromen naar Gelderse bedrijven. Het laatste pendelonderzoek dateert van 2010. De regio Noord-Veluwe heeft een eigen onderzoek laten uitvoeren op deze pendelgegevens, hetgeen heet geresulteerd in een factsheet pendel 2010 voor elke gemeente. Een samenvatting van het betreffende rapport, Pendel regio Noord-Veluwe 2010 uit maart 2012 is opgenomen in deze paragraaf. In de regio Noord-Veluwe zien we omvangrijke pendelstromen: de inkomende pendel is 20.000 personen, de uitgaande pendel is 28.200 personen. Dat betekent een pendelsaldo van 8.000 personen. Er gaan dus ca. 8.000 inwoners van de regio Noord-Veluwe meer buiten de regio werken dan andersom. De inkomende pendel is vooral afkomstig uit Overijssel (m.n. Zwolle, 5.400 personen), Flevoland (3.800), Stedendriehoek(3.300) en Food Valley (2.400). Woonregio inkomende pendel Noord-Veluwe Noord Veluwe Overijssel 6% 5% Flevoland Stedendriehoek FoodValley Utrecht 76% Noord-Holland Arnhem-Nijmegen Overig bron: PWE 2011 De uitgaande pendel is vooral naar Overijssel (7.400) Utrecht (5.400), Food Valley (5.100), de Stedendriehoek (4.900) en Flevoland (3.800). Regio waar mensen werken die in de regio Noord-Veluwe wonen 6% 5% Noord-Veluwe Overijssel Utrecht 6% Food Valley Stedendriehoek 8% Flevoland Arnhem/ De Liemers 69% Zuid-Holland Achterhoek Rivierenland bron: PWE 2011 20

De pendelstromen van en naar de regio zijn groter dan die binnen de regio. Het totaal aan pendelbewegingen tussen de regiogemeenten komt neer op 38.000 personen. Daarbij zijn de pendelstromen van en naar Harderwijk en Ermelo het grootst. Daarna volgen Nunspeet en Elburg. Als we kijken naar de pendelrelaties met de gemeenten die de regio Noord-Veluwe direct omringen, dan springt de pendelrelatie met Zwolle er uit. De uitgaande pendel naar Zwolle is ruim twee keer zo groot als de inkomende pendel vanuit dat gebied. De Noord-Veluwe heeft daardoor een fors negatieve pendelbalans met Zwolle. Daarmee is in feite al een belangrijk van het totale saldo met Overijssel verklaard. Maar ook voor Apeldoorn, Barneveld en Nijkerk geldt dat er meer pendelaars vanuit de regio naar toe gaan dan er binnen komen. Alleen met Kampen, Dronten en Zeewolde wordt een bescheiden plus geboekt. Pendelrelaties met de Noord-Veluwe omringende gemeenten Bron: pendelrapport Noord-Veluwe In de regio Noord-Veluwe zien we dat Harderwijk en Ermelo de grootste pendelstromen kennen, daarna volgen Nunspeet en Elburg. Voor Ermelo, Harderwijk en Nunspeet geldt dat er meer mensen vanuit de omliggende gemeenten binnenkomen om te werken dan er vanuit die gemeenten de regio intrekken. De gemeenten: Elburg, Oldebroek en Putten laten een tegengesteld beeld zien. De relatief kleine gemeenten Hattem en Heerde vertonen qua pendel weinig interactie met de regio Noord-Veluwe. Binnenregionale pendel Bron: pendelrapport Noord-Veluwe 21

De top tien van gemeenten met het hoogste positieve pendelsaldo (top tien plus) en een top tien met het hoogste negatieve saldo (top tien min) laat het volgende beeld zien. Met name vanuit de gemeenten Dronten, Kampen en Zeewolde komen er meer mensen werken in de regio dan andersom. Verder zien we vooral dat veel meer inwoners van de regio naar Zwolle gaan om te werken dan andersom. Aan de zuidkant van de regio is er sprake van een per saldo uitstroom richting Amersfoort, Nijkerk, Utrecht, Barneveld en Zeist. Aan de oostkant van de regio geldt dat voor Apeldoorn. Voor wat betreft Flevoland zien we (anders dan bij Dronten en Zeewolde en Urk) dat in Lelystad en Almere meer inwoners van de regio Noord-Veluwe een baan hebben dan andersom. Pendelrelaties met top tien plus respectievelijk top tien min qua saldo. Bron: pendelrapport Noord-Veluwe Voor de factsheets per gemeente verwijzen we naar het betreffende rapport. 22

2.6 Spanningsindicator Arbeidsmarkt UWV Sinds kort werkt UWV met de term "Spanningsindicator Arbeidsmarkt". Die geeft de verhouding weer tussen het aantal openstaande vacatures en het aantal korter dan een half jaar bij UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden. UWV heeft in samenwerking met Panteia daartoe een methodiek ontwikkeld voor de bepaling van het totaal aantal ontstane vacatures per sector, beroepsgroep en regio. De eerste resultaten zijn nu bekend. Per beroepsklasse levert dat voor de arbeidsmarktregio Stedendriehoek 3 (d.i.; de arbeidsmarktregio waaronder de Noord-Veluwe valt, op ene lager niveau zijn geen gegevens bekend) onderstaand beeld van de beroepsklassen waarvoor een indicator berekend kon worden. Een krappe arbeidsmarkt wil zeggen dat de personeelsvraag van werkgevers groter is dan het aantal werkzoekenden, dus er zijn dan relatief weinig kandidaten per vacatures, bij een ruime arbeidsmarkt zijn er juist veel kandidaten per vacature. Spanningsindicator Arbeidsmarkt per beroepsklasse Stedendriehoek totaal elementaire beroepen lagere beroepen lagere agrarische beroepen lagere technische beroepen lagere transportberoepen lagere (para)medische beroepen lagere administratieve, commerciële lagere beveiligingsberoepen lagere verzorgende beroepen middelbare beroepen middelbare docenten transport-, middelbare agrarische beroepen middelbare technische beroepen middelbare transportberoepen ed middelbare (para)medische beroepen middelbare administratieve, middelbare juridische, bestuurlijke, middelbare taalkundige, culturele middelbare beroepen op het terrein middelbare verzorgende beroepen ed hogere beroepen wetenschappelijke beroepen 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 Bron: UWV, 4 e kwartaal 2012 Bij een indicator <0,5 wordt de arbeidsmarkt als zeer ruim getypeerd. Tussen 0,5 en 1,0 is dat ruim, van 1,0 tot 1,5 gemiddeld (geel), 1,5 tot 2,0 is krap (oranje) en vanaf 2,0 zeer krap (rood). Ook in een beroepsklasse waarvoor de arbeidsmarkt ruim is kunnen beroepsgroepen zitten waarvoor die wel krap is of omgekeerd. 3 Dit zijn de gemeenten: Apeldoorn, Bronckhorst, Brummen, Deventer, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Lochem, Nunspeet, Olst-Wijhe, Putten, Voorst, Zeewolde en Zutphen 23

Volgens bovenstaand criterium is voor de volgende beroepsgroepen t/m middelbaar niveau de arbeidsmarkt (zeer) krap: Spanningsindicator Arbeidsmarkt Stedendriehoek Openstaande Vacatures Kort Werkzoekend Typering Arbeidsmarkt lagere elektrotechnische beroepen 85 37 zeer krap middelbare algemene (para)medische beroepen 111 52 zeer krap middelbare administratieve beroepen 87 45 krap (automatisering e.d.) Totaal 2.850 7.400 zeer ruim Bron: UWV, 4 e kwartaal 2012 De beroepen waarvoor de arbeidsmarkt in Stedendriehoek als (zeer) krap wordt gekenschetst op basis van deze spanningsindicator zijn gelijk aan die in de provincie. De belangrijkste conclusie is dat het wel gaat om grote krapte, maar in kleine aantallen (weinig beroepsgroepen, relatief weinig vacatures). Voor de volledigheid wordt in de onderstaande tabel ook aangegeven welke beroepsgroepen op provinciaal niveau als (zeer) krap worden gekenschetst. Spanningsindicator voor de hele provincie Gelderland Openstaande Vacatures Kort Werkzoekend Typering Arbeidsmarkt lagere elektrotechnische beroepen 304 96 zeer krap middelbare elektrotechnische beroepen (automatisering ed) middelbare administratieve beroepen (automatisering ed) ed 22 <10 zeer krap 263 155 krap middelbare commercieel-verzorgende beroepen ed 69 39 krap hogere elektrotechnische beroepen (automatisering ed) 64 15 zeer krap wetenschappelijke economische, administratieve beroepen ed wetenschappelijke algemeen-economische, commerciële beroepen ed wetenschappelijke (technisch-) bedrijfskundige, wiskundig-economische beroepen wetenschappelijke administratieve beroepen (automatisering ed) wetenschappelijke administratieve beroepen (excl automatisering ed) 215 44 zeer krap 64 23 zeer krap 33 <10 zeer krap 76 <10 zeer krap 42 11 zeer krap Totaal 9.462 19.133 Zeer ruim Bron: UWV, 4 e kwartaal 2012 24

2.7 Vacatures bij het UWV Deze paragraaf bevat gegevens over vacatures die aan het einde van iedere maand bij het UWVwerkbedrijf openstaan. Een vergelijking met de cijfers uit de vorige paragraaf laat zien, dat over het algemeen ca. een derde van het totale aantal openstaande vacatures daar bekend is. Het marktbereik van het UWVwerkbedrijf verschilt per sector en per beroepsgroep. Zo zijn vacatures binnen de sector zakelijke dienstverlening oververtegenwoordigd. Vacatures voor hoger opgeleiden zijn bij het UWVwerkbedrijf ondervertegenwoordigd. De vacatures die bij het UWVwerkbedrijf geregistreerd staan geven zodoende een indicatief beeld van alle vacatures in de regio. Het startmoment van de grafiek ligt in april 2011, omdat vanaf die datum het Het UWV ook de vacatures die rechtstreeks op werk.nl worden gepubliceerd, meetelt in de cijfers. Er waren op dat moment in Noord-Veluwe 1.093 vacatures op een totaal van 73.000 banen van 12 uur of meer. In de provincie Gelderland waren er toen 8.811 vacatures op 806.800 banen. Het aantal vacatures in Noord-Veluwe daalt sinds april 2011 sneller dan in de hele provincie. Het gaat in februari 2013 om 362 vacatures in Noord-Veluwe. Openstaande vacatures bij UWV als % beroepsbevolking 1,6% 1,4% 1,2% 1,0% 0,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0% apr 2011 jun 2011 aug 2011 okt 2011 dec 2011 feb 2012 apr 2012 jun 2012 aug 2012 Noord-Veluwe Gelderland Nederland okt 2012 dec 2012 feb 2013 Bron: UWV 25

2.8 Niet werkende werkzoekenden Het aantal bij het UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (nww ers) in Noord- Veluwe bedroeg in januari 2013 5.500 personen, dit is 6,4% van de beroepsbevolking. In de hele provincie is dat percentage hoger, nl. 7,0%. In onderstaande figuur zien we dat sinds januari 2010 de trend voor Noord-Veluwe wat meer oploopt dan in de provincie. In de tweede helft van 2012 loopt het aantal nww ers sterk op (min of meer als spiegelbeeld van het aantal vacatures in paragraaf 2.6). Niet werkende werkzoekenden, indexcijfer, jan. 2007=100 160 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 Noord-Veluwe Gelderland Nederland 160 150 140 130 120 110 100 90 80 jul-12 aug-12 sep-12 okt-12 nov-12 dec-12 jan-13 feb-13 Noord-Veluwe Gld NL Bron: UWV De trend in de bovenste grafiek loopt parallel aan die voor de WW (zie 2.7), een piek begin 2010 en daarna een lichte daling, met weer een stijging in 2012. De gegevens over nww ers, als indicator voor werkloosheid worden steeds onvollediger. De definitie van nww ers is gelijk gebleven (mensen ingeschreven bij UWV die geen werk hebben of werk voor minder dan 12 uur) maar het blijkt dat niet iedereen die aan deze definitie voldoet zich inschrijft bij het UWV. Jongeren schrijven zich lang niet altijd in omdat zij minder snel recht op een uitkering hebben en ook worden inschrijvingen van WWB- klanten die langer dan 1 jaar werkloos zijn niet altijd verlengd. Er zijn zodoende mensen die wel werkzoekend zijn maar nog niet staan ingeschreven bij Het UWV. Genoemde zaken kunnen per gemeente verschillen en er kunnen er schommelingen optreden in de NWW-cijfers. Voor een beeld van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt geeft de ontwikkeling van de WW- 26

uitkeringen op dit moment een beter beeld. Informatie van nww ers geeft wel inzicht in de structuur. Het aantal WW ers in Noord-Veluwe groeit ook sterk in 2012, de trend lijkt sterk op die van de nww ers. De sterke toename van de werkloosheid in de afgelopen periode hangt voor een deel samen met het fenomeen dat bedrijven in eerste instantie werknemers in dienst hielden vanwege de verwachtte schaarste en de inspanningen die het kost om goed personeel aan te trekken. Nu de crisis aan lijkt te houden worden de kosten van het aanhouden van boventallig personeel te hoog en volgt toch ontslag. Aantal mensen met een WW-uitkering aan het eind van het kwartaal (2007=100) 180 170 160 150 140 130 120 110 100 90 2011 IV 2012 I 2012 III 2012 III 2012 IV Noord-Veluwe Gelderland Nederland Bron: CBS Om te laten zien dat er regionale verschillen zijn in het aantal nww ers, is op gemeenteniveau het aantal nww ers als percentage van de beroepsbevolking weergegeven: Aantal NWW ers als % beroepsbevolking (januari 2013) bron: UWV In Noord-Veluwe is met gemiddeld 5 à 6% van de beroepsbevolking het percentage NWW ers aan de lage kant in de provincie. 27

Kenmerken niet werkende werkzoekenden Kenmerken NWW ers (januari 2011 en januari 2013), Noord-Veluwe 5.500 5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2011 I 2013 I > 2 jaar 1-2 jaar 6-12 mnd < 6 mnd 5.500 5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2011 I 2013 I 55-65 45-55 35-45 25-35 15-25 5.500 5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2011 I 2013 I HBO+ MBO Havo/VWO VMBO BO Bron: UWV Kijkend naar de duur van de werkloosheid zien we in de hele regio dat alle groepen wat groter worden, waarbij de groep <6 maanden het meest groeit. Dit past in het beeld van de sterke toename in de laatste maanden van 2012. Bij de verdeling naar leeftijd zien we dat alle groepen proportioneel toenemen, waarbij de jongste groepen (<25 en 25-34) relatief iets meer toenemen. Bij het opleidingsniveau valt op dat vooral de groep MBO ers de afgelopen 2 jaar in omvang is toegenomen. 28

2.9 Uitkeringen Het aantal uitkeringen als percentage van de bevolking geeft als beeld dat Noord-Veluwe in vergelijking met de hele provincie op alle uitkeringen, behalve de Wajong, relatief lager scoort. In deze categorieën zit een groot deel van de arbeidsreserve. De WW ers en WWB ers zijn daarbij het makkelijkst te bereiken, de WAO ers en Wajong ers vergen extra inspanning. 6% Uitkeringen als % van bevolking 15-64 jaar 5% 4% 3% 2% 1% WW 2012 IV WWB 2012 IV WAO + WIA 2012 IV Wajong 2012 IV WSW 2011 0% Noord-Veluwe Gelderland Nederland Bron: CBS De ontwikkeling in WW- en WWB-uitkeringen laat voor de Noord-Veluwe een sterkere stijging zien dan die in de provincie Gelderland. In de regio Noord-Veluwe waren er aan het eind van 2012 3.250 personen met een WW-uitkering (2,6% van de potentiële beroepsbevolking). Voor de WWB zijn dit 1.780 personen (1,4% van de potentiële beroepsbevolking). De stijging in het aantal WW ers sinds medio 2011 is opmerkelijk. Het aantal WWB ers is de laatste kwartalen geleidelijk doorgestegen, sterker dan in de provincie. Ontwikkeling WWB en WW uitkeringen (indexcijfer 1 e kwartaal 2007 = 100) 180 150 160 140 130 140 120 120 110 100 100 90 80 80 70 60 60 2007 I 2008 I 2009 I 2010 I 2011 I 2012 I 2007 I 2008 I 2009 I 2010 I 2011 I 2012 I Noord-Veluwe WW Gelderland WW Nederland WW Noord-Veluwe WWB Gelderland WWB Nederland WWB Bron: CBS Voor de Wajong en WAO+WIA-uitkeringen zien we dezelfde trend als in de provincie, een voortdurend stijgend resp. dalend niveau. De Wajong stijgt echter beduidend langzamer dan in de hele provincie Gelderland. Aan het eind van 2012 waren er in de regio Noord-Veluwe 3.100 personen met een Wajong-uitkering (2,4% van de potentiële beroepsbevolking). Het aantal WAO ers + WIA ers bedroeg in de hele regio 5.670 (4,5% van de potentiële beroepsbevolking). 29

Ontwikkeling WAO+WIA en Wajong uitkeringen (indexcijfer 1 e kwartaal 2007 = 100) 150 140 130 120 110 100 90 80 2007 I 2008 I 2009 I 2010 I 2011 I 2012 I Noord-Veluwe Wajong Gelderland Wajong Nederland Wajong 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 2007 I 2008 I 2009 I 2010 I 2011 I 2012 I Noord-Veluwe WAO + WIA Gelderland WAO + WIA Nederland WAO + WIA Bron: CBS 2.10 Afstand tot de arbeidsmarkt We maken voor de verschillende doelgroepen van de Participatiewet (WWB, WSW en Wajong) een inschatting van de afstand tot de arbeidsmarkt en de mate waarin deze afstand te overbruggen is op basis van onderzoek van de RUG. Het gaat om de afstand tot reguliere, reële en algemeen geaccepteerde arbeid. Op basis van landelijke cijfers, vertaald naar regionaal niveau, geven we een indicatie van de afstand tot de arbeidsmarkt voor de verschillende doelgroepen in Noord-Veluwe. Wanneer er een afstand tot de arbeidsmarkt is, wordt onderscheid gemaakt tussen een overbrugbare en niet overbrugbare afstand. Bij een niet overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt zijn mensen aangewezen op beschut werk of een uitkering. Een overbrugbare afstand wordt veroorzaakt door een gebrek aan vaardigheden, sociaalpsychologische problemen of onvoldoende productiviteit. Het is dan zaak om deze problemen weg te nemen of in het geval van een lage productiviteit, te compenseren door middel van loondispensatie. Afstand tot de arbeidsmarkt? Studie nee ja totaal overbrugbaar niet overbrugbaar WWB 1.800 550 550 700 WSW 1.200 500-850 350-750 Wajong oud 2.750 1.650-2.300 400-1.100 Wajong nieuw 330 70 130 40 90 Totaal 6.080 620 2.730-3.830 1.590-2.590 In totaal zijn er circa 6.100 personen in de WWB, WSW of Wajong. Van deze groep hebben circa 620 personen (10%) geen afstand tot de arbeidsmarkt. Bij het wegnemen van belemmeringen en voldoende werkgelegenheid kunnen zij aan het werk bij een reguliere werkgever. In de verdeling van personen met een overbrugbare en niet overbrugbare afstand maken we onderscheid in een minimale en maximale variant. In de minimale variant (minimaal voor wat betreft het aantal mensen met een niet overbrugbare afstand tot de 30

arbeidsmarkt) zijn er ca. 3.800 personen met een overbrugbare en ca. 1.600 personen met een niet overbrugbare afstand naar de arbeidsmarkt. In de maximale variant zijn er ca. 2.700 personen met een overbrugbare en ca. 2.600 personen met een niet overbrugbare afstand naar de arbeidsmarkt. In beide varianten zien we dat een aanzienlijk deel van de doelgroep, gemiddeld ruim de helft, de mogelijkheden heeft om bij een reguliere werkgever te werken. Tussen doelgroepen bestaan hierin wel verschillen. In de Wajong zien we in vergelijking met de andere doelgroepen het grootste aandeel met een overbrugbare afstand naar de arbeidsmarkt. In de WWB is het aandeel met een overbrugbare afstand het kleinst. Daarentegen is de groep zonder afstand naar de arbeidsmarkt in de WWB het grootst in vergelijking met de WSW en Wajong. Er zijn dus veel baanopeningen nodig om de doelgroep te activeren en uit te laten stromen naar regulier werk. N.B. in het Sociaal Akkoord zijn weer andere afspraken gemaakt over de aanpak van de doelgroepen aan de onderkant van d arbeidsmarkt. Het is op moment van schrijven nog veel onduidelijkheid over hoe hard deze afspraken zijn en welke consequenties ze zullen hebben. 31

2.11 Onderwijs In onderstaande paragraaf worden cijfers over deelnemers aan het VMBO en het MBO in de regio Noord-Veluwe genoemd. MBO-opleidingen zijn zeer relevant voor de regionale arbeidsmarkt, omdat ongeveer 60% van de mensen die de arbeidsmarkt betreedt een opleiding op MBO-niveau heeft afgerond. Deelnemers VMBO Voor het VMBO zijn gegevens beschikbaar per vestigingsplaats van de VMBO-instelling voor de verschillende leerwegen (VMBO BL, de basisberoepsgerichte leerweg, VMBO GL, de gemengde leerweg, VMBO KL, de kaderberoepsgerichte leerweg en VMBO TL, de theoretische leerweg) en dat uitgesplitst naar de leerjaren 3 en 4. Aantal deelnemers in het VMBO naar instellingsgemeente 2008/2009 2011/2012 2011-2012 215 152 323 516 leerjaar 3 2010-2011 173 187 332 463 VMBO BL 2009-2010 193 179 372 431 VMBO GL VMBO KL VMBO TL 2008-2009 207 196 341 375 0 500 1.000 1.500 2011-2012 191 167 318 446 leerjaar 4 2010-2011 227 142 327 489 VMBO BL 2009-2010 186 168 314 408 VMBO GL VMBO KL VMBO TL 2008-2009 194 80 318 624 0 500 1.000 1.500 Bron: DUO, bewerking Bince/CAB In het VMBO is het aantal leerlingen in leerjaar 3 met bijna 8% gestegen en in leerjaar 4 met bijna 8% gedaald. Per leerweg is dat meer gedifferentieerd. Het aantal leerlingen in de theoretische leerweg laat de grootste mutaties zien (+38% in leerjaar 3 en -29% in leerjaar 4). De basisberoeps- en de kaderberoepsgerichte leerweg zijn behoorlijk stabiel. In de gemengde leerweg is het aantal scholieren in leerjaar 3 met ruim 20% gedaald en leerjaar 4, m.n. van scholjaar 2008/09 naar schooljaar 2009/10, sterk toegenomen. 32

Noord-Veluwe Deelnemers MBO In totaal volgen in het schooljaar 2011/ 12 ca. 6.800 mensen in de regio Noord-Veluwe een MBO-opleiding, een kleine toename t.o.v. 4 jaar geleden. Dat is minder dan de bijna 2% in de hele provincie. In het laatste jaar is het aantal deelnemers met ruim 1% gedaald. Het beeld per sector is verschillend, met de grootste groei (2%) in de sector Zorg en een plus van bijna 0,5% in de sector economie. In de Techniek is de afname 1% en de relatief kleine sector Groen daalt met 16%. Aantal deelnemers in het MBO naar woongemeente 2007/2008 2011/2012 2011-2012 424 1864 1971 2399 2010-2011 488 1897 1996 2439 2009-2010 474 1982 2053 2301 2008-2009 485 1879 2040 2287 2007-2008 505 1856 1989 2357 0 2.000 4.000 6.000 8.000 Agrarisch Economie Techniek Zorg En Welzijn Combinatie Bron: DUO, bewerking Bince/CAB De sectoren Techniek en Zorg zijn in de Noord-Veluwe relatief groter dan op provinciaal niveau (29 resp. 35% tegen 26 resp. 33%%), Dit sluit aan bij de werkgelegenheid naar sector, want Industrie en Zorg zijn relatief groot in de regio. Relatief aantal deelnemers MBO naar woongemeente 2011/2012 Gelderland 8% 30% 26% 33% Noord-Veluwe 6% 27% 29% 35% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Agrarisch Economie Techniek Zorg En Welzijn Combinatie Bron: DUO, bewerking Bince/CAB 33

Qua niveau heeft techniek ca. 40% van de leerlingen in niveau 1 en 2, in de andere sectoren zit meer dan driekwart op niveau 3 of 4. Verhouding naar sector en niveau, schooljaar 2011/12 zorg 12% 30% 57% techniek 33% 23% 37% economie 23% 37% 39% landbouw 21% 34% 41% 0% 20% 40% 60% 80% 100% niveau 1 2 3 4 Bron: CBS Het is overigens van groot belang om onderwijs en (MKB)bedrijven zo direct mogelijk te koppelen. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door stages en leerwerkplaatsen. Maar ook door docentstages of vakdocenten die les geven op het MBO. In de provincie Gelderland als geheel zijn er relatief iets meer MBO ers in de richtingen Economie en minder in Zorg en in Techniek in vergelijking met Noord-Veluwe. Voortijdige schoolverlaters als percentage van het aantal deelnemers 11% 10% 9% 8% 7% 6% 5% 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 Noordwest Veluwe Gelderland Nederland Bron: VSV-verkenner, Ministerie van OCW In het schooljaar 2006/07 was het percentage vroegtijdig schoolverlaters vanuit het MBO in de regio Noord-Veluwe 8,5%. In de provincie Gelderland en Nederland lagen deze percentages in dat schooljaar hoger op respectievelijk 9,1% en 9,0%. In het schooljaar 2010/11 is het percentage vroegtijdig schoolverlaters in de regio bijna 2 procentpunten lager met 6,8%. Het percentage vroegtijdig schoolverlaters is in de provincie Gelderland in het schooljaar 2010/11 met 1,2 procentpunt gedaald naar 7,8%. Het percentage vroegtijdig schoolverlaters in Nederland laat een daling zien met 1,6 procentpunt naar 7,4% in 2010/11. 34

Hoofdstuk 3 Discrepantieanalyse Vorig jaar is door CAB in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen een onderzoek uitgevoerd naar de aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in Gelderland voor de jaren 2011-2015. Waar voor hogere en wetenschappelijke banen vaak een landelijke arbeidsmarkt geldt, is dat voor elementaire, lagere en middelbare beroepen juist een vrij lokale arbeidsmarkt direct rondom de woonplaats. Daarom is voor deze beroepsgroepen een discrepantieanalyse uitgevoerd op het niveau van de regio s zoals die ook in de regiorapporten wordt gehanteerd. 3.1 Noord-Veluwe t/m middelbaar niveau De resultaten voor Noord-Veluwe voor de beroepen t/m middelbaar niveau in 2012 staan kort weergegeven in onderstaande tabel. Vraag 2012 Aanbod 2012 Index 2012 Index 2015 1 Totaal elementaire beroepen 760 2.740 -- -- 24 Agrarisch 150 140 0 0 26 Technisch 600 690 0 0 28 Transport 220 550 - -- 29 (Para)medisch 60 50 0 + 31 Administratief, commercieel e.d. 910 1.260 - - 33 Beveiliging 80 40 ++ + 37 Verzorgend 400 740 - - 2/3 Totaal lagere beroepen 2.420 3.470 - - 44 Agrarisch 170 100 ++ ++ 46 Technisch 960 730 + + 48 Transport e.d. 40 20 ++ 0 49 (Para)medisch 430 340 + ++ 51 Administratief, commercieel e.d. 1.260 1.350 0 0 53 Juridisch, bestuurlijk, beveiliging 110 90 + 0 55 Taalkundig, cultureel 40 60 - - 56 Gedrag en maatschappij 160 350 - - 57 Verzorgende e.d. 410 1.130 -- -- 4/5 Totaal middelbare beroepen 3.610 4.210 0 0 1/5 Totaal elem., lagere, middelbare beroepen 6.790 10.420 - - Uitleg: --: zeer ruime arbeidsmarkt; krapte-index tussen 0 en 0,4 - : ruime arbeidsmarkt; krapte-index tussen 0,4 en 0,8 0: neutrale arbeidsmarkt; krapte-index tussen 0,8 en 1,2 +: krappe arbeidsmarkt; krapte-index tussen 1,2 en 1,6 ++: zeer krappe arbeidsmarkt krapte-index hoger dan 1,6 Op een krappe arbeidsmarkt is de vraag naar arbeid dus hoger dan het aanbod. 35

3.2 Gelderland In totaal is de arbeidsmarkt in Noord-Veluwe voor elementaire, lagere en middelbare beroepen ruim te noemen, met enkele uitschieters. In aantallen gemeten is de arbeidsmarkt in Noord-Veluwe vooral krap in een aantal beroepsgroepen op middelbaar niveau, nl. technische en paramedische beroepen. Voor verzorgende beroepen op middelbaar niveau in Noord-Veluwe is de markt ruim te noemen. Verder is er in een paar klein groepen nog sprake van krapte. Voor 2015 wordt voor de transportberoepen en voor de middelbare juridische en verzorgende beroepen een ruimere arbeidsmarkt verwacht en voor de (para)medische beroepen een krappere arbeidsmarkt. Voor heel Gelderland zijn de cijfers voor 2012 uit de discrepantieanalyse als volgt: Vraag Aanbod Index 2012 Index 2015 1 Totaal elementaire beroepen 8.810 25.740 -- -- 24 Agrarisch 1.730 1.340 + + 26 Technisch 5.960 6.970 0 0 28 Transport 2.820 6.520 -- -- 29 (Para)medisch 670.370 ++ ++ 31 Administratief, commercieel e.d. 10.110 11.340 0 0 33 Beveiliging 850.480 ++ ++ 37 Verzorgend 4.420 6.540 - - 2/3 Totaal lagere beroepen 26.560 33.560 - - 44 Agrarisch 2.020.780 ++ ++ 46 Technisch 9.770 7.160 + + 48 Transport e.d. 440.230 ++ ++ 49 (Para)medisch 4.970 2.580 ++ ++ 51 Administratief, commercieel e.d. 15.070 13.030 0 0 53 Juridisch, bestuurlijk, beveiliging 1.140 810 + + 55 Taalkundig, cultureel 460 620 - - 56 Gedrag en maatschappij 1.910 2.580 0 0 57 Verzorgende e.d. 4.630 8.290 - - 4/5 Totaal middelbare beroepen 40.410 36.550 + + 62 Pedagogisch 4.170 2.710 + + 66 Technisch 1.800 1.310 + + 69 (Para)medisch 2.710 1.170 ++ ++ 71 Administratief, commercieel, 9.280 6.100 ++ ++ 75 economisch Taalkundig, cultureel e.d. 1.290 1.260 0 0 76 Gedrag en maatschappij e.d. 2.660 2.610 0 0 78 Managers e.d. 480 500 0 0 6/7 Totaal hogere beroepen 22.390 15.660 + + 82 Pedagogisch 1.630 830 ++ ++ 86 Technisch 750 420 ++ ++ 89 (Para)medisch e.d. 1.420 680 ++ ++ 91 Economisch, administratief e.d. 2.570 960 ++ ++ 93 Juridisch, bestuurlijk 1.320 520 ++ ++ 96 Gedrag en maatschappij e.d. 1.090 630 ++ ++ 98 Managers 1.110 750 ++ ++ 8/9 Totaal wetenschappelijke beroepen 9.890 4.790 ++ ++ Totaal 108.060 116.300 0 0 36

De confrontatie van vraag en aanbod, de discrepantieanalyse, laat zien dat de arbeidsmarkt nog vrij ruim is voor elementaire en lagere beroepen. Het gaat hierbij in 2012 om ca. 35.000 beschikbare banen en bijna 60.000 baanzoekers. Dus in grote lijnen een ruime arbeidsmarkt. Een uitzondering vormen lagere medische en lagere beveiligingsberoepen (leerlingverpleegkundigen, militairen). Voor de middelbare beroepen zijn vraag en aanbod qua aantallen goed op elkaar afgestemd. In 2012 is het aanbod zo n 40.000 middelbare banen en de vraag ca. 37.000. In 2015 moeten ruim 45.000 middelbare banen worden vervuld maar zijn er nog steeds 37.000 middelbare baanzoekers. De arbeidsmarkt voor middelbare beroepen wordt dus steeds iets krapper. Er blijkt vooral krapte te bestaan voor middelbare agrarische en beveiligingsberoepen. De arbeidsmarkt is nog ruim voor middelbare beroepen voor taalkunde, gedrag en maatschappij en verzorging. Echt krap wordt de arbeidsmarkt voor hogere en vooral voor wetenschappelijke beroepen. De vraag naar hogere beroepen zal in 2012 uitkomen op 22.000 banen, het aanbod op bijna 16.000 baanzoekers. Voor 2015 is dat resp. een vraag bijna 25.000 en een aanbod van ruim 15.000. De vraag naar arbeid stijgt nog wel tussen 2012 en 2015, maar dat het aanbod daalt. Met andere woorden, de arbeidsmarkt voor hogere beroepen in Gelderland wordt krapper. Ditzelfde geldt in nog sterkere mate voor de wetenschappelijke beroepen. In 2012 komt de vraag naar wetenschappelijke banen uit op 10.000 en is het aanbod van dat niveau nog geen 5.000 baanzoekers. In 2015 is dit verschil nog verder opgelopen met een arbeidsvraag van 11.600 banen en een aanbod van ongeveer 4.500 baanzoekers. In de hogere beroepen zit de krapte vooral in medisch personeel en in mindere mate in docenten en administratief personeel. De krapte voor lagere schooldocenten zal in de komende jaren zelfs behoorlijk afnemen door de verwachte daling in het aantal basisschoolleerlingen. De markt voor personeel met een hogere opleiding op het vlak van taalkunde en gedrag en maatschappij relatief ruim, net als voor hogere (hbo) managers. Voor vrijwel alle wetenschappelijke beroepen is de arbeidsmarkt in Gelderland zeer krap te noemen. Echter, wetenschappelijke baanzoekers van buiten de provincie komen ook in Gelderland zoeken naar werk, net als voor beschikbare wetenschappelijke banen ook buiten de provincie wordt geworven. Dus voor wetenschappelijke banen geldt eigenlijk een nationale arbeidsmarkt. 37

3.3 Kwalitatieve vertaling In aanvulling op de discrepantieanalyse heeft het CAB in 2012 nog een kwalitatieve vertaling gemaakt, waarin de beroepen uit de discrepantieanalyse vertaald zijn naar MBO-opleidingen en naar clusters. Daarmee wordt een antwoord gegeven op de vraag; wat betekent de geconstateerde krapte in een bepaalde beroepsgroep in de discrepantieanalyse voor MBOopleidingen en clusters in de provincie Gelderland? Het resultaat van die kwalitatieve analyse gaf op provincieniveau een indicatie voor welke opleidingen en op welke niveaus een grote vraag ontstaat in de genoemde clusters en welk aanbod daar tegenover staat. Er is daarbij vooral naar het MBO-niveau gekeken, omdat mensen met een MBO-opleiding vaak in de buurt van hun woonplaats naar school gaan en ook in die buurt naar werk zoeken, terwijl studenten aan het HBO en de universiteit vaker bereid zijn verder te reizen en te verhuizen voor studie en werk. Hun mobiliteit is dus veel groter en dit maakt het voor deze groepen lastiger om vraag en aanbod op provinciaal niveau met elkaar te vergelijken. N.B. de in deze paragraaf vermelde werkgelegenheidscijfers zijn afkomstig van het PWE onderzoek 2011 en wijken dus af van de uitkomsten zoals weergegeven in hoofdstuk 2 die gebaseerd zijn op de uitkomsten van het PWE onderzoek 2012. De volgende clusters komen achtereenvolgend aan de orde: Energie en Milieutechnologie (EMT) Maakindustrie Logistiek en Transport Food (=Pieken in de Delta Food+WUR) Health (zorg en life sciences) Zorg (het zorggedeelte van de medische sector, eigenlijk geen cluster) 38

Cluster EMT De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster: Het cluster EMT beslaat 5,4% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee niet een hele grote speler wat betreft het aantal banen; De werkgelegenheid in het cluster EMT valt onder de technische beroepsgroep van de discrepantieanalyse. De opleidingen die gediplomeerden leveren voor het cluster EMT, zijn opleidingen die vallen onder de bedrijfstakken: o metaal, electro- & installatietechniek o proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica. Er is nu en in de toekomst sprake van grote krapte in de technische beroepsgroepen (middelbaar en hoger). Vertaald naar MBO geldt dit voor niveau 3 en 4 (deze sluiten aan bij de middelbare beroepen); De vraag naar arbeid in de middelbare technische beroepsgroep is relatief groot; De rol van schoolverlaters in het totale arbeidsaanbod op technisch, middelbaar niveau is relatief klein; De relatief grote vraag tegenover het relatief kleine aandeel schoolverlaters in het aanbod biedt kansen voor aanbieders van opleidingen op middelbaar technisch niveau; De opleidingen die aansluiten bij het cluster EMT leverden in 2011 4.686 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak metaal, electro- & installatietechniek. MBO-gediplomeerden ten behoeve van cluster EMT, 2011 Niveau Totaal 1 + 2 1.571 3 + 4 3.115 Totaal 4.686 Bron: DUO, bewerking CAB Het merendeel van de gediplomeerden, dat geschikt is voor het cluster EMT komt uit de bedrijfstak metaal, electro- & installatietechniek. Het gaat hier om ruim 89%. 39

Cluster Maakindustrie De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster: De maakindustrie beslaat 12% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee een grote speler wat betreft het aantal banen. De werkgelegenheid in de maakindustrie valt vooral binnen de technische beroepsgroep van de discrepantieanalyse. Alle opleidingen uit de bedrijfstakken: o carrosserie & autoschadeherstel, o hout & interieur, o metaal, electro- & installatietechniek, o proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica en o motorvoertuigen-, tweewielertechniek & autohandel vallen onder de maakindustrie plus een aantal opleidingen uit de bedrijfstakken grafische beroepen en voedsel & leefomgeving. Er is nu en in de toekomst sprake van grote krapte in de technische beroepsgroepen (middelbaar en hoger). Vertaald naar MBO geldt dit voor niveau 3 en 4 (deze sluiten aan bij de middelbare beroepen. De vraag naar arbeid in de middelbare technische beroepsgroep is relatief groot. De rol van schoolverlaters in het totale arbeidsaanbod op technisch, middelbaar niveau is relatief klein. Ook hier geldt dat de relatief grote vraag tegenover het relatief kleine aandeel schoolverlaters in het aanbod kansen biedt voor aanbieders van opleidingen op middelbaar technisch niveau. De opleidingen die aansluiten bij de maakindustrie leverden in 2011 9.988 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak metaal, electro- & installatietechniek. Dit geldt vooral voor niveau 3+4. MBO-gediplomeerden ten behoeve van cluster maakindustrie, 2011 Niveau Totaal 1 + 2 4.135 3 + 4 5.853 Totaal 9.988 Bron: DUO, bewerking CAB In totaal komen veruit de meeste gediplomeerden (42%) die geschikt zijn voor de maakindustrie uit de bedrijfstak metaal, electro- & installatietechniek Verdeling gediplomeerden voor maakindustrie, 2011 3% 11% 2% 0% 5% Niveau 1+2 35% 44% Carrosserie en autoschadeherstel Grafische beroepen Hout en interieur Metaal, elektro- en installatietechniek Motorvoertuigen- en tweewielertechniek en autohandel Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica Voedsel en leefomgeving Combinatie bedrijf 40

Cluster Logistiek & Transport De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster: Het cluster L&T beslaat 11% van de totale werkgelegenheid in de provincie en is daarmee relatief groot; De werkgelegenheid in het cluster L&T valt zowel onder de beroepsgroep transport e.d. als onder de beroepsgroep administratief, commercieel e.d. van de discrepantieanalyse; De MBO-opleidingen die gediplomeerden leveren die geschikt zijn voor het cluster L&T zijn te vinden in de bedrijfstakken o detailhandel, groothandel & internationale handel, mode & textiel, o horeca, toerisme & voeding, o transport & logistiek en o combinatiebedrijf Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt in de middelbare transportberoepen en in de hogere en wetenschappelijke administratieve, commerciële en economische beroepen; De vraag naar arbeid in de middelbare transportberoepen is erg klein en in de beroepsgroep administratief, commercieel e.d. juist erg groot; De rol van schoolverlaters in het totale arbeidsaanbod in de middelbare transportberoepen is redelijk groot en in de beroepsgroep administratief, commercieel, e.d. juist relatief klein; Er liggen kansen voor opleidingen in de richting administratief, commercieel e.d. De opleidingen die aansluiten bij het cluster L&T leverden in 2011 3.170 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak detailhandel, groothandel & internationale handel, mode & textiel, dit geldt vooral voor niveau 3+4 van het MBO. MBO-gediplomeerden ten behoeve van cluster L&T, 2011 Niveau Totaal 1 + 2 1.132 3 + 4 2.082 Totaal 3.170 Bron: DUO, bewerking CAB Verdeling gediplomeerden voor cluster L&T, 2011 2% 23% Niveau 1+2 11% 1% Niveau 3+4 0% 32% 56% 76% Detailhandel, groothandel en internationale handel, mode en textiel Transport en logistiek Horeca, toerisme en voeding Combinatie bedrijf 41

Cluster Food De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster: Het Food-cluster beslaat 4% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee relatief klein; De werkgelegenheid in het Food-cluster valt zowel onder de technische beroepsgroep als onder de beroepsgroep administratief, commercieel e.d. van de discrepantieanalyse; Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt in de middelbare, hogere en wetenschappelijke technische beroepen en in de hogere en wetenschappelijke administratieve, commerciële en economische beroepen; De gediplomeerden die geschikt zijn voor het Food-cluster zijn afkomstig uit de bedrijfstakken o metaal, electro- & installatietechniek o motorvoertuigen-, tweewielertechniek & autohandel en o proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica De vraag naar arbeid in zowel de middelbare technische beroepsgroep als de beroepsgroep administratief, commercieel e.d is relatief groot; De rol van schoolverlaters in beide beroepsgroepen is relatief klein; Ook hier liggen kansen voor opleidingen op middelbaar niveau in de richtingen techniek en administratief, commercieel; De opleidingen die aansluiten bij het cluster L&T leverden in 2011 6.978 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak metaal, electro- & installatietechniek. MBO-gediplomeerden ten behoeve van Food-cluster, 2011 Niveau Totaal 1 + 2 2.395 3 + 4 4.583 Totaal 6.978 Bron: DUO, bewerking CAB Verdeling gediplomeerden voor Food-cluster, 2011 42

Cluster Health Een samenvatting van de bevindingen voor dit cluster: Het Health-cluster beslaat 1,9% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee relatief klein; De werkgelegenheid in het Health-cluster valt zowel onder de technische als de (para)medische beroepsgroep van de discrepantieanalyse; De opleidingen die gediplomeerden leveren die geschikt zijn voor het Health-cluster, bevinden zich in de bedrijfstakken o gezondheidszorg, dienstverlening, welzijn & sport (alleen apothekersassistente), o metaal, electro- & installatietechniek en o proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica. Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt in de middelbare, hogere en wetenschappelijke technische beroepen en op alle niveaus in de (para)medische beroepen; De vraag naar arbeid in de middelbare technische beroepsgroep is relatief groot, in de (para)medische beroepsgroep is sprake van een gemiddelde vraag; De rol van schoolverlaters in de middelbare technische beroepsgroep is relatief klein en in de (para)medische beroepsgroep juist relatief groot; De relatief grote vraag tegenover het relatief kleine aandeel schoolverlaters in het aanbod biedt ook binnen dit cluster kansen voor aanbieders van opleidingen op middelbaar technisch niveau; De opleidingen die aansluiten bij het Health-cluster leverden in 2011 3.167 gediplomeerden af. Het overgrote merendeel komt uit de bedrijfstak metaal, electro- & installatietechniek MBO-gediplomeerden ten behoeve van Health-cluster, 2011 Niveau Totaal 1 + 2 1.044 3 + 4 2.123 Totaal 3.167 Bron: DUO, bewerking CAB Verdeling gediplomeerden voor Health-cluster, 2011 1% Niveau 1+2 99% Gezondheidszorg, dienstverlening, welzijn en sport Metaal, elektro- en installatietechniek Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica 43

Sector Zorg Een samenvatting van de bevindingen voor dit cluster: De zorgsector beslaat 17% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee een grote sector; De werkgelegenheid in de zorgsector valt grotendeels onder de (para)medische beroepsgroep van de discrepantieanalyse, een deel valt onder de beroepsgroep verzorgende e.d. ; De MBO-opleidingen die gediplomeerden leveren die geschikt zijn voor de zorg bevinden zich allemaal in de bedrijfstak gezondheidszorg, dienstverlening, welzijn en sport. Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt in de lagere, middelbare, hogere en wetenschappelijke (para)medische beroepen en van een ruime arbeidsmarkt in de verzorgende beroepen; De vraag naar arbeid in zowel de (para)medische als de verzorgende beroepsgroep is gemiddeld te noemen; De rol van schoolverlaters in zowel de middelbare (para)medische als verzorgende beroepsgroep is groot; De gemiddelde vraag tegenover het relatief grote aandeel schoolverlaters in het totale aanbod maakt de krapte in de (para)medische beroepsgroepen vrij serieus. Opleidingen zouden hun rol in het aanbod verder kunnen vergroten, bijvoorbeeld door de omscholing van werklozen; De opleidingen die aansluiten bij de zorgsector leverden in 2011 4.194 gediplomeerden af. MBO-gediplomeerden ten behoeve van zorgsector, 2011 Niveau Totaal 1 + 2 2.117 3 + 4 2.077 Totaal 4.194 Bron: Duo, bewerking CAB 44

Bijlage 1 Begrippenlijst Beroepsbevolking: de mensen die minstens 12 uur per week werken (de werkzame beroepsbevolking) plus de mensen die actief op zoek zijn naar een baan van minstens 12 uur per week (de werkloze beroepsbevolking). Bruto participatiegraad: het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking. MBO niveau 1: eenjarige Assistentenopleiding MBO niveau 2, tweejarige basisberoepsopleiding (startkwalificatie) MBO niveau 3, driejarige vakopleiding MBO niveau 4, vierjarige middenkader- of specialistenopleiding Netto participatie graad: het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking. Niet werkende werkzoekenden (NWW): alle werkzoekenden die ingeschreven staan bij het Het UWV én die niet werken of minder dan twaalf uur per week werken. Participatiewet (PW): In de Participatiewet (beoogde invoerdatum 1-1-2014) voegt het kabinet Rutte 2 de Wet werk en Bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong samen. Pendel: Eenmaal in de vier jaar wordt het PWE-werkgelegenheidsonderzoek uitgebreid met een vraag over het herkomst (de woonplaats) van de medewerkers bij het bedrijf. Potentiële beroepsbevolking: de bevolking in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar. Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO): Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, in 2006 vervangen door de WIA. VMBO BL (Basisberoepsgerichte leerweg) De basisberoepsgerichte leerweg bereidt leerlingen uitsluitend voor op de basisberoepsopleidingen in het mbo (niveau 2). Deze leerweg kunnen leerlingen kiezen als ze heel praktisch ingesteld zijn. Leerlingen kunnen in deze leerweg een leer-werktraject volgen (leren en werken). Een groot deel van het onderwijs volgen ze buiten school in een leerbedrijf. 45

VMBO KL (Kaderberoepsgerichte leerweg) De kaderberoepsgerichte leerweg is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen in de praktijk. Deze leerweg bereidt de leerling voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). VMBO GL (Gemengde leerweg) Leerlingen kunnen de gemengde leerweg kiezen als ze weinig moeite hebben met studeren en zich willen voorbereiden op bepaalde beroepsopleidingen. Deze leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). VMBO TL (Theoretische leerweg) Leerlingen kunnen de theoretische leerweg kiezen als ze weinig moeite hebben met studeren en nog geen specifieke beroepsopleidingen wil kiezen. De theoretische leerweg bereidt de leerling voor op de vakopleidingen en de middenkaderopleidingen (niveau 3 en 4) in het mbo. Soms kan een leerling ook doorstromen naar de havo. Havo-scholen kunnen hiervoor zelf regels opstellen. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong): wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd. Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn op de dag dat zij 17 jaar worden, of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen. Werkloosheidswet (WW): de wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt. Wet werk en bijstand (WWB): wettelijke sociale voorziening die op 1 januari 2004 in werking is getreden ter vervanging van de Algemene bijstandswet (ABW), de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (ID-banen). Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA): de WAO is in 2006 vervangen door de WIA. De WAO had als doel om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan een jaar). Verandering is dat bij de WIA werken naar vermogen centraal staat en ook beloond wordt. 46

Bijlage 2 POA- en COROP-gebieden 47