Convenant gemeente Utrecht en Centrummanagement Utrecht De Rode Loper uit, 2016-2020. Verbeteren van de inrichting, beheer en vindbaarheid van Utrecht centrum. Ondergetekende, te weten: De gemeente Utrecht, Hierbij vertegenwoordigd door wethouder J. Kreijkamp; Stichting Centrummanagement Utrecht (CMU), Hierbij vertegenwoordigd door de voorzitter CMU, J. Blommendaal Overwegende dat 1. Er de aankomende jaren het centrum van Utrecht een ingrijpende schaalsprong doormaakt als economisch kerngebied. Zowel in de binnenstad en het stationsgebied als ook door de uitklap naar aangrenzende centrumdelen, 2. het centrum groeit en hierdoor een belangrijke banenmotor is voor Utrecht met nu al meer dan 50.000 banen, 3. een aantrekkelijk centrum een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven om te kiezen voor Utrecht, 4. het centrum een veelheid aan belangrijke culturele voorzieningen huisvest die bijdragen aan het vestigingsklimaat voor bedrijven en bewoners, 5. het aandeel toeristische en zakelijke bezoeker aan het centrum de aankomende jaren aanzienlijk zal toenemen, 6. door deze economische ontwikkeling een gezonde verhouding blijft bestaan tussen wonen, werken en recreëren in het centrum. De combinatie van een gezonde en aantrekkelijke woonomgeving en een economisch sterk en goed functionerend centrum is hierbij een belangrijk uitgangspunt, 7. om de werkgelegenheid structureel te vergroten en om meer bezoekers naar het centrum te verleiden er een groot aantal verbeteringen met name in de binnenstad moeten worden uitgevoerd, 8. consumenten steeds meer alternatieven hebben om uit te kiezen. Niet alleen is de mobiliteit enorm toegenomen, maar ook internet, bezorging aan huis, nieuwe toeristische formules e.d. maken dat de stad zich fors moet inspannen om bezoekers aan zich te blijven binden. 9. er de aankomende jaren een ingrijpende transitie plaatsvindt van de traditionele dominante winkelfunctie van het centrum naar een nieuwe mix van meervoudige centrumfuncties: retailcrossings, toeristische verblijfskwaliteiten, cultureel ondernemen, horeca op de Utrechtse schaal, werkplekken en belevingsaspecten voor uiteenlopende doelgroepen e.d.
10. voor het centrum het aantrekken van bezoekers hoofdzaak is en dat de verwachting is dat het aantal bezoekers aan het centrum zal stijgen van ongeveer 25 miljoen bezoekers in 2015 tot bijna 40 miljoen bezoekers in 2025. Doelstellingen. 1. Het centraal stellen van de vele miljoenen bezoekers aan het centrum en rekening houdend met een gezond woon-, leef en ondernemersklimaat voor bewoners en ondernemers in een aantrekkelijke, gastvrije, persoonlijke en schone omgeving die bijzonder goed bereikbaar is, is de uitdaging die gemeente Utrecht en Centrummanagement Utrecht (CMU) met elkaar aan gaan. 2. Gemeente Utrecht en CMU werken in de periode 2016-2020 gezamenlijk en concreet aan de verdere verbetering op het gebied van inrichting en beheer van de openbare ruimte en vindbaarheid van het centrum om daarmee de aantrekkelijkheid, gastvrijheid en toegankelijkheid significant te versterken. Het convenant bevat intenties gericht op verbetering van de samenwerking en gericht op het ruimtelijk en economisch functioneren van het centrum van Utrecht. De samenwerking tussen CMU en gemeente Utrecht heeft in de afgelopen jaren al tot belangrijke resultaten geleid. Belangrijke verbeteringen in de kwaliteit van de openbare ruimte zijn en worden gerealiseerd, gestart is met het programma Vindbaarheid, Citymarketing komt in samenwerking met andere partijen van de grond en de Winkeltijdenverordening is in 2013 en later in 2015 gemoderniseerd. Partijen willen in de periode 2015 2020 de samenwerking verdiepen aan de hand van de in dit convenant uitgewerkte en gedeelde agenda. Verantwoordlijkheden De gemeente Utrecht streeft vanuit haar verantwoordelijkheid er naar CMU nauw te betrekken bij de uitwerking van voornemens die betrekking hebben op versterking van het ruimtelijk-economisch functioneren en vindbaarheid. Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar en de daarvan afgeleiden actieplannen, en het verkeersconceptplan Slimme Routes Slim Regelen Slim Bestemmen en de strategische agenda voor de ruimtelijk economische ontwikkeling van BRO/Placemaker zijn de grondslag voor de concrete uitwerking van projecten. Het zwaartepunt van de inspanningen van het CMU ligt in het vergroten van de samenwerking van ondernemers onderling, het bevorderen van collectief ondernemerschap en acties, het behartigen van collectieve ondernemersbelangen en het besteden van de middelen uit het Ondernemersfonds. Op de samenstellende delen van het Centrummanagement wordt een beroep gedaan om hun eigen kring te organiseren. Inspanningen A. Maatregelen openbare ruimte en inrichting centrumkwartieren: 1. Uitbreiding van het winkelwandelgebied. Naar aanleiding van onderzoek en stadsgesprek de mogelijkheden voor het uitbreiden van het winkelwandelgebied verkennen; Oudegrachtoostzijde tussen Potterstraat en Stadhuisbrug, Vismarkt, Donkere en Lichte Gaard, Wed en het vervolg van Oudegracht-oostzijde tot de Hamburgerstraat kunnen mogelijk in aanmerking komen om toe te voegen (fasegewijs) aan het winkelwandelgebied. 2. Integrale herinrichting of onderhoud van Oudegracht-westzijde tussen Viestraat en Stadhuisbrug, Choorstraat, Lijnmarkt, Neude e.o, Potterstraat/Viestraat, Voorstraat.
3. Versterking doorbloeding tussen en binnen de Kwartieren. Hiertoe is het nodig om looproutes en zichtlijnen te versterken en aantrekkelijker in te richten: verbinding Voorstraat met Neude, Janskerkhof aan weerszijden van Lange Jansstraat en verbinding met Korte Jansstraat, Domplein - Korte Nieuwstraat, Lange Nieuwstraat Agnietenstraat terrein dat VORM gaat ontwikkelen, Twijnstraat Tolsteegbarrière Ledig Erf station Vaartsche Rijn. B. Maatregelen beheer en gebruik openbare ruimte centrum: 4. Het gebruik van ontheffingsvergunningen en bezorging binnen en buiten de venstertijden vraagt voor alle winkelstraten om een kritische evaluatie. Dit geldt ook voor de gewenste inperking van overlast van bevoorrading op belangrijke plekken aan de rand van het winkelwandelgebied waar geen venstertijden gelden. Zo leidt het laden en lossen op de Ganzenmarkt/Stadhuisplein, Neude/ Schoutenstraat, Twijnstraat, Mariaplaats en Domplein tot veel hinder voor bezoekers en ondernemers. Uitbreiding van het venstertijden gebied naar deze en ander aan te wijzen plekken kan een oplossingsrichting zijn. Een andere mogelijkheid is om bevoorrading slimmer aan te pakken. Binnen het programma Goederenvervoer (binnenstad) zullen mogelijkheden hiertoe verder verkend worden, waarbij de green deal Zero Emission Stadsdistributie als uitgangspunt wordt genomen. Gemeente, logistieke organisaties, omwonenden en CMU zoeken naar mogelijkheden om de negatieve effecten van laden en lossen op de beleving en aantrekkelijkheid van boven genoemde plekken aan te pakken. Doelen moeten zijn dat in het belang van de beleving van het historische centrum er bij hoge uitzondering in de winkelstraten buiten de venstertijden goederenvervoer plaats vindt en dat de druk op de genoemde dynamische plekken aantoonbaar wordt verminderd. Dit geldt ook voor facilitaire diensten zoals afvalinzameling, taxi s en veegdiensten. 5. Optimalisatie van handhaving. Een gastvrij gebruik van het centrum is een evenwicht tussen mogelijk maken, vrijheid en (zelf-)beperking. Wat voor de één vanzelfsprekende vrijheid is, wordt door de ander ervaren als inbreuk hierop. Het intensieve gebruik van het centrum vraagt om huisregels. Van de bezoeker mag worden verwacht dat deze geen rotzooi op straat gooit, van de ondernemer mag worden verwacht dat deze huisvuil op de voorgeschreven wijze aanbiedt, van de fietser mag worden verwacht dat deze de fiets niet gevaarlijk achter laat. Vervoerders moeten zich houden aan aslast- druk. Horecaondernemers houden zich aan de terrasvoorschriften. Winkeliers hebben er belang bij dat bezoekers alle ruimte hebben door winkelstraten te lopen en rond te kijken. Dat vraagt om beperking van uitstallingen. Om bovenstaande verwachtingen en wensen te realiseren zal de Gemeente Utrecht in samenspraak met CMU streven naar een verdere optimalisatie van de inzet van handhaving op genoemde onderwerpen, passend binnen het handhavingsbeleid van de gemeente Utrecht. In een gesprek zullen door CMU ervaren Hotspots en tijden worden aangegeven waarna de gemeente in afweging met andere prioriteiten in de stad zal bekijken hoe de handhavingsinzet nog effectiever en efficiënter georganiseerd kan worden. Te denken valt hierbij aan actiematige inzet gekoppeld aan bijv. projecten in de OR of acties. CMU zal ondernemers actief oproepen om de huisregels van het centrum na te leven en ook individuele ondernemers hierop aan te spreken indien dit gewenst is. 6. Beheer, onderhoud en gebruik. CMU en gemeente organiseren jaarlijks een integrale schouw in ieder van de Kwartieren. Doel is om samen met de ondernemers en bewoners knelpunten in het gebruik van de openbare ruimte te signaleren, met elkaar oplossingen te zoeken en concrete afspraken te maken. Uitgangspunt van deze benadering is het stimuleren van een
gedeelde verantwoordelijkheid voor het gebied. Voorbeelden van onderwerpen zijn: het aanleveren en ophalen van afval, het schoonhouden van de openbare ruimte, het gebruik van parkeervoorzieningen (fiets, auto, bevoorrading), groenonderhoud, openbare verlichting, uitstallingen, terrassen, sociale veiligheid. 7. Afstemming van werkzaamheden en communicatie hierover. Twee keer per jaar vindt afstemmingsoverleg plaats tussen Stadsbedrijven, nutsbedrijven en CMU over voorgenomen werkzaamheden. De coördinatie ligt bij Stadsbedrijven. Doel is regievoering, beperking van hinder voor bezoekers en ondernemers, bereiken van graafrust en eenduidige communicatie. Nutsbedrijven en andere dienstverleners houden zich aan de afspraken die Stadsbedrijven hierover met hen maakt. 8. Fietsgebruik: Met de groei van de stad en het stimuleren van het fietsgebruik in de stad en in het centrum ontstaat een grote opgave om deze groei op een verantwoorde wijze te faciliteren. Het fietsparkeren leidt op de hotspots tot situaties die gevaarlijk zijn en bij andere gebruikers van deze gebieden veel ergernis oproepen. Hotspots zijn er o.a. rond TivoliVredenburg, Mariaplaats, Twijnstraat/ Tolsteegbarrière/Ledig Erf. Het vergroten van de (inpandige) stallingscapaciteit heeft prioriteit. Gemeente onderzoekt in overleg met CMU en direct betrokken stakeholders mogelijkheden om de capaciteit te vergroten. Gemeente en CMU, ook in samenwerking met ondernemers van de binnenstad, zetten een gezamenlijke campagne op om bezoekers en ondernemers te verwijzen naar stallingsmogelijkheden en naar de mogelijkheden voor fietsstallen. Ook is er in deze campagne aandacht voor de gewenste gedragsverandering; het moet vanzelfsprekend worden om je fiets in de stalling, in een rek of in een vak te zetten. Ondernemers stimuleren werknemers om fietsen juist te stallen (bijv. met parkeervergunningen voor medewerkers) waar stallingsruimte voor handen is zoals in de fietsenstalling Lange Koestraat, Zadelstraat en onder het oude Stadhuis. Daarnaast zal er meer geëxperimenteerd worden met fietsparkeervakken bedoeld om kortdurend te parkeren eventueel in combinatie met laden en lossen of andere functies. Bijvoorbeeld op locaties zoals de Hollandse Toren en Stadhuisplein maar ook aan de rand van het winkelwandelgebied. De gemeente onderzoekt in overleg met CMU mogelijkheden voor optimalisatie van fietsparkeren op en rond belangrijke historische bruggen over de Oudegracht. Voor het winkelwandelgebied stimuleren we fietsers om hun fiets te stallen aan de rand van het gebied, in een stalling, rek of vak. Ditzelfde stimuleren we rond de nieuwe stallingen van de stations Centrum en Vaartsche Rijn. We maken afspraken over handhavingsacties op gevaarlijk fietsparkeren, binnen de kaders van het gemeentelijk handhavingsbeleid, bijvoorbeeld wanneer voetgangers gedwongen door gevaarlijk gestalde fietsen het trottoir moeten verlaten. C. Maatregelen Vindbaarheid centrum Utrecht: 9. De inprikker M.L. Kinglaan/Weg der Verenigde Natie is de belangrijkste route voor de auto naar het centrum. Deze route zou in tijd en betrouwbaarheid aantrekkelijker moeten zijn dan de alternatieven. 10. Een economische effectrapportage maakt onderdeel uit van de besluitvorming over het structuurplan 2 e fase Stationsgebied en de structurerende verkeersmaatregelen hierin. Deze effectrapportage zetten CMU en Gemeente, ieder vanuit de eigen taken en verantwoordelijkheden, op.
11. Uitvoering van alle nog niet gerealiseerde onderdelen van het project Vindbaarheid binnen de bestaande samenwerking tussen gemeente en externe partners( CMU, TU, HC, Musea en Jaarbeurs). Ook wordt de mogelijkheid onderzocht voor modernisering van de bewegwijzering op basis van een advies van Mijksenaar Wayfinding Experts. 12. Gezocht wordt naar een uitwerking van het idee van Goudappel Coffeng om te voorzien in integraal beheer van de stedelijke bewegwijzering c.a. 13. Bezoekers die met de touringcar naar het centrum komen geven een belangrijke economische impuls. Uitstap- en opstapplaatsen in de onmiddellijke omgeving van hun bestemming zijn hiertoe belangrijk. In overleg met Toerisme Utrecht werkt de gemeente aan verbetering van de bereikbaarheid voor touringcars in het centrum. In de toekomst ontvangen we bezoekers graag op halteerplekken aan de singel, bij de poorten tot de binnenstad. De grote bussen hoeven dan niet meer de smalle straten van de binnenstad in. 14. Gemeente en CMU werken in samenwerking met hun partners een integraal communicatieplan uit dat de uitstekende bereikbaarheid van het centrum van Utrecht benadrukt. Slotbepalingen Dit convenant treedt in werking zodra alle partijen het convenant ondertekend hebben. Partijen spannen zich in om de gemaakte afspraken in dit convenant na te komen en spreken elkaar aan wanneer dit niet gebeurt Partijen beogen met dit convenant niet om juridisch afdwingbare rechten en plichten in het leven te roepen. Het convenant bevat intenties gericht op verbetering van de samenwerking en gericht op het ruimtelijk en economisch functioneren van het centrum van Utrecht. Dit convenant heeft als looptijd de periode 2016 2020 en wordt uitgevoerd binnen de reguliere middelen. Partijen kunnen in onderling overleg en met wederzijdse goedkeuring het convenant wijzigen of aanvullen. Partijen spreken uit dat in het laatste jaar van looptijd van dit convenant de inspanningen en resultaten te zullen evalueren. De uitkomsten van de evaluatie worden meegenomen in een mogelijk vervolg. CMU en gemeente Utrecht afdeling EZ bewaken de uitvoering van dit convenant.
Utrecht, 7 maart 2016 Gemeente Utrecht, Jeroen Kreijkamp Wethouder Economische Zaken Centrummanagement Utrecht Jacques Blommendaal Voorzitter CMU