Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Gynaecologie

Vergelijkbare documenten
Specialismespecifieke toelichting op de Registratieregels Klinische Geriatrie. Versie

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Reumatologie. Versie

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Plastische Chirurgie

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Kindergeneeskunde. Versie

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Oogheelkunde. v

Toelichting op de Specialismespecifieke Toelichtingen. Versie

Instructie DBC-registratie Gynaecologie v

Algemene Toelichting Registratieregels. Versie

Veelgestelde vragen over DOT

Verduidelijking registratie en declaratie bij overloop-dbc's. Versie 2.0

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Longgeneeskunde

Instructie DBC-registratie Allergologie v

Afsluitregels Tabel Toelichting. Versie

Registratieregels RZ15a

Toelichting op de uitzondering op de Registratieregels voor Medicinale oncologische behandeling. Versie

Toelichting op de Afsluitreden tabel. Versie

Algemene Toelichting Registratieregels. Versie

DOT in de medische oncologie

Toelichting op de Afsluitreden Tabel. Versie

Instructie DBC-registratie Klinische genetica v ingangsdatum instructie 1 januari 2012

Addendum bij Handboek DOT Controleregels release 2

Algemene Toelichting Registratieregels. Versie

Toelichting op REGELING CI/NR

Algemene Toelichting Registratieregels. Versie

Toelichting op het koppelalgoritme. Versie

Registratieregels. Versie

Logopedie in de DBC systematiek

Registratieregels. Versie

Algemene Toelichting Registratieregels. Versie

Toelichting op de uitzondering op de Registratieregels voor Stamceltransplantatie. Versie

Instructie DBC-registratie Reumatologie v ingangsdatum instructie 1 januari 2012

Registratiehandleiding interne geneeskunde 2013

Registratieregels. Versie

Inhoudsopgave. Nadere Regel NR/CU-220. Regeling medisch specialistische zorg

Instructie DBC-registratie Consultatieve psychiatrie v

Toelichting op de Diagnose Combinatie Tabel. Versie

Erratum Addendum. Release RZ15a. Versie

Registratieaddendum RZ17a

Specialismespecifieke toelichting op de Registratieregels Cardiologie. Versie

Registratieaddendum. Ingangsdatum 1 januari v

Registratieaddendum RZ19a

Handboek DOT Controleregels

Handboek DOT controle regels. Date: Name: Handboek DOT controle regels version 29 revision 22 Status:

Registratieaddendum RZ17b

Inhoudsopgave. Nadere Regel NR/CU-209. Regeling medisch specialistische zorg

Instructie DBC-registratie Longgeneeskunde v ingangsdatum instructie 1 januari 2012

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Maag-Darm-Leverartsen

Instructie DBC-registratie Klinische geriatrie v ingangsdatum instructie 1 januari 2012

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Heelkunde. v

Gebruikersbijeenkomst grz 12 april Even voorstellen..

Instructie Intensive Care v (ingangsdatum instructie )

Nadere Regel NR/CU-266. Regeling medisch specialistische zorg

Toelichting op de Typeringslijst per specialisme

Inhoudsopgave. Nadere Regel NR/CU-266. Regeling medisch specialistische zorg

0316 Kindergeneeskunde

Registratieaddendum RZ19b

Registratieregels. Versie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg Nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inhoudsopgave

Instructie DBC-registratie Anesthesiologie v

BELEIDSREGEL BR/CU Verrichtingenlijst ten behoeve van DBC s

Gelet op artikel 37 Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vast.

Beleidsregel declaratiebepalingen DBC-bedragen en overige bedragen medisch specialistische zorg door of vanwege de zorginstelling

Instructie DBC-registratie Anesthesiologie v (ingangsdatum instructie )

Inleiding...2 Artikel 1. Grondslag...2

RELEASE RZ17AB 0307 GYNAECOLOGIE

Inhoudsopgave. Nadere Regel NR/CU-217. Regeling medisch specialistische zorg

Toelichting op de Afleiding Behandelas v

Handleiding RZ15b. Versie

Vertaal Tabel Zorgactiviteiten Grouper Toelichting. Versie

Handboek controles. Zelfonderzoek Versie: 27 mei Handboek controles - zelfonderzoek 2014 (versie ) 1

Registratieaddendum RZ16a

REGISTRATIEWIJZER Federatie Medisch Specialisten

Afsluitregels Tabel Toelichting. Versie

ZA-vertaaltabel. Veelgestelde vragen. Versie 1.0

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling registratie en declaratie protonentherapie

Maatschap Gynaecologie

Inhoudsopgave. Nadere Regel NR/CU-222. Regeling medisch specialistische zorg

Toelichting op de Typeringslijst per specialisme. Versie

Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in het document Toelichting Tarieven DOT RS05 V

JEUGD-GGZ NAAR GEMEENTEN: AFSLUITING DBC S GGZ

Release RZ15a + RZ15b Oogheelkunde

Toelichting op de Diagnose Combinatie Tabel v Ingangsdatum tabel 1 januari 2012

Voorlichting Handleiding registratiemodules MSRZ 2015

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Revalidatiegeneeskunde. Versie

Beleidsregel declaratiebepalingen DBC-bedragen en overige bedragen medisch specialistische zorg door of vanwege de zorginstelling

Handreiking Audiologische Zorg

Handboek DOT controleregels

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toelichting op de (papieren) typeringslijsten per specialisme Ingangsdatum: 1 januari 2011

Instructie DBC-registratie Cardiologie v

Toelichting op de Diagnose Combinatie Tabel. Versie

Parallelsessie 1: Curatieve zorg registraties

Integrale uitwerking van de verschillende DBCs Fertiliteit

DOT-handleiding SEH-artsen KNMG

Instructie DBC-registratie Dermatologie v

0307 Gynaecologie Technische uitwerking F21 en toelichting blok B en D

Juridisch kader en nieuwe ontwikkelingen in regelgeving NVMDL 24 maart 2017

Instructie Audiologie v

RELEASE RZ17AB 0306 UROLOGIE

Transcriptie:

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Gynaecologie v20110701 Ingangsdatum 1 januari 2012

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Uitzonderingen op de algemene registratieregels... 4 2.1 Sluiten van subtrajecten op basis van een uitzonderingsregel... 4 2.1.1 Sluiten subtrajecten voor prenatale diagnostiek en intra-uteriene ingrepen... 5 2.1.2 Sluiten subtrajecten voor (deel) behandelingen bij IUI/IVF/ICSI en gonadotrofines... 6 2.1.3 Sluiten van subtrajecten bij obstetrie... 6 2.2 Gynaecologie en intercollegiaal consult... 7 2.3 Overig product op aanvraag van een gynaecoloog... 7 3 Registratie spoedeisende hulp... 8 4 Diagnose-informatie...10 DBC-Onderhoud Pagina 2 van 10

1 INLEIDING De specialismespecifieke toelichtingen maken deel uit van het drieluik rondom de Registratieregels. Dit drieluik bestaat uit: 1. het document Registratieregels met Registratieaddendum (dit bevat de beslisregels met bijbehorende referentietabellen) 2. een algemene toelichting met voorbeelden bij de algemene en specialisme overstijgende regels uit het document Registratieregels 3. de specialismespecifieke toelichtingen De registratieregels voor het werken met de vernieuwde DBC-systematiek (DOT) staan beschreven in het document Registratieregels. Uitgangspunt van de registratieregels is dat deze specialismebreed gehanteerd dienen te worden. In een aantal gevallen wordt er afgeweken van de algemene registratieregels. Deze uitzonderingen worden beschreven in de specialismespecifieke toelichtingen. Naarmate de productstructuur verder wordt ontwikkeld, zullen steeds minder uitzonderingen nodig zijn. In de specialismespecifieke toelichtingen worden alleen die onderwerpen beschreven waarvoor afwijkende regels gelden en registratieregels die extra uitleg behoeven. Voor de overige onderwerpen zijn de algemene regels uit het document Registratieregels van kracht. Dit document kunt u downloaden via de website van DBC Onderhoud. Waar nodig wordt naar dit document verwezen. Naast een toelichting op de registratieregels bevatten de specialismespecifieke toelichtingen ook informatie vanuit de wetenschappelijke verenigingen. Deze informatie is gericht op de diagnose typering en de toepassing daarvan. Voor het specialisme Gynaecologie bevat de specialismespecifieke toelichting de volgende onderwerpen: 2. Uitzonderingen op de algemene registratieregels 2.1. Sluiten van subtrajecten op basis van een uitzonderingsregel 2.1.1 Sluiten van subtrajecten voor prenatale diagnostiek en intra-uteriene ingrepen 2.1.2 Sluiten van subtrajecten voor IUI/IVF/ICSI behandelingen 2.1.3 Sluiten van subtrajecten voor obstetrie 2.2. Gynaecologie en intercollegiaal consult 2.3. Overig product op aanvraag van een gynaecoloog 3. Registratie Spoedeisende hulp 4. Diagnose-informatie DBC-Onderhoud Pagina 3 van 10

2 UITZONDERINGEN OP DE ALGEMENE REGISTRATIEREGELS Voor het specialisme Gynaecologie wordt een uitzondering gemaakt op de sluitregels voor subtrajecten waarbinnen behandelingen/zorg vallen die logischerwijs serieel of in tempi worden uitgevoerd. In deze paragraaf wordt beschreven voor welke behandelingen de uitzonderingsregels gelden, en hoe de sluitregels luiden. De meeste uitzonderingsregels zijn voorzien van een beslisregel met de daaraan gerelateerde referentietabellen van zorgactiviteiten en diagnosen, deze zijn opgenomen in het Registratieaddendum. Voor de uitzonderingen bij gynaecologie is dat niet het geval omdat die regels niet automatiseerbaar zijn. De uitzonderingen zijn opgenomen in paragraaf 3.3.1 van het document Registratieregels. 2.1 Sluiten van subtrajecten op basis van een uitzonderingsregel In principe gelden voor het sluiten van subtrajecten de regels zoals beschreven in paragraaf 3.3.1 van het document Registratieregels: 1. Bij een klinisch subtraject met ZT11 en 21: Op de 42 e dag na ontslagdatum. Wanneer binnen deze 42-dagen periode na (de laatste) ontslagdatum nog een dagopname (1 of meer) plaatsvindt, dan wordt toch afgesloten op de 42 e dag na ontslag uit de kliniek. Wanneer binnen deze 42-dagen periode een klinische (her) opname plaatsvindt dan wordt afgesloten op de 42 e dag na de ontslagdatum van de laatste klinische opname. 2. Bij een niet-klinisch subtraject (dagopname of polikliniek) met operatieve ingrepen 1, met ZT11 en 21: Op de 42 e dag na de datum dat de operatieve ingreep heeft plaatsgevonden. Wanneer binnen deze 42 dagen de patiënt opnieuw een operatieve ingreep ondergaat dan wordt afgesloten op de 42 e dag na de datum van de laatste ingreep. 3. Bij een niet-klinisch subtraject (= dagopname of polikliniek) met een conservatieve (= niet-operatieve) behandeling: a. met ZT11: op de 90 e dag na de opening van het subtraject b. met ZT21: op de 365 e dag na de opening van het subtraject 4. Een subtraject mag maximaal 365 dagen openstaan. Indien het subtraject 1 In het Registratieaddendum zijn de zorgactiviteiten benoemd die in het kader van de registratieregels als operatieve ingreep worden beschouwd. DBC-Onderhoud Pagina 4 van 10

na 365 dagen nog open is, dient deze op de 365 e dag te worden afgesloten. Eventueel kan de volgende dag een volgend subtraject worden geopend. 5. Bij het afsluiten van het zorgtraject. In paragraaf 3.4 van de DOT Registratieregels is beschreven wanneer een zorgtraject wordt afgesloten. Bij een aantal gynaecologische (in tempi) behandelingen en specifieke diagnostiek mag het subtraject, wanneer de volgende (deel)behandeling of diagnostiek eerder plaatsvindt dan het voorgeschreven afsluitmoment, na elke (deel)behandeling of diagnostiek worden afgesloten; er hoeft niet te worden gewacht tot de algemeen geldende afsluitmomenten (sluiten op de 42 e, 90 e of 365 e dag). Het moment van afsluiten is één dag voor de dag dat de volgende (deel)behandeling, fase of diagnostiek plaatsvindt. Dit geldt voor de volgende (in tempi) behandelingen en diagnostiek; - Prenatale diagnostiek en intra-uteriene ingrepen - (Deel) behandelingen bij IUI/IVF/ICSI en gonadotrofines - Obstetrie 2.1.1 Sluiten subtrajecten voor prenatale diagnostiek en intra-uteriene ingrepen Bij prenatale diagnostiek en intra-uteriene ingrepen (diagnosen V31 t/m V35) kan het subtraject worden afgesloten één dag voor de andere prenatale diagnostiek of intra-uteriene ingreep, of conform de algemene regel (Registratieregels paragraaf 3.3.1, 1 t/m 3) indien de andere diagnostiek of ingreep later dan dit moment start. Voorbeeld Bij een patiënte wordt prenatale diagnostiek middels geavanceerd ultrageluidonderzoek I uitgevoerd. Er wordt een zorgtraject met subtraject zorgtype 11 geopend met diagnose V33 prenatale diagnostiek geavanceerd ultrageluidonderzoek I. Na 2 weken vindt een amnionpunctie plaats. Eén dag voor de amnionpunctie wordt het subtraject met diagnose V33 gesloten, de daarop volgende dag wordt een subtraject met zorgtype 21 en diagnose V32 prenatale diagnostiek invasief geopend. Opmerking V31 is bedoeld voor feitelijke voorlichting over antenatale diagnostiek en voorlichting bij preconceptioneel advies. Als het onderwerp slechts terloops aan de orde is geweest tijdens de reguliere zorg begeleiding zwangerschap, wordt dit gerekend te behoren bij de normale zorg, en valt binnen het subtraject met diagnose V41/V42. DBC-Onderhoud Pagina 5 van 10

2.1.2 Sluiten subtrajecten voor (deel) behandelingen bij IUI/IVF/ICSI en gonadotrofines De subtrajecten bij diagnose F21 gespecialiseerde technieken voor stimulatie respectievelijk de IUI/IVF/ICSI technieken en ovulatie-inductie met gonadotrofines worden per cyclus geopend en gesloten (dus 1 subtraject per cyclus). Indien de behandeling in meerdere ziekenhuizen (transport-ivf/icsi) plaatsvindt opent ieder ziekenhuis zorgtraject voor de (deel)behandeling die daar wordt uitgevoerd. Door het vastleggen van de uitgevoerde zorgactiviteiten zal afgeleid worden naar het zorgproduct welke de zorg vertegenwoordigd die in de betreffende cyclus is geleverd. 2.1.3 Sluiten van subtrajecten bij obstetrie In de registratie bij obstetrie zijn 3 fasen te onderscheiden; diagnosen V11/V21/V41/V42 voor zwangerschapsbegeleiding, diagnose V51 voor begeleiding partus met nazorg en nacontrole, en diagnosen V60/V61 voor complicaties na partus uit de 1e/2e lijn. Bij de overgang naar een andere fase wordt het subtraject afgesloten op het bij paragraaf 2.1 genoemde moment. - Overgaan naar volgende fase tijdens klinische episode. Indien een patiënte klinisch behandeld wordt voor een probleem tijdens de zwangerschap en tijdens diezelfde opname bevalt wordt het subtraject met diagnose V41 begeleiding graviditeit in tweede lijn of V42 begeleiding graviditeit OHC-indicatie afgesloten op het moment dat patiënte in partu komt. Aansluitend wordt voor de partus een (ZT21)subtraject geopend met diagnose V51. Echter, indien de opname plaatsvindt voor begeleiding van de partus, ook al vind de partus pas na enkele dagen plaats, wordt het subtraject direct met diagnose V51 begeleiding partus met nazorg en nacontrole getypeerd. Indien de opname plaatsvindt voor begeleiding van de zwangerschap, zonder dat de partus reeds aan de orde is, wordt een subtraject met diagnose V41 of V42 geopend, vindt de partus vervolgens tijdens dezelfde opname plaatst dan wordt het subtraject met diagnose V41/V42 afgesloten en een volgend subtraject met diagnose V51 geopend. In dit geval zal 1 klinische episode resulteren in 2 klinische subtrajecten. Voorbeelden a) Patiënte met hypertensie wordt opgenomen om de bevalling in te laten leiden. Op de dag van opname wordt een subtraject met diagnose V51 geopend. Indien hier een subtraject met diagnose V11/V41/42 aan vooraf ging wordt dat subtraject afgesloten één dag voor openen van het subtraject met diagnose V51. b) Patiënte wordt in de 35 e week van de graviditeit opgenomen met een groeiachterstand. Patiënte blijft tot aan de partus in de 39 e week opgenomen. Het eerste deel van klinische opname valt binnen het subtraject met diagnose V41/V42. Op het moment dat patiënte in partu komt wordt het subtraject met diagnose V41/V42 afgesloten en aansluitend wordt een subtraject met diagnose V51 geopend. DBC-Onderhoud Pagina 6 van 10

2.2 Gynaecologie en intercollegiaal consult Het specialisme Gynaecologie beschikt niet over het zorgtype 13 voor een intercollegiaal consult. Wanneer een gynaecoloog in consult wordt gevraagd bij een patiënte, opgenomen voor een ander specialisme, kan geen zorgtype 13 ICC zorg/subtraject geopend worden. Omdat de tijdsinspanning van de gynaecoloog tussen een ICC en een regulier consult doorgaans niet verschillend is wordt bij een intercollegiaal consult een zorgtraject met subtraject ZT11 geopend, waarbij de meest typerende diagnose wordt vastgelegd. 2.3 Overig product op aanvraag van een gynaecoloog Normaal gesproken kan een OVP alleen gedeclareerd worden op aanvraag van: - De eerste lijn. - Een specialisme dat geen DBC s registreert. - Een andere instelling (in het kader van onderlinge dienstverlening). Voor de Overige producten "prenatale screening" op aanvraag van een gynaecoloog geldt hierop een uitzondering. Voor de declaratie van de prestaties prenatale screening is geen verwijzing van de eerste lijn noodzakelijk. Ook de gynaecoloog kan aanvrager zijn van een van OVP voor prenatale screening. Deze OVP s (welke onder de Wet Bevolkings Onderzoek vallen) worden los naast een eventueel openstaand zorgtraject gedeclareerd. DBC-Onderhoud Pagina 7 van 10

3 REGISTRATIE SPOEDEISENDE HULP Voor de registratie van spoedeisende hulp zijn 2 zorgactiviteiten beschikbaar: 190015 spoedeisende hulp contact op de SEH afdeling 190016 spoedeisende hulp contact niet op de SEH afdeling, elders in het ziekenhuis Bij spoedeisende zorg gaat het logischerwijs om zorgvragen die zich acuut en onmiddellijk voordoen. Echter om het begrip hanteerbaar te maken voor de gynaecologie is door de NVOG gekozen voor een pragmatische benadering. Voor Gynaecologie geldt: Uitsluitend het tijdstip van de zorgvraag en dus niet de intensiteit en urgentie beslist of één van bovenstaande spoedeisende zorgactiviteiten wordt vastgelegd! Alle zorgvragen die spoedeisend zijn van 's ochtends 8.00 uur t/m 18.00 uur (m.u.v. erkende feestdagen en weekenduren) worden geregistreerd met het zorgtype 11 reguliere zorg of 21 vervolg, zonder dat één van bovenstaande zorgactiviteiten wordt vastgelegd. Alle zorgvragen die spoedeisend zijn in de avond-, nacht- (van s avonds 18.00 uur tot 8.00 uur s ochtends) en weekenduren en tijdens erkende feestdagen, worden ook geregistreerd met het zorgtype 11 of 21, daarnaast wordt afhankelijk van de locatie de zorgactiviteit 190015 óf 190016 vastgelegd. Op de verloskamers wordt de volgende regel gehanteerd: De zorgactiviteit 190016 (n.b. omdat het buiten de SEH afdeling is) wordt vastgelegd bij binnenkomst na 18.00 uur en voor 8.00 uur en /of geboorte van het kind na 18.00 uur en voor 8.00 uur ongeacht het tijdstip van binnenkomst van de zwangere vrouw. Algemeen geldt dat één van de zorgactiviteiten aanvullend wordt geregistreerd naast een te openen subtraject met zorgtype 11 of 21 (met bijbehorende diagnosecode) óf de zorgactiviteit valt onder een reeds openstaand zorgtraject met subtraject zorgtype 11 of 21. Op deze manier wordt het spoedeisende contact een onderdeel binnen het profiel van de gehele behandeling. Het vastleggen van deze zorgactiviteiten vindt alleen buiten kantooruren plaats. De zorgactiviteiten 190015 en 190016 spelen geen rol bij het afleiden naar een zorgproduct. Ze worden (zoveel mogelijk geautomatiseerd) als aanvullende zorgactiviteitcode vastgelegd naast het normale consult en naast eventuele andere zorgactiviteiten die geregistreerd blijven worden. De zorgactiviteiten kunnen worden geregistreerd bij alle diagnoses indien er sprake is van spoedeisende zorg. De zorgactiviteit 190015 en 190016 worden geregistreerd om inzicht te geven in het aantal en soort patiënten dat een SEH behandeling ondergaat buiten kantoortijden. Voorbeeld 1: U verleent spoedeisende zorg tussen 18.00u s avonds en 8 uur s ochtends, de patiënt is voor deze zorgvraag niet bekend bij uw specialisme. DBC-Onderhoud Pagina 8 van 10

Er wordt een zorgtraject met subtraject zorgtype 11 geopend. Binnen dit zorgtraject wordt de zorgactiviteit 190015 óf 190016 geregistreerd (in aanvulling op het normale consult en andere zorgactiviteiten). Voor het afsluiten van de subtrajecten gelden de algemene sluitregels (DOT Registratieregels paragraaf 3.3.1, 1 t/m 3). Voorbeeld 2: U verleent spoedeisende zorg tussen 18.00u s avonds en 8 uur s ochtends bij een patiënt waarvoor reeds een zorgtraject voor uw specialisme openstaat. Er kunnen zich 2 situaties voordoen: Het is een consult dat wordt uitgevoerd in het kader van een bestaande zorgvraag. Er wordt geen nieuw zorgtraject geopend. De zorgactiviteit 190015 óf 190016 wordt (in aanvulling op het normale consult en andere zorgactiviteiten) geregistreerd en gekoppeld aan het reeds openstaande zorgtraject met subtraject zorgtype 11 of 21. Het betreft een nieuwe zorgvraag. Mits wordt voldaan aan de criteria voor het openen van een parallel zorgtraject (DOT Registratieregels paragraaf 3.1), mag een parallel zorgtraject worden geopend voor de nieuwe zorgvraag. De zorgactiviteit 190015 óf 190016 wordt (in aanvulling op het normale consult en andere zorgactiviteiten) geregistreerd en gekoppeld aan een nieuw te openen zorgtraject met subtraject zorgtype 11. DBC-Onderhoud Pagina 9 van 10

4 DIAGNOSE-INFORMATIE De typeringslijst bestaat uit de deelgebieden gynaecologie, verloskunde, oncologie, infertiliteit en endocrinologie. De diagnose G14 buikpijn zonder gynaecologische oorzaak is geen diagnose maar een klacht; omdat deze zorgvraag echter zo vaak werd geregistreerd in een vorige versie - en er vaak geen diagnose voorhanden is blijft dit item opgenomen in de typeringslijst onder de groep diagnose. Ook de diagnose G22 psychosomatisch te behandelen gynaecologische klachten is geen zuivere diagnose maar werd op verzoek van de Werkgroep Psychosomatische Obstetrie en Gynaecologie toegevoegd. Het gaat hier om een behandeling waarbij de intensieve gesprekstherapie op de voorgrond staat en is voorbehouden voor gynaecologen met specifieke vaardigheden hiervoor. Op termijn zal de Werkgroep Psychosomatische Obstetrie en Gynaecologie hier verder invulling aan geven en zal een tijdsbeslag worden herbezien. DBC-Onderhoud Pagina 10 van 10