Integrale uitwerking van de verschillende DBCs Fertiliteit

Transcriptie

1 Integrale uitwerking van de verschillende DBCs Fertiliteit In dit document worden de verschillende DBC s met normtijden uitgewerkt voor het specialisme Gynaecologie, diagnosegroep F; Fertiliteit. De DBC s enkelvoudig consult en de Klinisch Zonder Dagen zijn niet aan deze lijsten toegevoegd. In welke gevallen deze DBC s voorkomen staat beschreven in de reguliere Gynaecologie instructie 2007 (v ). F00 Diagnose: spoedeisend consult fertiliteit Mogelijke DBC met normtijd is: 12.F Spoedeisende zorg spoedeisend consult fertiliteit conserv poli F11 Diagnose: oriënterend fertiliteitonderzoek (OFO) vrouw anamnese genetisch onderzoek cytologie) echoscopie gynaecologisch onderzoek incl. cyclusafwijkingen beoordeling cervixslijm, postcoitum test, HSG Opmerking en toelichting: F11 wordt getypeerd bij de volgende situaties: uitvoering oriënterend fertiliteitonderzoek (OFO) uitvoering OFO inclusief behandeling clomid uitvoering OFO inclusief donorinseminaties uitvoering OFO naast behandeling gonadotrofines of LHRH pomp; in dat geval lopen er dus parallelle DBC s. De DBC F11 loopt één jaar. Binnen de fertiliteit is niet voorzien in een vervolg DBC. Indien de behandeling langer dan één jaar duurt dient opnieuw een initiële DBC te worden geopend (11-F11- ) Indien tijdens het OFO een diagnostische laparoscopie en/of diagnostische hysteroscopie wordt uitgevoerd wordt een diagnostische ingreep gecodeerd: o 11-F diagnostische hysteroscopie poliklinisch o 11-F diagnostische laparoscopie en/of diagnostische hysteroscopie in o dagopname 11-F diagnostische laparoscopie en/of diagnostische hysteroscopie in kliniek In alle ander gevallen conservatief 11-F De bemoeienissen met de mannelijke partner worden gescheiden getypeerd in een 11-F12-101; uitvoering: voor de man ook een eerste consult man registreren in spreekuurrooster.

2 In het geval van een secundaire amenorroe of anovulatie in relatie tot fertiliteitproblematiek valt de analyse onder het fertililiteitsonderzoek en wordt geen aparte DBC geopend. In het geval van ovulatie-inductie met gonadotrofines zal de DBC oriënterend fertiliteitonderzoek vaak al zijn doorlopen. Het kan ook zo zijn dat analyse pas plaatsvindt na een aantal cycli. Het oriënterende fertiliteitonderzoek (11-F11-101/2/3) wordt dan alsnog getypeerd. Mogelijke behandelwijze is: Conservatief: oriënterend fertiliteitonderzoek inclusief behandeling met Clomid en of donorinseminatie Diagnose uitsluitend coderen voor: o hysteroscopie ( DIAGN. HYSTEROSCOPIE) o curettage ( CURETTAGE) *Deze verrichting leidt nu nog tot operatief groep 1 hetgeen onjuist is, aanpassing validatie wordt voorgesteld. o laparoscopie ( DIAGNOSTISCHE LAPAROSCOPIE) o onderzoek onder narcose ( GYNAECOLOGISCH ONDERZOEK ONDER NARCOSE) Opmerking: Het doen van chromopertubatie tijdens de laparoscopie op OK niet afzonderlijk coderen, maar uitsluitend de laparoscopie. Anders ontstaan validatieproblemen zonder dat er voordelen voor kosten of honorarium aan verbonden zijn. Mogelijke DBCs met normtijden zijn: 11.F Reg. zorg oriënt. fert. onderz. / bas. behand. vrouw conserv poli 11.F Reg. zorg oriënt. fert. onderz. / bas. behand. vrouw conserv + diag ingreep poli 11.F Reg. zorg oriënt. fert. onderz. / bas. behand. vrouw conserv + diag ingreep + dagopn(n) 11.F Reg. zorg oriënt. fert. onderz. / bas. behand. vrouw conserv + diag ingreep + klin. epis.(n) F12 Diagnose: oriënterend fertiliteitonderzoek (OFO) man Anamnese genetisch onderzoek semenanalyse Opmerking:

3 Voor de man wordt tijdens het OFO op zijn naam een DBC 11-F geopend en zonodig per jaar verlengd. Voor de validatie kan het belangrijk zijn hem in het spreekuurrooster op te nemen. Tijdens de fertiliteitbehandelingen van de vrouw wordt eveneens op de naam van de man 11-F geopend voor de spermabewerkingen Uit gebrek van een alternatief en nader nuancering kan deze DBC ook gebruikt worden voor de registratie van het chromosomenonderzoek bij habitueel abortus wat in wezen ook een infertiliteitprobleem is. Mogelijke behandelwijze is: conservatief Mogelijke DBC met normtijden is 11.F Reg. zorg oriënt. fert. onderz. / bas. behand. man conserv poli F21 Diagnose: gespecialiseerde technieken anamnese cytologie semenanalyse en proefbehandeling donorscreening cryopreservatie Opmerkingen: In het geval van een IVF behandeling wordt gecodeerd met 11-F21- _. Afhankelijk van de wijze van behandeling (stimulatie, punctie, stimulatie en punctie, terugplaatsing, punctie en terugplaatsing, stimulatie met punctie en terugplaatsing) wordt hiernaast de betreffende behandeling gecodeerd. De DBC voor de stimulatie respectievelijk de IVF-technieken worden iedere cyclus geopend en gesloten (dus 1 DBC per cyclus). Dit laatste geldt alleen voor de infertiliteit behandelingen 15, 18, 31 t/m 37 en 44 t/m 46 van DBC F21. Indien de behandeling in meerdere ziekenhuizen (transpost-ivf) plaatsvindt opent iedere gynaecoloog de behandeling die hij/zij uitvoert. De bemoeienissen met de mannelijke partner worden getypeerd via DBC 11-F en lopen mee in de behandeling. Deze DBCs zullen meestal geen diagnostische ingreep bevatten en in de meeste gevallen in een poliklinische setting plaatsvinden bijvoorbeeld 11-F (stimulatie en punctie voor IVF). De DBC die de stimulatie bevat dient pas te worden afgesloten als de hele cyclus afgesloten is. In deze DBC zit namelijk ook de zorg voor de opname (mogelijke) OHSS opgenomen. In dat geval wordt de setting kliniek, bijvoorbeeld 11-F (stimulatie en punctie met opname voor OHSS) Voor de MESA, TESE, ICSI patiënten en patiënten met hoogtechnologisch draagmoederschap is een congruente systematiek als bij voorbeeld 6 getypeerd.

4 Bij ovulatie-inductie met gonadotrofines (F21-18) is uitgegaan van gemiddeld 3 cycli per patiënt (op basis van gegevens van databases van verschillende ziekenhuizen).dit betekent dat het primaire consult voor 0,3 wordt meegeteld, namelijk 1x per 3 cycli Gespecialiseerde technieken operatief groep 3 is bedoeld voor microchirurgie (tubachirurgie). Indien vooraf uitgebreide diagnostiek wordt verricht kan de DBC 11- F11 worden gebruikt. Er is géén aparte DBC gemaakt die zowel de microchirurgie bevat als een diagnostische ingreep als een laparoscopie! Dus géén1 11-F alleen een 11-F Bij de IVF en ICSI dient het laboratorium deel van de daadwerkelijke in vitro fertilisatie onder de DBC met de embryotransfer te worden opgenomen. In geval van transport IVF wordt de ET 11-F en 11-F dus geopend op de dag van de punctie in de moederkliniek met het laboratorium. Voor de man wordt tijdens het OFO en tijdens de behandelingen op zijn naam een DBC 11-F geopend en zonodig per jaar verlengd vanwege de spermabehandelingen. Voor de vrouw wordt per behandelcyclus een reguliere DBC geopend en gesloten. Voor de cyclus dient u de DBC te openen bij het instructiegesprek. Daarna kan de DBC op de menstruatie (falen van de behandeling) worden gesloten en een nieuwe worden geopend. Mogelijke behandelwijzen zijn: behandeloptie 7 : microchirurgische tubachirurgie PLAST. RECONSTR. TUBAE MBV OKMICR. behandeloptie 15: IUI met en zonder stimulatie IUI MET EN ZONDER STIMULATIE behandeloptie 17: screening donoren gameten SCREENING DONOREN GAMETEN behandeloptie 18: behandeling met gonadotrofines / pulsatiel GnRH BEHANDELING MET GONADOTROFINES, PULSATIEL GNRH behandeloptie 31:stimulatie-IVF/ICSI behandeloptie 32: punctie IVF/ICSI behandeloptie 33: stimulatie en punctie IVF/ICSI behandeloptie 34: laboratoriumfase en terugplaatsing IVF behandeloptie 35: punctie,laboratoriumfase, en terugplaatsing behandeloptie 36: stimulatie, punctie, laboratoriumfase en terugplaatsing behandeloptie 37: cryocyclus-monitoring CRYOCYCLUS MONITORING

5 behandeloptie 44: laboratoriumfase en terugplaatsing ICSI LABORATORIUMFASE ICSI behandeloptie 45: punctie,laboratoriumfase, en terugplaatsing ICSI LABORATORIUMFASE ICSI behandeloptie 46: stimulatie, punctie, laboratoriumfase, en terugplaatsing ICSI LABORATORIUMFASE ICSI Mogelijke DBCs met normtijden zijn: 11.F Reg. zorg gespecial. technieken IUI + en zonder stim. poli 11.F Reg. zorg screening donor gam+en screening donoren ga+en poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken behand. + gonadotrofines, pulsatiel GnRH poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken stim. IVF/ICSI poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken stim. IVF/ICSI IVF/ICSI + klin. epis.(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken punctie IVF/ICSI IVF/ICSI poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken punctie IVF/ICSI IVF/ICSI + dagopn(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken punctie IVF/ICSI + klin. epis.(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken stim. en punctie IVF/ICSI poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken stim. en punctie IVF/ICSI + dagopn(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken stim. en punctie IVF/ICSI + klin. epis.(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase en terugplaatsing IVF poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase, punctie en terugplaatsing IVF poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase, punctie en terugplaatsing IVF + dagopn(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase, stim., punctie en terugplaatsing IVF poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase, stim., punctie en terugplaatsing IVF + dagopn(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase, stim., punctie en terugplaatsing IVF + klin. epis.(n)e epis.(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken cryocyclus IVF/ICSI poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken terugplaatsing ICSI poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase, punctie en terugplaatsing ICSI poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase, punctie en terugplaatsing ICSI + dagopn(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase, punctie en terugplaatsing ICSI + klin. epis.(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase, stim., punctie en terugplaatsing ICSI poli 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase, stim., punctie en terugplaatsing ICSI + dagopn(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken lab. fase, stim., punctie en terugplaatsing ICSI + klin. epis.(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken oper grp 3 + dagopn(n) 11.F Reg. zorg gespecial. technieken oper grp 3 + klin. epis.(n)