MoneyMindsets van Scholieren



Vergelijkbare documenten
Utrecht, Het financiële gedrag van kinderen tussen 12 en 18 & de rol van hun ouders

MoneySkills De financiële vaardigheden van jongeren. Thea Hazel-Stals (WWJB) en Anna van der Schors (Nibud)

Financiële Educatie aan Jongeren. Thea Hazel-Stals Netty Blijlevens

Utrecht, 2011 Nibud Scholierenonderzoek

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

Financiële Educatie aan Jongeren. Thea Hazel-Stals Netty Blijlevens

Nibud Scholierenonderzoek 2016

Welkom en voorstellen

Presentatie Thea Hazel-Stals

[zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam etc.

Financiële opvoeding. September 2007

Mei 2013, Nibud Nibud Scholierenonderzoek

Jongeren & hun financiële verwachtingen

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

IMPACTMETING VAN HET FINANCIEEL STUDIEPLAN

IMPACTMETING VAN HET FINANCIEEL STUDIEPLAN

Nibud Scholierenonderzoek

Rapport Kinderen en Geld Enquête (NIBUD en het Jeugdjournaal)

Financiële opvoeding Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

September Jongeren & geld. De financiële situatie en hulpbehoefte van 12- tot en met 24-jarigen. Anna van der Schors Minou van der Werf

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

Scholieren, geld & de invloed van ouders

Onderzoek onder kinderen groep 5 t/m 8

Praktische opdracht Economie Schulden en jongeren

Spaarpot van de Toekomst lesbrief en prijsvraag

NIBUD Nationaal Scholierenonderzoek 2004/2005

Factsheet persbericht

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

gebruikt. Hierdoor is het mogelijk om de resultaten van de gemeente Heusden te vergelijken met de landelijke cijfers.

Mannen, vrouwen en geldzaken. Nibud Factsheet Juni 2012

Nibud Scholierenonderzoek

Lesbrief Meneer Beer

Kim Dalessi.

Financieel goed voorbereid naar de middelbare school?

Alleen-Pinnen-Monitor

Vakantiegeldenquete 2010

Ik en geld Gastlessen Handleiding

Kinderen leren omgaan met geld

Inleiding lesbrief Snoep & Snacks

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

'IK & Geld' De leerlinggegevens ontvangen wij graag uiterlijk één week voordat je met de lessen wilt beginnen.

21 mei Onderzoek: Economische verwachting

IMPACTMETING VAN MONEYMATTERS

Beschrijving Sparen en lenen zijn, naast het betalingsverkeer, de diensten van de bank waar de meeste mensen gebruik van maken.

Ga naar klik bij Test en spel op: Alle tests en spellen Doe de test: Wat voor geldtype ben jij? Uitslag: je bent een

Factsheet persbericht

SPORTUITGAVEN ONDERZOEK

Factsheet persbericht. Vooral studentes somber over kansen arbeidsmarkt

6,5. Praktische-opdracht door een scholier 1949 woorden 22 juni keer beoordeeld. Inleiding

AFM Consumentenmonitor Q Kredietwaarschuwingszin

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

Vakantiegeld-enquête Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

door: R-Newt jongerenwerk de Twern Werkboek Omgaan met Geld

Wijzer in geldzaken Junior Monitor Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan

Zicht op geld - Vakantiegeld Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 3 Financiën 1 22 mei 2007

Factsheet Financieel gedrag van jongeren uit de derde graad secundair onderwijs

Resultaten onderzoek Kinderen en geld. Februari 2015

6,2. Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april keer beoordeeld. Inleiding

Publieksmonitor Gebruik digitale huishoudboekjes & geld besteden aan leuke dingen

Gijs Wintzen Directeur Stichting LEF

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Zakgeld = Leergeld. Financieel gedrag van 6- en 7-jarigen

Nibud Studentenonderzoek

Zicht op geld - Belastingteruggave Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

Het Nibud Spaarbiggetje lesbrief en prijsvraag

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Vroeg wijs met geld. gemeente Informatie over hoe u uw kind helpt slim en verstandig om te gaan met geld

Hoe ga ik met geld om?

Persoonlijke financiën: Inzicht en overzicht. Resultaten onderzoek Waar blijft mijn geld TNS NIPO

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten

Nibud, 23 juni 2015 Vakantiegeld-enquête

FINANCIERINGSBAROMETER

Zicht en Gehoor een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO en Specsavers

FINANCIERINGSBAROMETER

Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO

Sparen & lenen. Docentenhandleiding bij de interactieve les in LessonUp voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

MONEY MINDSETS ALLES WAT JE MOET WETEN OVER JONGEREN EN GELD

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

19 december Onderzoek: Armoede en de Voedselbank

Inhoud Voorwoord Steekproefsamenstelling Resultaten Conclusies

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/ /2012

GELDZAKEN VOOR NU EN STRAKS

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Hoe gaat Nederland met pensioen? In vergelijk met België, Zweden en Denemarken

Onderzoek Hoe scoren je docenten?

Financiële opvoeding & het financiële gedrag als volwassene

Onderzoek financiële goede voornemens

AFM Consumentenmonitor voorjaar 2013 Roodstand

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Transcriptie:

MoneyMindsets van Scholieren Houding en gedrag van scholieren in geldzaken September 2013, Nibud en WWJB

2 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

MoneyMindsets van Scholieren Houding en gedrag van scholieren in geldzaken September 2013, Nibud en WWJB 3 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

4 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

Inhoud SAMENVATTING EN CONSLUSIE... 6 1 INLEIDING... 8 1.1 De MoneyMindsets en het Nibud scholierenonderzoek... 8 1.2 Doelstelling... 8 2 METHODE VAN ONDERZOEK... 9 2.1 Kenmerken van de scholieren...10 2.2 Toelichting bij de gegevens in dit rapport...11 2.3 Leeswijzer... 8 3 SCHOLIEREN EN HUN HOUDING... 12 3.1 Impulsiviteit...12 3.2 Statusgerichtheid...13 3.3 Behoefte aan controle...13 3.4 Onafhankelijkheid...14 3.5 Leenaversie...15 3.6 Leenbereidheid...15 4 HET MONEYMINDSET-MODEL EN DE GELDTYPES... 16 4.1 Verdeling van de geldtypes onder scholieren...17 5 DE INKOMSTEN EN UITGAVEN VAN DE GELDTYPES... 18 5.1 Uitgavensoorten...20 5.2 Online aankopen...21 5.3 De mobiele telefoon...21 6 HET FINANCIEEL GEDRAG VAN DE GELDTYPES... 24 6.1 Overzicht over inkomsten en uitgaven...24 6.2 Spaargedrag...24 6.3 Het leengedrag...26 6.3.1 Geld tekort en lenen...26 6.3.2 Leendoelen...29 6.4 Omgaan met geld...30 7 OVER STICHTING WEET WAT JE BESTEEDT EN HET NIBUD31 7.1 Stichting Weet Wat Je Besteedt...31 7.2 Het Nibud...32 5 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

Samenvatting en conclusie Stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB) onderscheidt vier geldtypes: de Trendsetter, de Regelaar, de Levensgenieter en de Toekomstplanner. Het onderscheid tussen de geldtypes wordt gemaakt op basis van de houding, normen en waarden van jongeren ten opzicht e van geld. De vier geldtypen vormen het MoneyMindset-model. Binnen het model zijn zes dimensies te onderscheiden die de houding van jongeren ten opzichte van geld bepalen. Deze zes dimensies zijn: impulsiviteit, statusgerichtheid, onafhankelijkheid, behoefte aan zekerheid, leenaversie en leenbereidheid. In dit onderzoek is gekeken naar de houding van jongeren ten opzichte van geld, hoe de geldtypes vertegenwoordigd zijn onder de scholieren en hoe zij met hun geld omgaan. Voor de vergelijking hoe de geldtypen met hun geld omgaan is alleen gekeken naar de 15 en 16-jarigen, om een leeftijdseffect uit te sluiten. De houding van scholieren ten opzichte van geld is nauwelijks veranderd in de afgelopen twee jaar. Van alle scholieren is 37 procent in een bepaalde mate impulsief. Eén op de vijf scholieren geeft het geld dat hij heeft direct uit; 55 procent vindt het leuk om veel spullen te kopen. Scholieren houden van luxe, maar de meerderheid (57 procent) ziet wel in dat geld niet gelukkig maakt. Ze hebben veel behoefte aan controle en onafhankelijkheid op geldgebied. Ze regelen geldzaken dus het liefste zelf. De meerderheid van de scholieren zou zich schamen als ze schulden zouden hebben (60 procent) en lenen voor een dure aankoop of een vakantie vinden ze over het algemeen niet acceptabel. Opvallend is dat scholieren in vergelijking met twee jaar geleden minder vaak aangeven later rijk te willen worden. Het aantal scholieren dat verwacht rijk te worden is echter nauwelijks veranderd. Scholieren die Levensgenieter of Trendsetter zijn, de meer impulsieve jongeren, vertonen meer risicovol financieel gedrag dan scholieren die Regelaars of Toekomstplanner zijn. Ze geven meer geld uit, sparen minder vaker, komen vaker dan gemiddeld geld tekort en lenen ook vaker. Ook de belkosten liggen hoger dan die bij de Regelaars en Toekomstplanners. Trendsetters hebben meer inkomen dan scholieren van de andere drie geldtypen, maar geven ook het meeste uit. Trendsetters hebben vaker een abonnement met smartphone en internet. Regelaars kiezen juist vaker voor een prepaidtelefoon. Regelaars en Toekomstplanners doen het op financieel gebied goed: ze sparen nagenoeg allemaal en bijna driekwart van hen komt nooit geld te kort. Slechts 3 procent van de Regelaars en 1 procent van de Toekomstplanners komt vaak geld tekort, tegen 13 procent van de Trendsetters en Levensgenieters. In vergelijking met 2010-2011 zijn er nauwelijks verschillen te zien in het financieel gedrag van de geldtypes. Het is wel interessant dat het percentage Levensgenieters en Trendsetters dat het idee heeft geld tekort te komen is toegenomen, terwijl deze toename niet te zien is bij de 6 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

Regelaars en Toekomstplanners. Het percentage scholieren dat leent is echter wel bij alle geldtypes gedaald. Uit het onderzoek blijkt dat, rekening houdend met de leeftijd, het geslacht en de inkomsten van de scholier, de houding van scholieren ten aanzien van geldzaken van grote invloed is op zijn geldgedrag. Met name de behoefte aan controle, zijn statusgevoeligheid en impulsivit eit zijn van invloed op de hoogte van de uitgaven en de kans of de scholier wel of niet spaart en leent. 7 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

1 Inleiding 1.1 De MoneyMindsets en het Nibud scholierenonderzoek Dit rapport is een samenwerking tussen Stichting Weet Wat Je Besteedt en het Nibud. In 2010 heeft Stichting Weet Wat Je Besteedt onderzoek laten uitvoeren naar de houding, normen en waarden van jongeren ten opzichte van geld. Hieruit is het MoneyMindset -model voortgekomen, waarbinnen vier geldtypen onderscheiden worden: de Trendsetter, de Regelaar, de Levensgenieter en de Toekomstplanner. Het Nibud doet sinds 1984 onderzoek onder scholieren. In het Nibud scholierenonderzoek wordt gekeken welke inkomsten en uitgaven scholieren hebben, of ze sparen of lenen en hoe ze zelf vinden dat ze met geld omgaan. In het Nibud Scholierenonderzoek 2010-2011 en 2012-2013 zijn de vragen onderliggend aan het MoneyMindset-model meegenomen en uitgevraagd bij de scholieren. Dit rapport presenteert de resultaten van het MoneyMindset-model specifiek onder scholieren. 1.2 Doelstelling Deze rapportage brengt de houding van jongeren en het financiële gedrag van de vier MoneyMindsets in kaart. De specifieke doelgroep hier zijn scholieren in het voortgezet onderwijs. Het betreft vmbo-, havo- en vwo-scholieren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. De gegevens uit dit onderzoek worden gebruikt in de voorlichting aan jongeren over omgaan met geld. 1.3 Leeswijzer Het rapport begint met een beschrijving van de methode van onderzoek. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de resultaten gepresenteerd van hoe de houding van scholieren is ten aanzien van geld en geldzaken. Vervolgens wordt in hoofstuk 4 tot en met 6 beschreven hoe het financiele gedrag verschilt tussen scholieren met een verschillende houding ten aanzien van geld (een verschillend geldtype). 8 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

2 Methode van onderzoek Vragenlijst: Twee online vragenlijsten. Oproep om deel te nemen is geplaatst op nibud.nl/scholieren, edgie.nl, nibud.nl, Twitter, Jongin en diverse partners van het Nibud. Daarnaast is aan scholen gevraagd om de vragenlijst te verspreiden in combinatie met een huiswerkopdracht. Aan deelnemers van de eerste vragenlijst is gevraagd om nog een tweede vragenlijst in te vullen. Veldwerkperiode: November 2012 tot en met februari 2013. Doelgroep: Scholieren op het vmbo, havo en vwo in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. Steekproef: Eerste vragenlijst n = 3.896, tweede vragenlijst n = 1.198. De netto steekproef is gewogen naar provincie, geslacht en leeftijd van jongeren in het reguliere voortgezet onderwijs. Daarmee is de steekproef representatief voor scholieren op het vmbo, havo en vwo in Nederland. 9 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

2.1 Kenmerken van de scholieren Hieronder staat de verdeling van Nederlandse scholieren naar leeftijd, schooltype en geslacht. Op deze kenmerken is gewogen. Tabel 1: Verdeling van de Nederlandse scholieren, naar leeftijd, schooltype en geslacht Aantal Leeftijd 12 jaar 119.415 13 13 jaar 184.854 20 14 jaar 182.968 20 15 jaar 180.687 20 16 jaar 142.617 15 17 jaar 81.211 9 18 jaar 30.390 3 Geslacht Jongens 461.343 50 Meisjes 460.797 50 Provincie Groningen 28.891 3 Friesland 37.209 4 Drenthe 28.865 3 Overijssel 64.700 7 Gelderland 116.175 13 Utrecht 68.850 7 Noord-Holland 142.696 16 Zuid-Holland 190.928 21 Zeeland 21.432 2 Noord-Brabant 138.330 15 Limburg 56.825 6 Flevoland 25.085 3 Totaal 922142 100 10 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

2.2 Toelichting bij de gegevens in dit rapport Bedragen worden inclusief of exclusief nullen weergegeven: exclusief 0: alleen de groep die de activiteit doet (bijvoorbeeld alleen de scholieren die ergens geld aan uitgeven) is meegenomen in de berekening; inclusief 0: alle scholieren zijn meegenomen in de berekening. Vanaf hoofdstuk 4 is uitsluitend gekeken naar 15- en 16-jarigen. Dit wordt gedaan om een leeftijdseffect uit te sluiten als een vergelijking wordt gemaakt tussen de verschillende geldtypes. Als in een tabel het getal schuin gedrukt staat, betekent dit dat de waarneming niet significant verschilt van gemiddelde. 11 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

3 Scholieren en hun houding De scholieren hebben 21 stellingen voorgelegd gekregen over hun houding ten aanzien van geld. Deze houdingskenmerken zijn onder te verdelen in zes dimensies: Impulsiviteit Statusgerichtheid Behoefte aan controle Onafhankelijkheid Leenaversie Leenbereidheid 3.1 Impulsiviteit De meeste scholieren zijn niet heel impulsief als het om geld gaat. Zo geeft 80 procent aan dat ze het geld dat ze krijgen niet meteen uitgeven en vindt 70 procent vindt het niet moeilijk om te sparen. Wel zegt iets meer dan de helft het leuk te vinden om veel spullen te kopen. Op de dimensie impulsiviteit zijn weinig verschillen te zien tussen scholieren nu en twee jaar geleden. Scholieren geven alleen meer dan twee jaar geleden aan dat ze meteen denken aan wat ze kunnen kopen zodra ze geld krijgen: 43 tegen 35 procent. Tabel 2: Stellingen over impulsiviteit 2010-2011 (n = 10.402) Eens 2012-2013 (n = 3.896) Eens Als ik geld heb, geef ik het direct uit 21 21 Als ik wat geld krijg denk ik meteen aan wat ik daarvan kan kopen 35 43 Ik vind het leuk om veel spullen te kopen 56 55 Ik vind het moeilijk om te sparen 27 30 12 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

3.2 Statusgerichtheid Driekwart van de scholieren houdt van luxe en 55 procent van de scholieren verwacht later rijk te worden. 26 procent van de scholieren geeft aan dat geld hen niet interesseert. Ondanks het feit dat het merendeel van de scholieren geld en luxe belangrijk vinden, beseft de meerderheid wel dat geld niet gelijk staat aan geluk (57 procent). Dit percentage ligt een stuk lager bij de scholieren die later vooral rijk willen worden. Van deze scholieren geeft 60 procent namelijk aan te denken dat geld gelukkig maakt. Minder scholieren dan in 2010-2011 (9 procentpunt minder) willen later vooral rijk worden. Ook denkt een kleiner percentage dat geld gelukkig maakt: 47 procent in 2010-2011 tegen 43 procent in 2012-2013. De verwachtingen over de financiële toekomst zijn wel nagenoeg gelijk gebleven: twee jaar geleden verwachtte 57 procent later rijk te worden, tegen 55 procent van de scholieren nu. Tabel 3: Stellingen over statusgerichtheid 2010-2011 (n = 10.402) Eens 2012-2013 (n = 3.896) Eens Ik houd van luxe 73 76 Ik verwacht later rijk te worden 57 55 Ik wil later vooral rijk worden 63 54 Geld interesseert mij niet veel 23 26 Geld maakt gelukkig 47 43 3.3 Behoefte aan controle Scholieren hebben veel behoefte aan controle op geldgebied. 83 procent van de scholieren neemt adviezen van ouders/ verzorgers altijd serieus en 90 procent is netjes in het betalen van rekeningen. Positief is ook dat 83 procent van de scholieren geld gaat besparen als ze geld tekort komen. Hiernaast lijken scholieren een positieve houding ten opzichte van sparen te hebben: 86 procent wil graag sparen om geld achter de hand te hebben en 85 procent vindt het belangrijk om te sparen. 13 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

In vergelijking met twee jaar geleden, zijn er nu meer scholieren die gaan besparen als ze geld tekort komen (83 procent tegen 77 procent twee jaar geleden). Tabel 4: Stellingen over behoefte aan controle In neem adviezen van mijn ouders/ verzorgers altijd serieus 2010-2011 2012-2013 (n = 10.402) (n = 3.896) Eens Eens 79 83 Ik ben netjes in het betalen van rekeningen 87 90 Als ik geld tekort kom, ga ik geld besparen 77 83 Ik wil graag sparen zodat ik wat geld achter de hand heb 85 86 Ik vind het belangrijk om geld te sparen 85 85 3.4 Onafhankelijkheid Scholieren geven aan geldzaken het liefst zelf te regelen. Als scholieren echter gevraagd wordt of ze graag worden geholpen bij geldzaken, is de verdeling van het antwoord fifty-fifty: iets minder dan de helft geeft aan graag hulp te krijgen en iets meer dan helft krijgt niet graag hulp van anderen bij geldzaken. Twee jaar geleden was dit ook al het geval. Wel is het percentage scholieren die het liefst zelf hun geldzaken regelen lichtelijk gedaald. Tabel 5: Stellingen over onafhankelijkheid 2010-2011 (n = 10.402) Eens 2012-2013 (n = 3.896) Eens Bij geldzaken krijg ik graag hulp van anderen 45 46 Geldzaken regel ik het liefst zelf 69 65 Ik word graag geholpen bij geldzaken 48 47 14 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

3.5 Leenaversie 42 procent van de scholieren vindt dat je niet goed met geld om kunt gaan als je geld moet lenen en 60 procent zou zich ervoor schamen als ze schulden zouden hebben. Minder scholieren dan in 2010-2011 zouden zich schamen als ze schulden zouden hebben (60 procent nu tegen 68 procent twee jaar geleden). Tabel 6: Stellingen over leenaversie Als je moet lenen, kun je niet goed met geld omgaan Ik zou het aan zo min mogelijk mensen vertellen als ik geld geleend had Ik zou me ervoor schamen als ik schulden zou hebben 2010-2011 2012-2013 (n = 10.402) (n = 3.986) Eens Eens 39 42 51 49 68 60 3.6 Leenbereidheid Respectievelijk 36 en 23 procent van de scholieren vindt dat het moet kunnen om te lenen voor een dure aankoop of voor je vakantie. Scholieren vinden het nu minder acceptabel om te lenen voor je vakantie dan twee jaar geleden. De mate waarin scholieren het acceptabel vinden om te lenen voor een dure aankoop is ongeveer gelijk gebleven. Tabel 7: Stellingen over leenbereidheid 2010-2011 (n = 10.402) Eens 2012-2013 (n = 3.896) Eens Lenen voor een dure aankoop moet kunnen 38 36 Lenen voor je vakantie moet kunnen 30 23 15 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

4 Het MoneyMindset-model en de geldtypes Het MoneyMindsets-model van Stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB) is gebaseerd op de stellingen over de houding en waarden ten aanzien van geld uit het voorgaande hoofdstuk. Op basis van de scores op de zes dimensies uit hoofdstuk 3, zijn vier verschillende financiële types (geldtypes) te onderscheiden. De jongeren binnen één type denken op vergelij kbare manier over geldzaken en hebben dezelfde houding ten aanzien van geld. Hieronder wordt kort beschreven hoe de houding van de typen is ten aanzien van geld. Meer informatie is te vinden op de website van WWJB 1. Type 1: De Trendsetter De Trendsetter scoort het hoogst op statusgerichtheid en impulsiviteit en het laagst op behoefte aan controle. Status is belangrijk, zij willen graag laten zien wat ze hebben. Ze zijn niet geïnteresseerd in overzicht van inkomsten en uitgaven, begroten en kasboekjes. Ze maken zich wel regelmatig zorgen over hun geldzaken. Ze willen in de toekomst ook hun leefstijl kunnen volhouden. Geld maakt immers gelukkig. Type 2: De Regelaar Deze jongeren scoren laag op statusgerichtheid en impulsiviteit en hebben relatief veel behoefte aan controle. Ze gaan op een beheerste, voorzichtige manier met geld om, hebben meestal een vrij sobere levensstijl. Ze hebben behoefte aan controle op hun financiën en zij beheren hun geld graag zelf. Type 3: De Levensgenieter Levensgenieters scoren hoog op impulsiviteit en laag op statusgerichtheid. Het type leeft volgens het motto pluk de dag en geld moet rollen, plannen is niet belangrijk. Deze jongeren zijn weliswaar niet erg geïnteresseerd in geldzaken, toch maken ze zich regelmatig zorgen over hun financiën. Ze staan ook meer open voor het lenen van geld van leeftijdsgenoten of ouders. Ze willen wel geholpen worden bij het overzichtelijk houden van hun financiën. Type 4: De Toekomstplanner Deze groep scoort hoog op statusgerichtheid, behoefte aan controle en onafhankelijkheid en laag op impulsiviteit en leenbereidheid. Ze vinden het belangrijk om zelf hun geld te verdienen en financiën te regelen. Hun behoefte aan status heeft meer met de toekomst te 1 http://www.wwjb.org/sidebar/boek-moneymindsets-alles-wat-je-moet-weten-over-jongeren-en-geld/ 16 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

maken dan met het heden, want ze zijn van plan flink te gaan verdienen. Ze zijn geïnteresseerd in zaken als belastingen, beleggen, internetbankieren en wat het kost om op jezelf te wonen. 4.1 Verdeling van de geldtypes onder scholieren Een derde van de scholieren is Trendsetter. De Toekomstplanners komen het minst voor (16 procent). Er zit een verschil in de verdeling van de geldtypes naar geslacht: de meeste meisjes zijn Levensgenieter (32 procent), terwijl de meeste jongens Trendsetter zijn (40 procent). Er zijn meer jongens dan meisjes Toekomstplanner: 20 tegen 12 procent. Tabel 8: Scholieren naar geldtype (n = 3.896) Trendsetter Regelaar Levens- Toekomst- genieter planner Geslacht Jongen 40 23 17 20 Meisje 29 27 32 12 Leeftijd 12 jaar 29 29 29 13 13-14 jaar 36 24 24 17 15-16 jaar 36 24 25 15 17-18 jaar 32 26 25 18 Totaal scholieren 34 25 25 16 De verdeling van de geldtypes onder de scholieren is de afgelopen twee jaar veranderd. In 2010-2011 waren de meeste scholieren Regelaar (31 procent), nu komen de Trendsetters het meeste voor (34 procent). Met name het percentage Levensgenieters is fors gestegen, van 16 naar 25 procent. Het percentage Toekomstplanners is gelijk gebleven. Tabel 9: Verdeling geldtypes in 2010-2011 en 2012-2013 2010-2011 2012-2013 Trendsetter 31 34 Regelaar 36 25 Levensgenieter 16 25 Toekomstplanner 17 16 17 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

5 De inkomsten en uitgaven van de geldtypes Onderzocht is in hoeverre de inkomsten en uitgaven van de geldtypes verschillen. Trendsetters hebben de hoogste uitgaven, maar ook het hoogste inkomen. Ze houden gemiddeld ongeveer 30 euro per maand over. Regelaars en Toekomstplanners hebben de laagste ui tgaven en houden per maand ongeveer 60 euro over. Levensgenieters houden per maand het minste over. Ze hebben relatief hoge uitgaven (113 euro) en de laagste inkomsten (135 euro). Dit is niet vreemd als we kijken naar het geldtype: Levensgenieters hebben e en pluk-de-dag-houding en scoren hoog op impulsiviteit, wat ervoor kan zorgen dat ze snel geld uitgeven. Tabel 10: Inkomsten en uitgaven van scholieren (15 en 16 jaar), naar geldtype Gemiddelde inkomsten (n = 1.374) Gemiddelde uitgaven (n = 1.364) Trendsetter 158 128 Regelaar 140 81 Levensgenieter 135 113 Toekomstplanner 141 80 Totaal 145 106 De verschillen tussen de geldtypen in de hoogte van de inkomsten en uitgaven is tussen 2010-2011 en 2012-2013 gelijk gebleven. Alle geldtypen geven minder geld uit, net zoals de gemiddelde scholier minder geld is gaan uitgeven. Maar zowel in 2010-2011 als in 2012-2013 geven de Levensgenieters en Trendsetters het meeste uit. Tabel 11: Vergelijking 2010-2011 en 2012-2013, naar uitgaven 2010-2011 2012-2013 Trendsetter 144 128 Regelaar 117 81 Levensgenieter 145 113 Toekomstplanner 97 80 Totaal 128 106 18 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

Om inzicht te krijgen in de kenmerken die direct van invloed zijn op de aanwezigheid van een studielening, is een multivariate analyse toegepast. Door alle mogelijke verklarende variabelen tegelijkertijd mee te nemen, kan worden bepaald welke kenmerken daadwerkelijk van invloed zijn op de hoogte van de uitgaven, zonder dat andere kenmerken daar (indirect) de oorzaak van zijn. Tabel 12 toont de resultaten. De kenmerken waarvan met grote betrouwbaarheid gesteld kan worden dat zij van invloed zijn op de hoogte van de uitgaven van de scholieren, zijn weergegeven met een (+)+ en een (-)-. Als in de tweede kolom niets staat aangegeven, dan heeft dit kenmerk geen invloed op de kans op een studielening. Een positief teken betekent dat een scholier met dit kenmerk hogere uitgaven heeft, een een negatief teken geeft aan dat scholieren met dit kenmerk lagere uitgaven heeft. Tabel 12: De invloed van kenmerken op de hoogte van de uitgaven (N=3637; R 2 =0.383) Kenmerk Achtergrondkenmerken Invloed** Leeftijd ++ Meisje (referentie = jongen)* -- Totale inkomsten ++ Houdingskenmerken Heeft behoefte aan controle -- Is statusgericht + Vindt onafhankelijkheid m.b.t. het regelen van geldzaken belangrijk Is leenavers Is impulsief ++ Is leenbereid Constante * Referentie geeft de groep aan waarmee vergeleken is ** ++ positief effect; significant op 1-niveau/ + :positief effect; significant op 5-niveau -- negatief effect; significant op 1-niveau/ - :negatief effect; significant op 5-niveau De resultaten laten zien dat achtergrondkenmerken van invloed zijn op de hoogte van de uitgaven. Hoe ouder een scholier is, hoe meer uitgaven hij heeft. En ook hoe hoger zijn inkomen, hoe hoger de uitgaven zijn. Meisjes geven minder geld uit dan jongens, als alle andere kenmerken constant worden gehouden. Naast achtergrondkenmerken blijkt ook de houding van invloed op de hoogte van de uitgaven. Hoe impulsiever en statusgerichter een scholier is, hoe hoger de uitgaven zijn. Hoe meer een scholier behoefte heeft aan controle, hoe lager zijn uitgaven zijn. De m ate van risico-aversiteit en risico-bereidheid heeft geen invloed op de hoogte van de uitgaven. 19 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

5.1 Uitgavensoorten Hieronder is de top 5 uitgaven per geldtype weergegeven. Hierbij is gekeken naar de uitgavenposten waar de meeste scholieren geld aan uitgeven en niet naar het bedrag dat er per uitgavenpost wordt uitgegeven. De populairste uitgaven komen sterk overeen tussen de geldtypes. Zo komt snoep en snacks, kleding en schoenen en cadeaus bij elk geldtype in de top 5 voor. Tabel 13: Top 5 uitgaven van scholieren (15 en 16 jaar), naar geldtype Trendsetter (n = 491) Regelaar (n = 331) Snoep en snacks 78 Cadeaus 72 Kleding en schoenen 68 Kleding en schoenen 67 Uitgaan, bioscoop, café 68 Mobiele telefoon (verbruikskosten) 65 Cadeaus 65 Snoep en snacks 62 Persoonlijke verzorging 62 Persoonlijke verzorging 58 Levensgenieter (n = 342) Toekomstplanner (n = 211) Snoep en snacks 76 Snoep en snacks 75 Cadeaus 73 Cadeaus 72 Kleding en schoenen 70 Kleding en schoenen 71 Persoonlijke verzorging 67 Mobiele telefoon (verbruikskosten) 69 Mobiele telefoon (verbruikskosten) 63 Uitgaan, bioscoop, café 65 20 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

In tabel 14 zijn de uitgavenposten weergegeven waarvan de verschillen in uitgaven tussen de geldtypes meer dan 10 euro is. Toekomstplanners geven aan alle genoemde uitgavenposten minder uit dan de andere geldtypen. Tabel 14: Uitgavenposten met een verschil groter dan 10 euro tussen geldtypes (15-16 jaar) Uitgavenpost Trendsetter (excl. 0) Regelaar (excl. 0) Levensgenieter (excl. 0) Toekomstplanner (excl. 0) Verschil* Verzekering (brommer, mobiele telefoon) 22 17 43 17 26 Kleding en schoenen 57 40 48 40 17 (Spel)computer, games en/of andere computeraccessoires 25 20 22 13 12 Openbaar vervoer 21 10 13 14 11 Lunch 25 25 20 14 11 * Het verschil dat hier wordt weergegeven is het grootste verschil tussen de verschillende geldtypes. 5.2 Online aankopen Bijna 70 procent van de scholieren doet wel eens aankopen via internet. Er zijn geen significante verschillen tussen de geldtypes in het percentage dat wel eens online aankopen doet. Wel geven Trendsetters meer dan gemiddeld aan dat zij vergeten dat er extra kosten, zoals verzendkosten, bij kunnen komen als ze online aankopen doen (21 procent tegen 14 procent). 5.3 De mobiele telefoon Bijna alle scholieren, ongeacht welk geldtype ze zijn, hebben een mobiele telefoon. Het type telefoon verschilt wel tussen de geldtypen. Regelaars hebben het meer dan anderen een prepaidtelefoon, Trendsetters meer dan de andere types een abonnement inclusief mobiel en Toekomstplanners relatief vaak een sim-only abonnement. 21 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

Tabel 15: Type abonnement van scholieren (15 en 16 jaar) naar geldtype (n = 1.374) Trendsetter Regelaar Levens- Toekomst- Totaal genieter planner Ja, ik heb prepaid 43 57 53 47 50 Ja, ik heb een 40 25 29 30 32 abonnement inclusief mobiel Ja, ik heb een sim-only 15 14 14 21 16 abonnement Nee 2 4 4 2 3 Trendsetters hebben meer dan de andere geldtypen een smartphone met internet en Regelaars hebben het vaakst een gewone telefoon. Tabel 16: Type mobiele telefoon van scholieren (15 en 16 jaar) naar geldtype (n = 1.374) Trendsetter Regelaar Levensgenieter Toekomstplanner Totaal Een 'gewone' telefoon 11 29 19 20 19 Een smartphone, zonder 30 38 31 36 33 internet abonnement (alleen wifi) Een smartphone met internet abonnement/ prepaid internet 56 31 47 42 46 22 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

Trendsetters en Levensgenieters hebben de hoogste belkosten per maand. Opvallend is dat Regelaars het vaakst niet weten hoeveel belkosten ze per maand hebben: 24 procent van de Regelaars weet dit niet, tegen 7 procent van de Toekomstplanners en respectieve lijk 18 en 17 procent van de Trendsetters en Levensgenieters. Tabel 17: Belkosten van scholieren (15 en 16 jaar) naar geldtype (n = 1.077) Gemiddelde belkosten Trendsetter 19 Regelaar 12 Levensgenieter 18 Toekomstplanner 14 Totaal 16 23 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

6 Het financieel gedrag van de geldtypes 6.1 Overzicht over inkomsten en uitgaven Regelaars en Toekomstplanners maken meer dan Levensgenieters en Trendsetters vaak een begroting. De belangrijkste reden voor Levensgenieters om de inkomsten en uitgaven op een rij te zetten is om erachter te komen hoeveel ze nog te besteden hebben. Voor Regelaars is de voornaamste reden om overzicht te krijgen. Tabel 18: Percentage scholieren (15 en 16 jaar) dat een begroting maakt, naar geldtype (n = 1.374) Trendsetter Regelaar Levensgenieter Toekomstplanner Totaal Vaak 10 19 11 22 14 Soms 40 46 47 42 43 Nooit 50 35 42 36 42 6.2 Spaargedrag Alle Toekomstplanners sparen, terwijl bij de Trendsetters en Levensgenieters 19 respectievelijk 16 procent niet spaart. Regelaars en Toekomstplanners sparen meer dan Trendsetters en Levensgenieters een vast bedrag: 54 en 51 procent van de Regelaars en Toekomstplanners tegen 36 procent van de Trendsetters en 33 procent van de Trendsetters en Levensgenieters. Er zijn niet alleen minder Trendsetters en Levensgenieters die sparen. Het komt onder deze twee geldtypen ook meer voor dat, als ze sparen, ze ook het spaargeld snel weer nodig hebben; respectievelijk 14 en 15 procent, tegen 4 en 5 procent bij de Regelaars en Toekomstplanners. 24 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

Tabel 19: Percentage scholieren (15 en 16 jaar) dat spaart, naar geldtype (n = 1.372) Trendsetter Regelaar Levens- Toekomst- Totaal genieter planner Nee, ik spaar zelf niet 19 4 16 1 12 Ja, ik spaar (automatisch) een vast bedrag Ja, ik spaar wat ik overhoud Ja, ik spaar een vast bedrag en wat ik overhoud Ja, ik spaar wel, maar heb het geld meestal snel weer nodig 21 29 18 21 22 31 38 36 43 36 15 25 15 30 20 14 4 15 5 11 Op spaargebied zijn er nauwelijks verschillen tussen de geldtypen ontstaan ten opzichte van 2010-2011. Ook toen waren er minder Trendsetters en Levensgenieters die spaarden dan Toekomstplanners. In 2012-2013 spaart zelfs nog een groter gedeelte van de Toekomstplanners dan in 2010-2011: toen spaarde 95 procent, tegen 99 procent nu. Tabel 20: Vergelijking 2010-2011 en 2012-2013 naar sparen Trendsetter Regelaar Levensgenieter Toekomstplanner 2010-2011 2012-2013 Ja, ik spaar 81 90 82 95 Ja, ik spaar 81 96 84 99 Tabel 21 geeft de uitkomsten van een multivariate analyse (logistische regressie) weer. Het maakt inzichtelijk welke kenmerken bepalend zijn voor de kans dat een scholier spaart. De kenmerken waarvan met grote betrouwbaarheid gesteld kan worden dat zij hier invloed op hebben, zijn weergegeven met een (+)+ en een (-)-. Als in de tweede kolom niets staat aangegeven, dan heeft dit kenmerk geen invloed op de kans dat de scholier spaa rt. Een positief teken betekent dat met dit kenmerk de kans vergroot dat een scholier spaart; een negatief teken geeft aan dat bij aanwezigheid van dit kenmerk de kans dat een scholier spaart wordt verkleind. 25 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]

Tabel 21: R 2 =0.245) De invloed van kenmerken op de kans dat een scholier spaart (N=3899; Nagelkerke Kenmerk Achtergrondkenmerken Leeftijd Meisje (referentie = jongen)* Totale inkomsten Houdingskenmerken Invloed** Heeft behoefte aan controle ++ Is statusgericht -- Vindt onafhankelijkheid m.b.t. het regelen van geldzaken belangrijk ++ Is leenavers Is impulsief -- Is leenbereid Constante ++ * Referentie geeft de groep aan waarmee vergeleken is ** ++ positief effect; significant op 1-niveau/ + :positief effect; significant op 5-niveau -- negatief effect; significant op 1-niveau/ - :negatief effect; significant op 5-niveau De resultaten laten zien dat de kans dat een scholier spaart niet zo zeer afhangt van zijn leeftijd, zijn geslacht of zijn totale inkomsten (aan zakgeld, kleedgeld en bijbaantje), maar juist van zijn houding ten aanzien van geldzaken. Bij scholieren die statusgericht en impulsief zijn, is de kans kleiner dat zij sparen. Aan de andere kant is de kans groter dat je als scholier spaart, als je behoefte hebt aan controle. Hoe de scholier aankijkt tegen lenen, heeft geen invloed op het al dan niet gaan sparen. 6.3 Het leengedrag 6.3.1 Geld tekort en lenen In hoofdstuk 5 was te zien dat Trendsetters en Levensgenieters minder geld overhielden dan Regelaars en Toekomstplanners. Uit tabel 20 blijkt ook dat deze twee geldtypen vaker geld tekort komen. Tabel 22: Percentage scholieren (15 en 16 jaar) dat geld tekort komt, naar geldtype (n = 1.373) Trendsetter Regelaar Levens- Toekomst- Totaal genieter planner Vaak 13 3 13 1 9 Soms 46 26 52 25 40 Nooit 41 71 35 74 52 26 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]