Reg. Datum: 14/02/2007 Eenheid: GRIFF1.58

Vergelijkbare documenten
!"##$%&'$#! ( ()( * + (), )( )()( )() - ). ( ))( ( )) (( %#!$%&'$#! /)( * (/ /) (/ /))( 0 (/ /)) *% (1 /))/ (+

ARBEIDSMARKT WEST-BRABANT 2005

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juli 2011

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

ARBEIDSMARKT WEST-BRABANT 2008

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Food Valley

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio West-Brabant

Monitoring ontwikkeling Arbeidsmarkt West- Brabant. 2e voortgangsrapportage 2011

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Achterhoek

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Helmond-De Peel

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zeeland

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht

Trendrapport Oosterhout

Regionale arbeidsmarktprognose

Gemeente Breda. Monitoring ontwikkeling uitkeringen West-Brabant. 2 e voortgangsrapportage SSC Onderzoek en Informatie

Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid 2003

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Noord-Holland Noord

Regionale arbeidsmarktprognose

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

De arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant. UWV Gerald Ahn 9 september 2014

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Midden-Gelderland

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Drenthe

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO WEST- BRABANT

ARBEIDSMARKT WEST-BRABANT

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Rijnmond

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli

Nieuws. Innovatieve topsectoren

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Regionale arbeidsmarktschets Arbeidsmarktregio Groot Amsterdam

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen

Strategisch Thema. -Stad die werkt en leert- Modules. Datum: februari Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- 0

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2013

Monitor Economie 2018

Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt. Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Niet-werkende werkzoekenden

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Nieuwsbrief Drenthe, oktober 2012

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

4. Werkloosheid in historisch perspectief

APO nieuwsbrief thema aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Twente

Regiorapportage Nijmegen

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Beroepsbevolking 2005

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuid-Limburg

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2008

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noordwest Veluwe

Regionaal-Economische Barometer

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Samenvatting Regio in beeld Gooi en Vechtstreek

Februari Brancheschets Horeca

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Regionale arbeidsmarktprognoses mei 2016, UWV, Afdeling Arbeidsmarktinformatie en advies, Bert van de Geijn

Transcriptie:

regionaal platform Arbeidsmarktbeleid West-Brabant Niet op barcode schrijven!! Gemeente Bergen op Zoom Geadresseerde 107-003911 Reg. Datum: 14/02/2007 Eenheid: GRIFF1.58 onderwerp: ons kenmerk: Arbeidsmarkt West-Brabant 07-0033 2006 K.S. Gangelhof datum: 15 januari 2007 uw kenmerk: doorkiesnummer: 0165-581 824 Geachte heer, mevrouw, Hierbij bied ik u de Arbeidsmarktrapportage West-Brabant 2007-2010 aan. Dit rapport is een gezamenlijk product van het Sociaal Economisch Samenwerkingsverband (SES) West-Brabant en het regionaal platform Arbeidsmarktbeleid (rpa) West-Brabant. In de rapportage wordt voor de periode 2007-2010 de belangrijkste verwachtingen van de regionale ontwikkeling van vraag- en aanbodzijde van de West-Brabantse arbeidsmarkt beschreven. Achtereenvolgens komen in de rapportage aan de orde werkgelegenheid, vacatures, beroepsbevolking, werkloosheid en vraag- en aanbodverhouding op de arbeidsmarkt. In het SES en het rpa West-Brabant werken gemeenten, onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, CWI en UWV samen aan het creëren van een optimale werkgelegenheid en een functioneel arbeidsmarktbeleid in West-Brabant. Uiteindelijk is een gezonde economische ontwikkeling in ons aller belang. Voor 2007 zijn de belangrijkste ontwikkelingen in West-Brabant: Een groeiende werkgelegenheid en een dalende werkloosheid; Veel vraag in de sectoren bouw, detailhandel, gezondheids- en welzijnszorg, industrie, groothandel en IT en overige zakelijke diensten; Vergrijzing van de beroepsbevolking; Groei beroepsbevolking wordt vooral veroorzaakt door een toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen; Hogere eisen aan laaggeschoold werknemers; Toename moeilijk vervulbare vacatures stijgt, fricties voor sommige beroepsgroepen Knelpunten bij deze ontwikkelingen vormen de basis voor voorstellen en adviezen die werkgevers, werknemers en gemeenten samen uitvoeren. In 2007 zullen SES en rpa West-Brabant zich vooral richten op: De opzet van vijf leerwerkloketten in West-Brabant In deze leerwerkloketten nieuwe stijl staat de vraag vanuit de arbeidsmarkt centraal. Er zal sprake moeten zijn van een echte integrale aanpak. Werkgevers, werkenden en werkzoekenden krijgen hier antwoord op hun vragen over leerwerktrajecten en scholingsmogelijkheden en vacatures. Tot nu toe hebben werkgevers hun vacatures steeds in eigen netwerk kunnen vervullen. Met de snelle verandering van de beroepsbevolking zal naar verwachting deze traditionele wijze van vacaturevervulling minder succesvol zijn. Een goed werkende regionale transparante vacaturemarkt wordt in de nabije toekomst noodzaak. Een proactieve houding van zowel werkgevers, werknemers als overheid is daarbij onontbeerlijk. Postbus 1272 4700 BG Roosendaal Cornelius-Flat 11-12 telefoon 0165 58 18 30 fax 01 65 39 33 85 post@rpawestbrabant.nl

Met de opzet van deze leerwerkloketten krijgen nu ook werkgevers toegang tot voor hen nieuwe groepen werknemers en werkzoekenden en daarmee een veel completer beeld van de beschikbare kwaliteiten op de arbeidsmarkt. Aanpak vervangingsvraag De vergrijzing van de beroepsbevolking leidt in enkele sectoren en beroepsgroepen al op kortere termijn tot vervangingsproblemen. In overleg met de werkgevers, ROC West- Brabant en kenniscentra zal per sector de vervangingsvraag voor onze regio in kaart worden gebracht. Dit zal uiteindelijk moeten leiden tot een verbetering van het imago van een aantal sectoren en verbetering van de aansluiting van beroepsonderwijs (leerwerkbanen). Aandacht voor levensfase bewust personeelsbeleid Om de vergrijzing van de beroepsbevolking op te vangen is het belangrijk dat de arbeidsparticipatie van de bevolking verder toeneemt. Het gaat daarbij om toetreding van meer vrouwen, voorkomen van uitval van medewerkers en senioren langer aan het werk te houden. Werkgevers die voldoende arbeidsrendement willen halen zullen daarom kiezen voor levensfase bewust personeelsbeleid. SES West-Brabant voert daarom samen met enkele landelijke kenniscentra en ondernemers in 2007 het project West-Brabant maakt werk van HRM uit. Wij informeren u regelmatig over de voortgang van deze projecten. De Arbeidsmarktrapportage is ook te downloaden van onze site www.seswestbrabant.nl. Hoogachtend, De voorzitter van het,-~.,.,rpa W^est-Brabant, r t^e*. ^JÊr ^ \ J-- Mimiim-m. -. Mw. M. P Heerkens

ARBEIDSMARKTRAPPORTAGE WEST-BRABANT 2007-2010 West-B ra bant

ARBEIDSMARKT WEST-BRABANT 2007-2010 Regionale ontwikkelingen en prognoses West-Brabant Roosendaal, januari 2007 Onderzoek in opdracht van SES West-Brabant/rpA West-Brabant Uitgevoerd door de afdeling Onderzoek en Informatie van de gemeente Breda

Bladzijde Inhoud Inleiding Ontwikkelingen arbeidsmarkt 1.1 Landelijke ontwikkeling 1.2 West-Brabant in vogelvlucht Vraagkant arbeidsmarkt 2.1 Werkgelegenheid 2.1.1 Ontwikkelingen West-Brabant 2.1.2 Sectorale ontwikkelingen 2.2 Vacatures 2.2.1 Ontwikkelingen West-Brabant 2.2.2 Sectorale ontwikkelingen Aanbodkant arbeidsmarkt 3.1 Landelijke ontwikkeling beroepsbevolking 3.2 Beroepsbevolking West-Brabant 3.2.1 Geslacht 3.2.2 Leeftijd 3.2.3 Opleidingsniveau Werkloosheid 4.1 Ontwikkeling West-Brabant 4.2 Aandachtsgroepen 4.2.1 Jongeren 4.2.2 Ouderen 4.2.3 Langdurig werklozen Vraag-en-aanbodverhouding arbeidsmarkt 5.1 Werkgelegenheid en beroepsbevolking 5.2 Vacatures en werkloosheid 5.3 Knelpunten arbeidsmarkt 5.3.1 Sectoren 5.3.2 Beroepsgroepen 5.3.3 Opleidingsniveau Aandachtspunten 2 3 5 5 6 7 7 7 8 10 10 11 13 13 13 13 14 15 16 16 17 17 17 18 20 20 21 21 21 22 24 25 Bijlage l Werkgebied SES en rpa West-Brabant 28 Bijlage 2 Begrippenlijst 29 Bijlage 3 Literatuur 31 Bijlage 4 Overzicht sectoren en SBI-coderingen 32 Bijlage 5 Werkgelegenheid naar sector 2005-2010 West-Brabant 33 Bijlage 6 Vacatures naar sector 2005-2010 West-Brabant 34 Bijlage 7 Werkloosheid naar diverse items 2004-2006 West-Brabant 35

Inleiding Onderwijs, vakkennis en vakmanschap vormen de basis voor de economische kracht van de regio en voor ontplooiing en zelfredzaamheid van de bewoners. Een goedgeschoolde, competente en betrokken beroepsbevolking vormt een garantie voor blijvende werkgelegenheid. Deze ambitie van de regio wordt bereikt door het creëren van voldoende werkgelegenheid, het bevorderen van de arbeidsparticipatie en het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en werk. Een actieve samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven is hierbij noodzakelijk. Daarom heeft men de krachten gebundeld in het regionaal platform Arbeidsmarktbeleid (rpa) West-Brabant, waar overheid, bedrijfsleven, onderwijs, CWI en UWV nauw samenwerken. SES West-Brabant verzorgt het secretariaat en procesmanagement van het rpa. Om de regionale ambities te verwezenlijken is inzicht in het functioneren van de arbeidsmarkt noodzakelijk. SES West-Brabant stelt daarom jaarlijks een regionale arbeidsmarktrapportage voor West-Brabant op. Deze arbeidsmarktrapportage beschrijft voor de periode 2007-2010 de belangrijkste regionale ontwikkelingen met betrekking tot de vraag- en aanbodzijde van de West-Brabantse arbeidsmarkt. Onderwerpen die in deze rapportage aan bod komen zijn werkgelegenheid, vacatures, beroepsbevolking, werkloosheid en vraag-aanbodverhouding op de arbeidsmarkt. De belangrijkste ontwikkelingen voor 2007 zijn een groeiende werkgelegenheid en een dalende werkloosheid. Het aantaf vacatures stijgt. Werkzoekenden die voldoende zijn voorbereid op deelname aan het arbeidsproces vinden weer vlot een baan. Enkele categorieën duidelijk omschreven niet-werkenden hebben nog onvoldoende kansen om hun aansluiting te vinden. Daarnaast stijgt het aantal moeilijk vervulbare vacatures en dreigen voor sommige beroepsgroepen fricties op de regionale arbeidsmarkt. Inzicht in genoemde ontwikkelingen vormen de basis voor voorstellen en adviezen die werkgevers, werknemers en gemeenten samen uitvoeren. De rapportage sluit daarom af met aandachtspunten en acties. De partners in het rpa West-Brabant gaan met elkaar al dan niet onder regie van SES West- Brabant de voorgestelde acties uitvoeren. Verantwoording Deze arbeidsmarktmonitor beschrijft voor de periode 2007-2010 de belangrijkste regionale ontwikkelingen met betrekking tot de vraag- en aanbodzijde van de West-Brabantse arbeidsmarkt. Onderwerpen die in deze rapportage aan bod komen zijn werkgelegenheid, vacatures, beroepsbevolking, werkloosheid en vraag-aanbodverhouding op de arbeidsmarkt. In het rapport wordt met name gebruik gemaakt van prognosegegevens van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). In de analyse worden ook de recente ramingen van het Centraal Planbureau betrokken. Deze ramingen sluiten goed aan bij het middenscenario van het CWI voor de periode tot en met 2007. Voor de komende periode hanteert het CWI een economische groei gemiddeld aan de economische groei over de afgelopen jaren. Op dit punt zijn de CWI-prognoses optimistischer dan die van het CPB. Voor deze periode raamt het CWI een hogere groei van de werkgelegenheid en een grotere daling van de werkloosheid. Het CWI hanteert in het rapport Regionale Arbeidsmarktontwikkelingen 2006-2011 op nationaal niveau een drietal groeiscenario's (laag, midden en hoog). Alleen het middenscenario is op regionaal niveau uitgewerkt voor de periode tot en met 2011. Voor de begripsbepaling van het werkloosheidspercentage wordt het officiële cijfer van het CBS gehanteerd: het percentage werkloze beroepsbevolking. Daarnaast wordt de regionale werkloosheidsontwikkeling aan de hand van gegevens over niet-werkende werkzoekenden (NWW) van het CWI beschreven. De werkloosheidsbegrippen van het CBS (werkloze beroepsbevolking) en het CWI (nietwerkende werkzoekenden) verschillen sterk van inhoud, waardoor ze niet zonder meer met

elkaar vergeleken kunnen worden. Bij het CWI staan niet alleen en ook niet alle werklozen ingeschreven. Niet ingeschreven zijn personen zonder recht op een uitkering, zoals jongeren zonder eerdere werkervaring en herintreders. Wel schrijft het CWI personen die volgens het CBS niet tot de werkloze beroepsbevolking behoren, zoals personen die niet direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt (onvoldoende scholing en/of training), of personen die niet actief zoeken maar om wettelijke redenen verplicht zijn zich in te schrijven, of personen die werk zoeken voor minder dan twaalf uur per week. De doelgroep allochtonen wordt in deze analyse niet meegenomen. Het CWI verstrekt vanaf 2005 geen werkloosheidsgegevens meer over deze categorie. Leeswijzer In hoofdstuk l worden de verwachtingen weergegeven zoals geschetst door het Centraal Planbureau. Vervolgens worden de belangrijkste ontwikkelingen van de West-Brabantse arbeidsmarkt tot 2010 beknopt in beeld gebracht. Hoofdstuk 2 gaat nader in op de sectorale regionale werkgelegenheids- en vacatureverwachtingen tot 2010. In hoofdstuk 3 wordt de ontwikkeling van de regionale beroepsbevolking tot 2010 in kaart gebracht: naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Hoofdstuk 4 beschrijft de recente regionale werkloosheidsontwikkeling tot en met september 2006. In hoofdstuk 5 wordt de regionale vraag-en-aanbodverhouding tot 2010 nader bekeken. Voor een aantal onderdelen is geen regionale informatie beschikbaar. In deze gevallen is gebruikgemaakt van landelijke rapportages. De analyse wordt in hoofdstuk 6 afgesloten met de aandachtspunten voor de West-Brabantse arbeidsmarkt tot 2010.

Ontwikkelingen arbeidsmarkt In het kort Economische groei Nederland zet verder door. De werkloze beroepsbevolking in Nederland daalt tot 345.000 personen in 2007. Werkloosheidspercentage Nederland in 2010 naar 4,5%. Werkgelegenheid in West-Brabant stijgt in vier jaar tot 338.000 banen. Het aantal regionale vacatures neemt toe tot 2008; daarna volgt stabilisatie. De West-Brabantse werkloosheid daalt de komende periode tot naar schatting 14.000 personen in 2010. 1.1 Landelijke ontwikkeling Het Centraal Plan Bureau (CPB) verwacht in zijn Macro Economische Verkenning 2007 een duidelijke verbetering van de internationale economische groei. De Nederlandse economie presteert in 2007, met een groei van 3%, aanzienlijk beter dan de voorgaande jaren van laagconjunctuur. Het CPB verwacht voor de periode 2008-2011 (op basis van een voorzichtig scenario) een gemiddelde economische groei van 1,75%. Werd in 2004 en 2005 het herstel van de economische groei voornamelijk veroorzaakt door meer afzet in het buitenland, in 2007 leveren ook de binnenlandse bestedingen een substantiële bijdrage. Het Centraal Planbureau geeft verder aan dat daarnaast de bedrijfsinvesteringen, de investeringen in woningen en de overheidsinvesteringen zich aanmerkelijk positiever zullen ontwikkelen. Op de wereldmarkt verliezen Nederlandse bedrijven de komende jaren minder terrein dan in de voorgaande zes jaren. De situatie op de Nederlandse arbeidsmarkt wordt gunstiger. Zo stijgen de werkgelegenheid en het aantal vacatures nog verder, neemt de beroepsbevolking structureel toe en daalt de werkloosheid met ruim 1%. Vanaf 2006 valt de groei van de werkgelegenheid hoger uit dan de groei van de beroepsbevolking. De werkloosheid in Nederland daalt hierdoor met 135.000 personen in de periode 2006-2007 tot 345.000 personen. Het niveau van de werkloze beroepsbevolking komt in 2007 uit op 4,5%. Het CBP gaat voor de periode 2008-2011 uit van een voorzichtig groeiscenario. In dit scenario zwakt de groei van de beroepsbevolking af tot 0,25% per jaar. De groei van de werkgelegenheid is in dit scenario even hoog als die van de beroepsbevolking, waardoor in 2011 het niveau van de werkloosheid op hetzelfde niveau als in 2007 uitkomt.

1.2 West-Brabant in vogelvlucht In 2007 groeit de werkgelegenheid in West-Brabant met 3%. Vervolgens zwakt de werkgelegenheidsgroei tot 2010 af tot een gemiddelde van 2,2% per jaar. Het aantal banen stijgt van ruim 308.000 in 2006 naar bijna 338.000 in 2010. Het aantal vacatures stijgt in 2007 met 9%. Na 2007 zwakt de vacaturegroei geleidelijk af tot gemiddeld 2%. Het aantal vacatures stijgt van ruim 36.000 in 2006 naar 42.000 vacatures in 2010. De groei van de beroepsbevolking zwakt iets af van +1,4% in 2007 naar +1,3% in 2010. In tabel l zijn de belangrijkste kerncijfers van de arbeidsmarkt in West-Brabant weergegeven. Tabel l Kerncijfers arbeidsmarkt 2005-2010 West-Brabant; middenscenario CWI. Economie Economische groei Vraagzijde Werkgelegenheid Aantal vacatures Aanbodzijde Beroepsbevolking 2005 2,75% 304.822 33.300 Prognose 2006 3,0% 308.785" 36.500 318.575 320.225 a Uit: Werkgelegenheidsenquête 2006 (geen prognose). Prognose 2007 2,25% 316.150 39.700 324.685 Prognose 2010 337.905 42.000 337.640 Groei 2006 1,3% 10,0% 0,5% Groei 2007 2,4% 9,0% 1,4% Gemiddelde jaarlijkse groei 2008-2010 2,2% 2,0% Bron: CWI Regionale arbeidsmarktprognoses 2006-2011; SES West-Brabant, Werkgelegenheidsenquête 2006; CPB Macro Economische Verkenning 2007; Etin Adviseurs 2005, Beroepsbevolking 2005-2010 1,3% Het werkloosheidspercentage in West-Brabant daalt naar 4,1% in 2007. De omvang van de regionale werkloosheid (aantal niet-werkende werkzoekenden) neemt in 2007 sterk af tot 20.000 werklozen. Vooral jongeren profiteren van de zich gunstig ontwikkelende arbeidsmarkt. Ouderen vanaf 40 jaar, maar vooral langdurig werklozen lijken nog weinig profijt te hebben van de gunstiger arbeidsmarkt. Tabel 2 Werkloosheid West-Brabant 2005-2010 (niet-werkende werkzoekenden CWI). 2005 2006" Prognose Groei Groei 2007 2006 2007 Werkloosheid totaal wv. > 1 jaar wv. jongeren (< 23 jaar) wv. Ouderen (> 40 jaar) 25.841 15.440 a 1.287 16.500 22.630 14.998 944 14.756 20.000 - -12,0% -2,8% -26,7% -10,5% -14,0% - Werkloosheidspercentage Bron: CWI 5,6% 5,1%' 4,1% C -0,5 % -1% Toelichting: a Gegevens naar duur werkloosheid zijn over december 2005 niet beschikbaar. De gegevens voor december 2005 zijn berekend aan de hand van de aandelen in West-Brabant over de duur niet-werkend per eind januari 2006. b Omvang niet-werkende werkzoekenden per eind september 2006. c Schatting op basis van ontwikkeling landelijk werkloosheidspercentage CBS en ontwikkeling niet-werkende werkzoekenden West-Brabant arbeidsmarktprognoses CWI.

2 Vraagkant arbeidsmarkt In het kort De werkgelegenheid in West-Brabant herstelt. In 2007 groeit het aantal banen met 3%. Na 2008 zwakt de banengroei licht af. Het aantal arbeidsplaatsen stijgt van 308.000 in 2006 naar bijna 338.000 in 2010. Vooral sectoren in de marktsector profiteren van de oplevende economie. In de publieke sector stijgt de werkgelegenheid vooral in de gezondheids- en welzijnszorg. Het aantal vacatures stijgt in 2007 met 9%. Vanaf 2008 zwakt de vacaturegroei geleidelijk af tot gemiddeld 1% in de periode 2009-2010. Het aantal vacatures stijgt tot 42.000 in 2010. Sectoren met een grote omvang én met een grote groei van het aantal vacatures zijn: industrie, groothandel en IT en overige zakelijke diensten. Sectoren met een grote omvang van het aantal vacatures zijn: bouwnijverheid, detailhandel en gezondheids- en welzijnszorg. Tot en met 2008 ontstaan in vrijwel alle sectoren instroomkansen. Na 2008 geven vooral de sectoren met een grote omvang van het aantal vacatures goede instroomkansen. 2.1 Werkgelegenheid 2.1.1 Ontwikkelingen West-Brabant Met circa 310.000 banen draagt West-Brabant 4% bij aan de totale werkgelegenheid in Nederland. Ruim 60% van het totaal aantal banen in West-Brabant is te vinden in vier sectoren: industrie (49.895 banen}, handel en reparatie (58.365 banen), IT en overige zakelijke diensten (36.725 banen) en gezondheids- en welzijnszorg (44.195 banen). De werkgelegenheid in West-Brabant telt in vergelijking met Nederland meer banen in de industrie en de groothandel en minder banen in de IT en overige zakelijke diensten en de publieke dienstverlening. 1998-2006 In de periode 1998-2001, een periode gekenmerkt door een hoge economische groei, nam het aantal banen in West-Brabant met gemiddeld bijna 2,5% per jaar toe. Deze groei kwam in 2002 tot een einde en slaat dan om in een lichte daling. In 2003 en 2004 daalde het aantal banen fors (gemiddeld 2.000 banen per jaar). In 2005 kwam de afname van de regionale werkgelegenheid vrijwel tot stilstand. In 2006 stijgt het aantal banen, voor het eerst sinds vier jaar, weer in West-Brabant. De toename bedraagt met 1,3% bijna 4.000 banen.

Figuur l Ontwikkeling werkgelegenheid West Brabant 1998-2010 350.000 340.000 330.000 320.000 310.000 300.000 290.000 280.000 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007* 2008* 2009* 2010* * Verwachting op basis van prognoses middenscenario CWI. Bron: Werkgelegenheidsenquête West-Brabant 2006; Regionale arbeidsmarktprognoses CWI 2006-2011 2007-2010 In 2007 en 2008 zal de werkgelegenheidstoename verder doorzetten met een gemiddelde groei van ruim 2,6% per jaar: een toename van 8.000 banen per jaar. Ook na 2008 blijft de groei van het aantal banen behoorlijk. Het groeitempo neemt wel af tot 1,9% in 2010. Dan zal West-Brabant 338.000 banen tellen, ruim 29.000 meer dan in 2006. In West-Brabant ligt op middellange termijn het niveau van de werkgelegenheidsgroei gemiddeld 0,4% hoger dan landelijk. 2.1.2 Sectorale ontwikkelingen 1998-2006 De grote werkgelegenheidsgroei in West-Brabant in de periode 1998-2001 kwam in 2002 tot een einde. De jaren daarna werden gekenmerkt door een behoorlijke daling van het aantal banen. Medio 2005 kwam in West-Brabant de grote werkgelegenheidsdaling van de afgelopen jaren vrijwel tot stilstand. In 2005 was een herstel zichtbaar bij de handel, de horeca en catering en bij de IT en overige zakelijke diensten. De werkgelegenheid in publieke sector steeg verder. In 2006 trekt de werkgelegenheid duidelijk aan. Dit komt vooral tot uiting in de sectoren IT en overige zakelijke diensten, vervoer en telecom en in de gezondheids- en welzijnszorg. Alleen in de industrie en in het onderwijs nam het aantal banen af.

Figuur 2 Toe-/af name werkgelegenheid West-Brabant naar sector 2006-2010 (aantal banen) Landbo uw en visserij Industrie B o uwnijverheid Detailhandel Groothandel Horeca Vervoeren Telecom Financiële Diensten It en overige zakelijke diensten Overheidsdiensten Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Toerisme en overige diensten -500 500 1000 1500 2000 ontw ikkeling aantal banen Bron: Werkgelegenheidsenquête 2006 West-Brabant; Regionale arbeidsmarktprognoses CWI 2006-2011 2007-2010 De hoge economische groei zal de komende jaren een gunstig effect hebben op de werkgelegenheid. De West-Brabantse werkgelegenheid neemt in de periode 2007-2010 in alle sectoren in meer of mindere mate toe. Vooral de bouwnijverheid, detail- en groothandel, horeca en catering, vervoer en telecom en de IT en overige zakelijke diensten profiteren van de oplevende economie. Hoewel de relatieve groei van het aantal banen in de industrie beperkt is, valt de absolute stijging van het aantal banen in deze sector wel in positieve zin op. In de publieke sector stijgt de werkgelegenheid vooral in de gezondheids- en welzijnszorg. Bij de overheid, het onderwijs en toerisme en overige diensten blijft de groei de komende jaren bescheiden van omvang. Een hoge gemiddelde jaarlijkse groei wordt in West-Brabant in de periode 2007-2010 verwacht in de volgende sectoren: groothandel (+1557 banen, +4,4%); gezondheids- en welzijnszorgzorg (+1087 banen, +2,5%); IT en overige zakelijke diensten (+855 banen, +2,3%); industrie (+855 banen; +1,4%); detailhandel (+650 banen, +2,1%); bouwnijverheid (+630 banen, + 2,3%); horeca en catering (+555 banen, +4,6%); vervoer en telecom (+440 banen, +2,2%). Toelichting: De groothandel profiteert vooral van de groeiende export en wederuitvoer. Dankzij de extra uitgaven voor zorg ziet de gezondheids- en welzijnszorg haar werkgelegenheid toenemen. In de IT en overige zakelijke diensten is de groei van de werkgelegenheid toe te schrijven aan de toenemende productie in deze sector. De detailhandel zal zijn productie en het aantal banen behoorlijk zien toenemen, vooral door het aantrekken van de binnenlandse bestedingen van de consument. De bouwsector gaat een rooskleurige toekomst tegemoet. Zowel op de woningmarkt als de utiliteitsmarkt wordt een groei van het nieuwbouwsegment verwacht. In de horeca (en catering) versterkt de conjuncturele groei de aanwas van het aantal banen. Met name op de middellange termijn stijgt de werkgelegenheid fors. De vervoerssector profiteert duidelijk van het herstel van de wereldhandel.

2.2 Vacatures 2.2.1 Ontwikkelingen West-Brabant 1992-2006 In de periode 1992-2000 steeg het aantal vacatures in West-Brabant fors. In zeven jaar was er een toename van 15.000 vacatures tot ruim 40.000 vacatures. In de recessiejaren daalt het aantal vacatures tot een magere 25.000. De scherpe daling van het aantal ontstane vacatures komt eind 2003 tot stilstand. In de loop van 2004 herstelde de vacaturemarkt aanzienlijk. Daarmee is 2004 het jaar van het omslagpunt in de vacatureontwikkeling geworden. In de periode 2005-2006 stijgt het aantal fors tot circa 36.000 vacatures in 2006. 2007-2010 Het aantal vacatures zal in 2007 verder stijgen tot een niveau van 39.700 vacatures. Hiermee wordt het hoge niveau van zes jaar geleden weer bereikt. West-Brabant presteert in 2007, met een groei van 9%, circa een procentpunt beter dan Nederland. Na 2007 zwakt het regionale groeitempo van het aantal vacatures geleidelijk af tot een gemiddelde groei van 1% in de periode 2009-2010. Het totaal aantal vacatures wordt in 2010 geschat op 42.000. De groei van het aantal vacatures in West-Brabant zal in die periode even groot zijn als de landelijke. Figuur 3 Ontwikkeling vacaturevolume West-Brabant 1992-2010 45000 40000 35000 30000 25000 20000 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 * Verwachting op basis van prognoses middenscenario CWI. Bron: Regionale arbeidsmarktprognoses CWI 2006-2011 De uitkomsten van de antwoorden op de vacaturevraag uit de regionale werkgelegenheidsenquête van 2006 bevestigen het toenemend aantal vacatures (+41%) tot 5.730 openstaande vacatures in West-Brabant in het voorbije jaar. Vanaf 2004 hebben meer vacatures betrekking op nieuwe arbeidsplaatsen (uitbreidingsvraag) en vermindert het aandeel van vacatures voor herbezetting van bestaande arbeidsplaatsen (vervangingsvraag). Op de middellange termijn kan door de vergrijzing van de beroepsbevolking de vervangingsvraag behoorlijk toenemen, zeker in sectoren waar arbeidsplaatsen bezet zijn door veel oudere werknemers. 10

2.2.2 Sectorale ontwikkelingen 2003-2006 De omvang van het aantal vacatures nam in 2003 in vrijwel alle sectoren af. In 2004 groeide het aantal vacatures vooral in de marktsector; in de publieke sector daalde het aantal vacatures licht. Figuur 4 Toe-/afname vacaturevolume West-Brabant 2006-2010 naar sector -200 O 200 400 600 800 Landbouw en visserij Industrie Bouw en bouwinstallatie Detailhandel Groothandel Horeca en catering Vervoer en telecom Financiële diensten IT en overige zakelijke diensten Openbaar bestuur G 2006 gemiddeld 2007-2008 Q gemiddeld 2009-2010 Onderwijs Gezondheidszorg en welzijnszorg Toerisme en overige diensten Bron: Regionale arbeidsmarktprognoses CWI2006-2011 In 2006 groeit het aantal vacatures in de marktsector verder in met name de groothandel, IT en overige zakelijke diensten en in de industrie. Het herstel in de publieke sector hangt sterk samen met de omvangrijke groei in de gezondheidszorg- en welzijnssector. Het aantal vacatures in de publieke sector stijgt in 2006 met 10%. Tabel 3 Vacatureomvang belangrijkste sectoren West-Brabant 2006-2010. Gemiddeld Sector IT en zakelijke dienstverlening Detailhandel Industrie Gezondheids- en welzijnszorg Goothandel 2006 6.380 4.950 4.250 4.105 3.560 2008 7.190 5.210 5.025 4.535 4.525 2010 7.525 5.200 4.785 4.645 4.640 jaarpercentage 2007-2008 6,3% 2,6% 9,0% 5,2% 13,% Bouw- en bouwinstallaties 2.755 3.200 3.260 8,0% Horeca en catering 2.330 2.660 2.835 7,1% Vervoer en telecom Toerisme en overige diensten 1.745 1.525 2.160 1.665 2.045 1.700 11,8% 4,6% Onderwijs 1.230 1.465 1.355 9,5% Landbouw en Visserij 1.740 1.820 1.825 2,3% Openbaar Bestuur 890 1.015 960 6.8% Gemiddeld jaarpercentage 2009-2010 2,4% -0,1% -2,4% 1,2% 1,3% 1,0% 3,4% -2,6% 1,2% -3,7% 0,2% -2,6% Bron: Regionale arbeidsmarktprognoses CWI 2006-2011 2007-2010 In de periode 2007-2008 is vrijwel een identiek beeld zichtbaar, alleen neemt het groeitempo in alle sectoren af. Na 2008 stagneert de groei van het aantal vacatures. Alleen de IT en overige zakelijke diensten, horeca en catering, groothandel en de gezondheids- en welzijnszorg kennen dan nog een beperkte toename. Sectoren met een grote omvang én met een grote groei van het aantal vacatures zijn: Groothandel, IT en Overige zakelijke diensten en Industrie. Sectoren met een grote omvang, maar een kleine groei van het aantal vacatures zijn: de Detailhandel, Gezondheids- en welzijnszorg en de Bouwnijverheid. 11

Deze zes sectoren genereren samen de komende jaren in West-Brabant ruim 70% van het totaal aantal vacatures. Ook in 2010 blijft het vacaturevolume in deze sectoren aanzienlijk. Opmerkelijk is verder de relatief grote groei van het aantal vacatures in de horeca in de periode 2008-2010. Tot en met 2008 ontstaan, door de grote toename van het aantal vacatures, in vrijwel alle sectoren instroomkansen. Na 2008 geven vooral de sectoren met een groot aantal vacatures goede instroomkansen. 12

Aanbodkant arbeidsmarkt In het kort De groei van de beroepsbevolking in West-Brabant zwakt af van 1,4% in 2007 tot ruim 1% in 2010. West-Brabant vergrijst de komende jaren sneller dan landelijk. Het aandeel ouderen in de regionale beroepsbevolking zal stijgen tot ruim 40% in 2010. Over vier jaar bedraagt het aantal 45-plussers in de beroepsbevolking meer dan 135.000 personen. Tot 2010 groeit de beroepsbevolking vooral onder hoger opgeleiden. Door de toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen zal de groei van de vrouwelijke beroepsbevolking fors hoger uitvallen dan die van de mannelijke beroepsbevolking. 3.1 Landelijke ontwikkeling beroepsbevolking De komende jaren vergrijst de beroepsbevolking. De groei van de beroepsbevolking neemt hierdoor op middellange termijn geleidelijk af. De vergrijzing van de beroepsbevolking heeft een negatief effect op de omvang van de beroepsbevolking, omdat de participatiegraad van de 55-65-jarigen lager is dan voor de jongere leeftijdsgroepen. Toch blijft de beroepsbevolking de komende jaren naar verwachting licht stijgen. De instroom overtreft namelijk voorlopig de uitstroom. Vooral de participatie van vrouwen zal verder stijgen vanwege de vervanging van oudere generaties vrouwen met een lage participatiegraad door jongere generaties met een hogere participatiegraad. De omvang van de beroepsbevolking neemt in 2007 op landelijk niveau met circa 1% toe. Belangrijkste factoren die van invloed zijn op deze beroepsbevolkingsgroei: structurele groei van de beroepsbevolking met name als gevolg van stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen (circa 55.000 personen in 2007); negatief demografisch effect door de veroudering van de bevolking in beroepsgeschikte leeftijden (-40.000 personen in 2007); beleidseffecten (30.000 personen in 2006): onder andere maatregelen inzake de sociale zekerheid (herkeuringen WAO) en de beperking van de vervolguitkering (in combinatie met de aanscherping van de sollicitatieplicht); positief conjunctureel effect (+35.000 personen in 2007). In 2007 zal de conjunctuur naar verwachting een duidelijk positief effect te zien geven. De kansen op de arbeidsmarkt stijgen weer en behalve een structurele toename van de beroepsbevolking zal dit potentiële toetreders aanmoedigen de arbeidsmarkt te betreden. 3.2 Beroepsbevolking West-Brabant De afgelopen vijfjaar is de omvang van de West-Brabantse beroepsbevolking met gemiddeld circa 1% gegroeid. In 2007 komt de beroepsbevolking uit op 325.000 personen; een groei van 1,4%. In de periode 2007-2010 neemt de West-Brabantse beroepsbevolking iets minder snel toe tot 337.640 personen in 2010; een gemiddelde toename van ruim 1%. 3.2.1 Geslacht Door de toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen valt de groei van de vrouwelijke beroepsbevolking op middellange termijn fors hoger uit dan de groei van de mannelijke beroepsbevolking. De trendmatige groei van de beroepsbevolking wordt vooral veroorzaakt door het zogenaamde 'cohort-effect' in de arbeidsparticipatie van vrouwen: jongere generaties vrouwen participeren immers meer dan oudere generaties. Voor ieder cohort is de arbeidsparticipatie hoger dan die van het voorgaande cohort. 13

Figuur 5 Ontwikkeling beroepsbevolking West-Brabant naar geslacht 2000-2010 200.000 150.000 100.000 50.000 2000 2005 2010 G man vrouw Bron: CBS, Primos, CPB, CWI bewerking Etin Adviseurs 2005 In 2005 bestaat de beroepsbevolking uit 183.400 mannen en 136.800 vrouwen. De vrouwelijke beroepsbevolking is inmiddels toegenomen tot 42,5% van de totale beroepsbevolking. Uit de beroepsbevolkingsprognose blijkt een verdere stijging van het aandeel vrouwen tot 44,5% in 2010. 3.2.2 Leeftijd West-Brabant vergrijst de komende jaren sneller dan landelijk. De verwachting is dat in 2020 het aandeel 65-plussers in de West-Brabantse bevolking 19% bedraagt (dit was 12% in 1990). Waar tot 2000 de vergrijzing in West-Brabant nog achterliep bij het landelijke en Brabantse gemiddelde, zal de vergrijzing van de bevolking vanaf 2010 juist sneller toenemen dan in de rest van Nederland. In 2004 ligt in West-Brabant het aandeel ouderen boven de 55 jaar al meer dan een half procent boven het landelijke percentage. De vergrijzing van de bevolking is ook van invloed op de samenstelling van de beroepsbevolking. De hogere leeftijdscategorieën (vanaf 45 jaar) nemen in de periode 2005-2010 ruim vier vijfde deel van de groei van de beroepsbevolking voor hun rekening. Tabel 4 Beroepsbevolking West-Brabant naar leeftijdscategorie 2000-2010. 2000-2005- leeftijdscategorie 2000 2005 2010 2005 2010 15-24 jaar 37.170 38.200 42.520 2,8% 11,3% 25-44 jaar 170.400 163.900 159.435-3,8% -2,7% 45-54 jaar 73.590 77.865 88.215 5,8% 13,3% 55-64 jaar Totaal 25.585 38.610 47.470 50,9% 22,9% West-Brabant 306.745 318.575 337.640 3,9o/o 6,0% Bron: CBS, Primos, CPB, CWI bewerking Etin Adviseurs 2005 Het aandeel ouderen in de West-Brabantse beroepsbevolking stijgt van 32,3% in 2000 naar ruim 40% in 2010. Over vier jaar bedraagt het aantal 45-plussers meer dan 135.000 personen en het aantal 55-plussers bijna 48.000 personen. De vergrijzing van de bevolking wordt voor een belangrijk deel opgevangen door de stijgende arbeidsparticipatie van in het bijzonder werknemers boven de 55 jaar en vrouwen van middelbare leeftijd. 14

3.2.3 Opleidingsniveau Circa 70% van de West-Brabantse beroepsbevolking heeft een middelbare of hogere opleiding. De groei van de beroepsbevolking komt voor een groot deel voor rekening van hoger opgeleiden, waardoor het gemiddelde opleidingsniveau verder toeneemt. Figuur 6 Ontwikkeling beroepsbevolking West-Brabant naar opleidingsniveau 2000-2010 350000 2000 2005 2010 ' D basis vmbo mbo D hbo/w o Bron: CBS, Primos, CPB, CWI bewerking Etin Adviseurs 2005 Zowel in de periode 2000-2004 als in de periode 2005-2010 stijgt het aantal hoger opgeleiden in de beroepsbevolking met bijna 13%. Het aandeel hoger opgeleiden stijgt van 24% in 2000 naar 28% in 2010. Door de geringe groei van laagopgeleiden (basisonderwijs, vmbo) neemt hun aandeel in beroepsbevolking af tot 43% in 2010. 15

Werkloosheid In het kort De regionale werkloosheid daalt in 2007 tot 20.000 werklozen. Na 2008 zwakt de daling geleidelijk af en zal in 2010 naar schatting uitkomen op ruim 14.000 personen. Ouderen en langdurig werklozen profiteren minder van de gunstig wordende arbeidsmarkt. De jeugdwerkloosheid is fors gedaald. De daling is tweemaal zo groot als de daling van de totale werkloosheid in West-Brabant. Inmiddels daalt ook het aantal werklozen in de leeftijdscategorie 23-39 jaar substantieel. 4.1 Ontwikkeling West-Brabant In 2005 is de werkloosheid in Nederland voor het eerst sinds 2000 gedaald. Door de aantrekkende economie en de stijgende werkgelegenheid neemt de werkloosheid in 2006 sterk af. Het CWI verwacht in zijn prognoses voor 2007 een verdere daling van het aantal nietwerkende werkzoekenden van ruim 14%. Het CPB verwacht in 2007 een werkloosheidsniveau van 4,5%; een duidelijke afname ten opzichte van 2006 en 2005. In West-Brabant zal de aantrekkende economie sterk bijdragen aan een gunstige arbeidsmarktsituatie. De regio kan in 2007 een grote werkloosheidsdaling tegemoet zien. Voor 2007 is een daling voorzien van 13,5%. De werkloosheid zal in 2007 met 3.300 personen afnemen tot 20.000 werklozen. Met name de stijgende werkgelegenheid en het verder oplopende aantal vacatures zorgen voor een stevige afname van de werkloosheid. Figuur 7 Ontwikkeling werkloosheid West-Brabant 1992-2010 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 - O - * Prognoses midden scenario CWI. ** Prognose op basis van landelijke ontwikkeling CWI Middenscenario, bewerking afdeling O&I, gemeente Breda. Bron: CWI De daling van de werkloosheid ligt in 2007 vrijwel op het landelijk gemiddelde. In de periode 2008-2011 verwacht het CWI landelijk een gemiddelde daling van 7% van het aantal niet-werkende werkzoekenden. Voor de middellange termijn zijn geen prognoses beschikbaar op regionaal niveau. Maar wordt de landelijke verwachting van het CWI met betrekking tot het aantal niet-werkende werkzoekenden geprojecteerd op de West-Brabantse regio, dan zal de regionale werkloosheid verder dalen van 20.000 personen in 2007 tot ruim 14.000 personen in 2010. Het West-Brabantse werkloosheidsniveau lag in 2005 op 5,6%. Aangenomen wordt dat het werkloosheidspercentage dit jaar en volgend jaar verder daalt. Uitgaande van de toekomstige 16

landelijke ontwikkeling van het werkloosheidsniveau zal in West-Brabant het werkloosheidspercentage in 2006 naar schatting 5,1% en in 2007 naar schatting 4,1% bedragen. 1 4.2 Aandachtsgroepen In de periode 2001-2005 ondervonden drie specifieke aandachtsgroepen een meer dan evenredige stijging van de werkloosheid. Het aantal werkloze jeugdigen, oudere werklozen vanaf 40 jaar en langdurig werklozen groeide harder dan het West-Brabantse gemiddelde. Ondanks het ingezette economisch herstel profiteren met name 40-plussers en langdurig werklozen minder van de toenemende baankansen. Zij moeten in een oplevende arbeidsmarkt concurreren met jongeren, het toenemend aantal baanveranderaars en met kwalitatief beter passend aanbod op de vraag. Het aantal ouderen en langdurig werklozen neemt daardoor in 2006 nauwelijks af. 4.2.1 Jongeren Aanvankelijk groeide de jeugdwerkloosheid (jongeren tot 23 jaar) tot eind 2003 meer dan gemiddeld. Vanaf 2004 trad een geleidelijke daling van de jeugdwerkloosheid op. Deze zette versterkt door in 2005. Vooral jongeren profiteerden in deze periode van het stijgend aantal vacatures. Tot eind september 2006 is de jeugdwerkloosheid verder gedaald (27%); een daling die tweemaal zo groot uitvalt als het West-Brabantse gemiddelde. Aandachtspunt is het aantal werkloze jongeren dat momenteel op bijna 1.000 personen uitkomt. Het aandeel in de regionale werkloosheid daalt van 6,7% in 2004 tot 4,2% in september 2006. Inmiddels daalt ook het aantal werklozen in de leeftijdscategorie 23-39 jaar substantieel. Figuur 8 Werkloosheidsontwikkeling jongeren tot 23 jaar, West-Brabant 2002-2006 3000 2000 1000 I» Zt I» 2002 2003 2004 Bron: CWI, bewerking afdeling O&l gemeente Breda 2005 sept 06 Voor 2007 en later zijn geen prognoses op regionaal niveau beschikbaar. Het CWI verwacht op landelijk niveau voor 2007 een verdere afname met 19%. Wordt deze verwachting geprojecteerd op West-Brabant dan zal de regionale jeugdwerkloosheid verder dalen met 180 personen tot 765 jongeren eind 2007. 4.2.2 Ouderen De afgelopen jaren nam én het aantal én het aandeel ouderen (40+) in de werkloosheid gestaag toe. Veel ouderen hebben de afgelopen jaren hun baan verloren. Doordat ouderen een minder gunstige positie op de arbeidsmarkt innemen, beïnvloedt dit in negatieve zin de kans op Het werkloosheidspercentage berekend op basis van de werkloze beroepsbevolking wordt zowel door het CPB als het CBS als officieel werkloosheidspercentage gebruikt. : 17

werk. Deze positie wordt nog slechter als ouderen in een situatie van langdurige werkloosheid belanden. Ouderen zijn momenteel meer dan gemiddeld langdurig werkloos. Figuur 9 Werkloosheidsontwikkeling ouderen (40+), West-Brabant 2002-september 2006 20000 15000 10000 5000 2002 2003 2004 2005 sept06 Bron: CWI, bewerking afdeling O&l gemeente Breda De arbeidsmarkt wordt gunstiger, maar werkloze ouderen profiteren maar ten dele van de aantrekkende vraag naar personeel. Het aandeel werkloze ouderen van 40 jaar en ouder op de totale groep werklozen stijgt met 1% licht ten opzichte van 2005 tot 65%. Een lichtpuntje is de daling van werkloze ouderen tussen 40 en 49 jaar. Vanaf de tweede helft dit jaar daalt dit aantal oudere werklozen substantieel (van 16.500 personen eind 2005 naar 14.755 in september 2006). Het aantal werklozen van 50 jaar en ouder daalt licht (van 8.923 personen eind 2005 naar 8.824 in september 2006). Het aandeel 50-plussers op de totale groep werklozen neemt met 4% toe tot 39% in september 2006. Voor 2007 en de jaren daarna zijn geen prognoses op regionaal niveau beschikbaar. Het CWI verwacht in 2007 op landelijk niveau een afnemende werkloosheid onder ouderen. De landelijke prognoses verwachten een afname van circa 14% in de leeftijdscategorie 45-54 jaar en een afname van 8% bij 55-plussers. 4.2.3 Langdurig werklozen De in 2002 sterk gestegen kortdurende werkloosheid leidde in 2003 tot een sterke stijging van de langdurige werkloosheid. In 2004 steeg de langdurige werkloosheid verder, maar zwakte het groeitempo af. Het aantal langdurig werklozen lag in 2004 op bijna 16.000 personen. De langdurige werkloosheid steeg in 2004 viermaal zo snel als het West-Brabantse gemiddelde. De afstand tot de arbeidsmarkt werd voor langdurig werklozen groter en de werkervaring verouderde, waardoor deze doelgroep lagere uitstroomkansen heeft gekregen. 18

5 Vraag-en-aanbodverhouding arbeidsmarkt In het kort Tot 2010 neemt het aantal banen sterker toe dan de omvang van de beroepsbevolking. De kans is groot dat er de komende vier jaar grote (kwalitatieve en kwantitatieve) fricties ontstaan op de regionale arbeidsmarkt. Sectoren waar een groter deel van de vacatures moeilijk vervulbaar is, zijn: industrie, bouwnijverheid, detailhandel, groothandel, zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg. De vergrijzing leidt op de kortere termijn tot vervangingsproblemen. Dit geldt vooral voor de industrie (metalektro en chemie), bouwnijverheid, overheid, onderwijs en gezondheidszorg. Opleidingen waarvoor landelijk grote tot zeer grote knelpunten verwacht worden zijn opleidingen op hbo-/wo-niveau. In West-Brabant worden ook grote tot zeer grote knelpunten verwacht bij een aantal uitvoerende beroepen op vmbo- en mbo-niveau. Over het algemeen bieden technische opleidingen betere perspectieven op de middellange termijn dan de agrarische, economische en ICT-opleidingen. Er kunnen problemen ontstaan in de vacaturevervulling van banen met name in de dienstensector voor laagopgeleiden. Voor veel functies is niet zozeer een specifieke beroepsopleiding noodzakelijk, als wel een zeker niveau van algemene (sociale) vaardigheden en motivatie. De verschuiving van ongeschoold werk naar de dienstensector kan leiden tot tekorten aan ongeschoolden enerzijds en werkloosheid onder ongeschoolden die niet over de benodigde sociale vaardigheden beschikken anderzijds. 5.1 Werkgelegenheid en beroepsbevolking De situatie op de regionale arbeidsmarkt was in de jaren 2000 en 2001 erg krap te noemen. Tot 2001 nam de beroepsbevolking en het aandeel werkenden daarbinnen jaarlijks toe, waardoor het beschikbare aantal werklozen zowel kwantitatief als kwalitatief sterk daalde en de arbeidsmarkt in een overspannen situatie terechtkwam. Vanaf 2002 tot ongeveer 2005 overtrof in West-Brabant de groei van de beroepsbevolking de groei van de werkgelegenheid. De werkloosheid liep sterk op en er ontstond een ruime(re) arbeidsmarkt. In 2006 komt de banenmotor weer op gang en valt de stijging van de werkgelegenheid hoger uit dan van de beroepsbevolking. Algemeen wordt verwacht dat tot 2010 het aantal banen sterker toe zal nemen dan de omvang van de beroepsbevolking. Figuur 11 Ontwikkeling werkgelegenheid en beroepsbevolking West-Brabant 1992-2010 X1000 personen 355 340 325 310 295 280 265 250 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007* 2008* 2009* 2010* den duur werkgelegenheid beroepsbevolking (>12 uur/week) 20

5.2 Vacatures en werkloosheid De werkloosheid steeg vanaf eind 2001 fors, terwijl het aantal vacatures vanaf 2002 sterk afnam. Hierdoor kwam een einde aan een overspannen situatie van de arbeidsmarkt. In 2004 en 2005 zwakt de werkloosheidsstijging zichtbaar af. Vanaf 2004 stijgt het aantal vacatures en komen vraag en aanbod in West-Brabant weer dichter bij elkaar te liggen. Vanaf 2005 valt het aantal vacatures hoger uit dan het beschikbare werkloze aanbod en tekent zich een duidelijk herstel af van de arbeidsmarkt. Het aantal werklozen zal verder dalen en op middellange termijn uitkomen op het dalniveau van 2000-2001 (naar schatting ruim 14.000 werklozen). Een periode die werd gekenmerkt door grote (kwalitatieve en kwantitatieve) fricties op de arbeidsmarkt. Figuur 12 Ontwikkeling marktvraag en werkloosheid West-Brabant 1992-2010. 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 o vacatures -werkloosheid * Prognose CWI midden scenario. ** Inschatting ontwikkeling werkloosheid op basis van landelijke ontwikkeling. Bron: CWI, RBA, CBS, SES WB werkgelegenheidsenquête 2006, bewerking O&I gemeente Breda Door het herstel van de werkgelegenheid en het toenemend aantal vacatures zal tot 2010 het aantal knelpunten in de personeelsvoorziening naar verwachting toenemen. 5.3 Knelpunten arbeidsmarkt Voor een aantal deelsegmenten op de arbeidsmarkt geldt een toenemend tekort aan geschikt aanbod. Zo constateren diverse brancheorganisaties in Nederland dat veel sectoren het moeilijk vinden een groter deel van hun vacatures te vervullen. Het midden- en kleinbedrijf (Koninklijke Vereniging MKB-Nederland) spreekt zelfs van een explosieve toename en ziet het aantal moeilijk vervulbare vacatures verdrievoudigen. 5.3.1 Sectoren In de periode 2001-2003 daalde het aandeel moeilijk vervulbare vacatures 2 in drie jaar tijd van 50% in 2000 tot 18% in 2004. De ontwikkeling in West-Brabant is vrijwel gelijk aan die van Nederland. In 2004 steeg in West-Brabant zowel het aantal openstaande vacatures als het aantal openstaande moeilijk vervulbare vacatures. Verdere gegevens van het CBS met betrekking tot de moeilijk vervulbare vraag zijn momenteel niet voorhanden. Recentere gegevens van het CWI en het MKB-Nederland zijn wel beschikbaar. 2 Zie voor een definitie van het begrip moeilijk vervulbare vacatures de begrippenlijst achter in dit rapport. 21

Uit de bij het CWI geregistreerde langdurig openstaande vraag blijkt duidelijk dat het aantal moeilijk vervulbare vacatures toeneemt. Het aandeel langdurig openstaande vacatures in West- Brabant steeg van 19% in 2004 naar 28% eind 2005. Eind 2005 ligt bij het CWI het percentage langdurig openstaande vacatures in vrijwel alle sectoren op een aanzienlijk niveau (28% of hoger). Sectoren die een behoorlijke langdurig openstaande vraag kennen zijn: de industrie, bouwnijverheid, handel en reparatie, IT en zakelijke diensten en gezondheids- en welzijnszorg. Recente gegevens van MKB-Nederland duiden op een verdere toename van de moeilijk vervulbare vraag. Het landelijk percentage openstaande moeilijk vervulbare vacatures stijgt hier van 28% in 2005 naar 52% in 2006. MKB-sectoren die in 2006 een meer dan gemiddeld langdurig openstaande vraag kennen zijn: de industrie, zakelijke dienstverlening, non-food detailhandel, groothandel en bouwnijverheid. Ten opzichte van het vorig jaar is op landelijk niveau het aantal moeilijk vervulbare vacatures in alle MKB-sectoren sterk toegenomen, maar met name in de zakelijke dienstverlening. Wanneer de babyboomgeneratie vanaf 2006 met pensioen gaat, leidt dat in bepaalde sectoren en beroepsgroepen meteen al tot serieuze vervangingsproblemen. Dit geldt vooral voor de sectoren overheid, onderwijs, gezondheids- en welzijnszorgzorg en chemie. Ook de metalektro en de bouwnijverheid verwachten door de toenemende vergrijzing en het krimpende aanbod aan schoolverlaters de komende jaren problemen te ondervinden bij het werven van nieuw personeel. 5.3.2 Beroepsgroepen Een aantal beroepsgroepen in West-Brabant kent een gering aanbod van fase l werklozen. De vraag-en-aanbodverhouding bij een aantal beroepen in de regio is krap. 22

Figuur 13 Bij het CWI openstaande vacatures en niet-werkende werkzoekenden fase l naar beroepsgroep, West-Brabant per eind augustus 2006 Elementaire beroepen Lager technisch Middelbaar technisch Middelbaar administratief, commercieel ei Lager transport Lager administratief, commercieel Lager agrarisch Middelbaar verzorgend Lager verzorgend Hoger administratief, commercieel edl lagere beveiligingsberoepen Middelbaar juridisch, bestuurlijk, beveiligin Hoger technisch Middelbaar gedrag en maatschappij 100 200 300 400 500 600 Bron: CWI, Arbeidsmarktmonitor l openstaande vacatures nww fase 1 Deze situatie is vooral aanwezig bij de meer technische beroepsgroepen (lagere en middelbaar niveau) en bij de lagere agrarische beroepen (zie figuur 13). Een kwantitatief overschot lijkt vooralsnog duidelijk bij een aantal beroepsgroepen zoals administratief-commercieel personeel (lager, middelbaar en hoger niveau). Op landelijk niveau melden MKB-bedrijven naar functie uitgesplitst vooral moeilijk vervulbare vacatures bij: technische/ict-functies, met name in zakelijke dienstverlening en technische sectoren; verkoop/commerciële functies, met name in de detailhandel; administratief/ondersteunende functies, met name in de groothandel; logistieke functies in transport; functies in de horeca. MKB-Nederland constateert verder dat moeilijk vervulbare vacatures (Arbeidsmarkt mkb 2006): voor lager personeel/uitvoerende functies verhoudingsgewijs meer voorkomen in de food detailhandel, groothandel en de horeca (accent vmbo/mbo-niveau); voor middenkaderfuncties verhoudingsgewijs meer dan gemiddeld voorkomen in de groothandel, autobranche en transport (accent mbo/hbo-niveau); voor hoger personeel meer dan gemiddeld voorkomen in de zakelijke dienstverlening (accent op hbo-techniek); in aantal toenemen voor hoger personeel en middenkaderfuncties. Verwachtingen tot 2010 Het herstel van de werkgelegenheid zet door, waardoor het aantal knelpunten in de vacaturevervulling op middellange naar verwachting zal toenemen. Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) heeft een uitgebreide prognose gemaakt van verwachte knelpunten in de personeelsvoorziening 2005-2010. Hierbij maakt het onderscheid naar beroepen met zeer grote, grote en enige te verwachten knelpunten. Uitgesplitst naar beroepsgroep ziet de verwachting van het ROA er als volgt uit: Voor de periode tot 2010 worden vooral grote knelpunten voor de technische en industrieberoepen voorspeld. De oorzaken zijn achtereenvolgens een hoge vervangingsvraag, een achterblijvende interesse van jongeren voor techniek en een relatief hoge uitbreidingsvraag vergeleken met de afgelopen jaren. Ook voor de pedagogische beroepen, en dan vooral voor docentenberoepen in het voortgezet en middelbaar onderwijs, verwacht het ROA grote knelpunten. 23

Enige knelpunten worden verwacht voor (para)medische beroepen (met name artsen en apothekers) en, in mindere mate, voor economisch-administratieve beroepen. In tabel 5 zijn de belangrijkste beroepen met te verwachten knelpunten tot 2010 weergegeven. Hierbij is ook gekeken naar de meer specifieke accenten voor West-Brabant. Tabel 5 Toekomstige knelpunten naar beroep 2005-2010 West-Brabant. Groot tot zeer groot Enige knelpunten Aannemers en installateurs Agrarische arbeiders en bedrijfshoofden Architecten en bouwkundig projectleiders Chauffeurs Artsen Managers Bankwerkers en lassers Productiemedewerkers Bouwvakkers Programmeurs Elektromonteurs Therapeuten en verpleegkundigen Mechanisch operators Verkopers Metaalarbeiders Monteurs Docenten Tweede- en derdegraads zonder specialisatie Economische-administratieve vakken tweede- en derdegraads Exacte, medische en verzorgende vakken eerste-, tweede- en derdegraads Politieagenten, onderofficieren en beveiligingsemployees Receptionisten en administratieve employees Bron: RWI, ROA, CWI, bewerking afdeling O&I gemeente Breda In West-Brabant lijken de komende vier jaar ook bij veel uitvoerende beroepen grote knelpunten te ontstaan, bijvoorbeeld bij bankwerkers en lassers, bouwvakkers en monteurs en receptionisten en administratieve employees. Opvallend gemeenschappelijk kenmerk is dat deze beroepen overwegend een mbo-niveau vragen. 5.3.3 Opleidingniveau Het ROA verwacht dat tot 2010 de werkgelegenheidsgroei voor de hoger opgeleiden groter zal zijn dan voor de lager opgeleiden. Enerzijds omdat de sectoren en beroepen waarin zij werken harder groeien. Anderzijds omdat de upgrading (het tempo van de ontwikkeling naar steeds nieuwere opleidingseisen) van de kwalificatievereisten voor hoger opgeleiden blijft doorgaan. Grote tot zeer grote knelpunten worden verwacht bij bijna alle opleidingen op hbo-, of woniveau. Bij ongeveer de helft van de mbo-opleidingen worden enige knelpunten verwacht. De vraag naar havo/vwo-opgeleiden zonder verdere beroepsopleiding en naar vmbo- en lager opgeleiden zal volgens het ROA in de komende jaren nergens tot knelpunten leiden. Over het algemeen bieden technische opleidingen betere perspectieven op de middellange termijn dan de agrarische, economische en ICT-opleidingen. Ook opleidingen gericht op zorg en onderwijs bieden meer kansen dan sociaal-culturele, verzorgende en welzijnsberoepen. Voor veel lagere functies is niet zozeer een specifieke beroepsopleiding noodzakelijk, als wel een zeker niveau van algemene (sociale) vaardigheden en motivatie. Dat het accent van de werkgelegenheidsontwikkeling verschuift in de richting van de dienstensectoren, waar contact met de klant een belangrijke rol speelt, versterkt de volgende effecten (RWI, Arbeidsmarktanalyse 2006): Ongeschoold werk wordt veeleisender. De laaggeschoolde werkgelegenheid zal steeds meer te vinden zijn in de dienstensector, waarbij een aantal algemene sociaal-communicatieve vaardigheden noodzakelijk wordt, ook voor banen die geen specifieke beroepskennis eisen. De verschuiving van ongeschoold werk naar de dienstensector kan enerzijds leiden tot tekorten aan ongeschoolden en anderzijds tot werkloosheid onder ongeschoolden die niet over de benodigde sociale vaardigheden beschikken. In het middensegment worden aan vakmensen steeds hogere eisen gesteld. Zij zullen zich steeds meer kennis moeten eigen maken en die kennis ook praktisch moeten kunnen 24