A. Antwoorden op vragen over Achmea Wlz GGZ 2016 ingediend door zorgaanbieders via de website

Vergelijkbare documenten
Geestelijke gezondheidszorg

Nota van Inlichtingen behorende bij. Zorginkoopdocument 2016 Wlz SECTOR GZ

Toelichting bij het Zorginkoopdocument Wlz 2017 sector GGZ en Overeenkomst 2017 sector GGZ n.a.v. de vragen gesteld voor de Nota van Inlichtingen:

Zorgkantoor Friesland Inkoopdocument Wlz 2016

Nota van Inlichtingen behorende bij. Zorginkoopdocument 2017 Wlz SECTOR GGZ

Aanvulling 2019 op Deel 2 Regionaal inkoopkader nieuwe zorgaanbieders Wlz 2018

CONCEPT Wlz Zorginkoopbeleid mr. Daphne Koch, beleidsadviseur ZN

Informatiebijeenkomst zorginkoopbeleid Wlz Gehandicaptenzorg

Informatiebijeenkomst zorginkoopbeleid Wlz Verpleging & Verzorging

Zilveren Kruis Zorgkantoor zet in op zorg en ondersteuning die past bij de manier waarop klanten hun leven willen leiden

Nota van inlichtingen Wet langdurige zorg 2017 Regionaal inkoopkader Midden IJssel

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument GGZ Wlz Publicatiedatum: 30 juni 2017

Bijeenkomst Inkoop Wlz Wet Langdurige Zorg 1 juni 2017

SECTORVREEMDE EN INSTELLINGSVREEMDE ZZP S. Geldig in jaar: 2011 Versie: 1.0

Inleiding. Nota van Inlichtingen Experiment persoonsvolgende bekostiging Rotterdam 2017 Zilveren Kruis Zorgkantoor Wlz Gehandicaptenzorg

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Wlz Zorginkoopbeleid drs. Ineke Wever, manager Zorg ZN

Welkom. Inkoopdocument Wet langdurige zorg 2017

Bijeenkomst Zorgaanbieders Wlz inkoopbeleid 2017

Zilveren Kruis zet in de Wlz-zorginkoop de cliënt centraal en biedt ruimte aan nieuwe zorgaanbieders

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 2 April 2017

Bijeenkomst cliëntenraden Wlz. 22 maart 2016

Wlz Zorginkoop Regionale informatiebijeenkomst voor zorgaanbieders Datum 16 en 18 juni 2015

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 3 Mei 2017

Aanvulling 2019 bij inkoopkader Wlz juni 2018

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 5 Juli 2017

Nota van Inlichtingen behorende bij. Zorginkoopdocument 2016 Wlz SECTOR GZ

Inkoopbeleid Wlz 2017 gehandicaptenzorg. Bijeenkomst zorgaanbieders Zwolle - Nieuwegein 1 juni 2016

Cliëntervaring. De bron voor verbetering. Petra Meijer 21 maart 2016

Voorlichtingsbijeenkomst nieuwe zorgaanbieders Wlz 2017

Veelgestelde Vragen over de transitie Langdurige GGZ

Landelijk inkoopbeleid 2020 Regionaal Kader 2020

Nota van Inlichtingen Bijlage Achmea zorginkoop AWBZ 2014.

Vragenlijst AWBZ/Wlz zorgcontractering 2015

Zorginkoopbeleid Wlz 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Met hart voor zinnige zorg Voor nu en later. Zorgkantoren Coöperatie VGZ Juni 2018

Zorginkoop Wlz

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 7 September 2017

TOELICHTING BIJ HET CZ ZORGINKOOPDOCUMENT Sector V&V Wlz Publicatiedatum: 28 juni 2019

Aanvulling 2019 bij inkoopkader Wlz

Veelgestelde vragen over Schoonmaak in de Wlz voor thuiswonende Wlz-klanten

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

Pagina 1 van 5. Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018

Aanvulling 2020 op deel 2 regionale inkoopkader nieuwe zorgaanbieders Wlz 2018

Nota van inlichtingen m.b.t landelijk inkoopkader Wlz 2016 Inleiding

Nota van Inlichtingen 2018 Wlz sector GGZ

Zorginkoop Wlz 2018 Nieuwe zorgaanbieders

Inkoop experiment V&V regio Zuid Limburg Experiment Persoonsvolgende

Nota van Inlichtingen behorende bij. Zorginkoopdocument 2016 Wlz SECTOR GGZ

Vragenlijst AWBZ zorgcontractering 2014

FAQS voor Langdurige GGZ

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 4 Juni 2017

Zorginkoopdocument Wlz 2016 Geestelijke Gezondheidszorg

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen II, Inkoopdocument Wlz juni 2018

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt loopt tot en met 31 december 2011.

Inkoop Langdurige Zorg

Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz 2018

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis

Verpleging en verzorging (V&V)

Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument GZ Wlz Publicatiedatum: 29 juni 2018

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

ZELFANALYSE ZORGINKOOP WLZ GZ 2017

ZELFANALYSE ZORGINKOOP WLZ GGZ 2017

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

Inkoopbeleid Wlz V&V 2017 Zilveren Kruis Zorgkantoor. Ingrid Renes 1 juni 2016

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen IV, Inkoopdocument Wlz juli 2018

ZELFANALYSE ZORGINKOOP WLZ V&V 2017

Inkoopprocedure Inkoopkader Langdurige Zorg 2016 Zorgkantoren Coöperatie VGZ

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 6 Augustus 2018

Zorginkoopdocument Wlz 2016 Gehandicaptenzorg

Zorginkoopbeleid Wlz 2019

PUBLIEKSVERSIE Zorginkoopbeleid Wlz 2017

Toelichting bij Zorginkoodocument Wlz 2016 sector GGZ n.a.v. de vragen gesteld voor de Nota van Inlichtingen.

Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave

Nota van Inlichtingen. behorend bij. Aanvulling 2020 bij het Regionale inkoopkader Wlz

PLANNING & INKOOPPROCEDURE 2020

Inkoopprocedure Wet langdurige zorg voor goede zorg zorg je samen

Telefoonnummer

PUBLIEKSVERSIE ZORGINKOOPBELEID Wlz 2017 GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Nadere nota van Inlichtingen

IVVU, 18 februari 2015 Herma Oosterom. Wet langdurige zorg

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update december 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Inkoopdocument Wet langdurige zorg

ZORGINKOOPDOCUMENT 2016 Wlz SECTOR GZ. Regionale kader bij ZN Inkoopkader langdurige zorg 2016

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update oktober 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Inkoopprocedure langdurige zorg 2015 Verpleging en Verzorging en Gehandicaptenzorg

Inkoopbeleid Voortgezet verblijfs-ggz 1 onder de Zorgverzekeringswet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PUBLIEKSVERSIE ZORGINKOOPBELEID Wlz 2016 GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

FAQ presentatie zorgaanbieders januari / februari 2015

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 9 November 2017

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Primair proces. Levering

Presentatie Zorginkoopbeleid 2015 Verpleging & Verzorging

Zorginkoop VVT. Inhoud Presentatie. 1. De AWBZ (I) 1. De AWBZ 2. Uitvoering AWBZ 3. Zorginkoop Toekomst zorginkoop

Transcriptie:

Nota van inlichtingen Wlz GGZ 2016 Achmea In deze Nota van Inlichtingen treft u correcties, verduidelijkingen en aanvullingen aan op de Inkoopprocedure langdurige zorg 2016 Geestelijke Gezondheidszorg van Achmea. Deze Nota komt voort uit de gestelde vragen en bezwaren van zorgaanbieders evenals overheidsbeleid dat bekend is geworden na publicatiedatum. In lijn met het zorginkoopbeleid 2016 zijn er drie Nota s van Inlichtingen opgesteld; voor de VV, GZ en GGZ zorginkoopprocedure van Achmea. Er is ook een Nota van Inlichtingen voor het landelijk kader (deel 1 van elke sector). De Nota van Inlichtingen van de Achmea-sectoren prevaleert boven de afzonderlijke zorginkoopdocumenten en maakt onderdeel uit van de Achmea Zorginkoopprocedure Langdurige zorg 2016. Bovendien prevaleren de afzonderlijke zorginkoopdocumenten boven het landelijk kader en bijbehorende Nota van inlichtingen. Binnen de zorginkoopprocedure is er naast het stellen van verduidelijkende vragen, tevens een mogelijkheid geweest om bezwaar te maken tegen de inkoopprocedure. In deze Nota van Inlichting hebben wij naar aanleiding van de gestelde vragen duidelijkheid geboden omtrent onderdelen van de inkoopprocedure en hebben we correcties doorgevoerd van gesignaleerde onjuistheden. Daarnaast zijn beleidsaanpassingen ten gevolge van ingediende bezwaren, tevens opgenomen in deze nota. Deze Nota van inlichtingen voor de Wlz GGZ 2016 is opgebouwd uit de volgende twee onderdelen: A. Antwoorden op vragen over Achmea Wlz GGZ 2016 ingediend door zorgaanbieders via de website B. Antwoorden op vragen gesteld tijdens de voorlichtingsbijeenkomst van 5 juni jl. C. Antwoorden op vragen over Procedure Achmea (deel 3) A. Antwoorden op vragen over Achmea Wlz GGZ 2016 ingediend door zorgaanbieders via de website Betreft: Deel 1 Landelijk inkoopkader Deel 2 Sectorspecifiek inkoopbeleid GGZ Achmea 2016 Visie en strategie zorgbehoefte en passende zorg Vraag 1: Op pagina 31 staat: "Voor mensen met alleen ambulante begeleiding of in zorg bij een RIBW verwacht Achmea dat in de zorgbehoefte van de cliënt wordt voorzien met passende zorg en bijbehorende financiering." Wat wordt hier precies mee bedoeld? Wij hebben momenteel nog 3 cliënten met een ZZP B- indicatie in een Beschermde Woonvoorziening. Voor 2015 heeft Achmea ons een WLZ overeenkomst aangeboden voor deze cliënten. Kunnen wij voor 2016 opnieuw een overeenkomst tegemoet zien? Antwoord 1. RIBW-zorgaanbieders die zorg leveren aan de mensen met een ZZP GGZ B-indicatie, dienen omdat zij RIBW-zorg leveren de cliënt aan te melden bij de gemeenten, daar de cliënt RIBWzorgbehoefte heeft. Om zicht te krijgen op hoeveel cliënten met een ZZP GGZ B-indicatie niet worden geaccepteerd voor RIBW-zorg via gemeenten ten laste van de WMO, verwachten wij dat de RIBW het gesprek aangaat met gemeenten. De zorgaanbieder gaat vervolgens in gesprek met zorgkantoor hierover. De zorgaanbieder wordt gevraagd in de zelfanalyse de stand door te geven en wel als volgt: 1

Hoeveel cliënten met welke ZZP s wil de gemeenten niet van WMO-zorg voorzien? Wat is of zijn de redenen die gemeenten daarvoor opgegeven. Indien cliënten met een ZZP GGZ B-indicatie verblijven in een RIBW en de gemeenten accepteert deze cliënten met een WMO-zorgbehoefte niet voor 2016, dan spreekt het zorgkantoor wel een overeenkomst Wlz GGZ 2016 af indien is voldaan aan alle voorwaarden hiervoor inclusief de eis van minimale levering van 50.000. Minimale levering is zichtbaar in herschikking 2015 en bespreken wij dan met de betreffende zorgaanbieder. Vraag 2: Ook bij vervolgzorg na een ZZP GGZ B-zorglevering waarbij verpleging en verzorging of een verstandelijke beperking op de voorgrond staat, kan het voorkomen dat de passende zorg lastig is te realiseren. Verwacht u hierover ook een toelichting in de zelfanalyse aan te treffen? Antwoord 2. Ja, inderdaad. Het kan voorkomen dat cliënten niet kunnen doorstromen naar passende zorg, bijvoorbeeld cliënten met een primaire behoefte aan verblijf met verpleging en verzorging of met een verstandelijke beperking en daarbij een ggz-grondslag. Deze cliënten waarbij de zorgbehoefte is veranderd, krijgt u niet in zorg op een passende plaats volgens voorkeur van de cliënt, omdat bijvoorbeeld het CIZ deze cliënten niet indiceert voor verpleging en verzorging met een kop voor ggz-expertise in het kader van bejegening en calamiteiten. Wanneer dit aan de orde is informeert de zorgaanbieder het zorgkantoor. In de zelfanalyse neemt de zorgaanbieder hierover de volgende zaken op: Hoeveel cliënten met welke ZZP s krijgen niet de passende zorgbehoefte geïndiceerd waardoor ze niet doorstromen naar een zorgaanbieder van voorkeur met passende zorg? Bij hoeveel van deze cliënten is bezwaar gemaakt tegen de indicatie als niet de verwachte zorgbehoefte van de cliënt is geïndiceerd? Wat is de reden die het CIZ opgeeft om niet te indiceren wat cliënt, familie, cliëntondersteuning en zorgaanbieder verwachten. Op welke wijze stellen wij de middelen vast? sectorvreemde zorg en omzettingen Vraag 3a: Is het voor 2016 weer toegestaan om sectorvreemde levering af te spreken? Omdat sectorvreemd niet altijd goed te voorspellen is; wat gebeurd er als er een patiënt met een sectorvreemde ZZP komt waar geen afspraak over is gemaakt? Antwoord 3a: Het uitgangspunt van het zorgkantoor bij het maken van de initiële productieafspraak 2015 was wel het afspreken van sectorvreemde zorglevering wanneer dit zichtbaar was in de extrapolatie van de realisatie die gebruikt is voor de herschikking 2014. Wanneer een zorgaanbieder sectorvreemde zorg levert in 2015, waar geen afspraak voor bestaat, mag deze een verzoek indienen bij de inkoper om deze zorg declarabel te maken voor 2015. We komen hier in de herschikking voor 2015 op terug. Voor 2016 geldt dat een verzoek tot sectorvreemde zorglevering niet meer automatisch wordt gehonoreerd door het tarief declarabel te maken. De zorgaanbieder moet aantonen, waarom zij deze zorgbehoefte met de best passend zorglevering kunnen beantwoorden t.o.v. de sectoreigen zorglevering door een andere zorgaanbieder. In 2015 hebben wij aangekondigd dat incidentele sectorvreemde zorglevering op enig moment stopt. De borging van de sectorvreemde kwaliteit is namelijk altijd minder dan de kwaliteit van de zorg in de eigen sector. Een zorgaanbieder dient dan ook bij een verzoek tot sectorvreemde zorglevering, zich af te vragen of zijn organisatie wel het best de zorgbehoefte van de cliënt dient inclusief borging van de kwaliteit. 2

Vraag 3b: Wordt er dit jaar weer gebruik gemaakt van de omzettingstabel voor ZZP GGZ B? Antwoord 3b: In principe maakt Achmea gebruik van de omzettingstabel. Omzettingen van ZZP GGZ B naar ZZP s met een andere grondslag zijn - zoals blijkt uit de omzettingstabel - niet vanzelfsprekend. Een zorgaanbieder kan een verzoek doen bij het zorgkantoor voor een omzetting met redenen omkleed en voorzien van alle informatie zoals borging van de kwaliteit. Dit verzoek zal worden beoordeeld en al dan niet worden gehonoreerd, ter beoordeling van Achmea. Welke zorg kopen we in? Offreren in regio statutaire vestiging Vraag 4: Klopt het dat inschrijving moet plaatsvinden op het kavel "intramuraal met ggz behandeling" in de regio van statutaire vestiging ondanks het feit dat de locatie waar de ggz zorg geleverd wordt in een andere regio ligt dan die van de statutaire vestiging? Antwoord 4: We vragen inderdaad om te offreren in regio van statutaire vestiging voor verblijf met ggz-behandeling. We maken deze keuze omdat cliënten met GGZ B-levering niet alleen uit de gemeente of regio afkomstig zijn waar deze afdeling is gevestigd. Deze afdelingen hebben soms ook een bovenregionale functie. Inkoopprocedure 2016 Vraag 5: Op p. 32 staat geschreven dat GGZ-instellingen die deelnemen aan de procedure een zelfanalyse en voorstel ontwikkelafspraken aanbieden. Op p. 33 staat dat deelnemers die een opslag op het basistarief wensen deze zelfanalyse en ontwikkelplan op moeten stellen. Vraag: Is het verplicht onderdeel van de procedure een zelfanalyse en ontwikkelplan op te stellen of alleen indien de zorginstelling voor een opslag in aanmerking wil komen? Antwoord 5: Wanneer een ggz-zorgaanbieder alleen in aanmerking wil komen voor het basistarief dan hoeft deze geen zelfanalyse met ontwikkelvoorstellen in te dienen. Wanneer een ggz-zorgaanbieder een kans wil maken op maximaal 3%-tariefopslag in de herschikking 2016 dan dient de zorgaanbieder de zelfanalyse ggz en een voorstel voor minimaal 3 ontwikkelplannen in te dienen/ te offreren. Uitgangspunten zorginkoop 2016 Vraag 6: Als leveringsvormen in het algemeen landelijk kader worden naast ZZP ook MPT en VPT genoemd. Is dit juist gezien het feit dat de enige leveringsvorm voor de WLZ GGZ de ZZP is? Antwoord 6: VPT bestond niet in de AWBZ voor mensen met een ZZP GGZ B-pakket. Een ZZP GGZ B bestaat uit functies ggz-behandeling en verblijf. De prestatie ambulante ggz-behandeling in de Wlz/ AWBZ bestaat niet en is/ was ook niet declarabel. Dus VPT en ook variant MPT zijn geen leveringsvorm bij een ZZP GGZ B-levering. Alle vormen van levering van ambulante curatieve ggz-behandeling vindt plaats ten laste van de Zvw. Vraag 7: In het GGZ inkoopbeleid wordt aangegeven dat alleen de leveringsvorm ZZP mogelijk is. Hoe gaat Achmea om met mensen met een GGZ B indicatie die deze in VPT of MPT willen verzilveren? 3

Antwoord 7: Wanneer de zorgbehoefte van een cliënt met ZZP GGZ B-zorglevering verandert in ambulante ggz-behandeling dan kan de cliënt met ontslag. Belangrijk is dat de benodigde vervolgzorg goed is geregeld voordat cliënt met ontslag gaat. Via een verwijzing - volgens de polisvoorwaarden van de zorgverzekering van een cliënt - kan de toegang tot de curatieve ambulante ggz-behandeling worden geregeld. Voorafgaand aan ontslag is samen met cliënt geïnventariseerd wat nog meer nodig is voor een leven (met zorg) na ontslag. Tevens zijn alle benodigde acties ingang gezet bijvoorbeeld als cliënt zorg en wonen nodig heeft is deze aangemeld bij cliëntondersteuning van de gemeenten. De cliënt is gecoacht zodat deze acties zoveel mogelijk zelf ingang zijn gezet (herstelondersteunende zorg). Wanneer cliënt binnen 90 dagen na ontslag terugvalt, kan de oude ZZP GGZ B-indicatie van voor ontslag weer worden geactiveerd. Vraag 8: Bij nieuwe aanbieders wordt geschreven dat zij naast de leveringsvorm ZZP ook VPT kunnen leveren. Is dit juist aangezien de leveringsvorm WLZ GGZ alleen ZZP is? Antwoord 8: De leveringsvorm in de Wlz GGZ is inderdaad alleen de ZZP om twee redenen: Alle ambulante ggz-behandeling kan alleen ten laste van de Zvw worden geleverd, waardoor in de Wlz alleen verblijf met ggz-behandeling in de vorm van een ZZP GGZ B mogelijk is. Ook vindt in de Wlz GGZ geen instroom plaats in 2016 doordat er nog geen toegangscriteria GGZ zijn. Een GGZ B-indicatie kan niet meer worden afgegeven door het CIZ vanaf de ingangsdatum 1 januari 2015 van de Wlz. Nieuwe zorgaanbieders kunnen ZZP GGZ B s niet toegewezen krijgen en daarom ook niet leveren. Zie verder ook vraag en antwoord nummer 6 en 7. B. Antwoorden op vragen gesteld tijdens de voorlichtingsbijeenkomst van 5 juni jl. 1. Wat moet een zorgaanbieder doen bij uitstroomproblemen omdat de gemeenten niet thuis geven? a. Hoe ziet dit uitstroomprobleem eruit? Conform aanwijzing van VWS horen mensen die RIBW-zorg krijgen vanaf 1 januari 2015 in de WMO thuis. Deze cliënten zijn in staat in deze setting te wonen. Cliënten kunnen naast WMO-zorg ook nog een curatieve ggz-behandeling uit de Zvw ontvangen. RIBW-zorg met curatieve ggz is niet gelijk aan zorglevering waarvoor een GGZ B-indicatie is afgegeven, maar kan wel overbruggingszorg zijn tot ggzopname. Overigens geldt overbrugging tot opname met een GGZ B-indicatie in 2015 alleen voor cliënten die wachten op een GGZ B-opname met een indicatiedatum van 31-12-2014 of eerder. Alle andere opnames met ggz-behandeling vinden vanaf 1 januari 2015 plaats in de Zvw. b. Waarom wil Achmea inzicht in dit uitstroomprobleem? Achmea krijgt signalen dat gemeenten mensen met een GGZ B-indicatie die zorg krijgen in een RIBW of ambulante zorg niet indiceren voor zorg ten laste van de WMO, eveneens uitgevoerd door de gemeenten. Achmea wil graag inzicht in de omvang en de redenen waarom deze cliënten in de Wlz achterblijven, zodat wij dit kunnen verantwoorden aan VWS als een gevolg van de transitie waarbij iedere sector zo haar eigen dynamiek ervaart. 4

c. Zorgaanbieder geeft via de zelfanalyse over de zorgbehoefte dit uitstroomprobleem door? Achmea wil van zorgaanbieders weten 1)hoeveel cliënten zij met een GGZ B-indicatie in zorg hebben waarbij de cliënt in de RIBW woont of ambulante zorg krijgt ten laste van de Wlz 2) waarbij de gemeenten deze cliënt niet willen toelaten voor WMO zorg en 3) de reden waarom. De zorgaanbieder schetst de situatie in het format zelfanalyse bij de vraag over de zorgbehoefte van de cliënt voor 2016. d. Hoe gaat Achmea om met dit uitstroomprobleem in de Wlz GGZ? Wanneer de zorgaanbieder kan aantonen dat hij alles in het werk heeft gesteld om mensen met een RIBW-zorgbehoefte of ambulante zorg in de WMO gefinancierd te krijgen - maar dit niet lukt - en deze cliënten in zorg zijn met een GGZ B-indicatie, kan de overeenkomst 2016 Wlz GGZ worden overeengekomen, tenzij niet wordt voldaan aan de voorwaarde van een minimale levering van 50.000 in de herschikking van 2015. Met zorgaanbieders waar dit laatste aan de orde is, wordt contact opgenomen. 2. Wat verstaat het zorgkantoor onder meerzorg? Binnen de sector GZ is het al jaren mogelijk wanneer de zorgbehoefte van een cliënt de bestaande prestaties en tarieven te boven gaat om meerzorg aan te vragen. Hiervoor is landelijk een specifiek protocol opgesteld door ZN en zorgkantoren. Het CCE, Zorginstituut en de VGN zijn hierover geconsulteerd. Meerzorg bestaat in principe uit tijdelijke extra financiële middelen voor de inzet van extra zorg om tot een bepaald niveau van herstel te behandelen, waarna met reguliere prestaties verder kan worden gezorgd en behandeld. Voor de Wlz 2016 heeft de NZa meerzorg ook mogelijk gemaakt voor cliënten met een grondslag psychiatrie. In de ogen van Achmea is dit niet noodzakelijk, daar met de KIB-prestatie en toeslag NSFP de bijzondere (tijdelijke) intensieve vormen van langdurige ggz-behandeling ingevuld kunnen worden. Bovendien zal een vraag naar meerzorg voor 2016 op grond van ggz-behandeling gezien de bestaande populatie binnen de Wlz GGZ niet aan de orde zijn, tenzij er een nieuwe situatie optreedt en de zorgbehoefte van een cliënt verandert. De meerzorg-situaties die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan bij Achmea gingen in alle gevallen om luxerende VG-problematiek - naast psychiatrische grondslag - die niet voor het 18 e jaar is geconstateerd, maar wel duidelijk aanwezig in het functioneren van cliënt. Waar nodig is met behulp van het protocol VG-meerzorg passende zorg gecreëerd. Het bestaande landelijke protocol meerzorg zal later in 2015 voor de GGZ worden aangepast. Op welke wijze en hoe dit inhoud krijgt, is op dit moment niet bekend. 3. Is het mogelijk om meerdere zorgaanbieders binnen een stichting samen te voegen? In het verleden werd deze mogelijkheid door de NZa met de naam Stichtingsbudgettering aangeduid. De zorgaanbieder dient bij de NZa te informeren of Stichtingsbudgettering nog steeds mogelijk is. Vervolgens volgt de zorgaanbieder de aanwijzingen van de NZa. Een zorgaanbieder dient in ieder geval tijdig een verzoek tot samenvoeging van alle organisaties met bijbehorende agb- en NZa-code in bij de NZa en overlegt dit van te voren met concessiehouder Achmea. De nieuwe NZa-code moet voor het aangaan van een overeenkomst met productieafspraak Wlz 2016 door de NZa zijn afgegeven. 5

4. Wij hebben klanten met ZZP GGZ C-levering en sectorvreemd en geen nieuwe instroom. Wat is dan de mogelijke inhoud nog van ontwikkelplannen? Wanneer de zorgaanbieder alles in het werk heeft gesteld zoals toegelicht in antwoord 1b. en toch voor cliënten met een GGZ B-indicatie in een RIBW in aanmerking komt voor een overeenkomst Wlz GGZ 2016 kan deze als volgt handelen: Een zorgaanbieder geeft in de inkoopapplicatie aan of zij voldoet aan de toetredingseisen, namelijk: Bestuursverklaring, Programma van eisen en de Conceptovereenkomst 2016. Vervolgens kan de zorgaanbieder kiezen om geen zelfanalyse en ontwikkelafspraken in te dienen waarbij deze automatisch in aanmerking komt voor het basistarief van 94,3% in de Wlz GGZ 2016. Een zorgaanbieder kan kiezen om de zelfanalyse en de ontwikkelafspraken in te dienen om eventueel in de toekomst in aanmerking te komen voor maximaal 3% tariefsverhoging conform de procedure behalen resultaten op ontwikkelafspraken. Een zorgaanbieder die RIBW-zorg levert met een GGZ B- indicatie kan alleen ontwikkelafspraken voor kwaliteitsverbeteringen maken relevant voor cliënten in zorg in de Wlz 2016, te beoordelen door Achmea. Zo zullen ontwikkelafspraken m.b.t. separaties niet worden gehonoreerd in dit voorbeeld, daar separaties niet worden uitgevoerd door de RIBW. 5. Hoe heeft het zorgkantoor het basistarief van 94,3% voor ggz-instellingen die ZZP GGZ B leveren bepaald? Het zorgkantoor heeft met behulp van de daadwerkelijke GGZ B-levering door alle ggz-instellingen, uitgezonderd RIBW-en, bepaald wat het gemiddelde tariefpercentage is en daarop 3% voor maximale verbetering van de kwaliteit in mindering gebracht. 6. Wat gebeurt er bij een eventuele wijziging van beleid waarbij de GGZ C s alsnog naar de Wlz gaan? Bij de landelijke start van de zorginkoop Wlz voor 2016 is niets bekend over een eventuele transitie van een deel van de cliënten met een RIBW-indicatie vanuit de WMO naar de Wlz. Dit valt dan ook buiten het kader van de zorginkoop Wlz GGZ voor 2016. De verantwoordelijkheid voor levering van de RIBW-zorg is belegd in de WMO met ingang van 2015 en wordt uitgevoerd door de gemeenten. Het kader van de Wlz 2016 betreft mensen in zorg met een GGZ B -indicatie van voor 1-1-2015 met dezelfde zorglevering. Omdat er nog geen toegangscriteria bekend zijn voor de Wlz GGZ zullen alleen nog mensen uitstromen uit de Wlz èn geen mensen meer instromen met een GGZ B-indicatie. Binnen deze kaders en verantwoordelijkheden is de zorginkoop Wlz 2016 landelijk inhoud gegeven. 6

7. Hoe gaan we om met huidige in cliënten EPA 1 -vignet 6 en 7 die vanaf 2015 naar gemeenten is gegaan en later misschien weer naar Wlz? Achmea heeft met een aantal ggz-zorgaanbieders meerjarenafspraken gemaakt onder andere in het kader van vermaatschappelijking en vervangende (outreachende) zorg. Onderdeel van een meerjarenafspraak is dat in het verzorgingsgebied van de zorgaanbieder een zogenaamde EPAvignettenstudie wordt uitgevoerd in samenspraak met Achmea, gemeenten, RIBW-en en andere stakeholders bijvoorbeeld cliënten. Het doel van een vignettenstudie is gezamenlijk met stakeholders een blauwdruk te maken van de EPA-doelgroep in zorg in gemeente(n), samen te verkennen wat de zorgbehoefte en mogelijkheden zijn van deze cliënten en welke zorgarrangementen daarbij passen. Daarna zal worden verkend wat er voor nodig is om deze zorgarrangementen en bijbehorende zorginfrastructuur te realiseren. Het is beslist niet de bedoeling dat cliënten met RIBW-zorg in de Wlz GGZ 2015/ 2016 ondergebracht worden zonder dat hier wettelijk een kader voor is geschapen. C.Antwoorden op vragen over Procedure Achmea (deel 3) Vraag 1. In paragraaf 2.3.7 staat: Achmea is gerechtigd om de budgetformulieren mede namens de zorgaanbieder in te dienen, zoals beschreven in paragraaf 2.3.5 (Eenzijdige indiening).. Dit lijkt ons niet juist. Graag nader toelichten. Antwoord 1. In de NZa beleidsregels is vastgelegd dat de budgetformulieren tijdig, dat wil zeggen voor 1 november van enig jaar, dienen te worden ingediend. In het geval sprake is van een kort geding, waarvan de uitkomst na die uiterste aanleverdatum wordt verwacht, mag Achmea om het proces voor wat betreft de indiening van de budgetformulieren tijdig af te ronden, het betreffende formulier eenzijdig indienen, om te voldoen aan de eisen zoals gesteld in de NZa-beleidsregels op dit punt. Afhankelijk van de uitkomst van het kort geding is de verwachting dat alsnog een tweezijdig ondertekend budgetformulier kan worden ingediend. De verwijzing naar paragraaf 2.3.5 is in zoverre onduidelijk, dat in paragraaf 2.3.5 een eenzijdige indiening altijd mogelijk is, indien Achmea en de zorgaanbieder niet tot een akkoord komen. Paragraaf 2.3.7 verwijst naar de eenzijdige indiening in het geval van een kort geding, waarbij de uitkomst na de uiterste aanleverdatum is te verwachten. Vraag 2. In paragraaf 2.3.7 staat: Achmea is gerechtigd om de budgetformulieren mede namens de zorgaanbieder in te dienen, zoals beschreven in paragraaf 2.3.5 (Eenzijdige indiening).. In paragraaf 2.3.5 staat: "Wanneer Achmea met de zorgaanbieder niet tot een akkoord kan komen over de invulling van de productieafspraken (tarief en volume), kan Achmea overgaan tot een eenzijdige indiening van het budgetformulier bij de NZa." Wij gaan er vanuit dat de beleidsregel van de NZa die hierover gaat wordt nageleefd. Graag uw reactie. Antwoord 2. In de NZa beleidsregels is vastgelegd dat de budgetformulieren tijdig, dat wil zeggen voor 1 november van enig jaar, dienen te worden ingediend. In het geval sprake is van een kort geding, waarvan de uitkomst na die uiterste aanleverdatum wordt verwacht, mag Achmea om het proces voor wat betreft de indiening van de budgetformulieren tijdig af te ronden, het betreffende formulier eenzijdig indienen, om te voldoen aan de eisen zoals gesteld in de NZa-beleidsregels op dit punt. Afhankelijk van de uitkomst van het kort geding is de verwachting dat alsnog een tweezijdig 1 EPA = Ernstige Psychiatrische Aandoening 7

ondertekend budgetformulier kan worden ingediend. De verwijzing naar paragraaf 2.3.5 is in zoverre onduidelijk, dat in paragraaf 2.3.5 een eenzijdige indiening altijd mogelijk is, indien Achmea en de zorgaanbieder niet tot een akkoord komen. Paragraaf 2.3.7 verwijst naar de eenzijdige indiening in het geval van een kort geding, waarbij de uitkomst na de uiterste aanleverdatum is te verwachten. Vraag 3. Kunt u voorbeelden geven van afwijkende afspraken uit vorige jaren die zouden vervallen indien deze niet worden opgenomen in het zorgaanbiedergebonden deel van de overeenkomst? Achmea heeft met de zorgaanbieders bijvoorbeeld meerjarige afspraken gemaakt over de afbouw van intramurale capaciteit die op ander wijze zijn vastgelegd. Hoe dienen de zorgaanbieders met deze afspraken om te gaan om te voorkomen dat deze vervallen op basis van deze passage in het inkoopbeleid? Antwoord 3. Afspraken in het zorgaanbiedergebonden deel van de overeenkomst maken onderdeel uit van die overeenkomst. De overeenkomst van 2015 vervalt van rechtswege na 31-12-2015, met uitzondering van afspraken die door hun aard meerjarig zijn overeengekomen. U dient deze meerjarige afspraken wel actief aan te geven bij Achmea. Indien u dat verzuimt, dan vervallen deze afspraken. Vraag 4. Par. 2.3.7: Door ook aan een tegen de voorlopige uitkomst van de offertebeoordeling aangespannen kort geding geen schorsende werking toe te kennen, ontneemt Achmea elke effectiviteit aan een dergelijk kort geding. In feite is er daarmee ook geen sprake meer van een voorlopige uitkomst van de offertebeoordeling. Wij verzoeken u dit aan te passen door te bepalen dat een tegen de voorlopige uitkomst van de offertebeoordeling aangespannen kort geding alleen schorsende werking heeft ten aanzien van de kavel(s) waarop dat kort geding betrekking heeft en waarop de zorgaanbieder die het kort geding aanhangig heeft gemaakt mogelijk aanspraak maakt. Antwoord 4. Achmea heeft er rekening mee te houden dat sprake is van het afsluiten van meerdere overeenkomsten ter borging van de levering van zorg. Bovendien is de tijdsplanning, waarbij 30 oktober 2015 de uiterste deadline is voor het aanleveren van de budgetformulieren bij de NZa, in de NZa-beleidsregels ingeregeld. De NZa is wel bereid om uitzondering te maken voor het later dan deze uiterste datum indienen van 1 budgetformulier, waarbij de indiening afhankelijk is van de uitkomst van een rechtszaak, maar niet voor alle budgetformulieren. Achmea past op dit punt het gestelde in haar inkoopbeleid dan ook niet aan. In de tekst bij paragraaf 2.3.7 staat vermeld dat het aanspannen van een kort geding is uitsluitend van invloed op de productieruimte waarop de procederende deelnemer mogelijk aanspraak maakt.' Met deze omschrijving bedoelen wij de kavels waarop het kort geding betrekking heeft en hebben wij voldaan aan hetgeen u verzoekt. Vraag 5. Par. 2.3.7 en p. 49: Onderaan p. 49 wordt verwezen naar paragraaf 1.11. Moet dit niet par. 2.3.7 zijn? Antwoord 5. Dat is juist, de verwijzing onderaan pagina 49 dient te luiden: paragraaf 2.3.7 Geen schorsende werking. Vraag 6. Beoordeling offerte en Uitgangspunten bij de beoordeling Begrijpen wij dat het onder het tweede aandachtspunt bedoelde nader onderzoek ook een reactiemogelijkheid van de zorgaanbieder omvat? Dit achten wij noodzakelijk en verzoeken u te bevestigen dat die mogelijkheid hierin is opgenomen. 8

Antwoord 6. Nader onderzoek houdt in dat Achmea onderzoek verricht. Afhankelijk van de geconstateerde feiten, omvat een dergelijk onderzoek inderdaad ook een reactiemogelijkheid van de zorgaanbieder. Vraag 7. Voor de toelichting op de offerte hanteert het Zorgkantoor een "hersteltermijn" van in principe drie werkdagen. Wij achten deze termijn in een vakantieperiode irreëel en verzoeken u deze aan te passen. Bent u bereid om deze termijn aan te passen? Zo nee, waarom niet? In dat geval maken wij bezwaar tegen deze termijn. Antwoord 7. Bij zorginkoopprocedures zoals onderhavige van Achmea, is het gebruikelijk om helemaal geen hersteltermijn te geven, omdat een offerte zoals deze is ingediend beoordeeld wordt en er geen ruimte wordt gelaten om later dan de sluiting van de offerte termijn nog stukken aan te leveren. Een onvolledig ingediende offerte wordt namelijk uitgesloten. Achmea heeft gemeend om zorgaanbieders nog een korte termijn te geven van in principe drie werkdagen waarop onduidelijkheden of kennelijke fouten of omissies hersteld kunnen worden. In overleg kan eventueel van deze termijn worden afgeweken. Achmea meent echter dat een zorgaanbieder kan voldoen aan de termijn van in principe drie werkdagen, behalve in uitzonderlijke gevallen, en past deze termijn dan ook niet aan. 9