NIEUWSBRIEF juli 2012

Vergelijkbare documenten
1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Klimaatbestendige stad

Pharmafilter. april 2012

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012

Bent u. duurzaamheid. al de baas?

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Denktank Circulaire Economie Consolidatie 3 maart 2016

Waterschappen en Energieakkoord

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE

Afvalwaterplan DAL/W 2 In vogelvlucht. Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Hunze en Aa s

Ons kenmerk VEB Aantal pagina's 5

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

De economische betekenis van waterschappen. mr.drs. Peter C.G. Glas Voorzitter Unie van Waterschappen 5 september 2013

Topsoil. Korte introductie

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Mineral Valley Twente: Toonaangevend voor bodem en mestverwerking

Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het AB:

introductie waterkwantiteit waterkwaliteit waterveiligheid virtuele tour Waar zorgen de waterschappen in mijn omgeving voor?

Verslag bijeenkomst medicijnresten uit water 10 maart 2016

REDUCTIE HYDRAULISCHE BELASTING RWZI

Cruquius Manifest. Strategische discussie over toekomstig waterbeheer in Nederland. Museumgemaal Cruquius, Dinsdag 28 Januari 2014

60 Slimme dijken. Reactieformulier uitvraag aan de markt Nieuwe oplossingen voor piping. Deel A: Informatie van de indiener en indruk van de werkgroep

Kennisagenda NKWK- KBS. Groeidocument versie 0.1

Meer waarde creëren. Assetmanagement op maat

Inleiding KNAG 7 december Dijkgraaf Herman Dijk

De bodem daalt sneller dan de zeespiegel stijgt. Tijd voor een innovatieve en integrale aanpak van bodemdaling!

Verkiezingsprogramma. Water Natuurlijk Rijn en IJssel

Water, wij halen eruit wat erin zit

Standpunt Nieuwe Sanitatie

FOSFAATFABRIEK. Coert Petri (Waterschap Rijn en IJssel) Green Deal en Ketenakkoord Fosfaat

DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018

Goede. Goed voor landbouw, natuur én waterbeheer 19A

Nieuwe sanitatie in Nederland. Bert Palsma

Groenblauwe netwerken voor duurzame en dynamische steden

Lerende gebouwen. meer comfort & minder energie. 2e Expert meeting TAG, 7 oktober 2015, Haagse Hogeschool, Delft

Natuurlijk comfortabel -Visie op de afvalwaterketen in de regio Vallei en Veluwe-

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

agendapunt 3.a.7 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden INNOVATIE - VISIE EN REALISATIE Portefeuillehouder Smits, M. Datum 23 juni 2015

2. Bestuurlijke aanleiding en vraag De aanleiding voor het opstellen van het Afvalwaterketenplan is

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Kennis Platform Water. Samenvatting advies 2012

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

Denk mee met Rijnland

Ruimte om te leven met water

Dames en heren, 1 DVHN, 9 september 2015.

agendapunt 04.B.16 Aan Commissie Bestuur, organisatie en bedrijfsvoering INNOVATIE - VISIE EN REALISATIE

Rapportage werkgroep innovatie

Samenwerking in de waterketen Leren van lessen uit de waterpraktijk Het succes van de 44 regio s

Sfeerverslag 18 november 2015 DOEN!

Remote Sensing. Betere informatie voor duurzamer, doelmatiger en klimaatrobuuster waterbeheer

NEDERLAND WORDT ANDERS LEARNING FROM LOWLANDS

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

32627 (Glas)tuinbouw Gewasbeschermingsbeleid. Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu

agendapunt 04.B.07 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water VISIE EN STRATEGIE ROTTERDAMSE SAMENWERKING AFVALWATERKETEN

Dynamisch waterbeheer

KlimaatAdaptieve Drainage

gehoord hetgeen in het kader van een consultering door de commissie SKK op 3 april 2014 naar voren is gebracht;

Triple-O aanpak: leren van het Bioscience Park. Julian Starink Directie Duurzaamheid Ministerie van Infrastructuur en Milieu

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat?

Thermofiele Slibgisting en Stikstofterugwinning op RWZI Bath

Reinier de Graaf Gasthuis

Opleidingsprogramma DoenDenken

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

Mededeling aan het AB

EXPERTS MEET THE. Seminars voor financials in de zorg DE ZORG: ANDERS DENKEN VOOR EFFICIËNTERE ZORG

Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM )

Boeren hebben. oplossing! een. Meerjarenplan 2020 van ZLTO

Het WC². Riolering in de niet zo verre toekomst. Marije Stronks

Samen Duurzaam DOEN! Stap 1 // Welkom en inleiding. Stap 2 // Voorstelronde aanwezigen. (5 minuten) (10 minuten)

Sturingsfilosofie en Organisatiestructuur Waterschap Limburg

Deelexpeditie onderwaterdrainage

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode

I-QUA binnen Gemeentelijke Waterbeheer. Harold Soffner, beleidsmedewerker en projectleider I-QUA Gemeente Bernheze 19 oktober 2017

Dinsdag 1 mei Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Inhuldiging visdoorgang Poekebeek - Nevele

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN

Mijn 7 grootste inzichten in ICT in de zorg uit de afgelopen 15 jaar

Dutch Coastline Challenge. Op weg naar 2 e Bijeenkomst 22 juni 2017

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 24 mei 2018 U Lbr. 18/ Factsheet. Voortgang Samenwerken aan Water

Veilig, Verantwoordelijll, VVD!

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Harmonisatie Innovatiebeleid. Datum 5 november 2012 Opgemaakt door afdeling Strategie & Beleid

Duurzame watersystemen

WATERSCHAPPEN ALS LAUNCHING CUSTOMER

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Energie uit afvalwater

Energie uit afvalwater

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

Klimaatakkoord Rijk en UvW

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

HOE PAK IK ASSETMANAGEMENT OP IN MIJN ORGANISATIE EN NEEM IK MIJN BESTUUR MEE?

Inleiding KIVI Kring Stedendriehoek. Inleider: dijkgraaf Herman Dijk

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

Transcriptie:

NIEUWSBRIEF 53 juli 2012 Oude en nieuwe bestuurders STOWA-bestuur weer op sterkte In de afgelopen periode hebben binnen het bestuur van STOWA de nodige veranderingen plaatsgevonden. Zo namen de dijkgraven Henk van t Land en Wim Wolthuis afscheid. Tegelijkertijd verwelkomde het bestuur ook drie nieuwe leden: Toine Gresel, dijkgraaf van Peel en Maasvallei, Lida Schelwald-Van der Kley, lid van het DB Zuiderzeeland, en Roel de Jong, DB-lid van Wetterskip Fryslân. In deze uitgave blikken de oude bestuurders terug en kijken de nieuwe bestuurders vooruit naar de positie en rol van STOWA in de wereld van het regionale waterbeheer. Toine Gresel: meehelpen om kennis en kunde aan de man te brengen Toine Gresel (58) was 21 jaar burgemeester, laatstelijk van Heerlen, toen hij twee jaar geleden werd benoemd tot dijkgraaf van Waterschap Peel en Maasvallei. Ik heb geen technische achtergrond, maar ben een volbloed bestuurder. Dat is waarschijnlijk de reden dat STOWA mij in het bestuur heeft gevraagd. STOWA neigt meer naar de governance-kant, waarbij het accent komt te liggen op hoe je de organisatie positioneert. Daar wil ik me graag voor inzetten. Gresel kende STOWA, onder meer via directeur Jacques Leenen. De organisatie leek me altijd een onuitputtelijke bron van onderzoeken. Ik vraag me wel af wat er met al die onderzoeken wordt gedaan. Die vraag zal ik zeker blijven stellen. Als dijkgraaf had ik in Venlo te maken met het topsectorenbeleid voor water en landbouw, die in die gemeente samenkomen in de Greenport. Ik zie water ook als een topsector die wereldwijd veel kan brengen, inhoudelijk en economisch. Daarin speelt de stichting zeker een rol. Ik heb veel ambitie met STOWA, maar heb ook nog veel te leren. Van kansen naar kassa In de trits van kennis, kunde, kansen en kassa ziet Gresel dat STOWA al veel kennis en kunde biedt en nu opschuift naar de kansen. In dat veld wil ik de stichting maximaal Toine Gresel, Dijkgraaf van Waterschap Peel en Maasvallei In deze uitgave onder meer: Oude bestuurders nemen afscheid, nieuwe bestuurders stellen zich voor / Met One-stepfilter in één stap naar effluent van KRW-kwaliteit / KRW Volg- en Stuursysteem: meer ecologische kwaliteit, meer doelmatigheid / Afvalwaterketensymposium 2012 / Pharmafilter schoolvoorbeeld van People, Planet, Profit / Groenblauwe netwerken maken stad klaar voor de toekomst / Deltaproof halverwege de rit / Handreiking Inspectie Waterkeringen 2012 verschenen

positioneren. Als we de goede partners vinden, dan komt het met de kassa ook goed. Kijk naar het Nereda-project. Dat willen we in de zuivering standaard gaan toepassen. Nereda scheelt tijd, ruimte en geld. Met dat soort projecten kunnen alle betrokken zich heel mooi profileren. De overstap van het gemeentebestuur naar de wereld van het waterbeheer bevalt Gresel tot nog toe heel goed. Ik kom heel veel enthousiaste en gemotiveerde mensen tegen. We zitten in Nederland in een delta waarbij niet alleen veiligheid van belang is, maar ook de ecologische, ruimtelijke en economische kant van het water. Daarin hebben we veel kennis en kunde ontwikkeld. Ik wil graag helpen die meer aan de man te brengen. Op een aantal onderwerpen wil De Jong zich de komende jaren als bestuurder in het bijzonder richten. De gevolgen van de klimaatveranderingen voor het watersysteem houden mij erg bezig. Daarnaast ben ik erg benieuwd of we alle maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water zo kunnen plooien dat er evenwicht komt tussen de ecologische en de economische functie van water. Een zeer uitdagend terrein vind ik het principe van afval tot grondstof. Daar liggen grote kansen. Ten slotte hebben veel waterschappen eigen innovatieplannen, naast wat er landelijk wordt ontwikkeld. Wellicht kan STOWA een coachende rol krijgen om waterschappen te helpen bij hun eigen innovatieprojecten. Roel de Jong: coachende rol voor STOWA bij innovatieprojecten afzonderlijke waterschappen De nieuwe STOWA-bestuurder Roel de Jong (54) is sinds 2004 lid van het Dagelijks Bestuur van Wetterskip Fryslân. De loco-dijkgraaf is van huis uit hydroloog en sinds 2000 projectmanager bij en plaatsvervangend secretaris van de Adviesraad voor de Wadden. Hij is vanuit de ecologische hoek in het bestuur van het waterschap gekomen. De Jong heeft onder meer innovatie, monitoring en de inrichting van de Friese boezem in zijn portefeuille, met bij dat laatste als accenten de regionale veiligheid en het natte ecosysteem. Lida Schelwald-van der Kley: goede interactie tussen STOWA en waterschapsbesturen Lida Schelwald-van der Kley (48) werd in 2005 lid van het algemeen bestuur van Waterschap Zuiderzeeland. In januari 2009 werd ze gekozen tot heemraad. Schelwald is bijna 25 jaar actief als milieuadviseur in binnen- en buitenland. Zij is hoofdredacteur van het blad Water Governance en publiceerde samen met Linda Reijerkerk in 2009 het boek Water, a way of life. De Jong heeft een goede indruk van STOWA. De organisatie heeft een goede naam. STOWA belichaamt de bundeling van krachten van de waterschappen en is dé schakel tussen kennisvragen en de ontwikkelingen in de praktijk. Men werkt op het snijvlak van kennis en uitvoeringspraktijk en dat levert veel goede dingen op. Veelbelovende dingen Talrijke projecten en innovaties vinden via STOWA hun weg naar de waterschappen. Daarover is De Jong blij. Dat neemt niet weg dat ik nog vaak veelbelovende dingen tegenkom die ik later elders niet terugvind. Zo had de Waterharmonica bij de waterzuivering van Grou zeer goede resultaten met ecologische nazuivering van effluent in een klein moerassysteem. Dat is elders amper opgepakt. Meer algemeen zie ik dat bij het Interreg-project waterberging in de stedelijke omgeving. Daar wordt ook nog maar weinig mee gedaan. Niet alles hoeft of kan landelijk worden uitgerold, maar daarover moet wel een bewuste afweging worden gemaakt. Roel de Jong, lid Dagelijks Bestuur Wetterskip Fryslân STOWA TER INFo / 53 pagina 2

In haar bestuurswerk komt Schelwald STOWA geregeld tegen. Zuiderzeeland doet aan verschillende STOWAonderzoeken mee, onder andere het regenwateronderzoek. Ik kende de organisatie ook al via mijn werk voor de Stichting Kennisontwikkeling en kennistransfer Bodem (SKB). Ik heb altijd een heel goed gevoel gehad bij STOWA. Zij staat aan de basis van veel innovaties en ontwikkelingen op het vlak van duurzaam waterbeheer. Waardevolle positie Schelwald vindt dat STOWA een waardevolle positie inneemt in de waterschapswereld: In deze dynamische tijden verandert er wereldwijd veel op het gebied van waterbeheer, onder meer door de klimaatveranderingen en menselijke invloeden. Nederland heeft internationaal gezien een vooraanstaande positie. Dat is geen reden om genoegzaam achterover te leunen. We moeten hard werken om het kennisniveau op peil te houden. STOWA draagt daar in belangrijke mate aan bij, omdat het de krachten bundelt met innovaties. Een mooi voorbeeld waar dat toe kan leiden, is volgens Schelwald de officiële ingebruikname van de Neredazuiveringsinstallatie in Epe. In dat project deed de TU Delft het fundamentele onderzoek, deed STOWA het toegepaste onderzoek en fungeerde waterschap Veluwe als launching customer. De korrelslib-methode is kostenbesparend, kost minder ruimte en energie. Hiervoor is veel belangstelling uit het buitenland. Het Nereda-project toont aan waar goede samenwerking toe kan leiden. Henk van t Land, oud-bestuurslid STOWA Schelwald heeft als nieuw bestuurslid een paar aandachtsgebieden voor ogen: Ik vind het heel belangrijk dat de interactie met de waterschapsbesturen goed is en blijft. Daarom zijn kennisuitwisselingsdagen en dergelijke heel nuttig. Het is voor waterschappen belangrijk om voeling te houden met wat er nationaal en internationaal speelt op het gebied van innovatie en duurzaamheid. Daarnaast hecht ik aan goede samenwerking en afstemming met andere kennisinstellingen, zoals de universiteiten, Wetsus en KWR Watercycle Research. Henk van t Land: STOWA is behendig en compact voertuig Henk van t Land was acht jaar bestuurslid van STOWA. Hij trad op 31 december 2011 af als dijkgraaf van Noorderzijlvest, waar hij 15 jaar in dienst was. Daarmee stopte ook zijn rol als bestuurslid. Van t Land is onder meer nog onafhankelijk voorzitter van de Stichting IJkdijk. De Stichting IJkdijk werd mede op initiatief van STOWA opgericht en ontwikkelt, test en valideert sensorsystemen in waterkeringen. Noorderzijlvest is nauw betrokken bij dit project. Lida Schelwald-van der Kley, lid Algemeen Bestuur van Waterschap Zuiderzeeland Ik heb altijd belangstelling gehad voor onderzoek en ik ben heel trots op wat we bij STOWA doen. Zo waren we nauw betrokken bij het baanbrekend onderzoek met sensortechnieken in de IJkdijk en brengen dat ook in de praktijk, vertelt Van t Land, die nog steeds in de tegenwoordige tijd spreekt. STOWA TER INFo / 53 pagina 3

STOWA-knop Het is voor STOWA een mooie uitdaging om goed te laten zien wat het allemaal doet, meent het oud-bestuurslid. We moeten heel actief laten zien waar me mee bezig zijn en dat kort en bondig brengen. STOWA is natuurlijk van en voor de waterschappen; in de wereld van de waterzuivering is de bekendheid groter dan in de wereld van de waterkwaliteit. Alle mensen in de ambtelijke diensten die met waterkwaliteit te maken hebben, moeten op de pc een STOWA-knop krijgen, bepleit Van t Land met aanstekelijk enthousiasme. Om nog even door te gaan: STOWA is een heel behendig en compact voertuig. De stichting anticipeert goed. STOWA pakt de juiste dingen snel en alert op en zet daar goede kennisprogramma s op. Ik zou zeggen: ga door op de ingeslagen weg, maar nóg actiever. Zorg voor ambassadeurs bij de waterschappen en daarbuiten. Laat het STOWA-bestuur de resultaten nog actiever delen met de besturen van de waterschappen. Zorg dat bij de Unie de STOWA-kennisprojecten standaard op de agenda staan en breng waterschappers die geïnteresseerd zijn in STOWA, bij elkaar. Wim Wolthuis, oud-bestuurslid STOWA Wim Wolthuis: gebruik elkaars kracht Oud-dijkgraaf Velt en Vecht Wim Wolthuis was sinds 2005 bestuurslid van STOWA. In januari stopte hij na bijna 25 jaar zijn carrière als dijkgraaf van verschillende waterschappen. Wolthuis is nog wel commissaris bij onder andere Waterlab Noord en NieuWater: de fabriek in Nieuw-Amsterdam waar van effluent van de afvalwaterzuivering in Emmen via een aantal zeer geavanceerde zuiveringstechnieken ultrapuur water wordt gemaakt voor oliewinning door de NAM. In het stroomgebied van Velt en Vecht is hoog water nooit zo bedreigend geweest en daarom was veiligheid nooit een overheersend thema. Waar ik me altijd sterk voor heb gemaakt is om water leidend te maken in ruimtelijke ontwikkelingen. Ik vind het een uitdaging om stroomgebieden zo optimaal mogelijk in te richten, zodat zowel natuur als landbouw worden voorzien van voldoende water. Soms laten we ons daarbij teveel leiden door de specialisten met dikke, technische rapporten. Droogte Droogte gaat volgens Wolthuis een groter probleem worden dan een teveel aan water. Natuurlijk is veiligheid van belang en vraagt hoogwater veel aandacht. Maar het besef dat droogte ook een probleem is en de aanpak daarvan staat nog maar aan het begin. Daarbij speelt een optimale inrichting van het stroomgebied een belangrijke rol. Terugblikkend op zijn jaren als bestuurder van STOWA ziet Wolthuis verschillende prominente projecten. Het Nereda-project, de IJkdijk, Deltaproof, het Watermozaïek; ze staan stuk voor stuk voor prominente ontwikkelingen in de wereld van het waterbeheer. Maar ik denk dat er nog meer kan gebeuren op het vlak van innovatie en onderzoek. We moeten van de eilandjescultuur af en meer samenwerken met andere kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Soms blijk je verrassende raakvlakken te hebben. Ik zou zeggen: gebruik elkaars kracht. STOWA TER INFo / 53 pagina 4

one-stepfilter: in één stap naar effluent van KRW-kwaliteit Waternet heeft eind mei op rwzi Horstermeer als eerste waterschap het One-Stepfilter in gebruik genomen voor de nabehandeling van effluent. Het filter verwijdert in één behandelingsstap een groot aantal stoffen vergaand uit het effluent, zoals stikstof, fosfaat en medicijnresten. Het filter is bovendien zeer robuust en kosteneffectief. STOWA droeg bij aan het praktijkgereed maken ervan. Waterschappen krijgen te maken met steeds strengere eisen bij het lozen van effluent op (kwetsbaar) oppervlaktewater. De concentraties van in het effluent aanwezige stoffen moeten soms flink naar beneden om te zorgen dat ontvangende wateren kunnen voldoen aan huidige en toekomstige KRW waterkwaliteitsdoelen. STOWA en andere partijen besteden de laatste jaren dan ook veel aandacht aan de ontwikkeling van zuiveringstechnieken die achter bestaande zuiveringsinstallaties kunnen worden geplaatst. De technieken zijn echter niet altijd even duurzaam, omdat ze chemicaliën en energie verbruiken. Bovendien richten ze zich vaak op een beperkt aantal stoffen. KRW-kwaliteit Het mooie van One-Step is dat je in één kosteneffectieve en duurzame behandelingsstap komt tot afvalwater van KRW-kwaliteit, aldus procestechnoloog Manon Bechger van Waternet. Het geheim zit in het multifunctionele gebruik van het Granulair Actiefkool als medium in het filter. Dit materiaal fungeert als adsorptiemateriaal, waarbij in het water opgeloste stoffen zich hechten aan het actieve kool. Het fungeert tegelijkertijd als filtermateriaal voor zwevende stof en als dragermateriaal voor biomassa, dat stikstoffen en fosfaten verwijdert. Vecht De historie van het filter gaat terug naar 2004. Toen startte Waternet op rwzi Horstermeer bij Nederhorst ten Berg een langlopend praktijkonderzoek naar filtratietechnieken voor de kwaliteitsverbetering van rwzi-effluent. Dit vanwege het feit dat de rwzi loost op het kwetsbare water van de Vecht, waarvoor het Hoogheemraadschap een speciaal restauratieplan had opgesteld. Dat vereiste effluent van uitstekende kwaliteit. Bovendien kwam er een nieuwe lozingsvergunning aan, met strengere effluenteisen. Tegen deze achtergrond werd het idee geboren voor het One-Step filterconcept. Samen met STOWA, TU-Delft, Witteveen+Bos en Norit ontwikkelde Waternet het concept verder tot een pilotinstallatie. Het filter werd twee jaar onderzocht en getest. Extra zekerheid Op basis van de resultaten van de pilots besloot Waternet uiteindelijk als eerste waterschap een full scale installatie te bouwen. Bechger: Het blijft natuurlijk spannend of deze installatie dezelfde rendementen haalt als de pilotinstallatie. Daarom hebben we extra zekerheid ingebouwd. Er worden in eerste instantie vijf filters gebouwd die al het DWA (droogwaarafvoer red.) behandelen. De filters hebben een maximale capaciteit van 1550 m 3 /h. Mochten de resultaten tegenvallen, dan kunnen we nog twee filters bijplaatsen en meer water behandelen, zodat we toch aan de gestelde effluent-eisen kunnen voldoen. Ontwerpschets van het nieuwe One-Stepfilter op rwzi Horstermeer. Manon Bechger was blij met de rol die STOWA speelde bij de ontwikkeling van het filter. STOWA heeft via de geformeerde begeleidingscommissie van het pilotonderzoek veel onafhankelijke kennis en expertise ingebracht. En via STOWA vindt de in het onderzoek opgedane kennis zijn weg snel naar andere waterschappen. STOWA is onafhankelijk en heeft alleen een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ze is geen belanghebbende partij en heeft geen winstoogmerk. Dat biedt de garantie dat onderzoeksresultaten deugen. In het najaar worden de eerste resultaten verwacht van het dan geheel ingeregelde filter. STOWA TER INFo / 53 pagina 5

1.0 KRW Volg- en Stuursysteem 1.0: Meer ecologische kwaliteit, meer doelmatigheid Begin mei vond de officiële release plaats van het KRW Volg- en Stuursysteem (VSS) 1.0 dat STOWA heeft laten ontwikkelen. De verwachtingen zijn hooggespannen. Het systeem moet leiden tot meer ecologische kwaliteit en meer doelmatigheid in het waterkwaliteitsbeheer. STOWA zet de komende tijd fors in op een landelijke uitrol van het systeem. Het uitbrengen van het KRW Volg- en Stuursysteem 1.0 is een kroon op het werk binnen het kennisprogrammama Watermozaïek. Daarin onderzoekt STOWA de haalbaarheid, betaalbaarheid en effectiviteit van bestaande en innovatieve maatregelen om de ecologische toestand van wateren te verbeteren en KRW-doelen te halen. Het Volgen Stuursysteem functioneert binnen het programma als ecologische spin in het web. Het systeem maakt het mogelijk alle relevante ontwikkelingen in het ecologisch functioneren van watersystemen te volgen door het ontsluiten, bijeenbrengen en in samenhang presenteren van uiteenlopende typen watergegevens. Denk aan waterkwaliteit, hydrologie, het weer, maar ook grondsoorten en gemelde klachten. Sleutelfactoren Maar het Volg- en Stuursysteem doet meer. Het combineert de ingebrachte gegevens met behulp van moderne rekenregels en (reeds bestaande) modellen tot negen heldere voorwaarden waaraan moet worden voldaan voor een goede ecologische waterkwaliteit. Dit zijn de zogenoemde ecologische sleutelfactoren (ESF s), zoals externe en interne nutriëntenbelasting en doorzicht. Iedere sleutelfactor fungeert als een stoplicht. Pas als die op groen staat, kan de gewenste ecologische kwaliteit worden bereikt. Er zit bovendien een volgordelijkheid in de ESF s; het heeft pas zin maatregelen te nemen die zorgen voor een goed leefgebied (de ESF Habitatgeschiktheid) als het stoplicht voor bijvoorbeeld nutriëntenbelasting op groen staat. En het visvriendelijk maken van een opvoerwerk loont vervolgens pas als er achter het gemaal een geschikt leefgebied is. Het VSS maakt het mogelijk relaties te leggen tussen maatregelen die je neemt en de effecten die ze hebben, waardoor je zonodig bij kunt sturen. Ecologisch schot hagel Volgens Bas van der Wal van STOWA kunnen waterschappen dankzij het VSS veel gerichter maatregelen gaan nemen ter verbetering van de aquatische ecologie. Kortom: geen ecologisch schot hagel meer, maar een gericht schot op het KRW-doel. Van der Wal benadrukt wel dat het VSS nog volop in ontwikkeling is. STOWA ziet graag dat zo veel mogelijk waterschappen mee gaan doen met de verdere ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van het systeem. Juist om recht te doen aan de verschillen tussen de schappen en te komen tot een systeem dat zo veel mogelijk aansluit bij de wensen en behoeften vanuit de praktijk. Kosten en baten Uit een door STOWA uitgevoerde businesscase blijkt dat de baten van het VSS ruimschoots opwegen tegen de kosten van ontwikkeling en implementatie. Deskundigen verwachten namelijk dat het gebruik van het systeem desinvesteringen in KRW-maatregelen (maatregelen die geen of niet het gewenste ecologische effect hebben) sterk terugdringt. Men gaat ervan uit dat die nu 15 procent bedragen op een totaal bedrag aan geraamde KRW-investeringen van 4,2 miljard. Met het VSS zou dat kunnen worden teruggebracht tot 5 procent, hetgeen overeenkomt met maximaal 28 miljoen per jaar tot 2027. Dat komt neer op een gemiddelde baat per waterschap van maximaal 1,2 miljoen euro. De jaarlijkse kosten van beheer en onderhoud zijn geschat op maximaal een ton per waterschap, STOWA TER INFo / 53 pagina 6

en de eenmalige kosten van implementatie op maximaal 250 duizend euro. Ambitie Bij de ontwikkeling van het VSS 1.0 waren drie waterschappen betrokken: Hollands Noorderkwartier, Rijnland en AGV/Waternet. Zij zijn erg enthousiast over het gebruik. Marcel Klinge, namens STOWA betrokken bij de ontwikkeling van het VSS, hoopt dat veel waterschappen hun voorbeeld volgen. Wij willen dat alle Nederlandse waterschappen gaan denken en werken vanuit de filosofie van het Volg- en Stuursysteem. Het VSS moet wat mij betreft hét systeem worden van én voor de waterschappen, verder gebracht door de waterschappen. Hoewel veel waterschappen de ontwikkelingen rond het VSS met interesse volgen, constateert hij wel grote verschillen in ambitie en gewenste aanpak van implementatie. Sommige waterschappen willen zich voegen naar de structuur die het VSS biedt; andere willen dat het VSS zich naar hun werkwijze voegt, aldus Klinge. Maximale vrijheid Met het oog op het bovenstaande heeft STOWA ervoor gekozen zo veel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen en behoeften van individuele waterschappen met betrekking tot het VSS. Concreet betekent dit dat STOWA energie gaat steken in de implementatie bij afzonderlijke waterschappen, door met hen een uitgebreide intake te doorlopen. Daarin wordt precies bekeken wat de wensen en behoeften van het betreffende waterschap zijn en wat er nodig is voor de implementatie: technisch, organisatorisch en functioneel. Op basis daarvan doet STOWA een maatwerkvoorstel. De eerste waterschappen hebben zich inmiddels aangemeld. Dijksterkte Analyse Module uitgeroepen tot mooiste IT-toepassing in de watersector Het Koninklijk Nederlands Waternetwerk heeft de Dijksterkte Analyse Module onlangs uitgeroepen tot mooiste IT-toepassing in de watersector. Een mooie opsteker voor STOWA. Die verleende Deltares de opdracht voor de ontwikkeling van het instrument. DAM is een rekeninstrument dat bepaalt of een waterkering voldoende sterkte heeft en aangeeft waar het verbeterd moet worden. Het kan op basis van diverse scenario s een dijk toetsen op piping, instabiliteit en golfoverslag. Toepassing van de module levert besparingen op, omdat verbeteringen nauwkeurig kunnen worden bepaald. De module kan eenvoudig worden gekoppeld aan bestaande programma s als FLIWAS, Delft-FEWS en IRIS. DAM kan zowel in de dagelijkse beheerspraktijk als in crisissituaties worden toegepast. De afgelopen maanden is de functionaliteit met succes gebruikt door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier voor de toetsing van de regionale keringen in het beheersgebied. De functionaliteit voor het maken van een legger is in een eerder stadium bij waterschap Groot Salland ingezet. Het instrument wordt inmiddels bij meer dan twee duizend kilometer Nederlandse dijk (van de twintig duizend) toegepast. Binnenkort komt DAM versie 1.0 beschikbaar voor alle waterschappen. Tien waterschappen zijn betrokken bij de ontwikkeling van het instrument. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ludolph Wentholt van STOWA, 033 460 32 00. Bij de doorontwikkeling van het VSS ziet STOWA vooral een rol weggelegd als katalysator. Waterschappen en marktpartijen krijgen veel vrijheid om te komen met voorstellen voor nieuwe functionaliteiten. STOWA stelt voor het deel waarvan zij eigenaar is, de programmacode en licentie vrij beschikbaar. De stichting start ook een Community of Practice. Hierin kunnen waterbeheerders, softwareontwikkelaars en adviesbureaus nieuwe VSSinitiatieven bespreken en van de grond trekken. Wilt u meer weten over het Volg- en Stuursysteem? Op www.watermozaiek.nl vindt u meer informatie. STOWA TER INFo / 53 pagina 7

STOWA Afvalwaterketensymposium 2012: Dilemma s rond verduurzamen afvalwaterketen Op dinsdag 22 mei vond in Nieuwegein het vijfde STOWA afvalwaterketensymposium plaats. Tijdens de dag werd volop aandacht besteed aan kostenbesparing en verduurzaming van de afvalwaterketen: meer energie en grondstoffen. Dat laatste levert de nodige maatschappelijke dilemma s op, zo bleek tijdens deze dag. Mag meer energie leiden tot meer broeikasgas? Inleider Heleen Pinkse van Waterschap Groot Salland zette het geschetste dilemma direct scherp neer. In het kader van De Energiefabriek wordt onderzoek gedaan naar mogelijkheden om het energieverbruik van rwzi s te verminderen, dan wel meer energie op te wekken. Hiervoor worden vaak chemicaliën aan het afvalwater toegevoegd. De vraag is of de behaalde energie-efficiënte opweegt tegen de benodigde energie voor de productie van die (extra) chemicaliën en tegen de impact die dat heeft op het milieu (bijvoorbeeld emissies). STOWA liet daarom een studie doen waarbij voor de meest gebruikte hulpstoffen werd bepaald wat de impact is op energie en milieu. De berekende waarden vormen de input voor een model waarmee waterzuiveringsbeheerders diverse zuiveringstechnieken en methoden integraal tegen elkaar kunnen afwegen. Balans Een soortgelijk dilemma speelt bij de productie van extra energie via slibgisting. De waterschappen hebben in het MJA3 afspraken gemaakt over energie-efficiëntie. Dat kan door via betere slibgisting de biogasproductie op te krikken. Maar dat leidt tot een hogere emissie van broeikasgassen. Lastig, want er ligt een Klimaatakkoord waarin juist afspraken zijn gemaakt over het terugdringen van de emissies door rwzi s. Tegen deze achtergrond deed Ellen van Voorthuizen, adviseur Afvalwatertechnologie bij Royal Haskoning, in opdracht van STOWA een onderzoek naar de emissies van methaangas (CH 4 ) en lachgas (N 2 O), twee sterke broeikasgassen. Daaruit kwam naar voren dat er mogelijkheden lijken om de (extra) vorming van broeikasgassen bij hogere energieproductie in te dammen. Waterschoon Hoe kun je duurzaamheid letterlijk op waarde schatten? Dat was de centrale vraag in een presentatie van Jacobiene Ritsema van Witteveen+Bos. In de Sneeker wijk Noorderhoek hebben Wetterskip Fryslân, Woningstichting de Wieren, DeSaH bv, gemeente Súdwest- Fryslân en STOWA een innovatief decentraal sanitatiesysteem aangelegd. Het grijs en zwart water (inclusief organisch afval) van 230 woningen wordt apart ingezameld en in een lokale zuiveringsinstallatie verwerkt. Een toonbeeld van duurzaamheid, volgens sommigen. Maar hoe duurzaam? Ritsema doet momenteel een moedige poging Jacobiene Ritsema die duurzaamheid kwantitatief te waarderen. Het sanitatiesysteem wordt daarvoor getoetst op een aantal aspecten en vergeleken met een referentie sanitatiesysteem. Daar wordt het lastig, want wat neem je als referentie en welke systeemgrenzen hanteer je? Die grenzen kunnen volgens een aanwezige heel bepalend zijn voor de uitkomsten van de vergelijking. Asset management Tijdens het symposium werd volop aandacht besteed aan de mogelijkheden om te komen tot meer doelmatigheid in de keten. Dat kun je onder meer bereiken door het invoeren van asset management (AM), betoogde Bart Knepper van Waterschap Vallei en Eem i.o. Je houdt bij het kostenplaatje van een asset, bijvoorbeeld waterketeninfrastructuur (riolering, afvalwaterzuivering, gemalen) niet alleen rekening met de investeringskosten. Je kijkt ook naar de kosten van beheer en onderhoud, de kosten voor het afdekken van risico s, de mogelijke kosten van aanpassingen en zelfs sloop. Het gaat om een integrale kostenafweging om te voorkomen dat goedkoop uiteindelijk duurkoop wordt. Knepper verwacht dat waterschappen en gemeenten via asset management in de waterketen forse besparingen kunnen realiseren. Om ze daarbij te helpen, wordt op dit ogenblik op initiatief van STOWA en RIONED gewerkt aan een handreiking AM voor gemeenten en waterschappen. Persleidingen Een andere mogelijkheid voor meer doelmatigheid is het werken met prestatie-indicatoren voor persleidingen. Je krijgt daarmee namelijk veel meer grip op het functioneren van het systeem, aldus inleider Ivo Pothof STOWA TER INFo / 53 pagina 8

van Deltares. Hij gaf in zijn presentatie enkele voorbeelden van prestatie-indicatoren, zoals de capaciteit van het systeem, leidingweerstand, pompkromme en specifiek energieverbruik. Ook liet hij zien welke inzichten die bieden en wat je ermee kunt doen: capaciteitsproblemen vroegtijdig onderkennen, energieverbruik reduceren, pompproblemen snel oplossen, toestandsafhankelijk onderhoud introduceren. Er is op dit moment een werkdocument voor functioneel ontwerp van PI s. Pothof hoopt de komende tijd in een proeftuin de meerwaarde van PI s voor persleidingen aan te tonen. Soms liggen de besparingen voor het grijpen, zo liet Marc Augustijn van Waterschap Scheldestromen zien. Bijvoorbeeld door het slimmer terugpompen van slib vanuit de nabezinktanks naar de beluchtingstanks. STOWA deed hier onderzoek naar. Op veel rwzi s blijkt veel meer retourslib te worden verpompt dan nodig is. Als je de pomp intermitterend laat draaien, bijvoorbeeld op basis van de hoeveelheid binnenkomend afvalwater, kan de pomp vaak toe met een derde minder energie. Dat komt overeen met drie procent van het totale energieverbruik van een zuiveringsinstallatie. Thermische slibontsluiting David Berkhof van DHV hield een korte presentatie over de technische en economische haalbaarheid van thermische slibontsluiting. TSO is een voorbehandeling van het slib bij hoge temperatuur en druk. Dit zorgt voor betere slibgisting en meer biogas. In een STOWA-project zijn op rwzi Amersfoort en Hengelo pilotinstallaties beproefd. Daaruit blijkt dat je met TSO tot meer dan anderhalf keer zoveel biogas kunt produceren, terwijl het drogestofgehalte van het ontwaterd slib met meer dan dertig procent stijgt. Dat betekent een flinke vermindering van het volume af te voeren slib en dus minder transportkosten. Mooie rapportcijfers, maar de benodigde investeringen voor TSO moeten wel opwegen tegen de besparingen. Die verschillen volgens Berkhof sterk per locatie. Het heeft onder meer te maken met de eindverwerkingskosten van het slib, maar ook met de uiteindelijke hoeveelheid extra energie. Waterschap Vallei en Eem i.o. gaat de komende jaren rwzi Amersfoort voorzien van een TSO-installatie. Het waterschap heeft de ambitie (door deze en enkele andere maatregelen) de rwzi de komende jaren (bijna) energiezelfvoorzienend te maken. Volgens Henry van Veldhuizen van het waterschap blijkt uit het project dat een energieneutrale zuiveringsinstallatie geen ver-van-mijn-bed-show meer is, maar mogelijk is met bestaande technieken, tegen lagere kosten. Nieuwe beoordelingsgrondslagen Hans Korving van Witteveen+Bos hield een vlammend betoog over nieuwe beoordelingsgrondslagen voor afvalwatersystemen. De systematiek die nu wordt toegepast, biedt naar zijn mening nauwelijks mogelijkheden voor STOWA TER INFo / 53 pagina 9

het beoordelen en sturen op kwaliteit en doelmatigheid. Er wordt alleen gekeken of een afvalwatersysteem in theorie goed functioneert, op basis van theoretische uitgangspunten. Dat biedt geen houvast bij het maken van keuzes tussen investeren, beheren en sturen, aldus Korving. Korving is samen met rioleringsdeskundige Jeroen Langeveld dan ook al jaren bezig met het ontwikkelen van nieuwe grondslagen voor het beoordelen van de werkelijke werking en effectiviteit van de afvalwaterketen. Deze nieuwe grondslagen worden in twee praktijkcases beproefd, waarbij een schaduw GRP wordt opgesteld. Dat leidt volgens Korving tot een hele andere focus in het afvalwaterketenbeheer. Meer monitoren, inspecteren en onderzoeken. Minder beton in de grond. Kennisagenda Ton Beenen vertelde de aanwezigen ten slotte meer over de gezamenlijke kennisagenda van STOWA en stichting RIONED, tegen de achtergrond van het Bestuursakkoord Water. Kosten besparen (jaarlijks 380 miljoen), kwaliteit behouden en kwetsbaarheid beperken, vooral door meer en beter samen te werken. Daar draait het volgens Beenen om in het akkoord. Om dat te bereiken is het ontwikkelen, ontsluiten en in de praktijk brengen van (nieuwe) kennis - de vierde K, aldus Beenen - van groot belang. We willen met de kennisagenda de echte waterketenproblemen echt oplossen. We werken daarbij niet meer vanuit theoretische normen, maar vanuit de doelen van het afvalwatersysteem. En we richten ons nadrukkelijk op wat er lokaal speelt, aldus Beenen. Dat laatste gaat gebeuren in een aantal proeftuinen, waar in de praktijk kennis wordt ontwikkeld en toegepast. Bijvoorbeeld op het gebied van gezamenlijk gegevensbeheer, het risicogestuurd plannen van waterketeninvesteringen of het optimaliseren van verbeterd gescheiden rioolstelsels. STOWA en RIONED ondersteunen de proeftuinen en zorgen ervoor dat de geleerde lessen verder worden verspreid. Charlotte Spliethoff gekozen tot European Young Professional 2012 Charlotte Spliethoff van ingenieursbureau Grontmij is gekozen tot de European Young Professional van 2012. De 29-jarige Spliethoff heeft zich volgens de jury onderscheiden door de opvallende prestaties die zij op jonge leeftijd reeds heeft geleverd en door het hoge niveau van innovatie en duurzaamheid in haar werk. Charlotte heeft de prijs vooral te danken aan haar werk voor het International Levee Handbook, een compendium van kennis en goede praktijkvoorbeelden voor het onderhouden, ontwerpen, bouwen en verbeteren van dijken. Charlotte leidt een internationaal expertteam dat verantwoordelijk is voor één van de hoofdstukken uit het boek, over het bouwen, herstellen en verplaatsen van waterkeringen. STOWA zorgde ervoor dat Grontmij en enkele andere toonaangevende Nederlandse ingenieursbureaus hun kennis en expertise konden inbrengen bij de totstandkoming van het handboek. De verkiezing van de Young Professional van het jaar wordt georganiseerd door EFCA, de Europese koepel van de ingenieursbranche, en beloont engineering excellence onder young professionals. Als winnaar van de competitie mocht Charlotte Spliethoff deelnemen aan het jaarlijkse EFCA congres op 25 mei in Lissabon en voor de top van de Europese ingenieursbranche haar project presenteren. STOWA TER INFo / 53 pagina 10