Massa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1

Vergelijkbare documenten
En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

2 VWO 2 HAVO Oefenstof dichtheid.

Dichtheid. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Exact periode 2.1. Q-test. Dichtheid vaste stoffen Dichtheid vloeistoffen; interpoleren

Exact periode 2: Dichtheid

0,8 = m / = m / 650

Exact periode 2: Dichtheid

Dichtheid. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt.

Naam: Klas: REPETITIE DRIJVEN EN ZINKEN 2 HAVO Naast dit opgavenblad moet ook een tabel met dichtheden worden verstrekt.

Dichtheid.info hoort bij de lesserie Dichtheid praktisch gezien. Alle informatie voor leerlingen is hier te vinden.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Definitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden.

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

Blok 6 MR vraag 1: de oppervlakte van vlakke figuren met een grillige vorm berekenen

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

Foutenberekeningen Allround-laboranten

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Drijven en zinken. tabel met dichtheden

Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk.

Massa (1) Je kunt de massa van deze ingrediënten met een weegschaal bepalen. Het symbool van massa is: m.

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

Blok 6 MR vraag 1: de oppervlakte van vlakke figuren met een grillige vorm berekenen

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

Hoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen

10. ZINKEN EN DRIJVEN Experimenteer met de volgende stoffen! Zet een kruisje in de juiste kolom!

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

ALGEMEEN HAVO. Afronden Afronden bij optellen Grafieken & Tabellen

Blok 7 MR vraag 1: winst of verlies berekenen

handleiding pagina s 707 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 640: soortelijk gewicht 1.2 Huistaken huistaak 21: bladzijde Werkboek

Blok 7 MR vraag 1: winst of verlies berekenen

Aanvulling hoofdstuk 1

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 8 OPPERVLAKTE EN INHOUDSMATEN

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Werkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden

M.R. 56 : Overzicht scenario s.

Exact periode Youdenplot Krachten Druk

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Doorsnede inhoud vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

De ijzer en zwavelreactie

Teken een diagonaalvlak naar keuze in de originele kubus. Teken dit diagonaalvlak plat op je blad op ware grootte.

klas "Eenheden"

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010

noemen waarom onderzoek belangrijk is. onderwerp verschijnsel onderwerp Discolampen zorgden voor feestelijke kleuren.

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht Soorten krachten

SAMENVATTING BASIS & KADER

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

NAAM: SaLVO! KLAS: 7 Verhoudingen bij. scheikundige reacties SCHEIKUNDE KLAS 3 HAVO/VWO

Wet van Archimedes. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M

TOELICHTING METRIEK STELSEL

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

5. Lineaire verbanden.

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

1.8 Stroomsterkte; geleiding.

wiskunde CSE GL en TL

Viscositeit. par. 1 Inleiding

SPA+ MET VOORBEELDEN UIT DE NATUURKUNDE

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

1 WAT IS MENS EN TECHNIEK? Inleiding Wat heb je nodig voor Mens en Techniek? Beoordeling Hoe leer je bij Mens

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

( ) -grafiek. blijkt dat de richtingscoëfficiënt: θ 1

1. De afstand van onweer in kilometer bereken je door de tijd tussen bliksemflits en donder te delen door 3.

2 Concentratie in oplossingen

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1

Transcriptie:

Massa Volume en Dichtheid Over Betuwe College 2011 Pagina 1

Inhoudsopgave 1 Het volume... 3 1.1 Het volume berekenen.... 3 1.2 Volume 2... 5 1.3 Symbolen en omrekenen... 5 2 Massa... 6 3 Dichtheid... 7 3.1 Manier één de verhoudingstabel... 7 3.2 Evenredig... 7 3.3 Rekenen met dichtheid... 7 4 Oefen Opgaven VMBO - t.... 8 5 Oefenopgave HAVO/ATHENEUM... 12 Over Betuwe College 2011 Pagina 2

Dichtheid is een stofeigenschap. Het is het aantal gram van 1 cm³ stof. In onderstaande hoofdstuk gaan we in op de betekenis van: Volume; massa; dichtheid. 1 Het volume Volume is de ruimte die de stof in neemt. Bij een regelmatig figuur kan het volume berekend worden. Bij een onregelmatig figuur kunnen het volume bepaald worden met de onderdompelingsmethode 1.1 Het volume berekenen. FIGUUR INHOUD KUBUS 2 Opp 6 a a 6a Inh a a a 3 a BALK Opp 2 l b 2 l h 2 b h Inh l b h CILINDER Opp 2 2 r 2 r h Inh r 2 h 1 4 d 2 h Over Betuwe College 2011 Pagina 3

FIGUUR PYRAMIDE l INHOUD Opp Grondoppervlak zijvlakken Inh h 1 3 Grondoppervlak KEGEL Opp 2 2 r (r h ) r l Inh 2 h 1 3 r PRISMA l b 2 h BOL 2 Opp 4 r Inh d 3 3 1 3 r d 4 6 = 2 Over Betuwe College 2011 Pagina 4

1.2 Volume 2 Bij een onregelmatig figuur wordt het volume bepaald door de onderdompelingsmethode. 1.3 Symbolen en omrekenen. Grootheid V Eenheid cm³ 1 ml = 1 cm³ 1 L = 1 dm³ 1L = 10 dl = 100 cl = 1000 ml 1 m³ = 1.000 dm³ = 1.000.000 cm³ = 1.000.000.000 mm³ 1 m³ = 1 x 10 3 dm³ = 1 x 10 6 cm³ = 1 x 10 9 mm³ Over Betuwe College 2011 Pagina 5

2 Massa Een stof bestaat uit atomen. De massa (het aantal gram) van een atoom hangt of van het kerndeeltjes. De massa van een stof is overal hetzelfde. Deze veranderd dus niet. Een blokje van 100 gram op aarde heeft op de maan ook en massa van 100g. Het aantal atomen is tenslotte nog hetzelfde. De term gewicht klopt hier niet want bij gewichtsloosheid si het aantal moleculen niet veranderd, Als we in de natuurkunde over gram of kilogram praten is de grootheid massa. Grootheid massa m eenheid gram g Over Betuwe College 2011 Pagina 6

3 Dichtheid De dichtheid is de massa van één kubieke centimeter stof Als het volume en de massa bekend zijn dan kan de massa van 1 cm³ stof berekend worden. 3.1 De verhoudingstabel Massa in gram Volume in cm³ 1 3.2 Evenredig Als de massa twee keer zo veel is dan is het volume ook twee keer zo veel Massa : volume = constant Grafiek is rechte lijn door oorsprong. 3.3 Rekenen met dichtheid Volume V cm³ Massa m g Dichtheid ρ g/cm³ Voorbeeld: m = 250 g V = 50 cm³ ρ =? g/cm³ Als er twee stoffen zijn met verschillende dichtheden drijft de stof met de kleinste dichtheid. Bij dezelfde dichtheid mengt/zweeft de stof. Denk aan een vis/onderzeeboot. Bij een mengsel nooit het gemiddelde nemen van de dichtheid. Volume optellen en massa optellen. Dichtheid uitrekenen. Over Betuwe College 2011 Pagina 7

4 Oefen Opgaven VMBO - t. 1) Erica wil onderzoeken of ijzer zwaarder of lichter is dan aluminium. Dit kan ze doen door stukjes ijzer en aluminium te wegen die: a. even grote zijn. b. Even zwaar zijn. 2) Met dichtheid wordt bedoeld: a. Het volume van een gram stof. b. Het volume van 1 cm 3 stof. c. De massa van 1 g stof. d. De massa van 1 cm 3 stof. 3) Marijke zegt: Aan dichtheid kun je een stof herkennen. Willem zegt: Dichtheid is een stofeigenschap. Wie heeft gelijk: a. Allebei. b. Geen van beide. c. Marijke. d. Willem. 4) Hoe luid de formule voor het berekenen van dichtheid: a. b. c. d. 5) Vul in : a. De Dichtheid van een stof meet je in per.. en schrijf je als / b. Aluminium heeft een kleinere/even grote/grotere dichtheid dan staal. Over Betuwe College 2011 Pagina 8

6) Dichtheid is een stof eigenschap. Deze veranderd niet. Je kunt de dichtheid opzoeken in een tabel. In de binas gaat kun je dichtheid vinden in tabel 15. a. Maak de tabel af. Zorg dat de metalen op volgorde van dichtheid staan. (De metalen herken je in de binas doordat de soortelijke weerstand in de laatste kolom kleiner is dan één) Metaal Dichtheid in g/cm 3 Aluminium 2,7 b. Wat is het lichtste metaal? c. Wat is het zwaarste metaal? 7) Dichtheid kun je berekenen door. Te delen door 8) In onderstaande afbeelding staan drie voorwerpen A, B en C Bereken van de voorwerpen de dichtheid. a. b. c. A massa = 6,0 g Volume = 5,0 cm 3 B massa = 27 g Volume = 10 cm 3 C massa = 80 g Volume = cm 3 h=4,0 cm l=1,5 cm b=1,5 cm Over Betuwe College 2011 Pagina 9

Over Betuwe College 2011 Pagina 10

Over Betuwe College 2011 Pagina 11

5 Oefenopgave HAVO/ATHENEUM 1HA Over de dichtheid a Leg uit waarom we dichtheid een stofeigenschap noemen. b Geef de formule van dichtheid. 2HA De dichtheid in een andere eenheid Janna heeft een brok nikkel met een volume van 1,3 dm 3 en een massa van 11,6 kg. a Hoeveel cm 3 is gelijk aan 1,3 dm 3? b Hoeveel g is gelijk aan 11,6 kg? c Bereken de dichtheid van nikkel in g/cm 3. Bereken nu op dezelfde manier de dichtheid van de drie volgende stoffen in g/cm 3 : d e f Magneetstaal waaruit een hoefijzermagneet bestaat die een volume van 135 cm 3 en een massa van 0,93 kg heeft. Een schaakstukje van hout met een volume van 1458 mm3 en een massa van 1250 mg. Stookolie met een massa van 0,151 ton die zich in een vat van 159 liter. (1 ton = 1000kg) 3HA Hoeveel soorten hout? Marnix heeft een aantal stukken houten speelgoed. Hij wil onderzoeken van hoeveel soorten hout dat speelgoed gemaakt is. Daartoe bepaalt hij van elk stuk speelgoed het volume en de massa. Dit levert de volgende resultaten op: a b Volume (cm 3 ) massa(g) 12 7,3 21 12,8 16 12,8 31 18,9 25 15,2 28 14,4 14 8,5 22 17,6 11 6,7 Zet deze waarden uit in een diagram, op de x-as het volume en op de y-as de massa. Leid uit het diagram af uit hoeveel houtsoorten het speelgoed van Marnix in ieder geval bestaat. Over Betuwe College 2011 Pagina 12

4HA Het water in een maatglas stijgt, zoals het figuur hiernaast, als je het tinnen paard er in laat zakken. Bereken de massa van het tinnen paard. 5HA Het houten blok hiernaast heeft een massa van 160 g. Bereken de dichtheid van het hout waarvan het blok gemaakt is. 6HA Tjeerd heeft van vijf messing voorwerpen de massa en het volume bepaald. Hij heeft zijn meetresultaten verzameld in onderstaande tabel. a) Verwerk de meetresultaten van Tjeerd in een grafiek. b) Lees uit deze grafiek af, hoe groot de massa is van een messing voorwerp met een volume van 5,0 cm 3. Over Betuwe College 2011 Pagina 13

7HA Jantje heeft een stukje hout in zijn handen. Als hij het stukje hout in een maatcilinder met water laat zakken zinkt het. Het niveau in maatcilinder steeg met 15 ml tot 85 ml. a) Bereken de beginstand van het water voordat het hout zich in het water bevindt. b) Uit welke soort hout is het blokje gemaakt. c) Bereken de massa van het blokje hout. 8HA Hoe zwaar ligt suikerwater op de maag? a Als je een beetje suiker in water oplost, blijkt het volume van het mengsel (suikerwater) even groot te zijn als het volume van het water. Carla mengt 60,0 cm 3 water met 4,0 g suiker. Leg uit hoe het mogelijk is dat het volume van de vloeistof niet verandert, terwijl er toch een stof in opgelost wordt. Carla moet de dichtheid van het suikerwater berekenen. Hiertoe maakt zij eerst twee tekeningen: een tekening van de situatie vóór het oplossen en een tekening van de situatie ná het oplossen. Ze zet de gegevens in beide tekeningen en berekent daarna de gevraagde dichtheid. B HA Maak dezelfde tekeningen als Carla. C A Bereken de dichtheid van het suikerwater. 9A a b c Mengsmering John heeft 10 dm 3 benzine en wil hier olie doorheen mengen. Hij moet 1 op 25 mengen, dat betekent één volumedeel olie op 25 volumedelen benzine. De olie heeft een dichtheid van 0,80 g/cm 3, de benzine 0,75 g/cm 3. Hoeveel cm 3 olie heeft John nodig? Geef een beredeneerde schatting voor de dichtheid van het benzine-oliemengsel. Bereken die dichtheid via de massa benzine massa olie totale volume. John gebruikt zo weinig olie dat bij het mengen het volume van de benzine niet verandert. Over Betuwe College 2011 Pagina 14

10A Op een waterput ligt een rond ijzeren deksel met een oppervlakte van 0.385 m² en een dikte van 3,0 cm. Bereken de massa van de deksel. 11A Er zit 32 l benzine in een blik. Het geheel weegt 23,8 kg. Bereken de massa van het lege blik. 12A Een maatglas heeft een massa van 235 g. Bereken de totale massa van het maatglas als deze tot de maatstreep 85 ml gevuld is met melk? De dichtheid van de melk is 1,028.g/cm³ 13A Een cilindrisch maatglas heeft een diameter van 6,0 cm. Het wordt met 0,55 kg kwik gevuld. Bereken hoe hoog de vloeistof in het maatglas staat? Over Betuwe College 2011 Pagina 15