Blok 7 MR vraag 1: winst of verlies berekenen

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Blok 7 MR vraag 1: winst of verlies berekenen"

Ruth Bosman
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Blok 7 MR vraag : winst of verlies berekenen Winst of verlies berekenen Winstschema VP Verkoopprijs IP Inkoopprijs W Winst Er is winst als de verkoopprijs groter is dan de inkoopprijs. Verkoopprijs inkoopprijs = winst Verliesschema IP Inkoopprijs VP Verkoopprijs V Verlies Er is verlies als de inkoopprijs groter is dan de verkoopprijs. Inkoopprijs verkoopprijs = verlies De Chiromeisjes van ons dorp organiseren elk jaar een ijsjesverkoop tijdens de jaarmarkt. Het ijs kopen ze aan bij een plaatselijke handelaar die de Chiro ook wil steunen. De meisjes kopen bij hem 200 liter roomijs voor de prijs van 500 euro. Het weer zit mee en de meisjes slagen erin om 900 bollen ijs te verkopen. Per bol rekenen ze,25. Bereken welk bedrag de meisjes aan het eind van de dag ontvangen hebben. Bereken de winst of het verlies. Vul en kleur het schema juist in. IP = blauw, VP = geel, W = groen, V = rood Formuleer een antwoord. 900,25 = = 875 IP 500 euro VP euro W 875 euro Antwoord: De Chiromeisjes maken 875 euro winst. De Wiskanjers 6, Plantyn Blok 7 - Vraag 8

2 Blok 7 MR vraag 2: gepast betalen en teruggeven Gepast betalen en teruggeven Gepast betalen geef eerst de biljetten; geef daarna de euromunten; geef als laatste de centen. Correct teruggeven tel verder; geef eerst de centen terug; geef daarna de euromunten; als laatste geef je de briefjes. Meester Peter organiseert aan het einde van het schooljaar steeds een barbecue met overnachting op school voor zijn zesdeklassers. Hij stelt vier leerlingen aan die samen met hem de inkopen mogen gaan doen. Van het oudercomité krijgen ze 70 euro om te spenderen. In de lokale supermarkt kopen ze vlees voor een bedrag van 38,95. Voor de drank betalen ze 5,50. Het brood en de sauzen kosten samen 7,50. Reken uit hoeveel geld de zesdeklassers na het winkelen nog over hebben. Noteer een antwoord. 38,95 + 5,50 + 7,50 = 6, ,95 = 8,05 Antwoord: De zesdeklassers houden nog 8,05 euro over. De winkeljuffrouw geeft steeds zo weinig mogelijk munten en biljetten weer. Noteer de munten en biljetten die de zesdeklassers terugkrijgen. munt van 5 cent, munt van euro, munt van 2 euro, biljet van 5 euro De Wiskanjers 6, Plantyn Blok 7 - Vraag 2 9

3 Blok 7 MR vraag 3: volume van ruimtefiguren met een grillige vorm bij benadering bepalen Volume van ruimtefiguren met grillige vorm bij benadering bepalen Dit weet je al dm³ heeft een inhoud van l cm³ heeft een inhoud van ml Onderdompelen Voorbeeld: volume berekenen van een kei Vul een maatbeker met 500 ml water. Leg de kei in het water. Het water stijgt. Lees af hoe hoog het water staat. Voorbeeld: 550 ml = 50; het water is 50 ml gestegen. Herleid de inhoud naar een volumemaat. 50 ml = 50 cm³ l = dm ml = 000 cm 3 : 20 : ml = 50 cm 3 In de eetzaal of het leraarslokaal kun je zeker 0 koffielepels vinden. Bereken het volume van deze koffielepels door onderdompeling. Vul een maatbeker met 500 ml water. Leg de koffielepels in de maatbeker. Lees de waterstand af. Bereken door herleiding het volume van de koffielepels uitgedrukt in cm³. Oplossing afhankelijk van de gebruikte koffielepels. Antwoord: De koffielepels hebben een volume van eigen antwoord cm³. De Wiskanjers 6, Plantyn Blok 7 - Vraag 3 0

4 Blok 7 MR vraag 4: gewicht of volume bepalen als soortelijk gewicht gegeven is Gewicht of volume bepalen als soortelijk gewicht gegeven is Soortelijk gewicht Het gewicht dat elke stof heeft per volume-eenheid van dm³. Voorbeeld: Het soortelijk gewicht van zuiver water is kg/dm³. Overzicht van soortelijk gewicht in kg/dm³ vaste stoffen SOORTELIJK aluminium 2,7 diamant 3,5 goud 9,3 ijs 0,97 ijzer 7,86 koper 8,92 lood,3 platina 2,37 dennenhout 0,5 beukenhout 0,7 eikenhout 0,92 suiker,59 Bron: Vademecum WEZO3, Plantyn gasvormige stoffen SOORTELIJK helium 0,000 lucht 0,00 vloeistoffen SOORTELIJK benzine 0,66 olijfolie 0,92 kwik 3,6 melk,03 water (zuiver) zeewater,023 De Wiskanjers 6, Plantyn Blok 7 - Vraag 4 A

5 Bereken telkens het gewicht. Gebruik de herleidingstabel. 500 cm³ suiker weegt 0,795 kg. 0,5,59 = 0,795 Een blok eikenhout van 3,5 dm³ weegt 3,22 kg. 3,5 0,92 = 3,22 Een fles olijfolie van 75 cl bevat 690 g olijfolie. 0,75 0,92 = 0,69 Een tank benzine van 55 l bevat 36,3 kg benzine. 55 0,66 = 36,3 Een ijzeren staaf van 90 cm³ weegt 707,4 g. 0,090 7,86 = 0,7074 m³ dm³ cm³ 000 l l dl cl ml De Wiskanjers 6, Plantyn Blok 7 - Vraag 4 B

Vergelijkbare documenten

Blok 7 MR vraag 1: winst of verlies berekenen

Blok 7 MR vraag 1: winst of verlies berekenen Blok 7 MR vraag : winst of verlies berekenen Winst of verlies berekenen Winstschema VP Verkoopprijs IP Inkoopprijs W Winst Er is winst als de verkoopprijs groter is dan de inkoopprijs. Verkoopprijs inkoopprijs