College V200900229 Onderwerp: Beslissing op bezwaar van A.H.J. van Lit tegen besluit van 31 januari 2008, inhoudende verlening van bouwvergunning voor het veranderen van een berging/carport aan de Rossinistraat 4 te Drunen Collegevoorstel Inleiding: D.d. 31 januari 2008 heeft u bouwvergunning verleend voor het veranderen van een berging/carport aan de Rossinistraat 4 te Drunen. Hiertegen is een bezwaarschrift ingediend door E.H.J.A. van Lit, wonende Bachstraat 24 in Drunen. Feitelijke informatie: D.d. 1 juli 2008 heeft de commissie bezwaarschriften geadviseerd dit bezwaarschrift gegrond te verklaren en alsnog te onderzoeken of de bouwvergunning kan worden verleend met toepassing van artikel 19, derde lid, WRO. Afweging: In navolging van het advies van de bezwarencommissie is voor dit bouwplan alsnog de vrijstellingsprocedure als bedoeld in artikel 19, lid 3 WRO gestart. In dat kader is een zienswijze ontvangen (in twee termijnen). De overwegingen ten aanzien van de zienswijze zijn opgenomen in de bij de te nemen beslissing op bezwaar behorende bijlage I. Ik verwijs u kortheidshalve daarnaar. In de ontvangen zienswijze zie ik geen aanleiding tot weigering van de benodigde vrijstelling. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel Procedure: Na verzending van de beslissing op bezwaar bestaat gedurende zes weken de mogelijkheid tot het instellen van beroep daartegen bij de rechtbank s-hertogenbosch en evt. het indienen van een verzoek om voorlopig voorziening. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen 1/2
College V200900229 Onderwerp: Beslissing op bezwaar van A.H.J. van Lit tegen besluit van 31 januari 2008, inhoudende verlening van bouwvergunning voor het veranderen van een berging/carport aan de Rossinistraat 4 te Drunen BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 24 maart 2009; gelet op: Algemene wet bestuursrecht; besloten: overeenkomstig bijgevoegd concept-besluit: 1. het bezwaarschrift gegrond te verklaren; 2. het bestreden besluit te herzien in die zin, dat (1) alsnog vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt verleend onder verwijzing naar de overwegingen zoals in de bij dit besluit behorende bijlage I zijn opgenomen en (2) de bij de bouwvergunning behorende tekeningen te vervangen door de laatstelijk d.d. 18 juli 2008 gewijzigde tekeningen. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 2/2
BIJLAGE I Overwegingen m.b.t. vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening Het perceel is gelegen in het vigerende bestemmingsplan Venne Oost en is daarin deels bestemd tot Voortuin, deels tot Eengezinshuizen open bebouwing klasse B, deels tot Achtertuin en deels tot Autoboxen. De gevraagde bebouwing is gesitueerd binnen het gedeelte dat is bestemd tot Autoboxen. Ingevolge artikel 17 van de bijbehorende bestemmingsplanvoorschriften zijn de als zodanig bestemde gronden bestemd voor stallingsdoeleinden voor motorvoertuigen en de daarbij behorende voorzieningen en zal de breedte van een autobox tenminste 2,5 meter en ten hoogste 3,5 meter bedragen (artikel 17, lid A.2). In heroverweging van het besluit d.d. 31 januari 2008 tot verlening van bouwvergunning voor het veranderen van een berging/carport is gebleken dat de breedte van de berging en carport tesamen de 3,5 meter overschrijdt en er daarom sprake is van strijd met het bepaalde in het bestemmingsplan. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 46, lid 3 van de Woningwet is de aanvraag om bouwvergunning tevens aangemerkt als een verzoek om vrijstelling als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Ingevolge artikel 20, lid 1.a.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening komen voor de toepassing van artikel 19, derde lid, van de WRO in aanmerking een uitbreiding van of een bijgebouw bij een woongebouw in de bebouwde kom, mits het aantal woningen gelijk blijft. De gevraagde carport/berging is een bijgebouw bij de woning Rossinistraat 4 en, aangezien ook aan overige voorwaarden wordt voldaan, is toepassing van artikel 19, lid 3 WRO in beginsel mogelijk. Sedert de intrekking medio 2006 van onze beleidsregels hanteren wij voor de toepassing van artikel 19, lid 3 WRO als uitgangspunt de gangbare bestuurspraktijk, gebaseerd op de regeling in de meest actuele bestemmingsplannen. Volgens deze kan vrijstelling worden verleend tot een oppervlakte aan bijgebouwen van 60 m² (buiten een bebouwingsvlak met een diepte van 15 meter te rekenen vanaf de voorgevel). Een functioneel onderscheid in bijgebouwen wordt daarbij verder niet gemaakt. De gevraagde berging en carport hebben tesamen een oppervlakte van 15,5 m². Van de bestaande bijgebouwen aan de woning dient nog ongeveer 35 m² bij de betreffende oppervlakte meegerekend te worden. De genoemde maat van 60 m² wordt in dit geval niet overschreden. Ook qua hoogte en dergelijke stemt het gevraagde bouwwerk overeen met de in de meest actuele bestemmingsplannen opgenomen regeling. Volgens de gangbare bestuurspraktijk kan in dit geval daarom vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening worden verleend. Dat de betreffende maatvoering in dit geval tot een ruimtelijk-stedenbouwkundig danwel maatschappelijk gezien onaanvaardbare situatie zou leiden is ons niet gebleken en wij hebben de benodigde vrijstellingsprocedure dan ook opgestart. In het kader van de vrijstellingsprocedure heeft het verzoek met bijbehorende tekening(- en) van 18 juli 2008 voor een ieder voor de duur van zes weken ter inzage gelegen 1
vanaf 8 augustus 2008. Gedurende deze termijn is een zienswijze ontvangen (in twee fasen). Samengevat wordt in de zienswijze melding gemaakt van: belemmering gebruik tuin Bachstraat 24 door extra schaduwwerking, belemmering vrije uitzicht, detaillering en materiaalgebruik niet meest wenselijk (waardevermindering), geen overleg, goothoogte in werkelijkheid 2,6 meter in plaats van 2,5 meter, eveneens vrijstelling van bestemming nodig want geen autobox, grond slechts bedoeld voor autoboxen dus artikel 19, lid 3 WRO niet mogelijk. Ten aanzien van de ontvangen zienswijze overwegen wij het volgende: Binnen de bestemming autoboxen is reeds bebouwing met een goothoogte van 3 meter toegestaan (en een bouwhoogte van 5,5 meter) en deze zou op dezelfde diepte gebouwd mogen worden als in de voorliggende aanvraag is opgenomen. Naar ons oordeel kan dus niet gesteld worden dat door het verlenen van vrijstelling sprake is van extra schaduwwerking of belemmering vrije uitzicht ten opzichte van mogelijkheden van het vigerende bestemmingsplan. Bovendien is in de bestaande situatie ter plaatse reeds bebouwing aanwezig en vindt op deze onderdelen geen noemenswaardige verandering plaats ten opzichte van bestaande situatie. Ten aanzien van de detaillering en het materiaalgebruik merken wij op dat het plan welstandshalve akkoord is bevonden en wij dan ook geen aanleiding zien hier op- /aanmerkingen bij te plaatsen. Het bedoelde overleg is iets tussen aanvrager en aangrenzende bewoners onderling en kunnen wij niet afdwingen. Wat betreft goothoogte gaan wij uit van hetgeen op de bouwtekening is aangegeven. Ons is overigens vooralsnog niet gebleken dat dit niet in overeenstemming zou zijn met de werkelijke situatie ter plaatse. Wellicht ten overvloede merken wij hierbij nogmaals op, dat het vigerende bestemmingsplan een goothoogte van 3,0 meter rechtstreeks toestaat. Blijkens het bepaalde in artikel 17, aanhef van de voorschriften van het bestemmingsplan Venne Oost zijn de tot Autoboxen aangewezen gronden bestemd voor stallingsdoeleinden voor motorvoertuigen en de daarbij behorende voorzieningen. Ons is bekend (en zo is ook tijdens de hoorzitting ter sprake gekomen) dat de gevraagde berging bedoeld is voor de stalling van een motor. Naar ons oordeel is dan ook geen sprake van strijd met de bestemming. In aanvulling hierop merken wij nog op, dat in de nieuwe bestemmingsplannen geen onderscheid meer wordt gemaakt in de functie van bijgebouwen bij woningen en wij mitsdien niet onwelwillend zouden hebben gestaan ten aanzien van een gebruik als bijgebouw anders dan als autobox. Ingevolge artikel 20, lid a.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening komt voor de toepassing van artikel 19, derde lid WRO in aanmerking een bijgebouw bij een woongebouw in de bebouwde kom. De gevraagde berging/carport is een bijgebouw bij de woning Rossinistraat 4 te Drunen en wij zien dan ook niet in waarom hiervoor geen toepassing gegeven zou kunnen worden aan de vrijstellingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 19, lid 3 WRO. Gelet op het vorenstaande zien wij in de ontvangen zienswijze geen aanleiding om tot weigering van de benodigde vrijstelling te komen. 2
AANTEKENEN E.H.J.A. van Lit Bachstraat 24 5151 KK Drunen Ons kenmerk: 68039001BZWR0001 Vermeld bij uw correspondentie altijd ons kenmerk! Uw brief van: 6 maart 2008 Behandeld door: mw. J. van Baardwijk Doorkiesnummer: ((073) 513 17 89 Onderwerp: Beslissing op bezwaar Aantal bijlagen: 3 Datum: 26 maart 2009 Verz. Geachte heer Van Lit, Postadres Gemeente Heusden Postbus 41 5250 AA Vlijmen Bezoekadressen Julianastraat 34 Vlijmen Raadhuisplein 16 Drunen Telefoon (073) 513 17 89 Fax (073) 513 17 99 Digitaal loket www.heusden.nl e-mail info@heusden.nl U heeft op 6 maart 2008 een bezwaarschrift ingediend bij het college van Heusden. Het bezwaarschrift richt zich tegen het besluit van 31 januari 2008, met als inhoud het verlenen van bouwvergunning voor het veranderen van eeen berging/carport aan de Rossinistraat 4 te Drunen. De ontvangstdatum van het bezwaarschrift is 07 maart 2008. Ten behoeve van de voorbereiding van een beslissing op het bezwaar is een onafhankelijke Commissie bezwaarschriften ingesteld. Hoorzitting Tijdens een op 01 juli 2008 gehouden hoorzitting heeft de commissie partijen in de gelegenheid gesteld de standpunten over en weer mondeling toe te lichten. Van deze gelegenheid hebben partijen gebruik gemaakt. Advies commissie In aansluiting op deze hoorzitting heeft de commissie op 1 juli 2008 advies uitgebracht. De commissie acht het bezwaarschrift ontvankelijk. Dit betekent dat de bezwaren inhoudelijk getoetst zijn. De commissie heeft vervolgens geadviseerd het bezwaarschrift gegrond te verklaren. Een afschrift van het advies van de commissie alsmede een verslag van de hoorzitting treft u bijgaand aan. Kortheidshalve wordt verwezen naar de inhoud van de betreffende stukken. Beslissing op bezwaar Voor de motivering van de beslissing wordt verwezen naar het advies van de Commissie bezwaarschriften, dat is overgenomen. Op dit advies is de beslissing op bezwaar gebaseerd. Bankrelatie BNG 28.50.03.909 Gemeente Heusden gebruikt uw persoonsgegevens uitsluitend voor het doel waartoe zij zijn verstrekt. Indien u daarover inhoudelijk meer wilt weten kunt u contact opnemen met de behandelend ambtenaar van onze gemeente (Wet Bescherming Persoonsgegevens, artikel 33 en 34)
Ons kenmerk 68039001BZWR0001 Onderwerp Beslissing op bezwaar Datum 26 maart 2009 Pagina 2 van 3 Conform het advies van de bezwarencommissie heeft het college alsnog onderzocht of bouwvergunning kan worden verleend met toepassing van artikel 19, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Het college komt tot het oordeel dat dit mogelijk is en de overwegingen die tot dit oordeel hebben geleid zijn in de bij dit besluit behorende bijlage I opgenomen. Daarom heeft het college van Heusden op 24 maart 2009 besloten: 1. het bezwaarschrift gegrond te verklaren; 2. het bestreden besluit te herzien in die zin, dat (1) alsnog vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt verleend onder verwijzing naar de overwegingen zoals die in de bij dit besluit behorende bijlage I zijn opgenomen en (2) de bij de bouwvergunning behorende tekeningen te vervangen door de laatstelijk d.d. 18 juli 2008 gewijzigde tekeningen. Beroep U kunt tegen dit besluit op grond van artikel 8.1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na het verzenden van deze brief, beroep instellen bij de Rechtbank 's-hertogenbosch, Sector Bestuursrecht, postbus 90125, 5200 MA s-hertogenbosch. Het beroepschrift moet worden ondertekend en bevat tenminste: naam en adres van de eiser; de dagtekening; een omschrijving van de beslissing waartegen het beroep is gericht (kopie bijvoegen); de gronden van het beroep. Tevens kunt u op grond van artikel 8:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht tegelijk met, of na het instellen van beroep, een voorlopige voorziening (onder meer schorsing van ons besluit) vragen bij de Voorzieningenrechter van die rechtbank. Uw belang moet dan wel zo groot zijn dat de uitspraak op het beroep niet kan worden afgewacht. Vragen Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen via telefoonnummer (073) 513 17 89.
Ons kenmerk 68039001BZWR0001 Onderwerp Beslissing op bezwaar Datum 26 maart 2009 Pagina 3 van 3 Met vriendelijke groet, namens het college van Heusden, manager Team Ondersteuning leefomgeving, Y. Vos Bijlage(n): - Verslag hoorzitting - Advies Commissie bezwaarschriften - Bijlage: Overwegingen m.b.t. vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 3 WRO