Hier moet worden aangegeven het soort werktuig Bijvoorbeeld: een trekker.

Vergelijkbare documenten
Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde.

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?

Hoofdstuk 22. De kosten van duurzame productiemiddelen. Wat zijn afschrijvingen? Waardevermindering van je bezit!

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Kosten van huisvesting en duurzame productiemiddelen 7

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Bedrijfsbegroting naam leerling : oke

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

Vast percentage van de aanschafwaarde

68 melkkoeien (incl vaarzen), 21 pinken, 24 kalveren Vervangingspercentage 29 %

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

Uitgangspunten kostenberekening Aanvulling op artikel kleine machines hogere kosten

Kosten van huisvesting en duurzame productiemiddelen 11

Hoofdstuk 13 Kostensoorten

Investerings en financieringsprobleem

Achtergrondinformatie bij het artikel Uitgekiende onkruidbestrijding bespaart geld!

Antwoorden hoofdstuk 11

Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing

Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing

Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing

Frequent Asked Questions BETREFFENDE: Managen. Ondernemen

Deze examenopgave bestaat uit page 10 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 3 opgaven en omvat 22 vragen.

Achtergrondinformatie bij het artikel: Rooikosten verlagen door het beter benutten van rooiers en kippers.

De normale afzet van Verhoeven, uitgedrukt in ton/km per jaar, is als volgt verdeeld:

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

De resultatenrekening

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Bronnen- en werkboek. Economie. IBS Produceren en afzet van product. Leren is ondernemen en ondernemen is leren

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Deel 2 hoofdstuk 4 BOEKHOUDEN GEBOEKSTAAFD -- DEEL 2 -- HFD 4. Versie aug Kosten van materiële vaste activa.

BEDRIJFSREKENEN OPDRACHTEN BASIS EN KADER

M&O VWO 2011/

Ondernemersplan. Uitleg behorend bij de Instructie Managen

Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2016

OPGAVEN HOOFDSTUK 9 ANTWOORDEN

Afschrijvingen in CASH

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

Kijk kritisch naar de kosten van speciaal pillenzaad en zaaien

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.

Cumulatieve. De economische gebruiksduur van het verbeterde type bestelwagen is 4 jaar.

Beperkte grondbewerking spaart structuur en geld

Enkele bijzondere onderwerpen

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Indirecte productiekosten: meewegen van machine-uurtarieven

5 Passieve belastinglatenties

Stichting Vervoer door Vrijwilligers Rheden/ Rozendaal. Jaarrekening 2013

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

Klas:.. Datum:. Beginbalans B.V. xyz 1 jan. 20xx. rekeningafschrift B.V. xyz nr jan jun

Voorbeeld Melkvee 2014 Q4

Afschrijvingslijst. Inboedelverzekering

Psychiatrische ziekenhuizen

Extra Oefenignen Calculatie TAXI. Calculatie TAXI Examen Oefeningen 1

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016

De jaarrekening Examennummer: Datum: 12 april 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

1.1 Opbrengsten BRONNENBOEK: INFO BIJ: DEELTAAK 1. Hoofdstuk 1. Het saldo

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 6 OKTOBER UUR

SWOT. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 10 vragen. De opbouw en het aantal vragen komen overeen met het online examen.

Acumulus & Co. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Deze examenopgave bestaat uit 6 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 2 opgaven en omvat 12 vragen

Stichting Thus, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december december 2014 ACTIVA

HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 4

Acumulus - SIEL. IB Aangifte Cursus Aangifte Inkomstenbelasting voor ondernemers i.s.m. Annalies Janssens & Esther van der Meer

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps A Groningen. Financieel verslag Dossiernummer:

Stichting Vervoer door Vrijwilligers Rheden/Rozendaal

Handleiding voor het gebruik van het rekenmodel. Inhoud

Verkort finacieel verslag OVER van STICHTING IMPAKT UTRECHT INHOUD. deel. Balans per 31 december Exploitatierekening over

Stichting Open Future Institute

STICHTING KINDERBOERDERIJ CLINGE - TERNEUZEN JAARREKENING 2017

Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 4

U kunt ook tijdens het vastleggen van de inkoopfactuur het activum registreren en de koppeling direct tot stand brengen (zie hierna).

Acumulus & Co. Bijlage B - Jaarrekening IB-aangifte 2017 uit Acumulus. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Stichting Boek Werk Onderzoek Zuiderparklaan TL Winsum JAARREKENING Datum: 28 februari 2018

Acumulus & Co. Bijlage 2. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest.

Acumulus & Co. Bijlage 2 - Jaarrekening IB-aangifte 2016 uit Acumulus. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Stichting Boek Werk Onderzoek Zuiderparklaan TL Winsum JAARREKENING Datum: 15 januari 2019

Jaarrekening 2016 Stichting Predik Het Woord

Examen EV AA 18 januari 2017 Uitwerking en puntenverdeling. Opgave 1 (33 punten)

8.1 Afschrijvingsmethoden

Hoofdstuk 16.3 Prijsgrondslagen (waardering) Winstbegrip Historisch kostenstelsel Vervangingswaarde

MO02 Begro+ng. College 5

- 1 - Informatie over het bedrijf van Jaap Dogterom dochters van 15 en 18 jaar.

Inhoud. Inleiding 5. 1 Boekhouden 8. 2 Milieukosten en -opbrengsten Handel over de grens 78. Trefwoordenlijst 93 INHOUD 7

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 24 vragen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2. 01/04/x5 416 Diverse vorderingen Terreinen AW Meerwaarden op de realisatie

Hoofdstuk 42 belangrijk

Acumulus & Co. Bijlage 2 - Jaarrekening IB-aangifte 2015 uit Acumulus. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Inhoud. Voorwoord 5. 3 Financieringscriteria Ondernemer en rentabiliteit Solvabiliteit en liquiditeit 45 3.

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

Bedrijfseconomische analyse

Transcriptie:

10 WERKTUIGKOSTEN Om zo n formulier goed in te vullen moeten we eerst weten wat al de begrippen, die erop vermeld staan, betekenen. Hieronder is de kop van het formulier weergegeven. Werktuig Omschrijving Bouwjaar Vervangingswaarde % afschr. Bedrag afschrijving % O + V Bedrag O + V Bedrijfswaarde Werktuig: Begrippen/afspraken Hier moet worden aangegeven het soort werktuig Bijvoorbeeld: een trekker. Omschrijving: In deze kolom moet het type worden weergegeven, of de capaciteit Bijvoorbeeld: 70 kw of 4 wiel aangedreven Bouwjaar: Dit is het jaar van aanschaf (zowel nieuwkoop, als tweedehands) Bijvoorbeeld: 2008 Vervangingswaarde: Bij het begroten gaan we uit van de vervangingswaarde, omdat de ondernemer zijn kosten moet baseren op bedragen die hij bij vervanging moet betalen. (zie toelichting hieronder) Bijvoorbeeld: 53.700 (76.400 + 37.400)/2 (kwin 2013-14) % afschrijving: Het afschrijvingspercentage dat jaarlijks wordt afgeschreven. Bijvoorbeeld: 7,5% Kwin gaat uit van de VVW afschrijven Bedrag afschrijving: Dit bedrag geeft het jaarlijkse afschrijvingsbedrag weer. (7,5 % x vervangingswaarde) Hieronder volgt de uitleg van bovenstaande begrippen:

Begrippen/afspraken vervolg Bedrag O + V: Dit bedrag geeft het jaarlijkse bedrag onderhoud en verzekering weer. (4% x vervangingswaarde) Bedrijfswaarde: Vervangingswaarde minus totaal afschrijvingsbedrag Als we deze gegevens in de werktuigenlijst verwerken ziet dat er als volgt uit: Werktuig Omschrijv Bouw Vervangings % afschr. Bedrag % O + V Bedrag O + V Bedrijfs ing jaar waarde afschrijving waarde Trekker 70 kw 2008 53.700 7,5 4.028 4 2.148 33.560 zie verderop de toelichting voor bedrijfswaarde. 10.2 De vervangingswaarde Zoals al eerder opgemerkt, gaan we bij de begroting uit van de vervangingswaarde. De ondernemer moet zijn kosten baseren op prijzen die hij bij vervanging van het werktuig, door een zelfde werktuig, betaald. We gaan er daarbij vanuit dat hij van plan is zijn bedrijf voort te zetten. De vervangingswaarden van de meest voorkomende werktuigen staan vermeld in de KWIN (deze moet wel recent zijn). Deze vervangingswaarden mag je dan ook gebruiken voor het begroten. Wat vervangingswaarde precies is, vinden we in het volgende schema. Aangeschaft in het verleden Zal eens worden vervangen door eenzelfde werktuig Vervangingswaar de Nieuw of tweedehands Ja ( nieuw) Nieuwwaarde Nieuw of tweedehands Ja ( tweedehands) Tweedehandswaarde Nieuw of tweedehands Nee (wordt wel gebruikt) Restwaarde Nieuw of tweedehands Nee ( wordt niet gebruikt) nul

Om de vervangingswaarde vast te stellen van een 2 e hands werktuig, moet eigenlijk worden bepaald, hoeveel de ondernemer zou willen betalen voor een vergelijkbaar (capaciteit etc.), vervangend, 2 e handswerktuig. Hiervoor is een stukje kennis van de actuele prijzenmarkt noodzakelijk!! Voorbeeld: Auto = 100.000 Restwaarde = 10% (altijd) Oud 3 jaar en 1 maand Maak de vragen bij 10.2 Afschrijving per jaar: 1e jaar: 20% 2e jaar: 17,5% 3e jaar: 15% 4e jaar: 12,5% 5e jaar: 10% 6e jaar: 10% 7e jaar: 7,5% 8e jaar: 7,5% Hoe doen wij dit? 10.3 Afschrijving Behalve productiemiddelen die jaarlijks weer aangeschaft worden, zijn er ook de duurzame productiemiddelen. Uitgaven hiervoor vinden slechts eens in de zoveel jaren plaats, doordat deze productiemiddelen veel langer dan een jaar meegaan. Voorbeelden hiervan zijn grond, drainage, vee, gebouwen en werktuigen, hiervan behoeft grond nooit worden vervangen en brengt vee zijn prijs bij verkoop weer op. Daarom houden we ons in deze paragraaf alleen bezig met de duurzame productiemiddelen die in de loop van de tijd slijten en daarom eens moeten worden vervangen.

Omdat productiemiddelen als gebouwen en werktuigen lang meegaan, moeten de uitgaven daarvoor over een reeks van jaren worden uitgesmeerd. Voor de vaststelling van de lengte van die periode kunnen we ons in de eerste plaats afvragen hoelang het in het verleden duurde voordat dergelijke productiemiddelen versleten waren. Dat noemen we de technische levensduur. In de praktijk blijken gebouwen en werktuigen echter veel sneller te worden vervangen door nieuwe, omdat ze door technische vernieuwingen verouderd raken. Die kortere levensduur noemen we de economische levensduur. De oorspronkelijke uitgaven voor een werktuig of een gebouw worden verdeeld over de jaren van laatstgenoemde levensduur, want in deze periode moet het productiemiddel opbrengst opleveren. Het verdelen van een uitgave over de jaren van gebruik noemen we afschrijven. Wij gebruiken kwin voor werktuigen en maken gebruik van de afschrijving voor werktuigen en machines in % van de vervangingswaarde. Niet de uitgave maar de jaarlijkse afschrijving is fiscaal een kostenpost. Door de afschrijving neemt de balanswaarde van het desbetreffende productiemiddel elk jaar af. Deze waarde noemen we de boekwaarde. Afhankelijk van de gestelde levensduur wordt er sneller of langzamer afgeschreven. Hoe langer de levensduur is, des te langer is het afschrijvingspercentage. Vaak schrijft men bij werktuigen niet verder af dan tot een bepaalde restwaarde. Dit doet men, omdat werktuigen bij vervanging meestal nog een bepaalde inruilwaarde hebben. Ingeruilde werktuigen leveren opbrengst op de exploitatierekening gezet maar worden afgeboekt op de balans. Het nieuwe vervangende werktuig wordt betaald vanaf k/b/g en op de balans gezet. Bij gebouwen en drainage is geen sprake van een restwaarde. In de praktijk blijken er twee veel gebruikte methoden te bestaan: 1. Afschrijving als vast percentage van de aanschafwaarde. 2. Afschrijving als vast percentage van de boekwaarde. 10.4 Vervangingsreserve Stel een trekker heeft na 5 jaar een boekwaarde van 4.537,80 maar wordt voor 5.899,14 verkocht dan mag je de winst tijdelijk op een vervangingsreserve post plaatsen. Als er een nieuwe trekker gekocht is wordt de reserve van de aanschafprijs van de

nieuwe trekker afgetrokken. Iets soortgelijks geldt voor het geval dat gebouwen door brand worden verwoest. De door de verzekering uitgekeerde bedragen zijn bij een goede dekking hoger dan de balanswaarde van de gebouwen. De winst wordt ook hier weer tijdelijk gereserveerd, tot nieuwbouw heeft plaatsgevonden. De reserve gaat dan van de nieuwbouwprijs af, waardoor deze winst niet op de exploitatierekening terechtkomt. De nieuwbouw mag ook in het volgend jaar worden gerealiseerd, als vervanging niet plaatsvindt, wordt alsnog de vervangingsreserve als winst geboekt 10.5 Onderhoud en Verzekering Behalve afschrijvingskosten brengen productiemiddelen als gebouwen en werktuigen ook andere kosten mee. Door gebruik zal er regelmatig onderhoud moeten worden gepleegd, van tijd tot tijd vinden er reparaties plaats. Gebouwen dienen verzekerd te zijn tegen brand. Bij werktuigen is een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid (WA) op zijn plaats. Ook zullen er uitgaven zijn voor brandstof en smeermiddelen. En om het duurzame productiemiddel grond terug te komen: Is men eigenaar hiervan, dan zullen er eigenaarslasten moeten worden betaald (bijvoorbeeld waterschapslasten). Is men pachter, dan zullen er uitgaven plaatsvinden. Kortom, al deze uitgaven zullen jaarlijks terugkeren, net zoals bij de vlottende productiemiddelen. Het vaststellen van het percentage afschrijving onderhoud en verzekering. Voor een nieuw werktuig gebruiken we bij het begroten het afschrijvingspercentage zoals die in de meest recente KWIN wordt weergegeven. In de KWIN staat een overzicht van de meest voorkomende werktuigen met daarbij de vervangingswaarde, het afschrijvingspercentage en het percentage Onderhoud en Verzekering. Voor een tweedehands werktuig moeten we een correctie toepassen, hier nemen we vaak een hoger percentage afschrijving. Hetzelfde geldt voor het percentage voor onderhoud en verzekering. Een tweedehands werktuig schrijf je sneller af (verkorte technische levensduur) en er is vaak meer onderhoud nodig dan bij een nieuw werktuig. Maak de vragen bij hoofdstuk 10.5 10.6 De bedrijfswaarde De bedrijfswaarde geeft de bedrijfseconomische boekwaarde van een werktuig aan. Dit is de vervangingswaarde minus het totale afschrijvingsbedrag.

Voorbeeldsom: We nemen voor de voorbeeldsom de trekker van ons voorbeeldbedrijf: De vervangingswaarde is 53.700 Het afschrijvingspercentage 7,5% Het bouwjaar is 2008 Datum opmaak begroting: 2013 (afschrijv op basis van vervangingswaarde/nieuwwaarde) Berekening: Het jaarlijkse afschrijvingsbedrag: 7,5 % x 53.700 = 4.027 De machine is 5 jaar oud dus: 4.027 x 5 = 20.135 totaal afgeschreven. Bedrijfswaarde: 53.700-20.135 = 33.565 Het kan ook zijn dat na verloop van tijd de bedrijfswaarde van een machine H 0 is. In de BEDRIJFWAARDE is dus: de aanschaf waarde totaal afschrijvingen normale gevallen zal de machine vervangen worden door een andere vergelijkbare machine. Immers de technische levensduur van de machine is theoretisch op zijn eind. In de praktijk gebeurt het echter vaak dat zo n afgeschreven machine nog een aantal jaren wordt aangehouden. Dit kan om meerdere redenen worden gedaan: 1. Machine wordt zelden gebruikt omdat hij niet door eenzelfde machine zal worden vervangen, maar het is makkelijk dat hij er staat.

2. Er is een zelfde machine bij gekocht, zodat in piektijden gebruikt kan worden gemaakt van twee dezelfde machines. 3. Het kan ook zijn dat men de machine nog niet kan vervangen, omdat men om wat voor reden ook niet kan investeren. In de eerste twee gevallen mag de bedrijfswaarde op nul blijven staan. In het laatste geval moet een herwaardering plaatsvinden, zodat een afschrijvingsbedrag en O + V bij de jaarlijkse kosten wordt meegenomen. We zijn namelijk met een begroting voor meerdere jaren bezig en in de toekomst zal de machine toch worden vervangen. Door de herwaardering krijg je een eerlijker beeld. Hoe gaat de herwaardering in z n werk? De eerste stap is het vaststellen van het aantal jaren dat de machine nog op het bedrijf zal worden gebuikt. Dit aantal jaren moet worden vermenigvuldigd met het jaarlijkse afschrijvingsbedrag. De nieuwe bedrijfswaarde is nu vastgesteld. Bij de Herwaardering moet ook een correctie worden gemaakt voor de percentages afschrijving en O + V. Voorbeeldberekening herwaardering: Stel onze trekker heeft een bedrijfswaarde 0,- We bekijken de trekker goed en we trekken de conclusie dat hij nog minimaal 5 jaar meegaat. Het jaarlijks afschrijvingsbedrag is 7.200,- Herwaardering machine 5 x 7.200,- = 36.000,- De nieuwe bedrijfswaarde/boekwaarde is 36.000,-

10.7 Rente We weten nu een aantal kosten van de werktuigen te berekenen. Namelijk het totale jaarlijkse afschrijvingsbedrag en het totale bedrag aan onderhoud en verzekering. De enige kostenpost die nog niet besproken is, zijn de rentekosten. Het rentebedrag dat we berekenen heet berekende rente. Immers als we het geld, dat is geïnvesteerd in de werktuigen, op de bank hadden gezet, hadden we daarover rente ontvangen! We rekenen bij de berekende rente altijd de rente over het gemiddeld geïnvesteerd vermogen. Anders zou op het moment dat de investering net is gedaan over een groot bedrag rente worden gerekend, aan het eind over een klein bedrag. Nu worden de kosten gelijkmatig opgevoerd. Zodat een eerlijk kostenbeeld ontstaat. Investeren wordt dan aantrekkelijker omdat je anders in de eerste jaren van de investering een grote kostendruk hebt. Hierdoor ontstaat een vertekend beeld. We zien dat de werktuigen niet helemaal tot 0,- worden afgeschreven. Bij de meeste machines gaan we uit van een restwaarde van 10% van de vervangingswaarde. Het rentepercentage is hetzelfde als we bij de rente veestapel gebruiken. Maak de vragen bij hoofdstuk 10.7 10.8 Brandstof en smeermiddelen Zoek in kwin bij onbeperkt weiden, mest uitrijden en inkuilen met eigen machines. Per ha rekent men dan? Dit kan worden aangepast voor de intensiteit en ieder bedrijfstype. Reken ook het gebruik van smeermiddelen uit per ha. Kwin 10% over de brandstofkosten 10.9 Energiegebruik Hier gaan we rekenen met een benadering Uit cijfers die spreken 2010 komt het volgende: Om een betere vergelijking te maken van het energieverbruik tussen bedrijven, is het noodzakelijk om de afzonderlijke onderdelen elektriciteit (in kwh), gas, water (in m 3 ) en

diesel (in liter) om te rekenen naar één eenheid: megajoule (in MJ). De verschillende energiesoorten kunnen dan worden opgeteld en het totale energieverbruik bepaald. Bij benadering verbruikt het gemiddelde melkveebedrijf 81 MJ (22,5 kwh) per 100 kilogram melk. De beste 25% scoren 59 MJ(16,4 kwh) en de bedrijven met hoogste energiekosten 120 MJ (33,3kWh) per 100 kilogram melk. Kwin 2011-2012 zegt 166,--/ literprijs 0.90 = 184,4 l à 10 kwh/l (wikepedia) =1844 kwh/14.296 kg (cijfers jaar 2007) meetmelk /ha x 100 = 12,9 kwh voor diesel rest 9.6 kwh/100 kg meetmelk dit is een benadering Actueel vergelijkingsmateriaal uit onderzoek is er verder niet. Samengevat onze norm: gem. 22,4 kwh/ 100 kg m.melk 12,9 kwh diesel 9.6 kwh/100 kg m.melk Berekend 2012! Wij gaan uit van enkel tarief voor de particuliere markt zonder allerlei transport e.d! Vul nu het werktuigen formulier verder in Regelmatig dienen werktuigen op een bedrijf te worden vervangen. Iedere keer kan de vraag gesteld worden of dit wel moet gebeuren, of dat dat werk beter door de loonwerker kan worden gedaan. De financiële afweging hiervan kan berekend worden. Daarnaast dienen andere factoren in de afweging om machines te vervangen (of niet) worden meegenomen. Hoe goedkoop of duur alle werkzaamheden op het bedrijf gedaan kunnen worden, wordt weergegeven door het kengetal bewerkingskosten: kosten van arbeid + loonwerk + werktuigen. In de praktijk blijken er zeer grote verschillen te zijn voor de bewerkingskosten.