Duurzaam & Dichtbij Inkoopbeleid Langdurige Zorg 2015

Vergelijkbare documenten
!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

Inkoopdocument Inkoop AWBZ zorg gehandicaptenzorg

Zorginkoop langdurige zorg 2015 Versmalde AWBZ (Wlz) Jelle Boomgaardt Zorgkantoor Friesland / DFZ 01 - juli 2014 Gewijzigde versie

!7": ZORG 'EHANDICAPTENZORG

Informatiebijeenkomst zorgaanbieders

Inkoopdocument Inkoop AWBZ zorg verpleging en verzorging

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Zorgkantoor DWO/NWN. Zorginkoopbeleid 2015

Uitwerking uniforme inkoopcriteria

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Zorginkoop langdurige zorg 2015

Welkom. Inkoopdocument Wet langdurige zorg 2017

Informatiebijeenkomst Wijkverpleging 25 - juni 2014 Gewijzigde versie. De Friesland Zorgverzekeraar

Zorgkantoor Friesland Inkoopdocument Wlz 2016

CZ Zorgkantoor. Visie CZ Zorgkantoor, Experiment Persoonsvolgende Zorg en domeinoverstijgend samenwerken

Presentatie Zorginkoopbeleid 2015 Verpleging & Verzorging

Cliëntenradenbijeenkomst 16 april 2013

De drie thema s met een uniform criterium voor onze sector zijn kwaliteit, innovatie en integrale benadering.

Voorlichtingsbijeenkomst inkoopbeleid Zorgkantoor Midden IJssel 5 juni 2013

Zorginkoopbeleid 2015

Wet langdurige zorg (Wlz) Presentatie VGN. Sanne Lubbers Martin Holling. 16 december 2014

Toelichting monitor Onderdeel Kwaliteit. 1. Cliënten - gehandicaptenzorg

Uitwerking uniforme inkoopcriteria

Aanvulling 2019 op Deel 2 Regionaal inkoopkader nieuwe zorgaanbieders Wlz 2018

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

Regionale Bijeenkomsten Zorgkantoorregio s

Rectificatie Inkoopsystematiek inclusief nieuwe bijlage landelijke criteria

Publieksversie inkoopdocument Langdurige Zorg Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden

Wlz Zorginkoop Regionale informatiebijeenkomst voor zorgaanbieders Datum 16 en 18 juni 2015

IVVU, 18 februari 2015 Herma Oosterom. Wet langdurige zorg

Wlz Zorginkoopbeleid drs. Ineke Wever, manager Zorg ZN

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Bijeenkomst cliëntenraden. Zorgkantoor Friesland Wlz. De Friesland Zorgverzekeraar Wijkverpleging 13 april 2015

Regionale Bijeenkomsten Zorgkantoorregio s Zorgkantoorregio Friesland. Leeuwarden, 4 juli 2011 Jacqueline Vissers, beleidsmedewerker AWBZ

Informatiebijeenkomst zorginkoop Wlz 2019 GZ en GGZ. Juni 2018

Bestuurlijke afspraken Investeren in kwaliteit verpleeghuiszorg : zinvolle daginvulling en deskundig personeel.

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/14/06c /

Raadsledendag 20 september

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/10c 11D

Vraag en antwoord Landelijk

Inkoopbeleid 2013 sector Verpleging & Verzorging

wonen met zorg vanuit een nieuw perspectief

BELEIDSREGEL CA-BR-1608a. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 3 bij circulaire Care/Wlz/15/14c

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

Verenso. Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde en sociaal geriaters

Cliëntervaring. De bron voor verbetering. Petra Meijer 21 maart 2016

Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Met deze aanbieders wordt in dialoog bekeken of en op welke wijze de uitkomsten van de proeftuin meegewogen kan worden. 1

- 9 JULI I~~ Cj. De extramuralisering versnelt. De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer \dir/cb. Geachte heer, mevrouw,

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Vragenlijst AWBZ/Wlz zorgcontractering 2015

Vragenlijst AWBZ zorgcontractering 2014

Ontwikkelingen in de WLZ: kabinetsbeleid en de veranderende rol van de Zorgkantoren. 26 november 2018 Dave van der Pluijm

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Inkoop Wlz 2017 Menzis Zorgkantoren

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Marktanalyse 2018 Zuidoost-Brabant

Zorginkoopbeleid Persoonlijke Verzorging en Verpleging Juni juli 2014

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen III - Aanvulling, Inkoopdocument Wlz oktober 2016

Zorgkantoor Zorg en Zekerheid

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Opbouw. Zorgverzekeringswet 2006 Redenen voor hervorming. De kern van Zvw. Privaat zorgstelsel met veel publieke randvoorwaarden

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over overgangsproblemen tussen zorgdomeinen (2015Z19261).

Overzicht bekostiging van behandeling bij Wlz-cliënten in 2016

ZORGINKOOP PRESENTATIE

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Regionale marktanalyse Wlz

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Betekenisvol, integraal en effectief samenwerken rond oudere inwoners

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Onafhankelijke cliëntondersteuning Wlz

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Marktanalyse 2018 West-Brabant

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZP-meerzorg Wlz. Bijlage 24 bij circulaire Care/Wlz/16/11c

Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

Bijeenkomst cliëntenraden Wlz. 22 maart 2016

Workshop Cliëntenraad en Zorginkoop

Betaalbaarheid van toekomstige ouderenzorg. Symposium Ietje de Rooij

Inkoopdocument 2014 Niet-aanbestede producten Inkoopbeleid AWBZ 2014

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Instructie cliëntprofielen

Zorginkoop AWBZ. Praktijkdagen. Almere. 22 mei 2014

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Persoonsvolgende financiering in Nederland

Notitie. Wetsvoorstel Wet langdurige zorg (Wlz): wijzigingen en samenvatting. Versie 11 maart 2014

Zilveren Kruis Zorgkantoor zet in op zorg en ondersteuning die past bij de manier waarop klanten hun leven willen leiden

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update

Transcriptie:

Duurzaam & Dichtbij Inkoopbeleid Langdurige Zorg 2015 Zorgkantoren Coöperatie VGZ

www.vgz-zorgkantoren.nl VGZ Zorgkantoor BV, KvK 09167532, gevestigd te Nijmegen, Univé Zorgkantoor BV, KvK 37122493, gevestigd te Alkmaar en Trias Zorgkantoor BV, KvK 11068018, gevestigd te Gorinchem vormen samen de Zorgkantoren Coöperatie VGZ. Zorgkantoren Coöperatie VGZ is een handelsnaam voor VGZ Zorgkantoor BV, Univé Zorgkantoor BV en Trias Zorgkantoor BV samen. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 2

Inhoudsopgave inleiding... 4 1. Gezamenlijke Inkoopthema s... 6 2. Kwaliteit... 7 3. Administratieve lasten... 9 4. Innovatie... 10 4a. Stimuleren nieuwe innovatie door middel van landelijk toetsingskader... 10 4b. Stimuleren van implementatie van best practices... 11 5. Extramuraliseren... 12 6. Moeilijk plaatsbare cliënten... 14 7. Versterken eigen regie en participatie... 15 8. Integrale benadering... 18 9. Doelmatigheid... 20 10. Meerjarige overeenkomsten... 21 11. Dementie... 22 12. Langdurige GGZ... 23 13. Inkoop 2015 uitgangspunten... 25 ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 3

inleiding Het zijn turbulente tijden voor de langdurige zorg; we bevinden ons midden in een transitie, de hervorming van langdurige zorg (HLZ). In de afgelopen maanden is er steeds meer informatie gekomen over de nieuwe Jeugdwet, de decentralisatie naar de Wmo en de overhevelingen naar de Zvw. Daarnaast zijn ook de contouren voor de nieuwe Wlz langzaam zichtbaar geworden. Er is echter nog geenszins sprake van volledige duidelijkheid en veel issues moeten nog uitgekristalliseerd worden. Scope van inkoopbeleid Langdurige Zorg 2015: Ten tijde van publicatie van dit inkoopdocument is nog niet geheel duidelijk welke uitgangspunten gelden in 2015. Dit betekent ook dat we nog niets met zekerheid kunnen aangeven. Ondanks deze onduidelijkheid zullen de Zorgkantoren Coöperatie VGZ toch zorg voor onze cliënten moeten inkopen. De volgende aannames gelden bij de zorginkoop voor 2015: De decentralisatie van functies die overgaan naar de Wmo wel geëffectueerd is; De overheveling van functies die overgaan naar de ZVW wel geëffectueerd is; De overheveling van functies die overgaan naar de Jeugdwet wel geëffectueerd is. Om deze reden spreken we voor de zorginkoop 2015 in onze inkoopdocumenten niet van de Wlz of de AWBZ, maar van Langdurige Zorg 2015. In 2015 zullen er in de Langdurige Zorg veel verschillende vormen van bekostiging van zorg naast elkaar bestaan. Afhankelijk van het cliëntenprofiel kan iemand vallen onder: 1. Intramurale zorg in de vorm van een ZZP 2. Intramurale zorg in de vorm van een Volledig Pakket Thuis (zorg thuis) 3. Overbruggingszorg: cliënten die ter overbrugging op een intramurale plaats zorg ontvangen. Momenteel zijn dit veelal extramurale functies en klassen 4. Overgangsrecht: cliënten met een geldig intramuraal indicatiebesluit die een keuze moeten maken tussen WLZ en andere financieringssystemen (Wmo en/of Zvw) 5. Langdurige zorg in de vorm van een PGB 6. Extramurale behandeling in de vorm van een subsidieregeling Ten tijde van publicatie van dit inkoopbeleid worden over vele van de bovenstaande bekostigingsvormen besluiten genomen over de manier van inkoop, bekostiging en cliëntentoegang. Om deze reden heeft het inkoopbeleid wat nu voorligt enkel betrekking op de eerste twee categorieën: Intramurale zorg in de vorm van een ZZP en Intramurale zorg in de vorm van een Volledig Pakket Thuis (zorg thuis). Wanneer de financiële kaders en beleidsuitgangspunten van de overige categorieën duidelijk zijn informeren wij zorgaanbieders zo snel mogelijk hierover op onze website. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 4

Inkoop Langdurige Zorg 2015: landelijke uniformering en vereenvoudiging De zorgkantoren van Coöperatie VGZ proberen ieder jaar het inkoopbeleid te verbeteren en de administratieve lasten die aanbieders gedurende de inkoopperiode ervaren tot een minimum te beperken. Voor 2015 is echter niet alleen gestreefd naar een vereenvoudiging van onze eigen inkoop, maar ook om tussen verschillende concessiehouders tot uniformering te komen. Om deze reden hebben alle concessiehouders gezamenlijk enkele thema s benoemd die we belangrijk vinden als beweging voor de sectoren V&V en GZ. Bij deze thema s hebben we gekeken welke inkoopcriteria passend zijn en uniform kunnen worden toegepast. De langdurige GGZ is niet meegenomen in deze ontwikkeling. Aangezien de langdurige GGZ aanvankelijk niet meer terug zou komen in Langdurige Zorg 2015 (immers de GGZ met behandeling zou naar de ZVW worden overgeheveld en de GGZ beschermd wonen naar de WMO), is deze buiten beschouwing gelaten. Inmiddels is duidelijk dat een klein gedeelte van de GGZ in de Langdurige Zorg 2015 overblijft. Naast uniformering hebben zorgkantoren zichzelf ook ten doel gesteld om de ervaren administratieve lasten te verminderen. Zorgaanbieders die met meerdere concessiehouders afspraken maken zullen hier profijt van hebben. Zorgaanbieders die afgelopen jaar met maar één concessiehouder afspraken hebben gemaakt zullen mogelijk wijzigingen ervaren in het inkoopbeleid. Naast uniformeren is ook in de uitvraag kritisch gekeken naar nut en noodzaak. De zorgkantoren hebben gezamenlijk het uitgangspunt geformuleerd dat bij de inkoop in beginsel uitsluitend gebruik wordt gemaakt van reeds beschikbare gegevens. Dit was bij de Zorgkantoren van Coöperatie VGZ al enkele jaren gebruikelijk. Zorgkantoren vragen alleen aanvullende informatie en/of documenten op, indien noodzakelijk vanuit hun rol en verantwoordelijkheid in het stelsel. Opbouw van dit beleidsdocument Dit inkoopbeleid vormt de centrale inkoopvisie voor de Zorgkantoren van Coöperatie VGZ, die van toepassing is op alle doelgroepen binnen de Wlz. In de komende hoofdstukken staan de thema s beschreven die landelijk door de zorgkantoren gezamenlijk zijn benoemd. Deze teksten zijn landelijk uniform. Van enkele beleidsterreinen vinden wij het echter noodzakelijk om een toelichting te geven over hoe de VGZ-Zorgkantoren tijdens de inkoop invulling zullen geven. Om het onderscheid tussen landelijk uniforme teksten en VGZ-toevoegingen duidelijk te maken, hebben de VGZ-toevoegingen een blauwe achtergrond (net als deze inleiding). De teksten met de witte achtergrond zijn landelijk uniform. Tot slot Dit document is op een andere manier tot stand gekomen dan het inkoopbeleid van andere jaren. Dit inkoopbeleid is het resultaat van samenwerking met andere zorgkantoren en veelvuldige afstemming met stakeholders zoals brancheorganisaties, het ministerie van VWS, cliëntenorganisaties en zorgaanbieders. Voor ons is dit een zoektocht geweest om te komen tot de belangrijkste thema s, uitgangspunten en criteria. Wij zien dit document dan ook niet als statisch, maar als levend. Wij hopen door met de belangrijkste stakeholders in gesprek te blijven, gezamenlijk de langdurige zorg duurzaam te kunnen maken. De transitie van langdurige zorg biedt veel uitdagingen. Een daarvan is omgaan met onzekerheid. Op het moment van publiceren zijn veel zaken nog onduidelijk en de komende tijd zal bol staan van uitwerking en verdere detaillering. De zorgkantoren van Coöperatie VGZ proberen zoveel mogelijk deze onzekerheid weg te halen en zullen waar mogelijk er naar streven om een bestendig beleid te voeren. Daarnaast zullen wij altijd maatwerk nastreven. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat we de transitie naar een duurzamere langdurige zorg alleen samen met onze stakeholders tot een goed einde kunnen brengen. Disclaimer De documenten opgesteld door het zorgkantoor ten behoeve van de inkoop van langdurige zorg 2015 zijn onder voorbehoud van wijzigend beleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Zorg autoriteit (NZa). Het Zorgkantoor behoudt zich het recht voor een correctie in de inkoopdocumenten, de procedure en wijziging of aanpassing van de voorschriften van de inkoopprocedure toe te passen indien na bekendmaking van deze documenten maatregelen door de overheid worden getroffen die van invloed zijn op de inkoop van zorg. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 5

1. Gezamenlijke Inkoopthema s In ZN-verband hebben alle zorgkantoren gezamenlijk een aantal thema s benoemd die we belangrijk vinden als beweging voor de sectoren V&V en GZ. Kritisch is gekeken naar passende inkoopcriteria waar de zorgkantoren graag, in samenwerking met het veld en toekomstgericht, nadere uitwerking aan geven. In totaal zijn er negen zorgthema s voor de GZ en acht zorgthema s voor de V&V. In tabel 2 is een overzicht van de zorgthema s per sector. Voor de thema s kwaliteit, innovatie en integrale zorg is een criterium opgesteld. Dit is tevens in tabel 2 weergegeven. De beschreven criteria zijn inkoopcriteria, niet per definitie prijscriteria. Het zorgkantoor is vrij in het toepassen van een inkoopcriterium. Dat wil zeggen dat zorgkantoren de vrijheid hebben om te bepalen of het criterium resulteert in bijvoorbeeld: Een prijs of volume afspraak; een verbeterafspraak; of Een gespreksonderwerp tussen zorgaanbieder en zorgkantoor. In de volgende hoofdstukken komen de volgende thema s aan bod: 1. Kwaliteit 2. Administratieve lasten 3. Innovatie a. Nieuwe innovatie b. Implementatie best practices 4. Extramuraliseren 5. Moeilijk plaatsbare cliënten (enkel voor GZ) 6. Versterken eigen regie/participatie 7. Gezondheid, vitaliteit en welbevinden 8. Integrale benadering 9. Doelmatigheid Voor drie van deze thema s zijn landelijk uniforme inkoopcriteria ontwikkeld (Kwaliteit, Innovatie en Integrale benadering) voor zowel GZ als V&V. Deze criteria staan beschreven in onze inkoopsystematiek. Die vindt u tezamen met alle inkoopdocumenten op www.vgz-zorgkantoren.nl Een aantal eigen criteria is nodig. Enerzijds om bestendig beleid te kunnen voeren en eerder gemaakte afspraken na te kunnen komen. Anderzijds voor invulling van eigen marktanalyse en regio specifieke onderwerpen. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 6

2. Kwaliteit Zorgkantoren hebben de verantwoordelijkheid om voor hun verzekerden zorg te dragen voor kwalitatief goede en betaalbare gezondheidszorg. In juli 2011 heeft ZN het visiedocument Visie op kwaliteit, samenwerken voor de verzekerde uitgebracht. In dit visiedocument stellen zorgverzekeraars (zowel voor de care en cure) vast dat zij zonder gemeenschappelijke uitgangspunten noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen in de zorg niet kunnen realiseren en daarom eenheid van taal willen realiseren. Dit maakt het makkelijker om de juiste kwaliteitsinformatie te verzamelen en verzekerden goed te informeren over kwaliteitsverschillen in de zorg. Zorgkantoren werken samen in het bepalen van relevante kwaliteitsindicatoren, het verzamelen van kwaliteitsgegevens en het verwerken/normeren van deze kwaliteitsgegevens. Vervolgens kunnen zorgkantoren naar hun eigen inzicht de kwaliteitsinformatie gebruiken in de zorginkoop. Het gezamenlijk kwaliteitsbeleid van zorgkantoren berust op de drie pijlers, te weten: (Medisch) Inhoudelijke kwaliteit: zorg moet voldoen aan de professionele standaard, zorg moet veilig en effectief zijn en integraal worden geleverd. Zorgkantoren leggen de focus op uitkomsten van zorg en kwaliteit van leven/kwaliteit van bestaan; Klantgerichtheid: de zorg is toegesneden op de wensen van de cliënt. De cliënt krijgt alle aandacht en informatie en kan makkelijk terecht; Doelmatigheid: de prijs/kwaliteit verhouding van de zorg. Doelmatigheid Fig 1: Pijlers van goede zorg Medische Kwaliteit Klantgerichtheid Wat kwalitatief goede zorg is binnen de langdurige zorg en aan welke randvoorwaarden deze moet voldoen, moet opnieuw geformuleerd worden. Kwaliteit is een containerbegrip en een goede operationalisering hiervan is op zijn plaats. In de sector VV&T is het de komende periode de opdracht aan partijen om te definiëren wat wordt verstaan onder goede kwaliteit in de langdurige zorg. Zorgkantoren en het Zorginstituut Nederland zien hier met name een rol voor de professional (werkzaam bij de zorgaanbieder) en de cliëntorganisaties. Vervolgens dient deze vertaald te worden in een objectieve vergelijkbare maat voor zorgkantoren die bijdraagt bij het inkopen op uitkomsten en het stimuleren van verbeteringen. In 2014 gaan zorgkantoren graag het gesprek aan om te komen tot een concrete ontwikkelagenda met de ambitie om voor de zorginkoop 2016 de eerste resultaten te benutten. Tot er een alternatief is gebruiken zorgkantoren de huidige bestaande instrumenten. Voor de gehandicaptenzorg sluiten zorgkantoren aan bij het kwaliteitskader GZ, zoals ontwikkeld door de eigen branche. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 7

Kwaliteit bij de zorginkoop 2015 In het zorggebied Verpleging, Verzorging (V&V) en Gehandicaptenzorg (GZ) staat het verlenen van zorg op maat centraal. Voor de kwaliteit van leven is het belangrijk dat zorg en ondersteuning afgestemd is op de individuele behoeften van de verzekerden. De zorg moet voldoen aan de professionele standaard, is veilig en effectief en wordt integraal geleverd. Daarnaast moet de zorg ook toegesneden zijn op de behoefte van de cliënt. Informatie over de kwaliteit en betaalbaarheid van zorg op zorgaanbiedersniveau kan uit diverse bronnen worden gehaald. Zorgkantoren gebruiken onder andere de gegevens van de landelijke kwaliteitskaders voor het beoordelen van de kwaliteit van zorg. Echter, kwaliteit van zorg is meer dan alleen de informatie die voortkomt uit de indicatoren, zorgkantoren kijken ook naar andere bronnen. Te denken valt aan de ervaringen van de experimenten regelarm, ervaringen van specifieke doelgroepen en uitkomsten van dossieronderzoek. Overeenkomst 2015 Allereerst stellen zorgkantoren middels de overeenkomst 2015, contractuele voorwaarden op het gebied van kwaliteit. Aan deze voorwaarden dient een zorgaanbieder te voldoen om überhaupt in aanmerking te komen voor een overeenkomst. Zo zijn er voorwaarden bepaald voor het transparant maken van de kwaliteitsgegevens voor de cliënt, het delen van de gegevens van de cliënt alsook het samenwerken met de cliëntenraden bij het opstellen van verbeterplannen. Verstevigen positie cliëntenraad Zorgkantoren vinden het van groot belang dat de cliënt betrokken is bij de wijze waarop zorg wordt geleverd. Een van de manieren waarop de cliënt inspraak heeft op de zorg in een instelling is door middel van de cliëntenraad. Zorginkopers gaan graag in gesprek met cliëntenraden om te bezien op welke manier de zorgverlening en inspraak beter kan. Inspraak en regie van de cliënt over zijn zorgplan en over de instelling zijn namelijk van groot belang voor de ervaren kwaliteit van leven. Zorgkantoren hebben voor de (centrale) cliëntenraad een enquête ontwikkeld met een tiental vragen. Hierin zijn de opmerkingen van de landelijke cliëntorganisaties meegenomen. Van de enquête zijn verschillende versies beschikbaar. Zo is er een enquête ontwikkeld voor cliënten in een instelling voor verpleging en verzorging, maar zijn er ook twee verschillende enquêtes voor de gehandicaptenzorg. Deze enquêtes worden via de zorgaanbieder aangeleverd bij de (centrale) cliëntenraad en zodoende dat de cliëntenraad deze rechtstreeks aan het zorgkantoor kan retourneren. De enquête wordt uiterlijk 1 oktober 2014 aangeleverd. De uitkomsten van deze enquête dienen als input te worden gebruikt voor gesprekken/bijeenkomsten tussen het zorgkantoor en de cliëntenraden. Ook kunnen ze in overleg met de cliëntenraad worden gebruikt in gesprek tussen zorgkantoor en zorgaanbieder. Het invullen van de enquête is niet verplicht en er hangt geen criterium aan. Kwaliteitskaders/indicatoren Daarnaast onderschrijven zorgkantoren de kwaliteitskaders GZ en V&V. Zorgkantoren vragen naast het kader geen eigen kwaliteitsindicatoren uit. Deze kwaliteitskaders zijn leidend voor het inkopen op kwaliteit. Dit betekent dat criteria die via het kwaliteitskader uitgevraagd worden, niet in aanvullende inkoopcriteria door zorgkantoren worden vervat. Normering De gegevens die voortkomen uit de kwaliteitskaders worden voor beide sectoren geformuleerd in een norm. Deze norm bepaalt eenduidig of een zorgaanbieder wel of niet hier aan voldoet. Dit leidt ertoe dat er geen verschil kan zijn tussen zorgkantoren. Indien een zorgaanbieder voldoet, voldoet hij voor ieder zorgkantoor. De wijze van toepassing en weging kan wel per zorgkantoor verschillen. Ter illustratie: een zorgaanbieder scoort positief ten opzichte van de norm, hoe het zorgkantoor met deze norm omgaat (tarief, gesprekken, verbeterplan etc.) is aan het zorgkantoor zelf. Dit wordt door het zorgkantoor vastgelegd in het inkoopbeleid. Tevens wordt in het inkoopbeleid de methodiek uitgelegd hoe tot de norm is gekomen. Zorgaanbieders worden voorafgaande aan de inkoopprocedure op de hoogte gebracht hoe zij scoren ten aanzien van deze norm. Transparantie Zorgkantoren vinden het belangrijk dat de kwaliteitsgegevens (openbaar) beschikbaar komen. Deze informatie is noodzakelijk voor keuzeinformatie voor verzekerden, zodat zij weloverwogen kunnen kiezen. Ook vinden zorgkantoren het belangrijk dat deze gegevens gedeeld worden met de cliëntenraad/cliëntenraden zodat er afspraken gemaakt worden over verbetertrajecten. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 8

3. Administratieve lasten Regels en administratie in de zorg zijn onontkoombaar. De langdurige zorg wordt betaald uit collectieve middelen en de maatschappij eist een verantwoording over de uitgaven van deze middelen. De verantwoording schiet het doel voorbij wanneer er in de zorg te veel wordt gefocust op het voeren van administratie en registratie. Deregulatie lijkt de nieuw ingeslagen weg. Dit is onder andere te zien aan de pilots die de afgelopen jaren op het thema administratieve lastenvermindering lopen en hebben gelopen. Zorgkantoren ondersteunen deze lijn en willen actief bijdragen aan het terugdringen van administratieve lasten. Zorgkantoren hebben hier bij deze inkoopronde bewust naar gekeken. Zo is de overeenkomst uniform opgesteld en is bij het opstellen van inkoopcriteria de vraag gesteld of de regel of het criterium noodzakelijk is, of wat gevraagd wordt proportioneel is met het oog op wat zorgkantoren willen bereiken. Zorgaanbieders gaan dit jaar merken dat er minder of soms anders wordt uitgevraagd dan voorheen. Uitgangspunt hierbij is dat zorgkantoren zoveel mogelijk gebruik maken van reeds beschikbare gegevens, mits deze voldoende toegankelijk en actueel zijn. Daarnaast streven zorgkantoren naar een bestendige lijn ten aanzien van de inkoopcriteria en volgen zij het principe high trust, high penalty, dat resulteert in minder bewijslast. Onder high trust wordt verstaan dat zorgkantoren in grotere mate erop vertrouwen dat zorgaanbieders aan de gestelde regelgeving en eisen voldoen. Het is aan de zorgaanbieder zelf om aan te geven wanneer hij niet (of niet meer) aan de voorwaarden voldoet. Bij een ongewijzigde situatie wordt van zorgaanbieders niet gevraagd bewijsstukken opnieuw aan te leveren. Zorgkantoren willen in principe deze verantwoordelijkheid bij de zorgaanbieder laten en willen werken vanuit een basis van vertrouwen. Wanneer er een basis van vertrouwen is tussen zorgkantoor en zorgaanbieder, scheelt dit in de bewijslast. Echter, als het vertrouwen wordt geschaad gaan zorgkantoren over op high penalty. Verder hebben de zorgkantoren een uniformeringslag gemaakt. Zo is de uitvraag van zorgkantoren aan zorgaanbieders voor het overgrote deel gelijkgetrokken met daarbij het behoud van regionale verschillen. In de praktijk zal dit resulteren in een lastenvermindering voor zorgaanbieders die te maken hebben met verschillende zorgkantoren. Ook op inkoopcriteria is een uniformeringslag toegepast. Daar waar zorgkantoren nog verschillende inkoopcriteria hanteren en andere documenten opvragen, vloeit dit voort uit de regionale behoefte. Niet alleen zorgkantoren hebben de taak om administratieve lasten te beperken, alle partijen (zorgaanbieders, toezichthouders en overheid) moeten kritisch kijken naar de toepassing en uitwerking van de regels. Er is een behoorlijke variatie in hoe partijen de regels toepassen en dus hoeveel tijd dit qua registratie en administratie vraagt. Startpunt voor deregulering ligt dan ook in hoge mate bij de verschillende partijen zelf. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 9

4. Innovatie Het ministerie van VWS verstaat onder een innovatief zorgaanbod: nieuwe zorg- en ondersteuningsconcepten die door bestaande en nieuwe zorgaanbieders worden aangeboden ten behoeve van burgers/cliënten in de langdurige zorg en die binnen de context van de AWBZ/Wlz wordt aangeboden. Dit kan worden bereikt door nieuwe, inhoudelijke zorgconcepten en/of toepassing van (nieuwe) technologie in de zorg. Als resultaat van deze innovatie wordt het versterken van de eigen regie en zelf-/samenredzaamheid beoogd, alsmede het verhogen van de (arbeids)productiviteit in de zorg met gelijkblijvende kwaliteit. Zorgkantoren willen enerzijds de ontwikkeling van deze nieuwe innovaties stimuleren. Zorgkantoren zijn van mening dat de huidige regelgeving, zoals de beleidsregel innovatie van de Nza dit belemmert en doen een alternatief voorstel. Anderzijds stimuleren van zorgaanbieders om bestaande en bewezen concepten/best practices van andere zorgaanbieders binnen de eigen organisatie te implementeren. Voor het jaar 2015 wordt dan ook het volgende onderscheid gemaakt: Stimuleren nieuwe innovatie door middel van landelijk toetsingskader; Stimuleren van implementatie best practices. 4a. Stimuleren nieuwe innovatie door middel van landelijk toetsingskader ZN vraagt VWS en de NZa de beleidsregel Innovatie te laten vervallen en de middelen onder de contracteerruimte te brengen. Zorgkantoren hebben de wens om gezamenlijk met zorgbranches en cliëntenorganisaties een toetsingskader te ontwikkelen voor innovatie om recht te doen aan de behoefte van het veld. Aan de NZa is gevraagd te starten met een verkennend onderzoek waar onder andere gekeken wordt naar: De knelpunten ten aanzien van de huidige beleidsregel innovatie; Welke instrumenten er zijn en/of alternatieven er zijn om innovatie te stimuleren; De samenhang met het experimenteerartikel in de Wlz; Zorgkantoren zien een landelijk toetsingskader als volgt: Door innovatie kan onder meer worden voorgesorteerd op arbeidsmarktproblematiek en bezuinigingen. Ook biedt innovatie ruimte voor ontwikkeling van nieuwe, slimme en betere zorg. Het stimuleren van innovaties die bijdragen aan het verbeteren van efficiëntere processen, betere kwaliteit van zorg, integrale zorg en substitutie van professionele zorg naar mantelzorg of zelfzorg gaan cruciaal worden. Zorgkantoren zijn van mening dat het in deze markt met name de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieders zelf is om te vernieuwen. Investeren in nieuwe ontwikkelingen doen zorgaanbieders in principe zelf, en indien succesvol verdient dit zichzelf later terug. Zorgkantoren kunnen hen hierin stimuleren en faciliteren en witte vlekken oppakken. Daarbij wordt geadviseerd hoofdzakelijk te kijken naar bewezen concepten die verder opgeschaald worden in plaats van het stimuleren van nieuwe ideeën. Uitgangspunten zijn hierbij in ieder geval: Innovatie vindt niet exclusief plaats bij nieuwe zorgaanbieders. Ook bestaande zorgaanbieders kunnen innovatieve projecten opstarten; Innovatie moet betrekking hebben tot verbetering van de langdurige zorg; Innovatie komt tot stand in samenwerking met AWBZ uitvoerders, cliëntenorganisaties en zorgaanbieders. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 10

Innovatie moet leiden tot: Nieuwe zorg- en ondersteuningsconcepten. Bijvoorbeeld een verbetering van integrale zorg, inzet van een hoger deskundigheidsniveau, betere sturingsmogelijkheden op nieuwe inhoudelijke concepten; Vernieuwde samenwerking tussen zorgaanbieders in de AWBZ; Nieuwe en betere toepassing van technologie in de zorg. zelf. Indien dit succesvol is, verdient dit zichzelf later namelijk terug. Om te voorkomen dat zorgaanbieders het wiel opnieuw gaan uitvinden, willen zorgkantoren voor het jaar 2015 aanbieders stimuleren van elkaar te leren door mogelijk te maken dat best practices of elders bewezen innovatieve concepten worden geïmplementeerd in de eigen organisatie. Voorwaarden zijn dat deze best practises gericht zijn op de zorg en de later genoemde thema s. Innovatie gericht op de organisatorische en bedrijfsmatige processen worden door de zorgaanbieders uit het instellingsbudget gefinancierd. Resultaten hiervan zijn: Versterking van zelf- en samenredzaamheid/eigen regie; Verhoging van (arbeids-)productiviteit in de zorg met gelijkblijvende kwaliteit; Verbeterde kwaliteit van zorg. Dit voorstel wordt in de loop van 2015 in samenspraak met partijen vorm gegeven. 4b. Stimuleren van implementatie van best practices Algemeen Innovatie biedt ruimte voor ontwikkeling van nieuwe, slimme en betere zorg. Het stimuleren van innovaties die bijdragen aan het verbeteren van efficiëntere processen, integrale zorg en substitutie van professionele zorg naar mantelzorg of zelfzorg zullen in de toekomst cruciaal worden. Door innovatie kan onder meer worden voorgesorteerd op arbeidsmarktproblematiek en bezuinigingen. Zorgkantoren zijn van mening dat het met name de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieders zelf is om te vernieuwen. Investeren in nieuwe ontwikkelingen doen zorginstellingen in principe Een best practice is een techniek, werkmethode of activiteit die zich als effectiever heeft bewezen dan enige andere techniek, methode etc. De gedachte is dat met de juiste werkmethode een project uitgevoerd kan worden met minder problemen, minder onvoorziene complicaties en betere eindresultaten. Het is dus voor organisaties belangrijk de "best practices" binnen hun branche, in dit geval de V&V of GZ, te kennen en de eigen manier van werken hiermee te kunnen vergelijken. De best practices van de ene organisatie hoeft niet een passende best practices voor een andere organisatie te zijn. Een goed begrip van de context, de randvoorwaarden en de kritieke succesfactoren is essentieel. Inkoopcriterium De aanbieder kan één of meerdere best practices of elders bewezen innovatieve concepten in het jaar 2015 implementeren binnen de eigen organisatie. Zie voor een volledige omschrijving van het criterium en hoe dit past binnen de manier van inkopen onze inkoopsystematiek op: www.vgz-zorgkantoren.nl ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 11

5. Extramuraliseren VWS voert een beleid dat erop is gericht mensen langer thuis te laten wonen met ondersteuning vanuit het sociale- en zorgnetwerk rondom de cliënt. De zorgkantoren onderschrijven dit beleid, maar realiseren zich dat dit ook consequenties heeft voor de intramurale capaciteitsontwikkeling in de Wlz. De zorgkantoren achten het noodzakelijk om eenduidige uitgangspunten te ontwikkelen, zodat ook in de toekomst voldoende zorg van een goede kwaliteit kan worden ingekocht. De onderstaande beschrijving dient als toelichting op dit beleid waarbij een nadrukkelijk voorbehoud geldt met betrekking tot landelijke beleidswijzingen. Nieuwe dynamiek in de Wlz De Wlz gaat een andere dynamiek kennen dan de huidige AWBZ. Door de vrije keuze voor VPT, het onderbrengen van PGB onder de contracteerruimte, en het overgangsrecht voor mensen op de wachtlijst, is het moeilijk de verblijfscapaciteit te voorspellen die zorgkantoren moeten inkopen. Daarnaast ontwikkelt ook de private markt zich. Deze dynamiek betekent voor Wlz-uitvoerders dat nog meer dan voorheen, de cliënt als uitgangspunt genomen dient te worden. De focus komt te liggen op het aantal Wlz-cliënten waarvoor zorgkantoren een zorgplicht hebben in plaats van het aantal bedden dat moet worden ingekocht. Het aantal cliënten wordt door de overheid beperkt tot de hoge ZZP s, te weten: ZZP V&V 4 tot en met 10, ZZP VG 3 tot en met 8, sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt SGLVG 01, ZZP LG 2 en 4 tot en met 7, ZZP ZGAUD 2 tot en met 4 en ZZP ZGVIS 2 tot en met 5 en LVG ZZP 1 tot en met 5 voor volwassenen. verblijfsinstelling en kwaliteit van zorg, en anderzijds zorgaanbieders zoeken naar zekerheden waarbinnen zij hun ondernemerschap kunnen tonen. Voorspellen van capaciteit lastig De ontwikkeling van de vraag laat zich lastig voorspellen. De vraag is of cliënten met een meer complexe zorgvraag in de toekomst blijven kiezen voor opname als alles wordt ingericht op de levering van (complexe) zorg thuis. Het door de VWS benoemde overgangsrecht heeft ook op korte termijn een effect, omdat deze groep cliënten in 2015 een definitieve keuze moet maken. De nieuwe dynamiek die de Wlz in gang zet, gaat ondernemerschap van zorgaanbieders vergen om zodoende flexibel op de vrije cliëntkeuzes te kunnen inspelen. Taakstelling Zorgkantoren krijgen te maken met kortingen op de contracteerruimte. Bovendien is er maar een beperkte groeiruimte beschikbaar voor de langdurige zorg. Hierdoor ontstaat een spanning tussen de huidige capaciteit en de toekomstige capaciteit. Zorgaanbieders moeten hierop inspelen. VWS en zorgkantoren zijn zich bewust van de opgave van afbouw van capaciteit. Afgesproken is dat zorgkantoren de afbouw van deze capaciteit afstemmen op het gebruik van intramurale zorg zowel voor cliënten die nu in zorg zitten als voor cliënten met een laag zzp die in 2015 in een instelling instromen. De contracteerruimte is door VWS geraamd op basis van verwachte afbouw. De zorgkantoren worden geacht om productie-afspraken te maken voor deze cliënten op basis hiervan. De volumeontwikkelingen op het terrein van langer thuis zullen VWS, zorgkantoren en de NZa nauwgezet gemonitord worden. Daar wordt dit najaar mee gestart. Indien zich afwijkingen van de ramingen voordoen die financiële consequenties hebben dan zal ik het initiatief nemen om dat met genoemde partijen te bespreken. Voor een nadere uitwerking hiervan en voor de maatregelen die VWS bereid is te nemen bij knelpunten verwijzen wij u naar de brief van VWS betreffende het financieel kader 2015 aan de NZa (379985-121586-LZ). Met aanbieders zal binnen voornoemde kaders het gesprek gevoerd moeten worden over toekomstige ontwikkelingen en de benodigde capaciteit. Zorgkantoren hebben de taak om in deze dynamiek toch de noodzakelijke ombuigingen te realiseren waarbij enerzijds recht wordt gedaan aan de vrije cliëntkeuze voor VPT, PGB of een ZIN in een ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 12

Sector V&V De vraagontwikkeling: De taakstellingen kennen een verschillend tempo per sector. Zo wordt de V&V sector geconfronteerd met een hoger tempo van extramuralisering dan de GZ sector, mede veroorzaakt door de kortere gemiddelde verblijfsduur in de V&V. o o o de veranderende (verzilvering van de) zorgvraag; demografische ontwikkelingen in de regio; speciale doelgroepen; Wij verwachten dat er tot het jaar 2019 sprake is van een afname van de Wlz-indicaties en vanaf 2019 richting het jaar 2025 er mogelijk weer een grote vraag naar voorzieningen ontstaat. Per regio kan dit tijdstip en het tempo uiteraard verschillen. Sector GZ De sector GZ kent een ander tempo van extramuralisering dan de V&V. Er is sprake van historische regionale verschillen. Hierdoor kan geen relatie worden gelegd tussen het aantal plaatsen en bijvoorbeeld demografische ontwikkeling. Cliënten wonen vanaf relatief jonge leeftijd voor meerdere jaren in een instelling. De taakstellingen van de overheid dienen in dit licht te worden bezien, evenals de effecten op de wachtlijsten en de gevolgen voor gezinnen met een verstandelijk beperkt kind. Afbouw en eventuele noodzakelijke groei moeten daarom in regionaal/lokaal perspectief beoordeeld worden, in dialoog met de zorgaanbieders. Bepalen intramurale capaciteit Het hanteren van een normering om te bepalen welke capaciteit af- of opgebouwd dient te worden biedt geen definitieve zekerheden en is in het licht van de hervorming van de Langdurige Zorg een te smalle benadering. Wel kunnen rekenmodellen, bijvoorbeeld zoals de TNO Caretool, behulpzaam zijn in de raming van de benodigde capaciteit aan AWBZ-zorg. Of dit verblijfsinstellingen moeten zijn, VPT-voorzieningen of anderszins valt nog nader te bezien en gaat bepaald worden door de zorgvragers. Voorlopige analyse laat zien dat de capaciteitsontwikkeling tussen de diverse regio s en per sector zeer verschillend kan zijn. Vanuit de rol van zorgkantoren om voldoende kwalitatief verantwoorde intramurale AWBZ-zorg in te kopen, willen zorgkantoren met zorgaanbieders in gesprek over de toekomstig in te kopen intramurale zorg. Dit doen zorgkantoren bij de inkoop 2015, rekening houdend met de volgende uitgangspunten: o o ontwikkeling van de wachtlijsten; voldoende spreiding rekening houdend met toegankelijkheid. Het beschikbare financiële kader: meer sturen op de vraag van de cliënt en wachtlijsten en niet op aanbod. De uitkomsten vanuit de regionale analyse, waarbij zorgkantoren de spreiding, specialisatie en beschikbaarheid meewegen. Spreiding Door witte vlekken te benoemen is het mogelijk in een regio tot keuzes te komen ten aanzien van spreiding. Specialisatie Landelijk zijn er een aantal zorgaanbieders die zeer gespecialiseerd zijn in zorg voor een doelgroep met een relatief klein volume. Als gevolg van de specialisatie in combinatie met het volume richten deze zorgaanbieders zich op een groter werkgebied dan zorgaanbieders van reguliere ouderenzorg of de gehandicaptenzorg. Daarnaast kunnen zorgaanbieders binnen een regio gespecialiseerd zijn in zorg voor een doelgroep met een relatief groot volume. Beschikbaarheid Aangezien zorgkantoren de keuze van de cliënt van groot belang vinden, sluit het meenemen van wachtlijsten optimaal aan bij de mogelijkheid om keuzes in de regio te onderbouwen. De wijze waarop de instelling vorm geeft aan het thema extramuraliseren is gespreksonderwerp tussen zorgkantoor en zorgaanbieder. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 13

6. Moeilijk plaatsbare cliënten Er bestaat een duidelijk te objectiveren kleine groep cliënten die veel inspanning vraagt van alle betrokkenen als het gaat om het vinden van een goede woonplek. Deze groepen cliënten vraagt in de huidige praktijk veel afstemming tussen financiers, zorgaanbieders, Centra voor Consultatie en Expertise (CCE s), MEE en het netwerk van de cliënt. In het licht van de wens van zorgkantoren tot een meer integrale benadering te komen van moeilijk plaatsbare cliënten met een complexe zorgvraag gelden de volgende uitgangspunten: Zorgkantoren kopen zorg in ten behoeve van moeilijk plaatsbare cliënten met extreme gedragsproblematiek (staande praktijk); Zorgkantoren nemen de regie in het verkrijgen van meer inzicht in de omvang van de groep moeilijk plaatsbare cliënten en de benodigde deskundigheid om deze problematiek op te lossen. Zoals reeds in een aantal zorgkantoorregio s gebruikelijk is, wordt daartoe regionaal casusoverleg met betrokken zorgaanbieders, het zorgkantoor en het CCE gehouden. Indien er op regionaal niveau geen perspectief kan worden geboden wordt interregionaal samengewerkt. De wijze waarop de instelling vorm geeft aan het thema moeilijk plaatsbare cliënten is gespreksonderwerp tussen zorgkantoor en zorgaanbieder. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 14

7. Versterken eigen regie en participatie Eigen regie en participatie De zorgkantoren willen bereiken dat mensen zorg ontvangen die aansluit bij hun doelen, wensen en mogelijkheden. De zorg aan de cliënt moet ondersteunend zijn aan het leven dat de cliënt nastreeft. Uiteraard gaat het hierbij altijd om ontwikkeling naar vermogen. Kortom: het individu is het uitgangspunt bij het denken over kwaliteit van leven. Eigen regie is voor de individuele cliënten niet altijd volledig mogelijk. Goede ondersteuning daarbij, maakt zelfbepaling zo optimaal mogelijk en verhoogt de kwaliteit van leven. Zorgplan Zorgkantoren vinden het belangrijk dat zorg en ondersteuning van de cliënt vorm krijgt vanuit het perspectief van de cliënt. Dat resulteert in zorg die ondersteunend is aan het leven dat de cliënt leidt. Eigen regie en participatie van de cliënt zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Het zorgplan speelt daarbij een centrale rol. Daarin worden namelijk de afspraken tussen de cliënt en de zorgaanbieder vastgelegd. De evaluatie van het Besluit zorgplanbespreking en onderzoek door Vilans 1 tonen aan dat er nog verbeteringen nodig zijn. Zorgkantoren willen dat het zorgplan een instrument van de cliënt is, waarmee de cliënt kan werken aan zijn persoonlijke wensen en ambities en de grip op zijn leven kan versterken. Dit (indien gewenst) met behulp van mensen in zijn omgeving die daar aan kunnen bijdragen. 1 Evaluatie Besluit zorgplanbespreking, Ploegman, M. Gijzel, H. Otte, W. Deloitte, 11 februari 2013. Herps M.A., Buntinx W.H.E & Curfs L.M.G. (2012). In dialoog over het ondersteuningsplan. Een exploratief onderzoek naar de betrokkenheid van mensen met verstandelijke beperkingen bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van hun ondersteuningplan. Ook uit gesprekken met cliëntorganisaties en cliëntenraden blijkt dat er een verschil is in de theoretische kwaliteit en de dagelijkse praktijk rondom de functie van het zorgplan. Belangrijkste aandachtspunten die naar voren komen zijn: Individuele wensen meer honoreren en mogelijkheden van cliënten beter benutten; Beter perspectief formuleren en samen kijken of doelen worden bereikt. Hierbij expliciet benoemen wat de omgeving aan participatiemogelijkheden biedt en wat de rol van naastbetrokkenen hierin is; Het taalgebruik moet cliëntvriendelijker; De cliënt zich eigenaar laten voelen van zijn of haar zorgplan; De omvang van het zorgplan beperken (maak onderscheid tussen zorgplan en zorgdossier); Het verbeteren van ondersteuning bieden aan de cliënt bij het opstellen en bespreken van het zorgplan. Participatie Een noodzakelijke voorwaarde voor kwaliteit van leven is inclusie en maatschappelijke participatie. Dit geldt ook voor mensen die langdurig zijn aangewezen op integrale zorg. Zorgkantoren zijn van mening dat voor deze cliënten steeds op individueel niveau beoordeeld moet worden welke mogelijkheden er zijn die leiden tot maatschappelijke participatie. Het zoveel mogelijk gebruik maken van reguliere voorzieningen en deelname aan reguliere, maatschappelijke activiteiten zijn daarbij richtinggevend. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten op het bestaande netwerk van de cliënt (familie, vrienden en overig netwerk). Ondersteuning en de context waarbinnen die ondersteuning geboden wordt, waarborgt dat de ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 15

relatie met bestaande netwerken in stand blijft. Indien wenselijk worden relaties uitgebreid. Inkoopthema De zorgaanbieder richt zich in 2015 actief op het versterken van mogelijkheden voor cliënten tot eigen regie en participatie. Het zorgplan vormt een weerslag van de in dat kader gemaakte afspraken met de cliënt. Het actief versterken van mogelijkheden tot eigen regie richt zich onder andere op de volgende aspecten: 1. De cliënt voelt zich eigenaar van zijn individuele zorgplan. Het zorgplan is voor de cliënt in begrijpelijke taal opgeschreven; 2. De zorgaanbieder ondersteunt de cliënt bij het betrekken van zijn netwerk t.b.v. het formuleren van zijn of haar wensen en behoeften en het benoemen van de rol die elke afzonderlijke naastbetrokkene heeft; 3. In het zorgplan staat omschreven wat de rol is van het netwerk van de cliënt (waaronder eventuele vrijwilligers of mantelzorgers), daar waar dat mogelijk en gewenst is en deze een actieve rol speelt in het zorgverleningsproces; 4. In het zorgplan staat omschreven op welke manier er voor de individuele cliënt aandacht is voor een integraal dienstverleningsconcept, waarbinnen aandacht is voor wonen, dagbesteding, werken, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning en mobiliteit. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van reguliere in plaats van categorale voorzieningen. Hiertoe worden lokale/bereikbare participatiemogelijkheden omschreven; zorgaanbieder. Een zorgaanbieder die in 2015 een best practice implementeert dat bijdraagt aan het versterken van de eigen regie en participatie van cliënten kunnen hun voorstel hiertoe indienen onder het criterium innovatie. Gezondheid Vitaliteit en Welbevinden Gezondheid, vitaliteit en welbevinden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Juist bij kwetsbare ouderen en mensen met een ernstige of meervoudige beperking, die langdurig zijn aangewezen op zorg, staat dit extra onder druk. Recente wetenschappelijke onderzoeken laten zien dat er nog veel mogelijkheden liggen om vitaliteit, gezondheid en welbevinden van cliënten in de langdurige zorg te bevorderen. Zo is juiste diagnostiek een belangrijk thema. Tegelijkertijd zijn er in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg allerlei succesvolle programma s ontwikkeld. In de eerste plaats zijn er programma s gericht op het bevorderen van gezondheid (gezond eten en drinken). Daarnaast zijn er programma s die bijdragen aan kwaliteit van leven omdat ze plezier genereren als ze aansluiten op de wensen, mogelijkheden en behoeften van individuele cliënten. Denk aan programma s op het gebied van bewegen en muziek of op leefstijlbegeleiding. De programma s hebben tevens een preventieve werking. Ze kunnen verergering van, of het ontstaan van nieuwe aandoeningen voorkomen. In het kader van gezondheid, vitaliteit en welbevinden is het van belang dat een juiste diagnostiek voor cliënten systematisch in de werkwijzen bij zorgaanbieders wordt geborgd. Diagnostiek waarbij de meeste recente wetenschappelijke inzichten leidend zijn en waarbij de benodigde samenwerking met relevante partners tot stand is gebracht. 5. De zorgaanbieder en de cliënt komen de afspraken in het zorgplan na; de zorgaanbieder beoordeelt in de periodieke bespreking van het zorgplan, zoals vastgelegd in de wet, of de beoogde resultaten zijn behaald en legt dit vast; 6. De zorgverleners die voor de verschillende onderdelen van de zorgverlening verantwoordelijk zijn, hebben die onderdelen op elkaar afgestemd zodat de cliënt duidelijk weet wie daarop aangesproken kan worden. De wijze waarop de instelling vorm geeft aan het thema versterken eigen regie en participatie en is gespreksonderwerp tussen zorgkantoor en Ter illustratie Ongediagnostiseerde visus- of gehoorverlies leidt tot onbegrepen gedrag en in het slechtste geval ten onrechte tot (gedrags)- medicatie. Onvoldoende mondzorg leidt tot verergering of ontstaan van onbegrepen ontstekingsreacties elders in het lichaam en dus tot lagere kwaliteit van leven voor de oudere bewoner door pijn en ongemak. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 16

Doel De zorgkantoren willen bereiken dat de gezondheid en het welbevinden van cliënten verbetert. Om hier toe te komen kunnen zorgaanbieders systematische (verbeter-)programma s invoeren gericht op gezond leven, vitaliteit en welbevinden. Deze (verbeter-) programma s moeten goed en systematisch geborgd worden in het beleid van de organisatie en in het individuele zorgplan van de cliënt. Succesvolle programma s kenmerken zich doordat ze concrete verbeterdoelen stellen. Verbeterdoelen gericht op voorkomen van verergering, voorkomen van aandoeningen, van zorgverzwaring en goede diagnostisering. Daarmee dragen ze bij aan de kwaliteit van leven voor de individuele cliënt. Inzet Zorgkantoren verwachten van zorgaanbieders dat zij in 2015: Succesvolle bestaande programma s -best practice of evidence based- implementeren op het gebied van welbevinden en gezondheid met goede borging in de zorgplannen; Adequate diagnostiek- en screeningsprogramma s ontwikkelen en invoeren, met een optimale balans tussen onder- en over diagnostiek. De wijze waarop de instelling vorm geeft aan het thema gezondheid, vitaliteit en welbevinden is gespreksonderwerp tussen zorgkantoor en zorgaanbieder. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 17

8. Integrale benadering Zorgkantoren zijn van mening dat (langdurige) zorg gericht moet zijn op kwaliteit van leven en dus verweven moet zijn met een breed dienstverleningsconcept, dat aansluit op de behoeften van de cliënt. Dat kan alleen als zorg integraal wordt aangeboden, door zorgaanbieders gezamenlijk, maar ook door samen te werken over de domeinen AWBZ/Wlz, Wmo en Zvw heen. Hierdoor neemt de kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven voor cliënten toe omdat individuele maatwerkoplossingen mogelijk zijn. Integrale zorg omvat alle aspecten van zorg: medisch, paramedisch, psychosociaal en verpleegkundig, en is daardoor per definitie multidisciplinair. De meeste mensen zijn lang actief, participeren zelf in de zorg voor elkaar. Ze hebben bij ongemak en ziekte enige coaching en advies nodig van deskundigen om een minimaal beroep te hoeven doen op hulp. Het is de relatief kleine groep van veelal hoogbejaarde ouderen, mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking en/of psychiatrische problematiek die meer complexe zorg nodig heeft, omdat hun problematiek ingewikkeld is geworden: comorbiditeit, functionele beperkingen, kwetsbaarheid, toenemend regieverlies en wegvallen van het natuurlijke netwerk. De problematiek speelt op meer leefgebieden, dus moet ook de zorg en coördinatie van zorg meer terreinen bestrijken. Deze complexe langdurige en vaak continue zorg is dan ook per definitie integrale zorg. Zorgkantoren vragen van zorgaanbieders een actieve rol te spelen in de keten van zorg en welzijn waarbinnen cliënten zich bewegen. Zorgaanbieders dienen over grenzen van wet- en regelgeving heen te kijken om in samenwerking met ketenpartners passende zorg te organiseren voor cliënten. Uitgangspunt hierbij zijn de mogelijkheden van de cliënt. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de belastbaarheid van de sociale omgeving (mantelzorg en vrijwilligers) van de cliënt. Voor elke cliënt geldt dat maatwerk niet statisch is, maar vraagt om permanent samen optrekken van professional en cliënt en zijn (mantel-) zorgsysteem. Integrale zorg: resultaatgerichte samenwerking Zorgkantoren streven naar een integrale benadering van zorg waarin cliënten zo weinig mogelijk last hebben van bestaande schotten tussen AWBZ/Wlz, Zvw en Wmo. Vooral voor cliënten met een meervoudige zorgvraag kan deze integrale kijk van belang zijn. Soms is er samenwerking tussen zorgaanbieders in sectoren nodig om de ouder wordende cliënten met een verstandelijke beperking van goede zorg te voorzien, bijvoorbeeld door gecombineerde huisvesting of uitwisseling van personeel om de geboden kwaliteit van zorg als ook de deskundigheid van personeel te waarborgen. In andere gevallen kunnen zorgaanbieders voorzieningen samenvoegen of openstellen waarbinnen de cliënt op het juiste moment de meest passende zorg krijgt en waarbij de zorg op meerdere locaties op integrale wijze kan worden aangeboden. De verkregen schaal en hierdoor toegenomen verbreding van specialistische kennis draagt ook bij aan deskundigheidsbevordering en beheersing van de kosten. Zorgkantoren vragen aan zorgaanbieders om hun aanbod zoveel mogelijk in samenhang met andere partijen te realiseren en daarbij te sturen op specialisatie of waar nodig op samenwerking. Dat moet leiden tot verplichtende afspraken met ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 18

betrekking tot het (behandel)aanbod rekening houdend met de grenzen van de mededinging. Onderlinge expertise uitwisseling tussen zorgaanbieders heeft als doel zicht te krijgen op de beschikbare expertise en hiervan laagdrempelig gebruik te maken t.b.v. een passend zorgaanbod voor individuele cliënten. Het resultaat van de samenwerking is: 1. Toename en verdieping van deskundigheid bij deelnemende organisaties en toename effectieve inzet van expertise in een keten; 2. Effectieve toepassing van expertise ten gunste van individuele cliënten; 3. Meer duidelijkheid omtrent doelgroep, bevordering van kwalitatief goede zorg in bestaande situaties, dan wel doorstroming van cliënten waar nodig; 4. Ontschotting tussen GGZ en VG-zorg, leidend tot een integrale aanpak ten behoeve van een passend zorgaanbod voor VG-cliënten met ASS en/of VG-cliënten met psychiatrische problematiek; 5. Ontschotting tussen V&V en GZ-zorg, leidend tot een integrale aanpak van bijvoorbeeld de problematiek van dementerenden met gedragsproblematiek of verstandelijk gehandicapten met dementie. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 19

9. Doelmatigheid Zorgkantoren spannen zich in om doelmatige zorg in te kopen. Zorgaanbieders spannen zich in om doelmatige zorg te leveren, te benchmarken en dit openbaar te maken. Dit doen zij onder druk van externe ontwikkelingen als een toenemende zorgvraag van chronisch zieke, ouder wordende cliënten met een chronische aandoening of beperking, budgettaire druk door taakstellingen en soms schaarste van personeel. Vanuit dit perspectief is doelmatigheid meer dan tarief onderhandelingen. Zorgaanbieders worden beoordeeld op doelmatigheid door zorgkantoren, aan de hand van een aantal instrumenten. Zorgkantoren zetten zich in om nieuwe instrumenten te ontwikkelen die de doelmatigheid meten, maar zetten zich ook in om de huidige instrumenten te verbeteren. Ze doen dit graag in overleg met andere partijen. Zorgkantoren hebben de ambitie om in 2015 een benchmark te ontwikkelen op prijs en kwaliteit. Via de eigen systemen en via Vektis (landelijke data) beschikken de zorgkantoren over steeds meer declaratiegegevens. Zorgkantoren gaan deze benchmarkinformatie inzetten richting zorgaanbieders. Allereerst is dat met behulp van gesprekken met zorgaanbieders. In 2015 gaan zorgkantoren hiermee een start maken en de informatie als spiegelinformatie gebruiken, waarmee zorgaanbieders hun eigen prestaties kunnen verbeteren. Er wordt tevens gekeken naar bereikte resultaten voor de cliënt in termen van medische uitkomsten en kwaliteit van leven. Goede zorg betekent ook voldoende zorg. Zorgkantoren verkennen de vraagontwikkeling en ontwikkeling van het zorgaanbod ten behoeve van de zorginkoop in hun eigen regio (kwantitatieve marktanalyse). Hierbij kan onder meer gebruik worden gemaakt van (regionale) indicatie- en declaratiegegevens en gegevens verzameld door Vektis in Zorgprisma. Uitgaande van de benodigde capaciteit, zetten de zorgkantoren de beschikbare financiële middelen zo optimaal mogelijk in om een zo groot mogelijke waarde voor de cliënt te behalen. Zorgkantoren zetten zich in voor gepast gebruik. Onder gepast gebruik van zorg wordt verstaan die zorg die voor de gebruiker, op het moment van gebruik, noodzakelijk, effectief en doelmatig is. Het geld dat beschikbaar is in de zorg kan beter worden gebruikt en ongepast gebruik dient te worden voorkomen. Op die manier krijgt iedere cliënt de zorg die hij of zij nodig heeft en worden de kosten van de zorg in de hand gehouden. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 20

10. Meerjarige overeenkomsten Zorgkantoren willen de mogelijkheden van meerjarige overeenkomsten onderzoeken. In 2015 willen zij een eerste stap zetten gericht op en passend bij de toekomstige langdurige zorg. Allereerst is het belangrijk om met elkaar te bepalen wat de wensen en behoeften zijn ten aanzien van meerjarige overeenkomsten. Een operationalisatie van het begrip is dan ook de eerste stap. Zorgaanbieders geven al langer aan een sterke voorkeur te hebben voor meerjarige overeenkomsten. In de memorie van toelichting op het wetsvoorstel Wlz reikt VWS de volgende argumenten aan voor meerjarige overeenkomsten: Meerjarige overeenkomsten zijn een vliegwiel voor kwaliteit en innovatie in de zorg; Er kunnen afspraken gemaakt worden over de inhoud van zorg, de visie van de zorgaanbieder en het basisbudget gekoppeld aan de geïndiceerde zorg; Het biedt duidelijkheid en zekerheid voor de zorgaanbieders en zijn cliënten, maar ook voor de financiers; Er wordt een wezenlijke bijdrage geleverd aan de reductie van administratieve lasten. Voor zorgkantoren zijn meerjarige overeenkomsten geen doel op zich. Het is immers belangrijk dat een zorgkantoor, gezien de rol die het heeft in het kader van doelmatige inkoop, kan differentiëren tussen zorgaanbieders en flexibel moet kunnen blijven inspelen op nieuw aanbod en een veranderende zorgvraag. Samen met de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, BTN en ActiZ willen zorgkantoren een verkenning opstarten, naar de mogelijkheid van een pilot waarin geëxperimenteerd zal worden met meerjarige overeenkomsten tussen het zorgkantoor en zorgaanbieder. De meerjarige afspraken zullen waarschijnlijk grotendeels inhoudelijk van aard zijn en vormkrijgen door middel van een meerjarige raamovereenkomst. Meerjarige overeenkomsten kunnen echter geen financiële zekerheid of garanties bieden. Zorgkantoren starten graag zo spoedig mogelijk met deze verkenning. Er kunnen investeringen in de toekomst worden gedaan; Er kan onder andere tegen een lager rentetarief worden geleend voor investeringen; Meerjarige innovatieprogramma s krijgen een betere kans van slagen; Er kan beter gestuurd worden op de inhoud van de zorg; Er kunnen betere afspraken over ketenzorg worden gemaakt; ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 21

11. Dementie Coöperatie VGZ (zorgverzekeraar) en de zorgkantoren van Coöperatie VGZ hebben de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in ketenzorg dementie in de zorgkantoorregio s. Met de decentralisatie van begeleiding naar Wmo en de overheveling van verpleging en persoonlijke verzorging naar de Zvw is de rol van de zorgkantoren in de keten verminderd. Het inkopen van zorg voor dementerenden met een ZZPindicatie (4, 5, 7), het sluitstuk van de keten, blijft de verantwoordelijkheid van het zorgkantoor. De investering van de afgelopen jaren gaat echter niet verloren. Coöperatie VGZ zal de ketenzorg dementie verder vorm geven in gebieden waar VGZ veel verzekerden heeft. Hieronder volgt een kort overzicht van de belangrijkste punten van Coöperatie VGZ, gevolgd door dementie in de Wlz. Implementatie van de Zorgstandaard Dementie 2 ; Casemanagement dementie onderbrengen in nieuwe aanspraak Wijkverpleging in de Zorgverzekeringswet; Verbinden van de regionale dementienetwerken met lokale wijknetwerken. Daarmee draagt VGZ bij aan een hogere klantwaardering op het gebied van tijdigheid diagnosestelling en onderlinge afstemming tussen hulpverleners door de aansluiting tussen de lokale eerste lijn en het dementienetwerk te verbeteren; Overheveling begeleiding dementie naar Wmo faciliteren en mee-organiseren; De klantbeleving is aantoonbaar uitgangspunt voor het dementiebeleid van VGZ. VGZ maakt hiervoor gebruik van de spiegelinformatie van Alzheimer Nederland en eigen doelgroeponderzoek; VGZ motiveert en ondersteunt mantelzorgers om de zorg voor hun naaste beter en langer te kunnen dragen. Kwaliteit en doelmatigheid van zorg Door het realiseren van goede zorg wil Coöperatie VGZ het leven van mensen met dementie en hun mantelzorgers zo veel mogelijk in positieve zin beïnvloeden. De visie van VGZ is gebaseerd op het besef dat mensen nu en in de toekomst de noodzakelijke zorg zo lang als mogelijk in de thuissituatie willen en moeten ontvangen. Hiermee beantwoordt VGZ aan de wens en het streven van de cliënt en zijn mantelzorgers hun zelfstandigheid zo lang mogelijk te behouden. Ook houdt VGZ op deze manier rekening met de vergrijzing die de komende jaren andere oplossingen voor de toenemende zorgvraag noodzakelijk maakt. Bovenstaande kwaliteit- en doelmatigheidsdoelstelling wordt concreet gemaakt met onderstaande speerpunten van beleid van Coöperatie VGZ: Wlz intramurale zorg en VPT De basisrapportage van het CIZ laat op 1 januari 2013 zien dat meer dan 50% van de geldige ZZP indicaties een ZZP 4, 5 of 7 betreft (dementerenden). Als we kijken naar de feitelijke zorglevering, eind 2013, dan zien we dat van alle intramurale plaatsen meer dan 50% is bezet door cliënten met een ZZP 4, 5 en 7. Conform het overheidsbeleid zullen in de toekomst steeds minder mensen binnen de muren van de instelling verblijven. Tevens zien we dat de Wlz nieuwe mogelijkheden met zich mee brengt. De klanten met een Wlz-indicatie kunnen kiezen tussen pgb, VPT en intramurale opname in een instelling. Het is voor de zorgkantoren niet te voorspellen wat de klanten en de markt gaan doen. 2 Zorgstandaard Dementie, Definitieve versie 18 juli 2013. Vindplaats: www.alzheimer-nederland.nl ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 22

In de zorgstandaard dementie wordt in hoofdstuk 5.4 Aangepast wonen beschreven welke mogelijkheden er zijn om langer thuis te blijven wonen (VPT en pgb) en welke elementen belangrijk zijn als intramurale opname noodzakelijk is. Wij verwachten dat organisaties die zorg leveren of gaan leveren aan mensen met een ZZP 4, 5 of 7 voldoen aan de zorgstandaard dementie. Verder heeft Alzheimer Nederland gevraagd of wij aandacht willen vragen voor de volgende specifieke eisen voor zorg in een instelling: Zweedse band uitbannen. Daarnaast reduceren van middelen en maatregelen door alternatieven te stimuleren; Daling antipsychoticagebruik. Aan het gebruik van antipsychotica kleven gevaren voor mensen met dementie (Medisch Contact, juni 2011), namelijk hoger risico op CVA en verhoogde mortaliteit. Ook Verenso waarschuwt in haar herziende richtlijn Probleemgedrag voor de gevaren. Er dient meer te worden ingezet op psychosociale interventies; Adequatere pijnbestrijding. Bij 40% van de mensen met dementie die wonen in een verpleeghuis wordt bij pijn onderbehandeld. Dit vraagt om adequate toepassing van de richtlijn van Verenso en zorgvuldige begeleiding en monitoring van de toepassing in de praktijk. Bovengenoemde onderwerpen zullen tijdens de inkoop en gedurende het jaar met de aanbieders worden besproken. Wat is dementie? Dementie is een hersenaandoening die iemand langzaam maar zeker volledig afhankelijk maakt van de zorg van anderen. Maar liefst 1 op de 5 mensen krijgt een vorm van dementie, waarvan de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende is. Dementie is volgens artsen en onderzoekers de volksziekte met de hoogste ziektelast voor de patiënt. Dementie is de volksziekte met de hoogste zorgkosten. In 2012 bedragen de kosten al ruim 4 miljard, zo n 5% van de totale gezondheidszorgkosten. Door de sterke toename van het aantal mensen met dementie zullen de zorgkosten gemiddeld met 2,7% per jaar stijgen. 70% van de mensen met dementie woont thuis en wordt verzorgd door hun naaste familie en/of omgeving, de mantelzorgers. (bron: Alzheimer Nederland). ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 23

12. Langdurige GGZ In de oorspronkelijke kabinetsplannen rondom de HLZ stond dat de gehele langdurige GGZ van de AWBZ zou worden overgeheveld naar de ZVW (GGZ-B) en gedecentraliseerd naar de WMO (GGZ-C). Recentelijk is door de staatssecretaris van VWS besloten om een gedeelte van de GGZ-B te behouden voor de Langdurige Zorg 2015. In 2015 zullen GGZ cliënten die langer dan 3 jaar intramurale behandeling hebben gehad onder de Langdurige Zorg vallen. Toen het besluit genomen was om een gedeelte niet over te hevelen naar de ZVW waren de landelijke werkgroepen al in volle gang. Om die reden is de GGZ niet meegenomen in de landelijke werkgroepen. Om toch onze beleidsvisie kenbaar te maken hebben wij dit hoofdstuk opgesteld. Continuering van beleid Met het overhevelen en decentraliseren van de Langdurige GGZ vindt er een verschuiving plaats in de financieringsdomeinen, maar verdwijnt onze visie op GGZ-zorg niet. Dit betekent echter wél, dat er nog meer aansluiting tussen de ZVW (voor kortdurende behandeling), Langdurige Zorg (voor langdurige behandeling ) en WMO (voor begeleiding, extramurale dagbesteding en beschermd wonen) moet plaatsvinden. Visie op GGZ-zorg Onze visie betreft een integrale GGZ benadering en wordt gedragen door de gehele Coöperatie VGZ (verzekeraar en zorgkantoor). Wij vinden het namelijk belangrijk dat GGZ-zorg samenhangend georganiseerd wordt en dat er geen harde knip bestaat tussen kortdurende en langdurige GGZzorg, immers de cliënt verlangt dat de zorg goed op elkaar aansluit. Om zorg dichtbij de cliënten te organiseren, dient een verschuiving plaats te vinden. Van klinisch naar ambulant (zowel klinische Langdurige Zorg als ZVW cliënten) en van de 2 e lijn naar de 1 e lijn. Onder aan de pagina is deze verschuiving schematisch weergegeven. Zorginkoop 2015 De GGZ zal vanaf 2015 zowel vanuit de Langdurige Zorg, de ZVW en de WMO worden bekostigd en er zal afgestemd moeten worden om de ambulantisering in de GGZ te continueren. Zo zullen zorgverzekeraars en zorgkantoren gezamenlijk thema s zoals rehabilitatie bij de dagbesteding bij verblijfszorg en E-health blijven bespreken. En ondanks dat zorgkantoren niet meer primair verantwoordelijk zijn voor GGZ-zorg die onder het gemeentelijk domein gaat vallen, blijven we hierover met aanbieders en gemeenten in gesprek, al was het maar vanwege de verwachting dat GGZ-C cliënten in 2016 mogelijk terug kunnen keren naar de Langdurige Zorg. Ervaringsdeskundigheid in de GGZ Ervaringsdeskundigheid ondersteunt en bevordert de inrichting van herstelondersteunende zorg. Deze component bevordert het tegengaan van stigmatisering. Dit betreft o.a. scholing, coaching en ondersteuning van medewerkers, de beïnvloeding van de cultuur en visie van de GGZ, maar ook het bevorderen van samenwerking en aansluiting tussen GGZ en andere maatschappelijke sectoren. VGZ (zorgverzekeraar en zorgkantoren) vindt het belangrijk dat ervaringsdeskundigheid in het zorgproces wordt ingezet. Dit heeft een positieve invloed op klantbeleving en kwaliteit van zorg. Ambulantisering in de GGZ Het thema ambulantisering en de afbouw van bedden zal voor 2015 onderwerp van gesprek blijven. Dit zal samen met de curatieve zorg met zorgaanbieders worden besproken. De manier waarop wij de GGZ-B plaatsen gaan inkopen die onder de langdurige Zorg 2015 gaan vallen, staat beschreven in onze inkoopsystematiek 2015. ZVW Langdurige Zorg (nu AWBZ) GGZ 1e lijn GGZ 2e lijn GGZ B-bedden GGZ C-bedden MO/VO Basis GGZ (b.v. Huisarts, POH GGZ) Ambulante GGZ (b.v. FACT, IHT) Voortgezette behandeling Klinische GGZ Langdurige GGZ (RIBW s) ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 24

13. Inkoop 2015 uitgangspunten De zorgkantoren hebben de taak voldoende kwalitatief goede en doelmatige zorg in te kopen, nu en binnen de toekomstige Wlz. De Wlz zal echter wel een andere dynamiek kennen dan de AWBZ. VWS voert een beleid dat erop is gericht mensen langer thuis te laten wonen en geeft indicaties voor lichte ZZP s niet meer af. In het landelijk gezamenlijke inkoopthema Extramuraliseren staan enkele van de gevolgen van deze nieuwe dynamiek beschreven en zijn gezamenlijke uitgangspunten benoemd die zorgkantoren in acht zullen nemen bij het inkopen van zorg. In dit hoofdstuk beschrijven we wat de landelijke uitgangspunten betekenen voor de VGZ zorginkoop 2015. Onduidelijke inschatting van cliëntenomvang 2015 In het inkoopbeleid van 2014 publiceerden we een voorlopige streefcapaciteit naar 2019 voor de V&V en de GZ (respectievelijk 124 plaatsen per 1000 80+ ers en 353 plaatsen per 100.000 inwoners). De verwachtte introductie van de Wlz maakt dat er mogelijk een herverdeling van klanten op zal treden ten opzichte van de AWBZ. Het strak vasthouden aan streefcapaciteiten voor 2019 is in 2015 dus minder logisch. In de Langdurige Zorg 2015 staat de keuze van cliënten voor zorg en wonen centraal. Met uitbreiding van VPT s, het toenemende particuliere aanbod en de opbouw van sociale- en zorgnetwerken dichtbij de cliënt zou de intramurale streefcapaciteit wel eens te hoog kunnen zijn. Het is lastig te voorspellen waar cliënten voor zullen gaan kiezen. Afhankelijk van de indicatie hebben huidige AWBZ-cliënten namelijk verschillende rechten en keuzemogelijkheden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen lichte en zware ZZP s. Verder onderscheid is te maken tussen klanten die de verblijfsindicatie verzilveren en klanten die de verblijfsindicatie niet verzilveren. In de figuren hiernaast hebben wij voor de huidige VGZ- cliënten dit onderscheid gevisualiseerd: De lichte ZZP s (het groene staafje in de figuren) zullen langzaam verdwijnen uit de intramurale instellingen. Het tempo waarin dit gebeurt, is echter onduidelijk en kan verschillen per regio, sector en instelling. 30000 25000 20000 15000 10000 5000 Indeling cliënten typologieën V&V 0 VGZ totaal VGZ totaal ZZP zwaar WLZ WLZ onzeker ZZP licht VPT zwaar PGB zwaar Alternatieve Zorg zwaar Wachtend ZZP zwaar 20000 Wachtend Indeling ZZP licht cliënten typologieën VPT licht VG PGB licht Alternatieve Zorg licht 15000 10000 5000 0 VGZ totaal WLZ ZZP zwaar VPT zwaar Alternatieve Zorg zwaar Wachtend ZZP licht PGB licht Bron: AZR, peildatum 1 mei 2014 VGZ totaal WLZ onzeker ZZP licht PGB zwaar Wachtend ZZP zwaar VPT licht Alternatieve Zorg licht Cliënten met een ZZP die momenteel op de wachtlijst staan dienen in het kader van het overgangsrecht een keuze te maken: ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 25

o o Licht op de wachtlijst ( rode staafje in de figuur) heeft de keuze voor opname of zorg vanuit de Zvw/Wmo Zwaar op de wachtlijst ( oranje staafje in de figuur) heeft de keuze voor VPT, PGB of een plaats in een intramurale instelling met een ZZP. Naast wachtenden bestaan er ook cliënten die hun intramurale indicatie hebben laten omzetten naar extramurale producten (alternatieve zorg). Deze cliënten staan niet meer als wachtend geregistreerd. Voor de Alternatieve Zorg licht (het licht paarse staafje in de figuren) geldt dezelfde keuze als licht op de wachtlijst : keuze voor opname of zorg vanuit de Zvw/Wmo. Voor Alternatieve Zorg zwaar (het gele staafje) geldt hetzelfde als zwaar op de wachtlijst : keuze voor VPT, PGB of een plaats in een intramurale instelling met een ZZP. Naast de mensen die reeds een indicatie hebben, is de wens van nieuwe cliënten lastig te voorspellen. Gezien de opbouw van sociale- en zorgnetwerken rondom de cliënt, de mogelijkheden voor zorg thuis (vanuit Wmo, Zvw of Wlz) en de nieuwe en bestaande particuliere initiatieven is het onzeker of mensen in de toekomst langer thuis blijven wonen en wat dit betekent voor de intramurale capaciteit die nodig is in een regio. Het zorgkantoor wil bij het inkopen van zorg rekening houden met de wens van de cliënt. Cliënten informeren Zoals hierboven beschreven moeten cliënten op de wachtlijst of die overbruggingszorg ontvangen een keuze gaan maken. Het kan zo zijn dat cliënten mogelijk al direct gaan kiezen voor intramurale opname ten laste van de WLZ in plaats van voortzetting van hun huidige extramurale situatie. Het is belangrijk dat cliënten vanuit zorgaanbieders actief worden geïnformeerd over de wijzigingen en de verschillende mogelijkheden behorende bij het gekozen aanbod, inclusief de financiële gevolgen. Volledig Pakket Thuis (Uniforme ZN tekst) Een Volledig Pakket Thuis (VPT) is een leverings- en financieringsvorm van intramurale zorg, waarbij verblijf geen deel uitmaakt van de financiering. VPT biedt hiermee een passend alternatief voor cliënten die hun intramurale zorgvraag liever in een zelfstandige woonomgeving ontvangen dan in een AWBZ-instelling. Zorgkantoren zien dat de woon- en zorgwens van cliënten veranderen. Cliënten (samen met hun netwerk) willen vaker zorg in de thuissituatie ontvangen en willen meer eigen regie over hun leven (blijven) voeren. Om tegemoet te komen aan deze veranderende wensen zien de zorgkantoren mogelijkheden binnen het volledig pakket thuis. Tevens biedt het VPT antwoorden bij vraagstukken die spelen rond de intramurale capaciteitsontwikkeling in verschillende regio s. Zorgkantoren stimuleren daarom ook in 2015 zorgaanbieders tot het leveren van VPT. Eisen aan levering VPT De te leveren zorg bij VPT bestaat uit het geïndiceerde ZZP, waarop dezelfde leveringsvoorwaarden en productspecificaties van toepassing zijn als bij levering van dezelfde ZZP in intramurale vorm. Hieronder worden een aantal kenmerken van VPT gegeven om aan te duiden wat de verschillen en overeenkomsten zijn met de levering in intramurale vorm. Voor VPT geldt dat art 15 Bza (medische behandeling, geneesmiddelen, farmacie etc) geen onderdeel is van het VPT en dat een VPT inclusief behandeling alleen inclusief art. 8 Bza inhoudt. Dit betekent dat de huisarts eindverantwoordelijk is voor de algemene medische behandeling. Een VPT kan zowel met als zonder behandeling (art. 8 Bza) worden afgesproken. De zorginstelling biedt huishoudelijke zorg, maaltijdvoorziening en welzijnsactiviteiten. De zorgaanbieder dient te kunnen voldoen aan het leveren van nachtzorg via alarmering en op afspraak en aan 24-uurs beschikbaarheid. De vorm waarin VPT geboden wordt kan zowel een geclusterde omgeving zijn als in een individuele thuissituatie. De belangrijkste voorwaarde is dat de zorg verantwoord en tegen aanvaardbare kosten in de eigen woonomgeving geleverd kan worden. Waarbij de kosten niet hoger mogen zijn dan de kosten indien de zorg in een instelling zou worden geleverd. Het zorgkantoor beoordeelt bij het contracteren van VPT of zorgaanbieders aan de gestelde voorwaarden kunnen voldoen. In navolging van de beleidsregel noemen we nog expliciet dat : De zorg kan alleen geleverd worden door zorgaanbieders met een toelating voor de functie Verblijf. Dit geldt ook voor een (van oorsprong) extramurale zorgaanbieder, die heeft een toelating voor verblijf met 0 plaatsen nodig. VPT s inclusief behandeling kunnen alleen afgesproken worden met zorgaanbieders die toegelaten zijn voor de functie behandeling. VPT s inclusief behandeling worden alleen afgesproken indien de zorgaanbieder kan toelichten hoe de component behandeling wordt vormgegeven. De cliënt maakt een keuze of hij zijn/haar indicatie wil verzilveren in een PGB, een ZZP of een VPT. De zorgaanbieder stelt actief in overleg met de cliënt op basis van de concrete zorgvraag vast welke vorm van zorg passend is. Als de klant kiest voor een VPT, dan is de keuze van de cliënt hierin in principe leidend. De zorgaanbieder kan deze keuze alleen afwijzen op basis van zware inhoudelijke, kwalitatieve en/of doelmatigheidsoverwegingen. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 26

VGZ uitgangspunten bij inkoop De hierboven geschetste ontwikkelingen leiden tot een lastig te voorspellen benodigde capaciteit. Om voldoende zorg van goede kwaliteit in te kopen hanteert het zorgkantoor een viertal uitgangspunten voor de VZG regio s. Gezien de verschillen in regio s kan de uitwerking per regio verschillen. 1. Inkopen van continuïteit van zorg aan bestaande cliënten. Zorg die in 2014 geboden wordt aan cliënten die in zorg zijn moet in 2015 gegarandeerd zijn. Dit betreffen in beginsel alle cliënten die in zorg zijn (totale linker staaf). 2. Voldoen aan de financiële taakstellingen. De financiële houdbaarheid van langdurige zorg is een van de motieven voor introductie van de Wlz. De zorgkantoren dienen kortingen op de contracteerruimte gestalte te geven binnen de inkoop. VGZ zal daarom de kortingen vertalen in de budgetafspraken met zorgaanbieders. Financiële taakstelling vanuit het ministerie van VWS De introductie van de langdurige zorg gaat gepaard met kortingen op de contracteerruimte. De korting in verband met extramuraliseren zullen de zorgkantoren verwerken in de afspraken met zorgaanbieders. Deze paragraaf betreft de algemene VGZ visie op inkoop in 2015. In de regionale inkoopplannen zijn kwantitatieve en kwalitatieve analyses gemaakt die inspelen op de regionale situatie. Van daaruit zullen inkoopdoelen geformuleerd worden die specifiek gelden voor die regio. 3. Volgen van de vraagontwikkelingen om de beschikbaarheid van zorg te borgen. In de vorige paragraaf is geschetst dat de omvang van de toekomstige Wlz onduidelijk is en de verdeling tussen ZZP, VPT of PGB zich lastig laat voorspellen. Om de klantkeuze gedurende 2015 te kunnen volgen en op basis daarvan te bekostigen wil VGZ bij de initiële afspraken budget reserveren. De vraag komt hiermee meer centraal te staan, in plaats van het aanbod. Dit betekent dat de herschikking een prominentere rol zal gaan krijgen in de inkoop. Het beleidsdocument Inkoopsystematiek beschrijft op welke wijze wij hier invulling aan geven. Gezien de keuzes die cliënten vanaf 2015 krijgen zal de ontwikkeling van alternatieven voor intramuraal aanbod nodig zijn in de vorm van VPT. Wij zullen dan ook meer aanbod op VPT willen inkopen. 4. Rekening houden met de regionale spreiding van plaatsen en borgen van zorg aan specialistische doelgroepen. De zorgkantoren van VGZ publiceren voor iedere regio een regioanalyse waarmee rekening wordt gehouden tijdens de inkoop. ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 27

14. Samenhang inkoopdocumenten Dit jaar hebben alle zorgkantoren samengewerkt aan uniformering en administratieve lastenverlichting. Dit heeft geresulteerd in een gezamenlijk inkoopkader. Dit document bevat onder andere uniforme thema s, uniforme manieren van uitvragen en uniforme inkoopcriteria. Naast dit landelijk gezamenlijk document hebben de Zorgkantoren van VGZ ook enkele inkoopdocumenten samengesteld, te weten: - Duurzaam & Dichtbij, zorginkoopbeleid 2015 - Regionale inkoopplannen (één per regio) - Inkoopsystematiek 2015 Met het oog op uniformering en ook het terugdringen van het aantal inkoopdocumenten hebben wij ervoor gekozen zoveel mogelijk teksten vanuit het landelijke inkoopdocument integraal over te nemen. Voor sommige onderdelen hebben we teksten overgenomen in onze beleidsvisie, voor sommige onderdelen in onze inkoopsystematiek en voor enkele thema s is een regionale vertaling gemaakt. Op de volgende pagina is weergegeven wat de samenhang tussen alle inkoopdocumenten is. Overzicht van alle zorginkoopdocumenten Langdurige Zorg 2015 Voor de inkoop 2015 zijn diverse inkoopdocumenten gepubliceerd. In de onderstaande opsomming vindt u alle documenten overzichtelijk bij elkaar VGZ documenten: Duurzaam & Dichtbij Regionale inkoopplannen (één per regio) Inkoopsystematiek 2015 Vergelijking VGZ zorgkantoorregio s Overeenkomst 2015 Offerteformat 2015 Vragenlijst uitvraagmodule Beschrijving van document Inkoopvisie bestaande uit landelijk uniforme thema s en VGZ inkoopuitgangspunten. Regionale kwantitatieve en kwalitatieve analyse, regionale doelstelling waarop geoffreerd kan worden. Beschrijving van de manier waarop bij de zorgkantoren van Coöperatie VGZ een overeenkomst en budgetafspraak gemaakt kan worden Kwantitatieve vergelijking van de VGZ zorgkantoorregio s. De geldende overeenkomst bestaande uit centrale-, regionale- en aanbiedergebonden deel. Format dat gebruikt dient te worden om bij de zorgkantoren van Coöperatie VGZ te offreren. Dit format kan geüpload worden in de uitvraagmodule. Een overzicht met alle vragen die u moet invullen tijdens de uitvraagmodule. Landelijke documentatie (ZN): Beschrijving van document Zorginkoopkader langdurige zorg 2015 Uniform opgestelde thema s en criteria. Deze teksten zijn verwerkt in de VGZ documenten. Addendum Zorginkoopkader langdurige zorg 2015 Uniform opgestelde aanvullende onderwerpen. Hoofdstuk 1 (extramurale zorg) en 4 (uitwerking langdurige GGZ) hebben invloed op de inkoopsystematiek en zijn verwerkt in onze inkoopsystematiek. Inkoopcriteria Formulering van de landelijk uniforme inkoopcriteria Bestuursverklaring Landelijk uniforme bestuursverklaring Protocol Meerzorg Addendum overeenkomst 2015 Sjabloon Meerzorg Addendum overeenkomst 2015 Declaratieprotocol Addendum overeenkomst 2015. Voorschrift zorgtoewijzing Addendum overeenkomst 2015 Voorschrift zorgtoewijzing vertaaltabel Addendum overeenkomst 2015 Voorschrift zorgtoewijzing rekenmethodiek Addendum overeenkomst 2015 Handboek spoedzorg Addendum overeenkomst 2015. Dit document wordt in het najaar van 2014 gepubliceerd. Al deze documenten zijn te vinden op onze website: www.vgz-zorgkantoren.nl ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 28

Landelijk gezamenlijk Inkoopkader VGZ Inkoopbeleid 2015 De gezamenlijke thema s met visie en beleidsuitgangspunten zijn integraal overgenomen 1. VGZ inkoopvisie Visiestuk Integrale teksten vanuit Gezamenlijk Inkoopkader Generieke beleidsuitgangspunten voor doelgroepen 2. Regionale inkoopplannen met daarin: Regiobeschrijving Marktanalyse (kwantitatief en kwalitatief) Knelpunten Regionale doelen (bijvoorbeeld zorgketens) Uniforme processtappen en definities en de gezamenlijke inkoopcriteria (3) zijn opgenomen in de VGZ inkoopsystematiek 3. Inkoopsystematiek Stappen om te komen tot een budgetafspraak Gebruik van landelijke criteria Verwerking van verbeterafspraken ZORGKANTOREN COöPERATIE VGZ 2014 29