Fotografie Martine Hoving - Assen DEFINITIEFASE JEUGDZORG Hattem, Heerde en Oldebroek Februari 2012
INLEIDING Binnen onze drie gemeenten (Hattem, Heerde en Oldebroek) is het prettig en veilig opgroeien. Niet alleen het prachtige, afwisselende landschap met water, bos, cultuurhistorie en het groen van de polders en landerijen dragen daaraan bij. Het zijn vooral de mensen die er wonen die dit mogelijk maken. Mensen hebben oog voor elkaar. Men is betrokken en ondernemend. Zorg voor elkaar en de omgeving is vanzelfsprekend. De voorzieningen in ons gebied zijn veelzijdig en volledig. Het merendeel van onze kinderen gaat naar basisscholen dicht bij huis en naar voortgezet onderwijs lokaal of in de regio. Gelukkig kunnen we stellen dat het met 85% van de kinderen in Nederland goed gaat! Dat is zeker een pluim waard. Opgroeien is namelijk niet iets van alleen de ouders. Iedereen kent het gezegde: It takes al whole city to raises a child. Toch zijn er kinderen bij wie het opgroeien niet vanzelf gaat. Bij zo n 10% van de kinderen is het nodig om korte hulp aan te bieden, veelal wordt dit gedaan via de bestaande Centra voor Jeugd en Gezin. De hulp bestaat uit licht pedagogische ondersteuning. Landelijk heeft zo n 5% van de kinderen zwaardere hulp (specialistische hulp) nodig. Zij komen terecht in de zwaardere zorgsystemen die we kennen. Wij verwachten dat de bovengenoemde percentages in onze regio overeenkomen met deze landelijke percentages. Nu ligt er met de wijziging van de jeugdzorg een nieuwe kans om deze zorgstructuren te versterken, door verbinding en regie. Tussen 2014 en 2016 wordt de jeugdzorg gedecentraliseerd naar de geme7enten. In dit document kunt u lezen wat de formatie van de jeugdzorg inhoudt, welke partijen er bij dit proces betrokken zijn en vanuit welk wensbeeld de formatie wordt ingestoken. Voor de gemeente is deze decentralisatie een grote operatie, die grondig voorbereid moet worden. Met deze notitie informeert het college de raad over deze operatie. Tevens wordt een doorkijk gegeven in de eerste lijnen die zijn uitgezet en de eerste uitgangspunten die zijn geformuleerd. Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel In het regeerakkoord geeft het Kabinet Rutte aan zich grote zorgen te maken over het functioneren van de jeugdzorg. Het kabinet is niet tevreden over de wijze waarop de jeugdzorg momenteel is geregeld en georganiseerd. Uit de evaluatie van de wet op Jeugdzorg blijkt dat de jeugdzorg: Problemen te laat ziet; Er niet snel genoeg wordt gehandeld, o.a. door regeldruk; Het speelveld te vol is en daardoor ontstaan afstemmingsproblemen; Er sprake is van opwaartse druk: te veel doorverwijzing naar zwaardere zorg; Jaarlijks een forse toename is van gebruik en kosten. De conclusie is dat de jeugdzorg anders en beter moet. Het kabinet wil de effectiviteit van de jeugdzorg verbeteren door middel van stelselherziening. Hiertoe komt het kabinet met de volgende maatregelen: 1. Er moet één financieringssysteem komen voor het huidige preventieve beleid, de huidige provinciale jeugdzorg, de jeugd LVG (licht verstandelijke gehandicapten) en de jeugd GGZ (geestelijke gezondheidszorg); 2. Gemeenten worden financieel en uitvoeringstechnisch verantwoordelijk voor alle jeugdzorg die nu onder het rijk, de provincies, de gemeenten, de AWBZ en de Zvw (zorgverzekeringswet) valt; 3. De Centra s voor Jeugd en Gezin zullen bij de overheveling naar (samenwerkende) gemeenten gaan dienen als front-offices voor alle jeugdzorg van de gemeenten. Hoewel de decentralisatie dus om meer dan alleen de jeugdzorg gaat, wordt de hele operatie aangeduid als decentralisatie of transitie van de jeugdzorg. 15 februari 2012 2
Door het samenvoegen van verschillende financieringsstromen en het laten vervallen van het recht op zorg verwacht het rijk dat gemeenten beter in staat zijn om een samenhangend aanbod van toegankelijke hulp en ondersteuning te organiseren en gespecialiseerde vormen van zorg efficiënter in te zetten. De verwachting is ook dat de decentralisatie van de jeugdzorg gemeenten de mogelijkheid biedt om zorg en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen op een andere manier vorm te geven. INHOUDELIJKE KANTELING Het rijk maakt zich zorgen over de stijging van het zorggebruik en daarmee de stijging van de kosten. Met de decentralisatie komt er ook geld naar de gemeente. Dit zal echter met een korting van 10% naar de gemeente komen. De jaarlijkse bijdrage van het rijk aan de gemeente zal niet stijgen. De inhoudelijke kanteling dient bij de decentralisatie dan ook nadrukkelijk als doelstelling meegenomen te worden. Komt deze inhoudelijke verandering niet of onvoldoende tot stand, dan loopt de gemeente een extra financieel risico met de decentralisatie WAAR STAAN WE NU? De uitkomsten van de evaluatie van de wet op de jeugdzorg en de plannen voor een stelselwijziging worden kamerbreed gesteund. Ook gemeenten zijn positief over het principe om de preventieve en curatieve jeugdzorg bij elkaar en onder gemeentelijke verantwoordelijkheid te brengen. Het bestuursakkoord tussen rijk, gemeenten en provincies geeft zicht op de invulling die het rijk aan de plannen wil geven, maar een aantal zaken moet nog worden uitgewerkt. Zo is nog niet duidelijk of de kabinetsplannen in de volledige breedte worden doorgezet of dat wellicht enkele groepen worden uitgesloten. Ook is nog niet duidelijk welke kaders door het rijk aan gemeenten worden gesteld en hoe de verantwoordelijkheden ten aanzien van de kwaliteit belegd kunnen worden. Alle kinderen van onze gemeenten maken gebruik van de zogenaamde basiszorg. Dit zijn basisvoorzieningen en diensten zoals het rijksvaccinatieprogramma en screeningen, een bezoek aan het consultatiebureau en de schoolarts, maar ook algemene opvoed- en opgroei-informatie of cursussen over opvoeden of eerstelijns psychologische hulp. Dit is veelal georganiseerd in de lokale CJG s. Elk van onze gemeenten heeft op eigen wijze invulling gegeven aan een passend lokaal aanbod. Zowel in Hattem, Heerde als Oldebroek zien we het Centrum voor Jeugd en Gezin als een passende wijze zorg lokaal, laagdrempelig en geïntegreerd aan bieden. Van overstijgende samenwerking binnen de drie gemeenten is momenteel nog geen concrete sprake. Op dit moment zoekt iedere gemeente afzonderlijk verbinding met de regio waar toe zij behoort. Zo sluit Hattem aan bij de regio Zwolle, Heerde bij de regio Oost Veluwe / Midden IJssel en Oldebroek bij de Regio Noord Veluwe. 15 februari 2012 3
WAT KOMT ER NAAR DE GEMEENTE TOE? Naast de basiszorg zoals hierboven beschreven omvat de zorg voor jeugd de specialistische ofwel geindiceerde zorg. Dit zijn zwaardere en meer specialistische vormen van zorg zoals de dagbehandeling of behandeling in een residentiële voorziening. De gemeente wordt beleidsinhoudelijk, financieel en uitvoeringstechnisch verantwoordelijk voor de ondersteuning van en zorg voor jeugdigen in de eigen gemeente. In de onderstaande tabel wordt duidelijk welke verantwoordelijkheden er na de decentralisatie bij de gemeente liggen: Wat Soort zorg Huidige verantwoordelijkheidsverdeling Opvoed- en opgroeiondersteuning Jeugdgezondheidszorg Preventief Gemeente Licht ambulante zorg (voorkomend) Verantwoordelijkheid na de decentralisatie Ambulante jeugdzorg Dagbehandeling jeugdzorg Vrijwillige residentiële jeugdzorg Spoedeisende jeugdzorg Pleegzorg Gesloten jeugdzorg Jeugdbescherming Jeugdreclassering Curatief Provincie Gemeente Jeugd-LVG Jeugd GGZ PGB Curatief AWBZ Zorgverzekeraar AWBZ... Om welke problemen gaat het? o Aanmeldingen Bureau Jeugdzorg Alle ernstige (gedrags- en opvoedproblemen) o Algemeen Meldpunt Kindermishandeling Vermoeden van kindermishandeling o Jeugdbescherming Jeugdige bedreigd, geen vrijwillige hulp o Jeugdreclassering Jeugdige delinquenten o Jeugd & Opvoedhulp Opgroei- en opvoedproblemen o Jeugdzorg Plus Ernstige risico zelf of omgeving o J-GGZ Psychische en gedragsproblemen o J-LVG Verstandelijk beperking, gedragsproblemen o Kindertelefoon Anoniem vragen en praten... 1.1 DOELGROEP Alle kinderen en jeugdigen in onze gemeenten maken gebruik van de basiszorg, gelukkig is dit voor 85% van alle kinderen de enige noodzakelijke zorg. 15% van de jeugdigen heeft meer zorg nodig vanwege serieuze opvoed- en opgroeiproblemen. Bij 5% van de jeugdigen gaat het om structurele serieuze problemen waarvoor meer gespecialiseerde hulp nodig is. In 2009 maakten landelijk circa 377.000 jeugdigen 1 gebruik van het brede palet van jeugdzorgvoorziening. Het is niet eenvoudig om precies aan te geven om hoeveel jeugdigen het gaat, omdat cliënten regelmatig in meerdere sectoren tegelijkertijd geholpen worden of tussen sectoren worden doorver- 1 Sociaal cultureel planbureau (2011) 15 februari 2012 4
wezen. Het sociaal plan bureau heeft berekend dat het in termen van unieke cliënten gaat om circa 265.000 kinderen in de leeftijd van 0 17 jaar die gebruik maken van de jeugdzorg, die is 7,5% van de leeftijdsgroep. Voor het beeld: het gaat gemiddeld om 2 kinderen in elke klas van 30 leerlingen. Wanneer we deze cijfers voor onze gemeenten helder proberen te krijgen zien we twee stromingen. De feitelijke, objectieve leerlingenstromen en de stroom van zorgtrajecten. De eerste noemen we objectief omdat deze vanuit de schoolkeuze van ouders en kinderen wordt gemaakt. Voor de stroom van alleen jeugdgezondheidszorg maken we veelal gebruik van structuren ingegeven door de oriëntatie van de gemeente. De doorrekening naar de cijfers voor het brede palet jeugdzorg voor onze drie gemeenten worden in de volgende fase van het project jeugdzorg meegenomen. In grote lijnen kunnen we zeggen dat ouders en kinderen in onze gemeenten voor wat betreft het Voortgezet Onderwijs, het Middelbaar- en Hoger Beroepsonderwijs met name georiënteerd zijn op het scholingsaanbod in Zwolle. In Oldebroek zien we de helft van deze leerlingen het onderwijs in Zwolle krijgt en de andere helft richting onder andere Wezep, Elburg en Kampen een passende school vindt 2. Van alle kinderen die in Heerde wonen gaat het grootste gedeelte ook in Heerde naar het voortgezet onderwijs. Kinderen in Hattem zijn in sterke mate georiënteerd op Zwolle een kleinere groep volgt onderwijs in Hattem. De cijfers voor de zorgtrajecten dienen nog nader aangevuld en gespecificeerd te worden. 2 Zie bijlage leerlingenstromen Hattem, Heerde en Oldebroek. 15 februari 2012 5
1.2 CONTEXT Als het gaat om de begeleiding van de huidige jeugdigen zien we dat de oriëntatie in de drie gemeenten verschillend is. Hieronder een overzicht van de huidige uitvoeringspartners: Waar komt de zorg / aanbod vandaan: Zwolle Hattem Heerde Oldebroek Apeldoorn Regio Noord Veluwe HATTEM HEERDE OLDEBROEK Bureau Jeugdzorg Overijssel 0-4 jaar (GGD IJsselland ) MEE Overijssel RMC / VSV Schoolmaatschappelijk werk (Verian) Maatschappelijk werk (Verian) Leerplicht CJG Bureau Jeugdzorg Gelderland (Jb, Jr, AMK) Veiligheidshuis/JCO Leerplicht / RMC / VSV Schoolmaatschappelijk werk (Verian) Maatschappelijk werk (Verian) JGZ 0-4 (Verian) CJG JGZ 4-19 (GGD Gelre-IJssel) Bureau Jeugd Zorg Gelderland Veiligheidshuis / Justitioneel Casus Overleg Jongerenwerk (Wisselwerk ) Bureau Jeugdzorg Overijssel ICARE (JGZ 0-4 jaar) Jongerenwerker (gemeentedienst) Straathoekwerker (gemeentedienst) CJG JGZ 4-19 (GGD Gelre- IJssel) Bureau Jeugd Zorg Gelderland RBL: Leerplicht, RMC, VSV Veiligheidshuis/JCO 15 februari 2012 6
1.3 PRODUCTEN Met de herziening van het zorgstelsel is het nodig om een inhoudelijke vertaalslag te maken. Dat is immers de enige wijze waarop de decentralisatie ook financieel te realiseren is. De producten die uiteindelijk voortvloeien uit deze inhoudelijke wijziging vormen straks de inhoud en uitvoering van de jeugdzorg. Voordat er over producten gesproken kan worden is het nodig om als gemeente een inhoudelijke visie te hebben. Deze dient met input van cliënten- en welzijnsorganisaties tot stand te komen. Ook de input vanuit Bureau Jeugdzorg en de Provincie is van groot belang. Zij hebben immers een schatkist vol kennis en expertise opgebouwd. Deze stappen worden in het vervolgproces meegenomen. 15 februari 2012 7
Hoofdstuk 2 Nulmeting beleid 2.1 BESTAAND BELEID Binnen onze gemeenten zijn al een aantal zaken rondom de basiszorg geregeld. Zo zijn alle drie de gemeenten voorzien van een CJG en wordt er met Zorg Advies Teams (ZAT s) of Multi Disciplinaire Teams (MDT s) gewerkt. Deze teams zijn multidisciplinaire waarbij instellingen die zorg en ondersteuning bieden aan jeugdigen en hun ouders, aansluiten bij de zorg die door scholen wordt geboden. 2.2 AANPALEND BELEID De transitie jeugdzorg staat niet op zichzelf. De stelselwijziging hangt nauw samen met andere decentralisatieoperaties, zoals Werken naar Vermogen en AWBZ. De gemeente is verantwoordelijk voor deze transities. De samenhang tussen deze transities is nog niet volledig scherp. Ondanks het feit dat de drie verschillende decentralisaties een ander tijdspad kennen, zetten we zoveel mogelijk in op een integrale aanpak. De invoering van Passend Onderwijs is een verantwoordelijkheid van (in eerste instantie) de schoolbesturen. Ook dit traject loopt wat tijd betreft sterk uiteen met de decentralisatie van de jeugdzorg. De overgang van de jeugdzorg naar gemeenten vindt vanaf 2014 plaats. Medio 2012 wordt een eerste aanzet gegeven tot de invoering van het passend Onderwijs. Voor beide trajecten, passend onderwijs en zorg voor jeugd, is een wettelijk vereiste dat zij met elkaar verbonden worden. Maar ook vanuit visie en inhoudelijk oogpunt is er meerwaarde om elkaar op te zoeken. Het onderwijs is bij uitstek de plaats waar signalen van problemen zichtbaar worden en laagdrempelige oplossingen aangereikt kunnen worden, ook voor zwaardere ondersteuning. De gemeente heeft een regierol om de diverse partijen met elkaar in contact te brengen en te binden op een gedeelde visie. De gemeente staat voor de uitdaging samenhang te brengen in de decentralisatiedossiers. 15 februari 2012 8
Hoofdstuk 3 WENSBEELD VOORWOORD Dit hoofdstuk geeft een doorkijk naar de jeugdzorg zoals wij dat als drie gemeenten voor ogen hebben, ná de transformatie. Zoals u kunt lezen is het wensbeeld ingestoken vanuit het kind, het gezin. Ook zult u de eigen kracht-gedachte herkennen in de lijn en uitgangspunten. Deze pijler wordt door iedere gemeente als basis gezien voor de nieuwe en betere werkwijze. Guusje staat centraal 3 Guusje is een opgroeiend kind in één van onze gemeenten. Een bijzonder kind, want het speelt de fictieve hoofdrol in de decentralisatie Jeugdzorg. Deze rol hebben we niet zomaar bedacht, maar komt voort uit een bepaalde visie. In deze notitie vertellen we over Guusje als verpersoonlijking van de nieuwe wet op de jeugd. Gelet op de ontwikkeling van de samenwerking in H2O verband hebben wij in een eerste ambtelijke verkenning (20 december 2011) gekeken naar een model dat zowel inhoudelijk sterk staat, maar ook mogelijkheden biedt om mee te bewegen met deze ontwikkeling. Daarnaast hebben we gekeken naar de toekomstvisies van de drie gemeenten. De lijn die hier in gezet wordt is terug te lezen in deze visie. Het gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, de kracht van de (lokale) CJG s, inspelen op kracht van mensen, inzet en initiatieven ondersteunen en mobiliseren. VISIE De titel geeft kernachtig aan met welke visie wij de wet op de jeugdzorg willen insteken: Guusje staat centraal. Binnen het kindsysteem wordt gezocht naar de aanwezige of te ontwikkelen eigen krachten om voor knelpunten oplossingen te vinden. De mogelijkheden van het kind, de ouders en de omgeving staan centraal en de begeleiding is gericht op versterking daarvan (en daarmee de zelfredzaamheid) UITGANGSPUNTEN Om Guusje ook werkelijk een plek te geven binnen de nieuwe wet is het nodig om een aantal uitgangspunten te formuleren. Wij zien de volgende punten als kaderstellend: Gezond en veilig opgroeien; Kinderen krijgen de kans hun talenten te ontwikkelen; Kinderen krijgen de kans om naar hun vermogen te ontwikkelen; Verantwoordelijkheid (hiervoor) ligt in eerste instantie bij ouders; Indien nodig is er ondersteuning, hulp of zorg beschikbaar; Eén gezin, één plan en één regie. 3 De naam Guusje is willekeurig gekozen en verwijst op geen enkele wijze naar bestaande personen. 15 februari 2012 9
BOUWSTENEN Gelet op deze uitgangspunten onderscheiden we de volgende bouwstenen die de spil vormen van de uitvoering van de wet op jeugd. BASISBOUWSTEEN: GUUSJE EN ZIJN GEZIN Deze steen vormt de basis/kern van de stapeltoren. Alles draait om Guusje en zijn gezin/opvoeders. BOUWSTEEN 1: GUUSJE EN ZIJN DIRECTE OMGEVING Hierin zijn de belangrijkste actoren rondom Guusje aanwezig, In deze steen bevinden zich dan ook de vindplaatsen van mogelijke problemen rondom Guusje. Wie: Scholen, huisarts, peuterspeelzaal, kinderopvang, wijkagent, jongerenwerkers, sport, consultatiebureau, verloskundige. BOUWSTEEN 2: AMBULANTE HULPVERLENING (INGANG VIA HET CJG) Via diverse voordeuren kunnen mensen het CJG betreden. De digitale voordeur is daar een van de belangrijkste van. Er is ook sprake van een duidelijke wisselwerking tussen halen en brengen. Outreachend werken is voor de CJG medewerkers niet vreemd. Het draait immers om wat Guusje nodig heeft. Wie: Kernpartners binnen het CJG Partijen die erbij gehaald worden vanwege specifieke deskundigheid. Het CJG schakelt zo nodig specialistische zorg in. Uitgangspunten: Guusje heeft altijd een eigen zorgcoördinator: aanspreekpunt/begeleider (één gezin, één plan, één regisseur). Partijen delen informatie (hier staat of valt het werkelijk slagen van het CJG mee) BOUWSTEEN 3: BED, BAD EN BROOD HULPVERLENING Er is sprake van een verblijf component voor korte of langere tijd. Als we de bouwstenen visualiseren ontstaat bovenstaand plaatje 15 februari 2012 10
ZORGAANBOD BINNEN DE BOUWSTENEN Per bouwsteen kan aangeven worden welke vorm van interventies zijn om te komen tot een positieve opvoeding. Deze interventies worden in zorgzwaarte intenser. Dat vraagt tevens om een passende schaal. Bouwsteen 1:Leefomgeving (lokaal welzijn) Niveau 1 Universele preventie Nieuw welzijn Gemeentebeleid Jeugdzorg in de buurt Zelfhulpgroepen Vrijwilligerswerk Niveau 2 Selectieve preventie Adviesgesprekken met ouders Ouderavonden Selectieve voorlichting Bouwsteen 2: Dichtbij huis hulpverlening (ambulante hulpverlening) Niveau 3 Lichte opvoedhulp Korte oudertraining of gezinsinterventies (max. vijf maal) Niveau 4 Intensieve opvoedhulp Casemanagement en/of langdurige Hulp erbij halen Niveau 5 Specialistische opvoedhulp laagfrequente ondersteuning Gespecialiseerde oudertraining Niveau 6 Specialistische intensie- Gezinsgerichte be- Niveau 7 ve opvoedhulp Partiële overname opvoeding Casemanagement en/of langdurige laagfrequentie ondersteuning handeling Deeltijdpleegzorg of gezinsbehandeling met verblijf Bouwsteen 3: Bed, bad en brood hulpverlening (residentiële hulpverlening) Niveau 8 Overname opvoeding Pleegzorg Gezinshuizen Gezinsbehandeling met verblijf Klinische opname psychiatrie AWBZ woonvoorzieningen Niveau 9 Niveau 10 Maatschappelijke separatie Maatschappelijk isolement Voogdij Lokaal welzijn, leerplicht, wijkagenten Gesloten psychiatrie Gesloten LVG Landelijke voorzieningen Outreachende hulpverlening, etc. 15 februari 2012 11
PASSENDE SCHAAL BIJ ZORGAANBOD Binnen elke gemeente speelt de vraag welke schaal passend is voor de uitvoering van de jeugdzorg. Deze vraag komt ook terug bij onze gemeenten. Inhoudelijk vinden wij dat maatschappelijke oriëntatie leidend is. Daarnaast hebben we echter te maken met bestaande bestuurlijke structuren, mede ingegeven door wettelijke verplichting. Wanneer we kijken naar de toekomst en ons wensbeeld kunnen we per bouwsteen aangeven welke schaal, aansluitend bij de visie en uitgangspunten, past bij de uitvoering van de zorg. Wanneer we de zorg middels bovenstaande bouwstenen willen regelen vraagt dit een sterk CJG, maar ook een passende overkoepelende structuur. Niveau 1 tot en met 3 Lokaal CJG Niveau 4 tot en met 6 H2O Casusoverleg: Zorgcoördinator CJG is basisfiguur voor Guusje en ouders In casusoverleg wordt door onafhankelijke adviseurs in overleg met de ouders van Guusje of Guusje zelf welke zorg nodig is en past. Niveau 7 tot en met 10 Regionaal Met regionaal bedoelen we zorg in de regio in een straal van 60 kilometer. Hierbij maken we gebruik van de drie grote gemeenten die in deze straal zorg inkopen (Apeldoorn, Harderwijk en Zwolle) Een positief jeugdbeleid gaat altijd uit van het volgende: Heeft als doel competenties en vaardigheden van kinderen en opvoeders te vergroten. Ontwikkeld het gevoel van eigen verantwoordelijkheid. Betrekt kinderen en jongeren bij de samenleving Biedt kinderen de kans op te groeien tot actief, competente en betrokken burgers. Voorkomt uitval en overbelasting Is gericht op versterking van het zelforganiserend vermogen Voorziet op tijd en op maat in ondersteuning van het primair opvoedmilieu en de secundaire opvoedmilieus Borgt de veiligheid van het kind en de jongeren (stoppen van misbruik en geweld, veiligheid van het individu). GEBRUIKTE ACHTERGRONDDOCUMENTEN o Van denken en doen (opvoeden versterken in de praktijk) P.M Stam/P.P.J. Doodkorte o Opvoeden versterken prof. Dr. T.A. van Yperen/drs. P.M. Stam o Met ambitie gaan voor jeugd! Radar Advies januari 2012 o VNG: jeugdzorg o Zorg en voorzieningen voor kinderen en gezinnen. FOTOGRAFIE Martine Hoving - Assen 15 februari 2012 12
Bijlage: Leerlingenstromen Hattem, Heerde en Oldebroek 15 februari 2012 13
LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN: H2O VO SVO MB O VK CJG LVG GGZ AWBZ ZvW PGB GGD Jb Jr JGZ RBL VSV JCO Hattem, Heerde en Oldebroek Voortgezet onderwijs Speciaal voortgezet onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs Veiligheidskamer Centrum voor Jeugd en Gezin Licht verstandelijk gehandicapten Geestelijke Gezondheidzorg Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Zorgverzekeringswet Persoons Gebonden Budget Geestelijke Gezondheid Dienst Jeugdbescherming Jeugdreclassering Jeugdgezondheidszorg Regionaal Bureau Leerplicht Vroegtijdige School Verlaters Justitieel Casus Overleg 15 februari 2012 14