Dementiezorg AWBZ Inkoopbeleid 2013



Vergelijkbare documenten
Ketenzorg Dementie Midden-Brabant. Samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars 6 februari 2017

Format inschrijving toewijsbare zorg (S2)

Format inschrijving toewijsbare zorg (S2)

Rapportage onderzoek zorgkostenmonitor dementie. (Zorgkantoren) Coöperatie VGZ

Zorgkantoor AGIS/ Achmea

Let op! De inschrijving wordt alleen in behandeling genomen, indien alle bovengenoemde stukken zijn meegestuurd en het format volledig is ingevuld.

HET BESTE THUIS! TOEKOMST VOOR DEMENTIEZORG. Jan Vuister (directeur / bestuurder Geriant)

Inventarisatielijst van Zorgstandaard naar Zorgprogramma Dementie. I Ziektespecifieke zorg

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

Bijlage 13 Integrale zorg voor kwetsbare ouderen

ZN Doelgroepenregistratie schema en beslisboom, d.d. 01 juli 2018, versie 2.0

Netwerkindicatoren Dementie 2016

Kwaliteit van casemanagement in de regio Haarlemmermeer. Anita Peters en Esther Tetteroo Ketenzorg dementie Haarlemmermeer,

VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT

Uitwerking Module sociale infrastructuur binnen bekostiging wijkverpleging

Convenant Samenwerking Zorgkantoor Coöperatie VGZ Gemeente Nijmegen

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

2.3 Ontwikkelingen mbt financiering, wet- en regelgeving

Ontstaan Dementie Zorgketen Amsterdam Zuidoost en Diemen tot heden

Cliëntenradenbijeenkomst 16 april 2013

Inkoopdocument 2014 Niet-aanbestede producten Inkoopbeleid AWBZ 2014

Advies Ketenregisseurs juni Advies van de Ketenregisseurs Dementie over casemanagement dementie en het in stand houden van de netwerken

Wmo 2015 Gemeente Zeist

Betekenisvol, integraal en effectief samenwerken rond oudere inwoners

Informatiebijeenkomst Wijkverpleging 25 - juni 2014 Gewijzigde versie. De Friesland Zorgverzekeraar

Instructie bij de vragenlijst Ketenindicatoren 2011

Plan van Aanpak 2012

Veldraadpleging Dementienetwerk Netwerk Kwetsbare ouderen

Overzicht Financiering eerste lijn

Inkoopspecificaties. Pagina 1/9

We worden steeds ouder. Notitie Ouderen

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

Afspraken zorgverzekeraars Casemanagement en Ketenzorg Dementie 2020

Zorginkoopbeleid Persoonlijke Verzorging en Verpleging Juni juli 2014

Zorginnovatie bij CZ

Regionale bijeenkomsten overheveling begeleiding en dagbesteding. Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Midden Holland 14 juni 2011

Notitie. Dementie in Nederland. Waarom zorgverzekeraars de handen ineenslaan. Delegatie BO Casemanagement dementie Mevrouw J.G.W.

Regionale bijeenkomsten overheveling begeleiding en dagbesteding. Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Nijmegen 27 juni 2011

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Ziekte- en zorgdiagnostiek Dementie Regio Breda, Alphen/Chaam en Baarle Nassau. Stand van zaken d.d. 1 juni 2009

GGZ Jeugd en Zorginkoop door Coöperatie VGZ Maeike van der Lei Senior zorginkoper regio Noord

Netwerkindicatoren en registratie instructie. Programma ketenzorg Dementie

Plan organisatie ouderenzorg in de wijk of gemeente Regio Zwolle

Advies Ketenregisseurs juni Advies van de Ketenregisseurs Dementie over casemanagement dementie en het in stand houden van de netwerken

Netwerk Dementie Drenthe. Datum: 4 oktober 2018 Naam: Astrid van der Schot

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Havenpolikliniek: van bedreiging naar kans. 6 december 2018 SRZ Congres

Raadsledendag 20 september

het antwoord op de Basis GGZ

het antwoord op de Basis GGZ

Factsheet Kwetsbare ouderen: Extramuralisering. Trekker: gemeente Arnhem

Informatiebijeenkomst Wijkverpleging

TinZ, Netwerk Dementie Friesland

Tijdelijk verblijf in een instelling, ter vervanging van de bestaande thuissituatie.

Zorg en ondersteuning voor mensen met ernstige psychische aandoeningen. Elly van Kooten. Directie Maatschappelijke Ondersteuning, Ministerie van VWS

Betreft : Aanspraak Wijkverpleging in de Zorgverzekeringswet (Zvw)

Dit wil overigens niet zeggen dat dit project volledig en definitief van tafel is. Met de ICF¹ in gedachten kan het nu eenmaal niet anders dat er een

Regionale Bijeenkomsten Zorgkantoorregio s Zorgkantoorregio Friesland. Leeuwarden, 4 juli 2011 Jacqueline Vissers, beleidsmedewerker AWBZ

Zorgpad 1 en 2 dementie

Inkoopbeleid huisartsen en multidisciplinaire zorg

Bijlage 12 zorginkoopbeleid Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg

Ketenzorg dementie. Ketenzorg dementie in Zoetermeer

Inkoopbeleid Wijkverpleging 2018

Cijfers over dementie

Marktanalyse 2018 West-Brabant

Ketenzorg Dementie koploperregio Midden-Brabant Regionaal actieplan

Regionale bijeenkomsten overheveling begeleiding en dagbesteding. Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Noord Holland Noord juli 2011

Inkoopbeleid 2018 Wijkverpleging (incl. MSVT) Deel I - Algemeen

Bijeenkomst cliëntenraden. Zorgkantoor Friesland Wlz. De Friesland Zorgverzekeraar Wijkverpleging 13 april 2015

Reglement Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

Doelgroepenbeleid Zorgvilla Huize Dahme

Bijeenkomst Zorggroepen Inkoopkader Lucie Martijn & Bart Verhulst 8 juni 2015

Productbeschrijving Wmo contract 2016

Visie op langdurige zorg: 4 beloftes van Coöperatie VGZ

SAMENVATTING REGEERAKKOORD

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 november 2011 Betreft Casemanagement dementie

Zorg uit de Zvw. Wijkverpleging, ELV, GRZ. Judith den Boer

Indicatiestelling bij de wijkverpleegkundige

Q&A s palliatieve zorg voor professionals

Visie op de rol van de zorggroep

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders voor zover deze de prestatie Stoppen-met-rokenprogramma leveren.

concept Regionaal ketenplan 2013 Juli 2012 Inhoud: Dementieproject IJssel-Vecht A.T. te Velde, coördinator

2.2. miljoen verzekerden fte medewerkers. 5,9 miljard zorgkosten (inclusief Anderzorg) 2,7 miljard Wlz

Ketens Dementie goed op koers, met de Zorgstandaard Dementie als kompas.

Voor u ligt een opzet van de Wmo-arrangementen GGZ, zoals voorbereid in de werkgroep BW van 24 augustus en 15 september jl.

het antwoord op de Basis GGZ

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling

Standpunt Alzheimer Nederland strijdt voor volwaardig, toegankelijk en onafhankelijk casemanagement voor alle mensen met dementie en hun naasten.

ZorgService Centrum brengt Zorg op Maat én Goedkopere Gezondheidszorg dichterbij!

Wijkverpleging. Verpleging en Verzorging 9 april 2014

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

Jaarplan Platform Dementie Zaanstreek/ Waterland. augustus augustus 2016

wat is casemanagement dementie? een samenvattende beschrijving van het geriant-model

Substitutie? Geriatrische revalidatie van AWBZ naar Zvw

Marktanalyse 2018 Zuidoost-Brabant

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw

opening informatiebijeenkomst zorgaanbieders Zwolle, 25 juni 2014 Ria Stegehuis, directeur Zorg

Zorg voor kwetsbare ouderen thuis

!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

Transcriptie:

Dementiezorg AWBZ Inkoopbeleid 2013 Zorgkantoren van de Coöperatie VGZ UA Nijmegen Waardenland- Midden Holland Midden Brabant Noordoost Brabant Noord Holland Noord Noord en Midden Limburg Juni 2012

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Vroegsignalering, vroegdiagnostiek en verwijsbeleid... 4 2.1 inhoudelijke beleidskeuzen... 4 2.2 vertaling naar concreet inkoopbeleid... 5 3 Samenhangend regionaal aanbod in netwerkstructuur inclusief casemanagement... 7 3.1 inhoudelijke beleidskeuzen... 7 3.2 inhoudelijke en financiële onderbouwing... 8 3.3 vertaling naar concreet inkoopbeleid... 10 4 Ondersteuning van mantelzorg... 15 4.1 inhoudelijke beleidskeuzen... 15 4.2 vertaling naar concreet inkoopbeleid... 16 2

1 Inleiding In deze nota worden drie speerpunten van beleid inzake dementiezorg beschreven. Vervolgens wordt daaraan gekoppeld de vertaling naar het concreet inkoopbeleid voor de zorgkantoren van Coöperatie VGZ (hierna VGZ-zorgkantoren) en inkoop Zorgverzekeringswet. Hiermee geven we concrete invulling aan onze visie op dementiezorg. Door het realiseren van goede zorg het leven van mensen met dementie en hun mantelzorgers zo veel mogelijk in positieve zin beïnvloeden (zie Kader Dementiezorg). Onze visie is voor een belangrijk deel gebaseerd op het besef dat mensen nu en in de toekomst de noodzakelijke zorg zo lang als mogelijk in de thuissituatie willen ontvangen. Hiermee beantwoorden we aan de wens en het streven van mensen, de cliënt en zijn mantelzorgers, hun zelfstandigheid zo lang mogelijk te behouden en tevens houden we rekening met de meervoudige vergrijzing die de komende jaren andere oplossingen voor de toenemende zorgvraag noodzakelijk maakt. Bij de totstandkoming van het inkoopbeleid is dan ook gestreefd deze toekomstproof te maken. Vanuit deze visie zijn speerpunten van beleid: aandacht voor vroegsignalering, vroegdiagnostiek en een goed verwijsbeleid; een goede regionale netwerkstructuur, met een compleet en samenhangend aanbod voor extramurale zorg voor mensen met dementie en succesvolle ondersteuning van de mantelzorger. Uitgangspunt is komen tot integraal beleid voor het gehele dementietraject. De vertaling naar concreet inkoopbeleid kent noodzakelijkerwijs een vertaling naar de verschillende relevante zorgsoorten. Er is immers nog geen integrale bekostigingswijze. De inkoop van de afzonderlijke onderdelen van de dementieketen kan echter wel op basis van een integrale visie gedaan worden. Daarmee kunnen we ook al belangrijke resultaten boeken in de samenhang tussen de verschillende onderdelen van de keten. Deze notitie bevat hiervoor de basis. De beleidskeuzen per speerpunt worden gebaseerd op de in den lande gangbare opvattingen van goede dementiezorg en de verschillende regionale concretiseringen daarvan. 1 Daarnaast baseren we ons op een analyse van de zorgkosten dementie vanuit de Zorgverzekeringwet en AWBZ (Zvw en AWBZ) Daarmee zijn we in staat onze beleidskeuzen financieel te onderbouwen. Voor de analyse van zorgkosten zijn gegevens uit het jaar 2008 gebruikt. Meer recente gegevens zijn nog niet volledig beschikbaar. Per speerpunt wordt concreet gemaakt wat het belang is voor het cliëntsysteem. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de probleemveldinventarisaties van Alzheimer Nederland. Verder worden per speerpunt de relevante prestatie-indicatoren genoemd, waarmee we de resultaten van ons inkoopbeleid kunnen meten. Hierbij maken we gebruik van de Landelijke set Netwerkindicatoren. Dit zijn hoofdzakelijk structuurindicatoren. 1 Belangrijkste basis voor ons beleid is de Concept Zorgstandaard dementie, eerste concept, Versie 0.3. 3

2 Vroegsignalering, vroegdiagnostiek en verwijsbeleid 2.1 Inhoudelijke beleidskeuzen Goede dementiezorg begint met vroege herkenning van de aandoening. Concrete activiteiten en afspraken om te komen tot signalering en diagnostiek in de eerste fase van het dementietraject van cliënten zijn daarvoor essentieel. Allereerst is het relevant de cliënt tijdig in beeld te hebben, zodat daarna een goede diagnostisering en verwijzing mogelijk is. De huisarts en Wmo-voorzieningen, zoals de ouderenadviseur, kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Vervolgens is een effectief, doelmatig en voor iedereen duidelijk verwijsbeleid van groot belang. Beide onderdelen onderhouden een wisselwerking met elkaar door een in de regio bij alle zorgverleners bekend verwijsbeleid wordt vroegdiagnostiek gestimuleerd, omdat cliënten veel sneller bij de relevante zorgverlener terecht komen. Anderzijds leidt alerte en vroegtijdige diagnostiek tot verbeteringen in het verwijsbeleid, omdat cliënten sneller instromen in het zorgtraject. Ook welzijnsinstellingen kunnen een belangrijke rol vervullen bij het bereiken van verbetering van vroegsignalering. Voorzieningen zoals de ouderenadviseur kunnen signalen opvangen en voor doorgeleiding zorgen. Effect voor de klant en inhoudelijke onderbouwing VGZ is overtuigd van de voordelen van deze aanpak. Enerzijds wordt de kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven van de cliënt en zijn mantelzorger verbeterd door snelle duidelijkheid over de ziekte, het creëren van de mogelijkheid van vroegtijdige ondersteuning en adequate hulp in de beginfase van het dementieproces. Daardoor wordt zelfstandig wonen gedurende langere tijd mogelijk als de vervolgstappen in de keten juist worden geregeld. Dit laatste heeft niet alleen een positief effect op de kwaliteit van leven, maar ook wordt de doelmatigheid van zorg vergroot doordat cliënten langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Onnodige escalaties die in de regel met duurdere zorg gepaard gaan worden uitgesteld en/of voorkomen. Bovendien wordt met een effectieve aanpak op het gebied van vroegsignalering/vroegdiagnostiek de zelfredzaamheid bevorderd. De cliënt en zijn mantelzorger zijn door een goed aanbod van informatie en begeleiding beter in staat te komen tot zelfmanagement en eigen regie. Ook blijkt een goede ondersteuning in de eerste fase van het dementieproces te leiden tot een substantieel lagere zorgconsumptie. De aanpak biedt oplossingen voor de door Alzheimer Nederland gesignaleerde probleemvelden: niet pluis gevoel; wat is er aan de hand en wat kan helpen (onbekendheid met ziektebeeld, onbekendheid met de beschikbare zorg); het wordt me te veel (beginnende overbelasting mantelzorger). Dit beleidsspeerpunt sluit aan op de beloftes van VGZ aan de klant: Belofte 1. U krijgt alle aandacht en Belofte 2: Op elke vraag een antwoord. 4

2.2 Vertaling naar concreet inkoopbeleid Bij de inkoop van dementiezorg worden met zorgaanbieders de volgende afspraken gemaakt. Vroegsignalering en vroegdiagnostiek In de keten worden samenwerkingsafspraken gemaakt op het vlak van vroegsignalering en -diagnostiek. Daarbij gaan we tenminste uit van deelname van huisartsen, GGZ, Verpleging & Verzorging en het ziekenhuis (geriatrie, neurologie). De afspraken worden opgenomen in een beschrijving van het regionale zorgpad. Hierin wordt duidelijk beschreven waar de rol van de ene aanbieder eindigt en die van de andere aanbieder begint. Dit moet naadloos op elkaar aansluiten zodat de cliënt er geen last van heeft (geen doublures, geen lacunes); Met gemeenten in de regio worden afspraken gemaakt over gerichte activiteiten om dementie onder de aandacht van de bevolking te brengen. Denk daarbij aan een duidelijk informatiepunt voor burgers waarin een totaalbeeld van aanbod aan voorzieningen beschikbaar is; Deelname van welzijnsinstellingen in regionale netwerken voor dementiezorg wordt gestimuleerd. Daarmee wordt beoogd de relevante welzijnsvoorzieningen effectief te gebruiken ten behoeve van verbeterde vroegsignalering; Huisartsen beschikken over concrete instrumenten ten behoeve van vroege diagnostiek. Vroegsignalering door de huisarts wordt vooral gestimuleerd door een actieve gerichtheid op signalen van dementie bij reguliere contactmomenten met de doelgroep. Door middel van het toekennen van de module Zorg voor kwetsbare ouderen wordt proactieve ouderenzorg gestimuleerd waarbij gebruik wordt gemaakt van alle relevante partijen op wijknetwerkniveau. Verwijsbeleid Op regionaal niveau is een vastgestelde beschrijving van het zorgpad voor mensen met dementie, waarin afspraken over het regionaal te voeren verwijsbeleid zijn vastgelegd. Daarbij gelden de uitgangspunten: Het zorgpad is gebaseerd op de in de beroepsgroep geldende inzichten met betrekking tot goed verwijsbeleid 2 ; Het zorgpad gaat uit van het principe van stepped care; Voor cliënten (en hun familieleden) wordt een sluitend traject van adequate diagnostiek en aansluitende zorgverlening gecreëerd, zonder dubbelingen en zonder hinderlijke overgangen. De regie voor totstandkoming van de beschrijving wordt door het zorgkantoor in overleg met partijen bij één van de partijen belegd. Prestatie-indicatoren Informatievoorziening Met hoeveel gemeenten (van hoeveel) heeft het netwerk afspraken over informatievoorziening aan cliënten; Met hoeveel gemeenten zijn afspraken gemaakt over: - tweejaarlijkse publiekscampagne; - sociale kaart; 2 Zie hiervoor de CBO-Richtlijn Diagnostiek en medicamenteuze behandeling van dementie en Concept Zorgstandaard Dementie 5

- een loketfunctie voor Wmo/Zvw/AWBZ. Aantal gediagnosticeerde dementiepatiënten % patiënten met de diagnose dementie t.o.v. de regionale prevalentie 3 ; % jong dementerenden (jonger dan 65 jaar) met de diagnose dementie t.o.v. de regionale prevalentie. Regionaal afgestemde vroegdiagnostiek/verwijsbeleid aanwezig. Is er een vastgesteld Zorgpad aanwezig in de regio? Indien niet, is er een planning vastgesteld om te komen tot vaststelling binnen één jaar? Huidige Bekostiging Bekostiging van diagnostiek vindt plaats op basis van de reguliere bekostigingsvormen: diagnostiek in de eerste lijn: abonnementstarief huisarts, en enkele M&Iverrichtingen, (bijv. cognitieve functietest MMSE), Module Zorg voor kwetsbare ouderen (NB: netwerkbasis en inhoudelijke voorwaarden); verpleeghuisartsen, psychologen: AWBZ uurtarieven; diagnostiek in de tweede lijn: reguliere tarieven medisch specialismen; GGZ-cure: DBC s GGZ o.a. Diagnostiek DBC of DBC Delirium Dementie en overig; diagnostiek in de derde lijn: reguliere tarieven medisch specialismen. Vroegsignalering: activiteiten van PraktijkOndersteuner van de Huisarts (POH), wijkverpleegkundige (AWBZ) en ouderenadviseur (Wmo). Momenteel zijn de afspraken inzake diagnostiek en verwijsbeleid landelijk nog divers. De Concept Zorgstandaard Dementie voorziet in de uitgangspunten voor het vaststellen van regionale afspraken over ziekte- en zorgdiagnostiek. 3 Vooralsnog gaan we uit van de algmene landelijke normen, vastgesteld door Alzheimer Nederland. In deze fase is kennis van het regionale niveau een eerste vereiste. 6

3 Samenhangend regionaal aanbod in netwerkstructuur inclusief casemanagement 3.1 Inhoudelijke beleidskeuzen Goede zorg, behandeling en ondersteuning bij dementie wordt geleverd in de vorm van een samenhangend trajectaanbod. Hiervoor is het noodzakelijk dat het geheel van onderdelen van dementiezorg wordt geleverd door een regionaal netwerk van samenwerkende zorg- en welzijnsaanbieders. Daaronder verstaan we in de zorgsector de kernpartners: huisarts, instellingen voor Verpleging en Verzorging, GGZ en ziekenhuis (met name geriatrie, neurologie). In de welzijnssector betreft het de welzijnsinstellingen zoals dagopvang, ouderenadviseur, lotgenotencontact, vrijwilligersorganisaties en mantelzorgondersteuning. Essentieel daarbij is het aanbieden van casemanagement, dat geïntegreerd is met diagnostiek, behandeling, zorg en begeleiding. Verder is van belang dat de inbreng van de klant gewaarborgd is, bijvoorbeeld door participatie van de afdeling van Alzheimer Nederland 4. Lokale- en wijknetwerken voor kwetsbare ouderen Momenteel vindt, naast de ontwikkeling van specifieke netwerken voor specifieke doelgroepen, zoals mensen met dementie, de ontwikkeling plaats van algemene netwerken voor kwetsbare ouderen. Daarin hebben de huisarts en wijkverpleging een spilfunctie. Deze ontwikkeling wordt door VGZ toegejuicht en ondersteund door middel van de Module Zorg voor kwetsbare ouderen. Dit is een tariefopslag op het abonnementstarief van huisartsen. Wij zien in deze algemene netwerken een belangrijke taak op het vlak van vroegsignalering en vroegdiagnostiek. In die vroege fase ligt het zwaartepunt bij de huisarts en ondersteunend personeel. Zodra de diagnose dementie is gesteld en de gevolgen van de dementie ingrijpender worden ligt het zwaartepunt van zorgverlening over het algemeen bij het specifieke zorgaanbod. Op dat moment zal de regiefunctie verschuiven naar het specifiek casemanagement dementie. Dit vereist een goed samenspel van het bij de zorg betrokken zorgaanbod. Nadrukkelijk is het van belang dat gedurende het gehele dementietraject het gehele zorgaanbod beschikbaar is. Afstemming tussen huisarts/poh en andere partijen in wijknetwerkverband enerzijds en casemanagement dementie anderzijds is daardoor gedurende het gehele zorgtraject van belang. Daarbij is essentieel dat duidelijk is waar de regierol ligt. We willen in onze regio s komen tot een model waarin regionale netwerken voor specifieke zorg en doelgroepen zodanig samenwerken met netwerken voor de generieke aanpak van problemen van kwetsbare ouderen. Daarmee willen we bereiken dat beide organisatievormen complementair aan elkaar gaan werken. In de praktijk zal dit betekenen dat partijen principe-afspraken maken over de rolverdeling. Activiteiten die op wijkniveau kunnen worden uitgevoerd zullen door de partijen op dit niveau worden uitgevoerd. De specifieke dementiegerelateerde zorg wordt op regionaal niveau georganiseerd en uitgevoerd. Daarbij streven wij nadrukkelijk naar een directe relatie van de casemanager dementie naar de cliënt en zijn mantelzorger. Die relatie kan in de 4 Dit is in onze regio s het geval. 7

praktijk minder intensief zijn naarmate op wijkniveau meer taken kunnen worden uitgevoerd. Effect voor de klant Het effect voor de klant is dat deze geen last meer heeft van het bestaan van aparte organisaties en diensten, waarbij aanbod niet goed op elkaar aansluit. Uit de probleemveldinventarisaties blijkt dat in veel regio s zorgvragers nog steeds problemen ondervinden op het vlak van het ontbreken van goede coördinatie van zorg. Mantelzorgers blijken een grote behoefte te hebben aan begeleiding bij de omgang met het veranderde gedrag van de patiënt en aan emotionele en praktische ondersteuning op permanente basis. Dit beleidsspeerpunt sluit aan op de beloftes van VGZ aan de klant: Belofte 4: U staat er niet alleen voor en Belofte 6: Zorgverleners werken samen. Casemanagement als cruciale factor van samenhangende zorg Als waarborg voor het aanbieden van samenhangende zorg kiest VGZ voor een hoogwaardige vorm van casemanagement. Tot de taken van de casemanager behoren tenminste: zorgdiagnostiek, (dat wil zeggen het vaststellen van de zorgbehoefte van de cliënt; de medische diagnostiek wordt door de behandelend arts uitgevoerd); coördinatie en afstemming van zorg en dienstverlening; het aanbieden van interventies zoals psycho-educatie, gedragsinterventie, familieinterventie; evaluatie en actualiseren van zorg en behandeling (bij voorkeur in een integraal zorgplan) en het bieden van praktische en emotionele ondersteuning. Casemanagement wordt geleverd vanuit een multidisciplinair team waarin alle relevante zorgfuncties zitting hebben. Deze zorgfuncties accepteren en conformeren zich aan de spilfunctie van de casemanager op procesmatig niveau. De behandelfuncties die functioneren in het multidisciplinair team kiezen een hoofdbehandelaar, die de medische eindverantwoordelijkheid heeft. Afhankelijk van het stadium van het dementieproces kunnen hier andere keuzes in worden gemaakt. Casemanagers zijn professionals met een HBO en opgeleid competentieprofiel, waarbij ervaring met complexe situaties, een analytisch vermogen, uitstekende contactuele vaardigheden en gesprekstechnieken, goede kennis van de sociale kaart en creativiteit en doorzettingsvermogen noodzakelijke eigenschappen zijn. 3.2 Inhoudelijke en financiële onderbouwing In de analyse van de verschillende vormen van dementiezorg in de VGZ-regio s is gebleken dat de aanwezigheid van een duidelijke en toegankelijke netwerkstructuur voor zowel de kwaliteit van zorg als de doelmatigheid van groot belang is. Verder is een hoogwaardige vorm van casemanagement, die bekend is bij alle relevante zorgaanbieders/verwijzers, van grote invloed voor de kwaliteit en voor de hoogte van de zorgkosten. 8

Door vroegtijdige inzet van begeleiding en ondersteuning wordt bespaard op zorgkosten zoals kortdurend verblijf (crisisopnamen, verblijf ten behoeve van observatie en screening), ziekenhuiskosten en langdurend verblijf door opname in een latere fase van het dementieproces. Binnen VGZ wordt sinds 2009 gewerkt aan een zorgkostenmonitor waarmee inzicht wordt gekregen in de aard van de zorg (AWBZ en Zvw) en de kosten ervan. De eerste resultaten die geanalyseerd zijn betreffen het jaar 2008, het eerste jaar van de overheveling GGZ. Voor de zorgkostenmonitor zijn de AWBZ-gegevens (vanuit de AWBZ-brede Zorgregistratie, AZR) en de declaratiegegevens Zvw (waaronder de DBC s GGZ) naast elkaar gelegd, van dubbelingen ontdaan en geëxtrapoleerd naar cijfers per 1000 inwoners van 70 jaar en ouder in een regio. Per VGZ-zorgkantoorregio zijn zowel de kosten die vallen onder de Zvw als de AWBZkosten in beeld gebracht. Daaruit kwamen een aantal verschillen tussen regio s naar voren waarbij de regio Noord-Holland Noord op de meeste onderdelen substantieel beter scoorde. In Noord-Holland Noord, grofweg het gebied rond Alkmaar, wordt al gedurende 10 jaren de dementiezorg geleverd volgens een duidelijke structuur, waarin Geriant het leeuwendeel van de ambulante zorg levert in de vorm van de GGZ-DBC Dementie, delirium en overige. In absolute zin leidt dit tot de hoogste GGZ-kosten ten opzichte van de andere regio s, maar daarmee worden grofweg 3 tot 4 keer meer cliënten bereikt. Per cliënt in zorg zijn de kosten veruit het laagst. Dit wordt vooral bereikt door minder en lagere verblijfskosten voor kortdurend verblijf en crisisopnamen. Natuurlijk weegt mee dat door de grote prevalentie die in deze regio bereikt wordt ook cliënten met minder zware problematiek in zorg zullen zijn. De verschillen zijn echter zo groot (gemiddelde kosten per jaar 7400,-, in Noord-Holland Noord 4.700,-) dat deze niet alleen met de grotere prevalentie verklaard kunnen worden. Naast lagere kosten GGZ, vallen ook substantieel lagere kosten in het ziekenhuis op (30% lager dan gemiddeld (alle VGZ-regio s) bij AWBZ-cliënten, 40% lager dan gemiddeld bij cliënten in de Zvw). Dit is een belangrijke indicatie voor meer rust in de zorgsituatie van cliënten. Ook aan de AWBZ-zijde zijn opmerkelijke verschillen zichtbaar. Uit een meerjarige analyse (2008 tot 2011) blijkt dat bij zorgtrajecten waarin de cliënt een combinatie ontvangt van GGZ-zorg uit de Zwv en AWBZ-zorg de laagste kosten worden gemeten. Deze trajecten beginnen met begeleiding in de thuissituatie en eindigen met opname in de AWBZ (verpleeghuis). We zien daarbij substantieel kortere opname periodes in het verpleeghuis (gemiddeld 9 maanden korter) dan bij de trajecten waarin geen GGZ-zorg uit de Zvw wordt ingezet. De inzet van ambulante begeleiding vanuit de GGZ houdt mensen dus langer uit het verpleeghuis. We treffen dit effect in alle regio s aan, maar bij veruit het grootst aantal cliënten in de regio Noord-Holland Noord. De verhouding is in 2008 in Noord-Holland Noord 70/30, dus 70% is de zorg begonnen in de GGZ en heeft een combinatie van GGZ en AWBZ zorg en 30% heeft alleen AWBZ zorg. De gemiddelde verhouding van alle VGZ regio s is 47/53. De besparingen bij de cliënten die deze combinatie van zorg ontvangen is gemiddeld 48.000 per cliënt. Dit is het verschil tussen de zorgkosten van een cliënt die binnen vier jaar overleden is en alleen AWBZ-zorg ontvangt (gemiddeld 103.000) en de 9

zorgkosten van een cliënt die overleden is binnen vier jaar en een combinatie ontvangt van GGZ- en AWBZ-zorg (gemiddeld 55.000). Voor cliënten verzekerd bij VGZ die in 2010 met hun zorg voor dementie beginnen zou dat een besparing kunnen opleveren van ruim 11 miljoen. Daarbij zijn we voor de berekening ervan uitgegaan dat bij 70% van de cliënten een combinatie van GGZ-zorg en AWBZ-zorg zou worden geleverd, conform de verhouding die we in de regio Noord-Holland Noord hebben gevonden. Gestart wordt met GGZ-zorg. AWBZ-zorg wordt in het laatste deel van het zorgtraject geleverd. Over de jaren 2008, 2009 en 2010 is de besparing ruim 50 miljoen. We bereiken deze besparing als we alle cliënten met dementie waarvoor het zorgtraject binnen vier jaar afgesloten wordt een combinatietraject zouden hebben aangeboden in de verhouding zoals we die in Noord-Holland Noord hebben gevonden. We hebben daarmee niet een volledig beeld, maar wel zodanig dat we hiermee denken een structureel besparingsniveau in beeld te hebben. Deze onderzoeken zijn een eerste aanzet om de financiële gevolgen in beeld te brengen van de inzet van een combinatie GGZ/AWBZ zorg ten opzichte van de inzet van alleen AWBZ zorg voor mensen met dementie. De komende jaren zullen de financiële gevolgen van deze inzet verder onderzocht en gemonitord worden, zodat in de toekomst een beter en vollediger beeld ontstaat. Belangrijkste conclusie die we trekken uit deze onderzoeken is dat vroegtijdige begeleiding door een casemanager, met GGZ-expertise, geleverd in een duidelijke regionale netwerkstructuur kan leiden tot kwaliteitsverhoging van de zorg en tot doelmatigheidswinsten. 3.3 Vertaling naar concreet inkoopbeleid Om tot een zo integraal mogelijk aanbod te kunnen komen kiezen we voor inkoop van casemanagement, geïntegreerd met begeleiding en behandeling. Inkoop vindt plaats op basis van de visie op dementiezorg zoals hierboven geformuleerd en specifieke inkoopvoorwaarden, die hieronder worden omschreven. Daarmee is voor de contractering van dementiezorg een set van regionale afspraken met alle relevante partijen noodzakelijk. De vorm van deze regionale afspraken kan per regio verschillen, afhankelijk van de specifieke samenwerkingsrelaties in de regio, mits ze passen in het door VGZ geformuleerde inkoopbeleid voor dementiezorg. Ook de organisatievorm van dementiezorg kan per regio verschillen, zij het dat we duidelijk kiezen voor een regionaal samenwerkingsmodel waarin het gehele zorgtraject wordt geleverd door samenwerkende zorgaanbieders. We zien grote meerwaarde in een bekostigingsmodel waarmee het gehele zorgtraject integraal kan worden ingekocht. In onze ogen is de DBC Dementie (Zvw, GGZ) daarvoor een geschikt instrument 5. Vanwege het krappe financieel kader in de GGZ-zorg is uitbreiding van deze parameter niet in alle regio s mogelijk. Per regio zullen we zoeken naar concrete mogelijkheden om met bestaande middelen te komen tot integrale inkoop van dementiezorg. 5 Het gebruik van de DBC Dementie betekent niet dat alleen GGZ-instellingen de zorg kunnen leveren. Het is slechts een bekostigingsintrument dat kan worden gebruikt om ambulante behandeling en begeleiding van mensen met dementie door een of meer (samenwerkende) instellingen in te kopen. Voorwaarde is dat aan alle functionele eisen wordt voldaan, zoals het beschikbaar hebben van psychiatrische deskundigheid. 10

Kerndoelstelling Ondersteuning, begeleiding en behandeling van mensen met dementie en hun mantelzorgers in de thuissituatie, waardoor de kwaliteit van leven stijgt en overbelasting van de mantelzorger wordt voorkomen c.q. uitgesteld en tevens doelmatigheidseffecten bereikt worden. Inkoopvoorwaarden casemanagement dementiezorg Aantoonbare inbedding van casemanagement in de regionale samenwerkingsstructuur met deelname van alle relevante partijen (huisarts, verpleging en verzorging, GGZ, ziekenhuis); Regionale organisatie van casemanagement, deel uitmakend van een multidisciplinair behandel- en begeleidingsteam dat zich uitstrekt over het gehele dementietraject (van vroegdiagnostiek tot opname (verblijf met behandeling). Het is mogelijk afspraken te maken over tussenvarianten, waarbij casemanagement regionaal wordt georganiseerd en aangestuurd (op functionele basis) en functionarissen in dienst zijn bij deelnemende zorgaanbieders; Regionaal uniforme procedure door middel van het samenbrengen van alle gangbare protocollen in één procedure ketenzorg. Hiermee wordt een regionaal uniforme taal en werkwijze gestimuleerd; Multidisciplinair (behandel)overleg door ketenpartners, bij voorkeur op wijkniveau (nader in te vullen op regionaal niveau). Hierbij zijn duidelijke samenwerkingsafspraken en afstemming met eventueel aanwezige algemene netwerken voor kwetsbare ouderen van belang; Klantgerichtheid: gerichtheid op cliënt en zijn naasten, uitgaande van het stimuleren van behoud van de eigen regie en verantwoordelijkheid van de klant (empowerment) en op basis van permanente begeleiding door een vaste contactpersoon en plaatsvervanger. Breed takenpakket: - gids- en informatiefunctie; - zorgmakelaarfunctie; - coördinatiefunctie (procesregie) verantwoordelijkheid voor zorgplan; - begeleiding (op permanente basis); - interventiefunctie (denk aan: * psycho-educatie; * familie-interventie; * gedragsproblematiek; * verwerkingsproblematiek; * crisisinterventie; * signalering comorbiditeitsgerelateerde zaken; Opleidingsniveau: HBO-plus (plus = opleiding Casemanagement); Onafhankelijke uitoefening van casemanagement (in de zin van functioneel onafhankelijke aansturing, dat wil zeggen geen gedwongen winkelnering bij een van de aanbieders); Er is een centraal registratiepunt van mensen met de diagnose dementie; 11

Prestatie-indicatoren Aan de hand van de onderstaande prestatie-indicatoren kan worden vastgesteld in welke mate zorgaanbieders voldoen aan de voorwaarden voor contractering van dementiezorg. Indicatoren met betrekking tot de netwerkvorming: Centraal registratiepunt: Is er een centraal registratiepunt van mensen met de diagnose dementie in de regio? Zo nee, is een centraal registratiepunt in ontwikkeling? Wat is het aantal mensen met dementie dat bekend is in de regio? Hoe hoog is het percentage mensen met dementie ten opzichte van de prognose van mensen met dementie* *Hiervoor hanteren we de prognose die door TNO in opdracht van Alzheimer Nederland is opgesteld. Zie hiervoor: http://www.alzheimer-nederland.nl/gemeenten Crisisopnamen: Wat is het percentage crisisopnamen in de regio in de meetperiode ten opzichte van het totaal aantal opnamen van mensen met dementie. Bestuurlijk draagvlak: Beschikt de keten over bestuurlijk draagvlak voor regionale samenwerking en afstemming bij alle relevante partijen; Hebben alle partijen een gezamenlijk doel geformuleerd voor dementiezorg; Is dit gezamenlijk doel door alle partijen ondertekend; Is er voor de dementieketen één ketenregisseur benoemd. Trajectbegeleiding: Wat is het percentage extramurale klanten met dementie in de keten dat een casemanager heeft? (ten opzichte van het totaal aantal bekende klanten met dementie); Wat is het percentage klanten met dementie dat één geactualiseerd integraal zorgplan heeft? Met gecontracteerde zorgaanbieders voor dementiezorg zullen we bindende afspraken maken over het meten en aanleveren van bovenstaande prestatie-indicatoren. Huidige bekostiging Integrale bekostiging van dementiezorg behoort nog niet tot de mogelijkheden. Bekostiging moet daarom nog plaatsvinden op basis van de huidige reguliere, zorgaanbiedergerelateerde bekostigingsvormen. Om tot goede regionale afspraken te komen is een regionaal uniforme aanpak het uitgangspunt. Vervolgens kan per zorgsoort bepaald worden welke vergoedingen kunnen worden overeengekomen. Bekostiging van behandeling, begeleiding en casemanagement aan klanten met de diagnose dementie is momenteel mogelijk op basis van de onderstaande 12

bekostigingsvormen 6 : GGZ (Zvw): DBC Delirium, Dementie en overig. De DBC Delirium, Dementie en overig verdient de voorkeur, omdat deze bekostigingsvorm het best is toegesneden op de door ons gewenste integrale aanpak met behulp van een hoog professioneel niveau van zorgverlening. Bovendien biedt de DBC een goede verantwoordingsmogelijkheid, zonder grote administratieve lasten. Alle aspecten van casemanagement zijn immers in de DBC opgenomen. In principe is het mogelijk dat de afspraken worden gemaakt met een hoofdaannemer en onderaannemers. Per regio zijn de mogelijkheden om tot concrete afspraken te komen verschillend, afhankelijk van in het verleden gemaakte afspraken en de mogelijkheden om tot herbestemming van middelen te komen. AWBZ Functies begeleiding (vanaf 2013 alleen nog voor cliënten met een indicatie) en verpleging (AWBZ) (eenheid: uren). Toegelaten instellingen (AWBZ) kunnen de functies begeleiding en verpleging contracteren. Belemmerende factor is het indicatievereiste. Klanten die geen AWBZ-indicatie hebben (dit geldt voor alle klanten met dementie in de vroegste fase van het ziekteproces) komen niet in aanmerking voor AWBZ-zorg. Bovendien maakt strikt genomen het casemanagement als zodanig geen deel uit van de aanspraken. 7 De prestatie Verpleging AIV (Advies, Instructie en Voorlichting) is uitgezonderd van het indicatievereiste. Verpleging AIV is alleen beschikbaar voor algemene informatie en voorlichting over het leren omgaan met een chronische ziekte. Slechts een deel van de functie casemanagement kan op basis van deze parameter worden bekostigd. Innovatiemiddelen ketenzorg dementie (beschikbaar tot er een structurele bekostigingsvorm voor casemanagement is). Tijdelijke bekostiging van innovatie in de ketenzorg dementie: voorlopig hebben zorgkantoren de beschikking over financiële middelen voor innovatieve ketenzorg voor mensen met dementie. Deze middelen worden voornamelijk ingezet voor casemanagement. Overige zorgaanbieders worden gecontracteerd voor het leveren van de door hen gebruikelijk te leveren zorg op basis van de geldende bekostigingsmogelijkheden, onder de voorwaarden zoals boven omschreven: kortweg, participatie in het regionale netwerk dementie. Het financieel kader voor contractering huisartsenzorg wordt gevormd door de geldende bekostigingsmogelijkheden: Reguliere huisartsenzorg; Module Zorg voor kwetsbare ouderen. Huisartsenzorg wordt gecontracteerd op reguliere wijze. De Module Zorg voor kwetsbare ouderen wordt gecontracteerd als wordt voldaan aan de hiervoor geldende 6 In 2011 heeft de staatsecretaris VWS toezeggingen gedaan over het opnemen van casemanagement bij dementie in de aanspraken Zorgverzekeringswet. Dit zal nog niet tot een concrete bekostigingsmogelijkheid leiden per 1 januari 2013. 7 Het Ministerie van VWS voert momenteel een programma uit om te komen tot een structurele bekostigingsvorm voor casemanagement in het algemeen. 13

voorwaarden. Deze komen overeen met de voorwaarden voor dementiezorg. De huisarts maakt deel uit van het multidisciplinaire team voor dementiezorg, werkend vanuit het regionale netwerk voor dementiezorg. Hiermee kan de huisarts (met ondersteuning van POH) zijn bijdrage leveren aan het netwerk door een actief vroegsignaleringsbeleid te voeren en door actieve participatie in het netwerk (in de vorm van multidisciplinaire overleggen). Speciale aandacht wordt gevraagd voor de noodzakelijke afstemming tussen eventueel aanwezige algemene netwerken voor kwetsbare ouderen en specifieke netwerken voor dementie. Zie hiervoor ook onderdeel 3a. NB: de module voor POH-GGZ wordt ingezet voor psychische c.q. psychiatrische hulp, niet zijnde vormen van dementie. Medisch specialismen ziekenhuis (met name neurologie en geriatrie): Budget ziekenhuis en medisch-specialistische zorg; Medisch specialistische zorg aan mensen met dementie wordt geleverd vanuit de ziekenhuis- en specialistenbudgettering. Van medisch specialisten wordt actieve deelname gevraagd aan het netwerk en commitment aan het regionaal overeengekomen zorgpad. Wmo (gemeenten): Subsidie gemeenten ten behoeve van informatievoorziening en gidsfunctie; VGZ streeft naar samenwerkingsafspraken met gemeenten over de invulling van de gidsen informatiefunctie waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn op basis van de Wmo. Uitgangspunt daarbij is inbedding van deze functie in het regionale netwerk. Zoveel als mogelijk worden afspraken gemaakt met gemeenten in regionaal verband. Samenvattend kan gesteld worden dat de inkoop van casemanagement momenteel alleen nog vanuit de GGZ-DBC Dementie, Delirium en overige kan plaatsvinden. Vanuit de AWBZ wordt op incidentele basis en in beperkte omvang casemanagement ingezet. Landelijk is een bekostigingsmogelijkheid voor casemanagement vanuit de Zorgverzekeringswet in voorbereiding. Die is per 1 januari 2013 nog niet beschikbaar. De middelen voor innovatie ketenzorg dementie vanuit de AWBZ zijn inzetbaar totdat een structurele vorm van bekostiging beschikbaar is. Per regio verschillen de mogelijkheden, afhankelijk van de wijze waarop in het verleden zorg is ingekocht. Op dit moment zijn in de meeste regio s de mogelijkheden voor inzet van casemanagement dus nog beperkt. Onze inzet in 2013 zal gericht zijn op inzet van beschikbare middelen binnen de financiële kaders (GGZ, AWBZ-functies verpleging en begeleiding). Voor de inzet van huisartsenzorg kan de module Zorg voor Kwetsbare ouderen worden ingezet. De financiële middelen in het kader van deze module bieden de mogelijkheid van bekostiging van algemeen casemanagement (niet specifiek voor mensen met dementie) ten behoeve van vroegsignalering (zie ook hoofdstuk 2) en de inzet in lokale multidisciplinaire overleggen. 14

4 Ondersteuning van mantelzorg 4.1 Inhoudelijke beleidskeuzen In de inleiding van deze nota is al aangegeven dat ondersteuning van mantelzorgers van mensen met dementie een belangrijke pijler is in ons beleid. Mantelzorg draagt in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van zorg en de kwaliteit van leven van de klant. Daarnaast worden met versterking van mantelzorg grote doelmatigheidseffecten bereikt. Naar de toekomst waarin meervoudige vergrijzing en toenemende krapte op de arbeidsmarkt voor zorg steeds belangrijkere factoren worden, is het versterken van mantelzorg een absolute noodzaak. Mantelzorgondersteuning is een verantwoordelijkheid van gemeenten op basis van de Wmo, zorgkantoren en zorgverzekeraars op basis van AWBZ en Zvw. Indien de functie begeleiding naar de Wmo wordt overgeheveld per 1 januari 2013 neemt het belang van goede samenwerking nog verder toe. VGZ pleit voor een gezamenlijke aanpak met gemeenten, bij voorkeur op regionaal (netwerk-)niveau. Alleen op die manier kan ons inziens een samenhangend pakket van mantelzorgondersteuning gerealiseerd worden. Effect voor de klant c.q. probleemvelden: Beantwoorden aan Niet pluisgevoel Het wordt me te veel (overbelasting van mantelzorg) Dit beleidsspeerpunt sluit aan op de beloftes van VGZ aan de klant; Belofte 2: Op elke vraag een antwoord en Belofte 4: U staat er niet alleen voor. Concreet denken we aan de volgende voorzieningen: 1. Informatievoorziening en voorlichting; (digitale sociale kaart, dementieconsulent (zie 3. Regionale netwerkstructuur), foldermateriaal, publieksvoorlichting, loketfunctie in samenwerking met Wmo); 2. Lotgenotencontact; (Alzheimercafé, geheugenwinkel); 3. Ondersteuning en begeleiding; (ehealth programma Dementie de Baas, casemanagement (zie 3.), mantelzorgpas; 4. Respijtvoorzieningen. - licht: dagopvang, inloophuis; - zwaar: dagactiviteiten (eventuel met aanvullend programma mantelzorger), logeerhuis (voor kortdurende opvang tot vakantieverblijf). Prestatie-indicatoren Monitoren van de mate van overbelasting van mantelzorgers: Heeft het netwerk een structuur vastgesteld voor het monitoren van de mate van overbelasting van mantelzorgers? Hiervoor bestaan een aantal instrumenten: Zorgkompas, Inventarisatielijst Draagkracht/draaglast centrale verzorgers (LESA, 2005), EDIZ, Burden Interview, Gevoel van competentieschaal (CBO-Richtlijn, 2005). 15

4.2 Vertaling naar concreet inkoopbeleid Een aantal van bovenbeschreven voorzieningen zijn al gerealiseerd in de meeste regio s. Bekostiging vindt plaats op basis van reguliere bekostigingsvormen zoals AWBZ dagactiviteiten, dagopvang in kader van Wmo, voorlichting met betrekking tot verpleging AIV en Wmo. Van belang is per regio een actueel overzicht te hebben van aanwezige voorzieningen om te kunnen beoordelen welke behoeften er nog bestaan. Vervolgens zullen deze behoeften een plaats moeten vinden in het regionaal inkoopplan. Verder is van belang dat de voorlichtingsfunctie van de dementieconsulent/casemanager integraal binnen de regionale netwerkstructuur met regionaal georganiseerd casemanagement wordt gecontracteerd, om versnippering van deze functie te voorkomen. Het ehealth-programma Dementie de Baas is sinds 1 januari 2011 beschikbaar voor alle VGZ-verzekerden op basis van bekostiging vanuit Zvw (GGZ). Belangrijkste actiepunt in ons inkoopbeleid is het aangaan van samenwerking met gemeenten (als verantwoordelijke organisatie in het kader van de Wmo) en organisaties voor mantelzorgondersteuning en welzijn/vrijwilligersbeleid. Daarbij streven we naar gezamenlijke beleidsontwikkeling, mogelijk uitmondend in afstemming, dan wel gezamenlijke inkoop van voorzieningen voor respijtzorg en overige vormen van ondersteuning van mantelzorg. 16

17