Directie Middelen en Control Treasury, Risicomanagement en Deelnemingen



Vergelijkbare documenten
Notitie Rentebeleid 2007

1. Inleiding en richtlijnen

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Paragraaf 4: Financiering

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Nota Reserves en Voorzieningen

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Kadernota rentebeleid en rentetoerekening 2013 gemeente Heerhugowaard

Schuldpositie gemeente Purmerend. Presentatie commissie AZ 15 mei 2017

- Toelichting en nadere uitwerking (blz. 4-6) - voorbeeldberekening 1 contract, totaal annuïteitberekening op 4,6% en lineair (blz.

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen)

BEGROTING Paragraaf Financiering

Commissie BBV NOTITIE RENTE 2017

Technische Vragen. Fractie: LO. Vragensteller: Simon Vogel. Onderwerp: Begroting Zaaknummer: Z

Raad. DM-nr. 2011/1800 Versie: 1. Herijking calculatierente. Ja Nee Nee Nee Nee

loonstijging gesubsidieerde instellingen: 0,0% 1,6% prijsstijging gesubsidieerde instellingen: 0,0% 2,25% inflatiecorrectie tarieven: 1,08% 1,08%

Nieuw begrotingsresultaat

15 maart Begrotingswijziging

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Paragraaf financiering

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal, 17 april 2018.

Nota reserve- en voorzieningenbeleid

Nota reserves en voorzieningen

Antwoorden Kamervragen Tweede Suppletoire begroting Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA) 2016

Jaarverslag Begroting Gemeenschappelijke regeling reinigingstaken Borsele-Goes

3.4 Paragraaf Financiering

Financiële kadernota Samen kom je verder! Gemeente Leiderdorp

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL Tiebot, Gijs PF-FB Wieger Mulder. Verlagen omslagrente

PROGRAMMABEGROTING

Weerstandsvermogen. Begroting Actueel weerstandsvermogen op concernniveau

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Gemeente f Bergen op Zoom

Bijlage: Openstaande Kamervragen beleidsdoorlichting Risicomanagement van de staatsschuld en hoofdlijnen van het beleid

Notitie Rentebeleid. 2. Rente: werkelijke en administratieve rente

B&W besluit Publicatie

Nota Reserves en Voorzieningen 2014 Gemeente Zundert

Collegevoorstel. Collegevoorstel. Advies en Beheer. zaak_zaaknummer. Ja, zonder beperkingen Algemene Middelen. Advies & Beheer

Notitie rente

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

erfpacht ROB 2 november 2010 Plaats over deze achtergrondfoto uw eigen [kleuren]foto op de voorgrond...

MEMO van college aan de raad

Wijzigingen in Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)

Beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit. Vaststellen beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit

Kadernota Gemeente Doesburg

Begroting 2018 Financiering Provincie Gelderland

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

Kaders Financieel gezond Brummen

Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Stichting CHAVAH. Jaarrekening. Stichting CHAVAH

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp: Decemberrapportage 2016 BBVnr: 2016/ Inleiding

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

stresstest Een financieel beeld van gemeente Geldermalsen

4.2. Financiële positie en toelichting

De schuldratio van de gemeente Drimmelen is laag.

Renteverloop 1 jul jun 2017

VERBONDEN PARTIJEN artikel 1 en artikel 5

de.wit, I Wethouder Rosier

Raadsvoordracht. Onderwerp: Nota activa- en Rentebeleid Gevraagde beslissing De Nota Activa- en Rentebeleid 2016 vast te stellen.

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Programma Algemene Dekkingsmiddelen Bedragen x 1,000

Machtiging voor het aangaan van geldleningen in 2009 en aanpassing mandaat voor kortlopende geldleningen.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2014;

gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel over de besteding van de opbrengst van de verkoop aandelen Bouwfonds

Themaraad financiën 3 april

Jaarrapport van. New Spring Foundation. Moerkapelle

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nota risicomanagement 2014

Overzicht omvang schulden

Nota reserves, weerstandsvermogen en solvabiliteit RAD Hoeksche Waard

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC motie rekentool begroting 2014

Financieel Meerjarenbeeld

BEGROTING BIEO (begroting in één oogopslag)

2016D38962 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Schuldpositie gemeente Bergen Is de positie houdbaar?

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: - ONDERWERP VOORSTEL COLLEGE

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Financiën helder en op orde

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stichting Steun Sonshine

Algemene dekkingsmiddelen

ECFE/U Lbr. 16/070

Begroting Het Baken Almere Begroting Pagina 1 van 5

FINANCIËLE BIJLAGE VOORSTEL MFC. Inleiding

Wijzigingen Besluit begroting en verantwoording. Papendrecht 24 oktober 2016 Wouter Kalkman JaapJan Visser

Programmabegroting Versie:

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Activa Passiva

Nota Reserves en voorzieningen

Bijlage 4. Toelichting op de financiële paragraaf

Nota reserves en voorzieningen

Transcriptie:

Directie Middelen en Control Treasury, Risicomanagement en Deelnemingen Nota Onderwerp Herziening rentestelsel Datum 4 september 2014 Opsteller E. de Boer 1. Inleiding Zowel in de nota Begrotingsruimte als de nota Sturen op Balans, zijn de gemeenteraad en het College geïnformeerd over aanpassingen aan het rentestelsel. De uitgangspunten voor het nieuwe rentestelsel zijn: Het stelsel moet eenvoudig en transparant zijn Rondpompen van geld moet worden vermeden Uitsluitend bij de gemeentelijke afdeling Treasury worden renteresultaten geboekt. Om bovenstaande uitgangspunten te realiseren zijn een aantal aanpassingen gedaan aan het rentestelsel: - Het renteresultaat wordt naar voren gehaald, in plaats van jaarlijks achteraf als incidentele meevaller in de jaarrekening wordt het verwachte renteresultaat meegenomen in de structurele begrotingsruimte. - Het rentestelsel dient middels een renterisicobuffer een rentestijging van gemiddeld 3 procentpunt over een periode van vier jaar te kunnen opvangen. - De omslagrente wordt verlaagd van 4,5% naar 3,5% en de interne rekening courant rente in relatie tot RVE s en stadsdelen wordt afgeschaft. In deze nota zal worden uitgelegd hoe het nieuwe rentestelsel werkt en welke wijzigingen worden voorgesteld. De wijzigingen zullen ingaan per 1 januari 2015 en de budgettaire consequenties zijn in de begroting 2015 verwerkt. 2. Werking nieuw rentestelsel Het rentestelsel van de gemeente Amsterdam (ook wel omslagstelsel genoemd) is een administratief systeem, waarmee de kosten van de externe rentelasten (voor financieringen die grotendeels bij banken zijn aangetrokken) en de interne bespaarde rente (over reserves en voorzieningen) worden doorberekend (omgeslagen) aan de programmabudgetten (op basis van activa op de balans). Door reserves en voorzieningen (passiefposten op de balans) te gebruiken als interne financieringsmiddelen kan het beroep op de geld- en kapitaalmarkt worden beperkt. Het gebruik maken van interne financieringsmiddelen leidt tot een besparing op rentelasten. Door in de rente-omslag voor deze bespaarde rentekosten een fictieve rente (gelijk aan de omslagrente) op te nemen ontstaat er aan de ene kant een rentelast en aan de andere kant een rentebaat. De rentebaten

Pagina 2 van 7 verkregen over reserves en voorzieningen wordt daarom ook wel bespaarde rente genoemd. Rentebaten bestaan uit de interne omslagrente maal de boekwaarde van de activa, die Treasury aan de programma s (de RVE s en stadsdelen) in rekening brengt, zie tabel 1 de interne doorbelasting omslagrente programma s. Daarnaast verstrekt de gemeente leningen aan derde partijen, zoals het GVB of de brandweer, die over deze leningen rente betalen aan de gemeente, zie tabel 1, ontvangen rente verstrekte leningen derden. De gemeente had ultimo 2013 een externe schuld van 3,9 miljard en hierover moet de marktrente worden betaald aan financieringsverschaffers (grotendeels banken); dit zijn de externe rentelasten, zie tabel 1. Daarnaast wordt een deel van het renteresultaat als last, renterisicobuffer, opgenomen. Deze renterisicobuffer dient om een renteschok te kunnen opvangen van gemiddeld 3 procentpunt over een periode van vier jaar. De werking van deze renterisicobuffer wordt in de paragraaf over de renterisicobuffer uitgelegd. Het renteresultaat is het saldo van de rentebaten en rentelasten. Het verwachte renteresultaat bedraagt 120 miljoen in 2015 en loopt af naar 75 miljoen in 2018. De daling van het renteresultaat wordt veroorzaakt door een geleidelijk hoger wordende renterisicobuffer, die het gevolg is van een stijgende externe financieringsbehoefte. De renterisicobuffer wordt berekend door een rentestijging van 3 procentpunt te vermenigvuldigen met de verwachte aan te trekken externe schuld (zowel kort als lang) voor dat jaar. Tabel 1 Renteresultaat en effect op de begrotingsruimte* Effect herziening renteomslagstelsel (bedragen x 1 miljoen) 2015 2016 2017 2018 Baten Interne doorbelasting omslagrente programma's 239 247 252 257 Ontvangen rente verstrekte leningen aan derden 52 46 44 42 Totale baten 290 293 296 299 Lasten Externe rentelasten (133) (145) (147) (149) Renterisicobuffer (37) (55) (64) (75) Totale lasten (170) (200) (211) (224) Renteresultaat 120 94 85 75 Aansluiting naar begrotingsruimte a) Bespaarde rente (werd al begroot) (51) (46) (40) (38) b) Rente die wordt toegevoegd aan reserves en voorzieningen conform specifiek besluit (werd al begroot) (45) (46) (47) (48) c) Vrijgekomen dekking programma's agv daling omslagrente van 4,5% naar 3,5% 30 35 39 41 Begrotingsruimte 54 37 36 30 * Op basis van cijfers begroting 2015 Het begroten van het renteresultaat In het nieuwe rentestelsel wordt het gehele verwachte renteresultaat naar voren gehaald. Daarmee wordt bedoeld dat het incidentele renteresultaat, in plaats van

Pagina 3 van 7 achteraf bij het jaarrekeningresultaat bij de begroting als structurele ruimte wordt ingezet. Het voordeel hiervan is dat door het creëren van meer structurele financiële ruimte meer beleidsprioriteiten structureel financiële dekking kunnen krijgen. In het oude rentestelsel werd slechts een deel van het verwachte renteresultaat begroot. Het gaat om een andere inzet van bestaande middelen. Van nieuw geld is geen sprake, de totale inkomsten en uitgaven van de gemeente veranderen namelijk niet. Door het verwachte renteresultaat onderdeel te maken van de begrotingsruimte gaat de gemeente budgettair scherper aan de wind varen. De ruimte voor eventuele tegenvallers bij de jaarrekening vermindert fors. Volatiliteit van het verwachte renteresultaat Het verwachte renteresultaat is volatiel. Dit komt door interne en externe factoren. Interne factoren zijn toekomstige investeringsbeslissingen en de ontwikkeling van beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen). De externe factor is de marktrente. Deze laatste wordt afgedekt door de renterisicobuffer. Jaarlijks wordt bij de begroting het verwachte renteresultaat voor de komende jaren geactualiseerd. Dit gebeurt op basis van de dan actuele investeringsbeslissingen en ontwikkeling van de beschikbare interne financieringsmiddelen. Hierbij is de omvang van de nog aan te trekken externe schuld van belang. Hiermee is de bijdrage van het renteresultaat aan de begroting ook volatiel. Het is niet ongebruikelijk om een verwacht (onzeker) resultaat in hetzelfde jaar nog in te zetten als begrotingsruimte; dat gebeurt bijvoorbeeld ook bij de inkomsten van de OZB. Eventuele tegenvallers van het renteresultaat komen, zoals ook nu het geval is, in het rekeningresultaat tot uiting. Begrotingsruimte door naar voren halen renteresultaat Om van het renteresultaat naar de verwachte extra begrotingsruimte te komen moeten een aantal stappen worden doorlopen. In het oude rentestelsel werd de bespaarde rente al begroot, 51 miljoen in 2015 (zie tabel 1). Verder wordt een deel van het renteresultaat toegevoegd aan bepaalde bestaande reserves en voorzieningen. Op basis van besluitvorming van de Raad in het verleden wordt jaarlijks een bepaald percentage toegevoegd om de waarde van de reserve of voorziening in stand te houden (bijvoorbeeld voor inflatiecorrectie). In 2015 wordt 45 miljoen van het renteresultaat toegevoegd aan reserves en voorzieningen. Een voorbeeld is de reserve Zuidas waar jaarlijks 1,9% rente aan wordt toegevoegd. Door de voorgestelde daling van de omslagrente van 4,5% naar 3,5% zal het renteresultaat dalen. De lagere omslagrente betekent dat de RVE s en stadsdelen lagere rentelasten hebben. De begroting van RVE s en stadsdelen wordt evenredig aangepast, zodat dit voordeel ten goede komt aan de algemene middelen. De totale lagere rentelasten van de programma s bedraagt per saldo 30 miljoen in 2015, zie tabel 1.

Pagina 4 van 7 Alle effecten tezamen leiden tot begrotingsruimte van 54 miljoen in 2015 ten opzichte van eerdere jaren. Toen werd het renteresultaat niet begroot maar viel vrij bij de jaarrekening. Het renteresultaat en de totaal naar voren gehaalde begrotingsruimte is van een aantal factoren afhankelijk. In de nota Begrotingsruimte zijn cijfers gebruikt op basis van de Begroting 2014. Vervolgens is een actualisatie gemaakt ten behoeve van de coalitiebespreking in mei 2014 op basis van de jaarrekening 2013 en 4e maandsrapportage 2014. Nu zijn de cijfers van de begroting 2015 gebruikt. Tabel 2 Effect herziening renteomslagstelsel Effect herziening renteomslagstelsel (bedragen x 1 miljoen) 2015 2016 2017 2018 Nota Begrotingsruimte (maart 2014) 70 69 67 67 Bijstelling Nota begrotingsruimte (mei 2014) 60 59 57 57 Begroting 2015 (augustus 2014) 54 37 36 30 Renterisicobuffer Een renterisicobuffer (begrotingspost onvoorziene rentelasten ) is noodzakelijk om schommelingen in het renteresultaat op te kunnen vangen. Het renteresultaat is volatiel en wordt beïnvloed door zowel volume- als prijseffecten. Het uitgangspunt is dat de renterisicobuffer voldoende groot moet zijn om een gemiddelde rentestijging van 3 procentpunt over een periode van 4 jaar te kunnen opvangen. Het risico op rentestijging is altijd aanwezig. Om een grove inschatting te geven hoe vaak het voorkomt dat de rente over een periode van 4 jaar met meer dan 3 procentpunt stijgt, is gekeken naar beschikbare cijfers van het CBS voor de 10- jaars staatsrente. Dit is een gebruikelijke indicator voor de rente die de gemeente betaalt. Over de afgelopen 30 jaar is de rente 1 keer met meer dan 3 procentpunt is gestegen over een periode van 4 jaar. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat rentestanden uit het verleden, geen voorspellende waarde hebben voor rentestanden in de toekomst. De renterisicobuffer moet bovendien groot genoeg zijn, zeker nu de rente historisch laag is. Een renterisicobuffer van 3 procentpunt biedt daarom een goede bescherming tegen nadelige budgettaire effecten van een rentestijging. Mocht de rente met gemiddeld meer dan 3 procentpunt stijgen, dan is de renterisicobuffer onvoldoende en leidt dit tot een tegenvaller ten opzichte van de begroting (ceteris paribus). Mocht de rente gelijk blijven of dalen, dan zal de renterisicobuffer vrijvallen in de jaarrekening en worden aangewend voor schuldreductie. Mocht de rente zijn gestegen, maar met minder dan gemiddeld 3 procentpunt in een jaar, dan valt het niet gebruikte deel van de renterisicobuffer voor dat jaar vrij in de jaarrekening en wordt aangewend voor schuldreductie. Het renteresultaat is afhankelijk van drie factoren:

Pagina 5 van 7 Externe renteveranderingen (prijseffect); Omvang interne financieringsmiddelen: Reserves en Voorzieningen (volume effect); Nog aan te trekken kort en langlopende externe financiering (volume effect). Rentewijzigingen hebben directe invloed op de rentelasten over de nog aan te trekken kort en langlopende financiering (kasgeld en het aandeel van de langlopende financiering dat jaarlijks hergefinancierd dient te worden). De ervaring leert dat dit rond de 10% van de portefeuille per jaar is. Er is gekozen om de renterisicobuffer niet jaarlijks aan te passen voor veranderingen in de rente, maar om het percentage voor een periode van 4 jaar vast te zetten, zodat het jaarlijks beschikbare renteresultaat en daarmee de begroting minder volatiel is. De omvang van de renterisicobuffer neemt ieder jaar toe. De reden hiervoor is dat de verwachte nog aan te trekken externe schuld toeneemt. De renterisicobuffer wordt berekend door een rentestijging van 3 procentpunt te vermenigvuldigen met de verwachte aan te trekken externe schuld (zowel kort als lang) voor dat jaar (tabel 3). Jaarlijks moet een deel van de langlopende externe schuld geherfinancierd worden. De verwachte nog aan te trekken externe schuld wordt ieder jaar groter, zie tabel 3. Tabel 3 - Berekening renterisicobuffer Renterisicobuffer (bedragen x 1 miljoen) 2015 2016 2017 2018 Nog aan te trekken lang, kortlopende financiering (gem.) 1.250 1.834 2.145 2.493 Renterisicobuffer % 3% 3% 3% 3% Renterisicobuffer 37 55 64 75 De renterisicobuffer dekt geen onverwachte volume-effecten De omvang van de externe schuld van de gemeente is van invloed op de benodigde renterisicobuffer. Wanneer de externe schuld van de gemeente structureel daalt, zal de benodigde renterisicobuffer lager worden. Ieder jaar worden bij de begroting de bedragen voor de renterisicobuffer aangepast voor volumeveranderingen, wat een effect zal hebben op de totale begrotingsruimte. Veranderingen in de balans zijn factoren waarop de gemeente deels zelf kan sturen. Bij besluiten die tot grote veranderingen van de externe schuld leiden, zal DMC voortaan het effect op het renteresultaat moeten aangeven. Stel dat besloten wordt om de omvang van de reserves en voorzieningen met 10 miljoen te laten dalen en de externe schuld met structureel 10 miljoen te laten stijgen. Dit heeft, ceteris paribus, een negatief effect op het renteresultaat door hogere externe rentelasten van circa 350.000 (3,5% van 10 miljoen). Daarnaast zal de benodigde renterisicobuffer structureel toenemen met 300.000, omdat de externe schuld toeneemt (een volume-effect; 3% van 10 miljoen). Verlaging omslagrente van 4,5% naar 3,5% Aan RVE s en stadsdelen werd een omslagrente van 4,5% in rekening gebracht. In vergelijking met de rente die de gemeente betaalt voor de lang- en kortlopende

Pagina 6 van 7 schuld (gemiddeld 3,0% in 2013) is deze omslagrente hoog. Door het verlagen van de omslagrente naar 3,5%, vermindert de doorbelasting binnen de gemeente. De kapitaallasten die aan RVE s en stadsdelen in rekening worden gebracht, dalen structureel. Waarom kan de rente niet lager dan 3,5%? De externe rentelast was gemiddeld 3,0% in 2013. De langlopende rente bedroeg gemiddeld 3,66% en de kortlopende rente 0,04%. De reden dat de rente niet tot de daadwerkelijke rente wordt verlaagd is: - De lange rente bedroeg vorig jaar gemiddeld 3,66%. Verreweg het grootste deel van de portefeuille is langlopend gefinancierd. De gemeentelijke lasten op de lange termijn liggen daarmee grotendeels vast. Daarom is het onverstandig om de omslagrente ver onder de lange rente te laten zakken. - Er een renterisicobuffer nodig is om een gemiddelde rentestijging van 3% over een periode van 4 jaar te kunnen opvangen. Herijking omslagrente Het doel is om de omslagrente zo constant mogelijk te houden. Dit biedt duidelijkheid aan RVE s en stadsdelen over de financieringskosten. Mocht de externe rente aanzienlijk stijgen of dalen en daarmee de financieringslasten voor de gemeente veranderen, dan kan de omslagrente worden aangepast. Met de renterisicobuffer wordt ervoor gezorgd dat een rentestijging niet direct om een aanpassing van de omslagrente vereist. Het vervallen van de jaarlijkse compensatie voor Waternet en de stadsdelen die werd gegeven voor de hoge omslagrente Waternet Bij het subprogramma riolering werd jaarlijks een compensatie gegeven voor de (te) hoge omslagrente. In het huidige rentestelsel wordt een deel van het renteresultaat (naar rato van het aandeel van de riolering op de totale activa) afgedragen aan het subprogramma riolering. In 2013 bedroeg dit ruim 3 miljoen. Door de daling van de omslagrente van 4,5% naar 3,5% is een vergoeding niet langer noodzakelijk, omdat het subprogramma riolering daardoor ook lagere rentelasten heeft. Het afschaffen van de compensatie heeft geen effect op het tarief. Stadsdelen In het verleden werd ongeveer 20% van het renteresultaat jaarlijks toebedeeld aan de stadsdelen naar rato van hun aandeel in de kapitaalschuld. Nu de omslagrente wordt verlaagd naar 3,5% en het nog overgebleven begrote renteresultaat al aan de voorkant door de gemeenteraad kan worden ingezet voor structurele uitgaven, zullen de stadsdelen niet meer achteraf een deel van het renteresultaat ontvangen als compensatie voor de hoge omslagrente. Dat betekent dat voor stadsdelen dezelfde lijn als bij RVE s wordt gehanteerd. De stadsdelen zijn hierover geïnformeerd via het Clustercontrolleroverleg.

Pagina 7 van 7 Het vervallen van de rekening-courantrente binnen de gemeente RVE s en stadsdelen hebben een interne bankrekening bij DMC. Over een positief saldo op deze interne rekening werd tot op heden rekening-courantrente vergoed en moet over een negatief saldo interne rekening-courantrente worden betaald. Sinds 2011 bedroeg de rekening courantrente 3,5%. Het voorstel is om de rekening-courantrente af te schaffen. De rekening courantrente zorgt voor het onnodig rondpompen van geld binnen de gemeente. Daarnaast betekent een vergoeding voor het aanhouden van liquide middelen een oneigenlijke verdeling van gemeentemiddelen. De rentevergoeding die wordt gegeven voor het aanhouden van een positief saldo kan de gemeenteraad niet meer meenemen bij de begroting en de integrale afweging van beschikbare middelen. Reserve egalisatie kapitaallasten concern kan worden afgeschaft In het oude rentestelsel werd een reserve egalisatie kapitaallasten concern van 60 miljoen aangehouden om eventuele rentestijgingen te kunnen opvangen. Dit is na de herziening van het rentestelsel niet meer nodig, omdat de renterisico s al worden opgevangen in de renterisicobuffer. Het aanhouden van een extra risicoreserve zou dan een onnodig beslag leggen op middelen. De vrijval van de reserve egalisatie kapitaallasten concern wordt voor 45 miljoen toegevoegd aan de Algemene Reserve en voor 15 miljoen gebruikt bij de begroting 2015 (conform coalitieakkoord).