Collegevoorstel Inleiding Uit rapporten uit of na de Tweede Wereldoorlog blijkt dat op verschillende plaatsen in de Nederlandse bodem mogelijk nog een aanzienlijke hoeveelheid explosieven (de zogenaamde conventionele explosieven) uit de Tweede Wereldoorlog aanwezig is. Veel gemeenten hadden al, hebben nu of krijgen in de toekomst te maken met het onschadelijk maken van deze explosieven. Het gemeentebestuur, binnen zijn verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid, is in zijn algemeenheid verantwoordelijk voor het opsporen en onschadelijk maken van de explosieven. Daarmee is de gemeente overigens niet altijd per definitie verplicht om daadwerkelijk over te gaan tot opsporing en ruiming. Het al dan niet opsporen en ruimen zal vooral worden beoordeeld in relatie tot het huidige en toekomstige gebruik van het gebied. Feitelijke informatie Er zijn ten aanzien van het ruimen van explosieven drie stadia te onderscheiden, namelijk het historisch vooronderzoek, het verkennend vooronderzoek en het daadwerkelijk ruimen van de explosieven. - Historisch vooronderzoek Bij dit onderzoek gaat het om de kans dat er explosieven in de bodem zitten. Er wordt een inventarisatie verricht: het verzamelen en analyseren van (historisch) feitenmateriaal en het op basis hiervan vaststellen van de vermoedelijke aan-/afwezigheid van explosieven, inclusief de eventuele verschijningsvorm. - Verkennend vooronderzoek Vindt plaats wanneer er is aangetoond dat er in het onderzoeksgebied gerede kans is op het aantreffen van conventionele explosieven. Hierna wordt dit vooronderzoek verder uitgebouwd met een probleemanalyse. Op basis daarvan kan worden bepaald hoe noodzakelijk en/of urgent het is om explosieven daadwerkelijk op te sporen en te ruimen. - Ruimen van explosieven Wordt, na vergunning, verricht door een gecertificeerd opsporingsbedrijf. Er zijn twee situaties waarin het raadzaam is om een historisch vooronderzoek te doen naar de mogelijke aanwezigheid van explosieven. 1. Wanneer er sprake is van voorgenomen grond- en/of baggerwerkzaamheden op een (uitbreidings)locatie waar mogelijk explosieven in de bodem zijn achtergebleven. 2. Na een spontane vondst van een explosief; om te verifiëren of er zich nog meer explosieven in de omgeving bevinden. Dit vooronderzoek heeft tot doel de kans op de feitelijke aanwezigheid en de verschillende soorten conventionele explosieven in een gebied te achterhalen. Verder kan hierdoor worden voorkomen dat er stagnatie ontstaat bij de uitvoering van het project wat uiteindelijk kostenbesparend werkt. Er wordt tijdens het vooronderzoek een inventarisatie verricht die behelst het verzamelen en analyseren van (historisch) feitenmateriaal en het op basis hiervan vaststellen van de 1
vermoedelijke aan-/afwezigheid van explosieven, inclusief de eventuele verschijningsvorm van de explosieven. Er zijn drie situaties waarin van een gemeente wordt verwacht dat ze zonder meer in actie komt in verband met explosieven uit de Tweede Wereldoorlog: 1. Bij de spontane vondst van een explosief dat onmiddellijk moet worden geruimd (de prioriteit hiervan wordt overigens niet bepaald door de gemeente, maar door de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD), na overleg met de gemeente). 2. Bij voorgenomen grond- en/of baggerwerkzaamheden in een gebied waarvan vermoedens bestaan dat er (resten van) explosieven in de grond zitten. 3. Bij het vermoeden van explosieven op het grondgebied van de gemeente, waarbij géén grond- en/of baggerwerkzaamheden worden uitgevoerd. In de kosten die aan het opsporen en ruimen van de explosieven uit de Tweede Wereldoorlog verbonden zijn, kan de gemeente een bijdrage van het rijk verkrijgen. Om voor een rijksbijdrage in aanmerking te komen dient de gemeente een raadsbesluit te overleggen waaruit blijkt dat deze opsporing en ruiming uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk is gebleken en welke uitgaven daarmee gepaard gaan. Dit raadsbesluit moet samen met een verzoek om een bijdrage vanuit het gemeentefonds ingestuurd worden naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op basis van dit raadsbesluit wordt 70% van de gemaakte kosten vergoed. Afweging Tot op heden vonden bij gebiedsontwikkeling, in verband met bouwprojecten in de gemeente Heusden, vooronderzoeken alleen op incidentele basis plaats. Het doen van vooronderzoek maakte dus geen onderdeel uit van de procedure bij gebiedsontwikkeling. Een vooronderzoek vond plaats naar aanleiding van de dijkverzwaring bij de Bakkersdam en omgeving. Dit vooronderzoek werd verricht op basis van de bevindingen van Rijkswaterstaat, opgedaan bij eerdere projecten in de nabije omgeving. Tijdens dit vooronderzoek werden diverse explosieven opgespoord en later na ruiming onschadelijk gemaakt. Bij het bouwproject Venne West 3 in Drunen werd tijdens de grond- c.q. bouwwerkzaamheden een drietal explosieven (granaten) gevonden door de aannemer en na realisatie van het project werden nogmaals explosieven aangetroffen door bewoners bij werkzaamheden in de tuin. Voor aanvang van dit project werd er geen (historisch) vooronderzoek verricht naar de aanwezigheid van munitie en/of explosieven. Het is daarom van belang dat zoveel als mogelijk wordt voorkomen dat er onveilige situaties ontstaan zoals hierboven beschreven. Daarnaast is het van belang dat voorkomen wordt dat er vertraging ontstaat bij de voortgang van het project met de kostenverhoging die dit met zich meebrengt. Gezien het voorgaande is het aan te bevelen en wordt daarom voorgesteld voortaan bij elk nieuwbouw- of infrastructureel project in de gemeente Heusden een historisch vooronderzoek te verrichten. Voor het woningbouwproject De Grassen is, mede gelet op de eerdere ervaringen bij de Bakkersdam en het project Venne West 3, reeds een gemeentelijk historisch vooronderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt een verkennend vooronderzoek geadviseerd. Hiermee is de noodzaak van opsporing en ruiming uit veiligheidsoverwegingen, welke voor het 2
verkrijgen van een rijksbijdrage moet worden vastgesteld, aangetoond. Om daadwerkelijk een rijksbijdrage te verkrijgen, moet deze noodzaak uit een raadsbesluit blijken. In het bijgevoegde raadsvoorstel wordt de raad gevraagd een dergelijk besluit te nemen. Inzet van Middelen De kosten van de historische vooronderzoeken bij nieuwbouw- of infrastructureel projecten komen ten laste van de voorbereidings- of uitvoeringskredieten van deze projecten. Voor het verkennend vooronderzoek in het exploitatiegebied De Grassen is naar raming een bedrag van 40.000,- benodigd, terwijl de kosten van de daadwerkelijke ruiming worden geschat op 140.000,--. Uitgaande van toekenning van de rijksbijdrage van 70%, blijft 30% van de geraamde kosten, zijnde 54.000,-- voor rekening van de gemeente. Deze kosten komen ten last van de exploitatie van De Grassen. Risico s Er zijn geen risico s verbonden aan dit voorstel. Procedure Indien u instemt met het voorstel om bij elk nieuwbouw- of infrastructureel project een historisch vooronderzoek te verrichten kan dit onderzoek worden uitgevoerd door een daarvoor volgens de Beoordelingsrichtlijn Opsporen van Conventionele Explosieven gecertificeerd bedrijf. Dit heeft de voorkeur boven eigen onderzoek omdat dit soort bedrijven beschikt over eigen archieven en meer ervaring en deskundigheid. Wanneer de uitslag van het historisch vooronderzoek hiertoe aanleiding geeft dient er een afweging te worden gemaakt om een verkennend vooronderzoek in te stellen. Afhankelijk van de uitslag van dit onderzoek moet er daadwerkelijk tot ruiming van explosieven worden overgegaan. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. 3
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 6 juni 2011 besloten; - bij toekomstige gebiedsontwikkelingen historisch vooronderzoek naar munitie/explosieven uit de Tweede Wereldoorlog standaard deel te laten uitmaken van de procedure; - de gemeenteraad voor te stellen: o vast te stellen dat uit historisch vooronderzoek is gebleken dat de opsporing en ruiming van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in het projectgebied De Grassen uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk is; o in te stemmen met het voorleggen van een subsidieaanvraag aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties betreffende de aan de opsporing en ruiming verbonden kosten, welke worden geraamd op 180.000,--. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 4
Raadsvoorstel Inleiding Uit rapporten uit of na de Tweede Wereldoorlog blijkt dat op verschillende plaatsen in de Nederlandse bodem mogelijk nog een aanzienlijke hoeveelheid explosieven (de zogenaamde conventionele explosieven) uit de Tweede Wereldoorlog aanwezig is. Veel gemeenten hadden al, hebben nu of krijgen in de toekomst te maken met het onschadelijk maken van deze explosieven. Het gemeentebestuur, binnen zijn verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid, is in zijn algemeenheid verantwoordelijk voor het opsporen en onschadelijk maken van de explosieven. Daarmee is de gemeente overigens niet altijd per definitie verplicht om daadwerkelijk over te gaan tot opsporing en ruiming. Het al dan niet opsporen en ruimen zal vooral worden beoordeeld in relatie tot het huidige en toekomstige gebruik van het gebied. Feitelijke informatie Er zijn ten aanzien van het ruimen van explosieven drie stadia te onderscheiden, namelijk het historisch vooronderzoek, het verkennend vooronderzoek en het daadwerkelijk ruimen van de explosieven. - Historisch vooronderzoek Bij dit onderzoek gaat het om de kans dat er explosieven in de bodem zitten. Er wordt een inventarisatie verricht: het verzamelen en analyseren van (historisch) feitenmateriaal en het op basis hiervan vaststellen van de vermoedelijke aan-/afwezigheid van explosieven, inclusief de eventuele verschijningsvorm. - Verkennend vooronderzoek Vindt plaats wanneer er is aangetoond dat er in het onderzoeksgebied gerede kans is op het aantreffen van conventionele explosieven. Hierna wordt dit vooronderzoek verder uitgebouwd met een probleemanalyse. Op basis daarvan kan worden bepaald hoe noodzakelijk en/of urgent het is om explosieven daadwerkelijk op te sporen en te ruimen. - Ruimen van explosieven Wordt, na vergunning, verricht door een gecertificeerd opsporingsbedrijf. Er zijn twee situaties waarin het raadzaam is om een historisch vooronderzoek te doen naar de mogelijke aanwezigheid van explosieven. 1. Wanneer er sprake is van voorgenomen grond- en/of baggerwerkzaamheden op een (uitbreidings)locatie waar mogelijk explosieven in de bodem zijn achtergebleven. 2. Na een spontane vondst van een explosief; om te verifiëren of er zich nog meer explosieven in de omgeving bevinden. Dit vooronderzoek heeft tot doel de kans op de feitelijke aanwezigheid en de verschillende soorten conventionele explosieven in een gebied te achterhalen. Verder kan hierdoor worden voorkomen dat er stagnatie ontstaat bij de uitvoering van het project wat uiteindelijk kostenbesparend werkt. Er wordt tijdens het vooronderzoek een inventarisatie verricht die behelst het verzamelen en analyseren van (historisch) feitenmateriaal en het op basis hiervan vaststellen van de 1
vermoedelijke aan-/afwezigheid van explosieven, inclusief de eventuele verschijningsvorm van de explosieven. Er zijn drie situaties waarin van een gemeente wordt verwacht dat die zonder meer in actie komt in verband met explosieven uit de Tweede Wereldoorlog: 1. Bij de spontane vondst van een explosief dat onmiddellijk moet worden geruimd (de prioriteit hiervan wordt overigens niet bepaald door de gemeente, maar door de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD), na overleg met de gemeente). 2. Bij voorgenomen grond- en/of baggerwerkzaamheden in een gebied waarvan vermoedens bestaan dat er (resten van) explosieven in de grond zitten. 3. Bij het vermoeden van explosieven op het grondgebied van de gemeente, waarbij géén grond- en/of baggerwerkzaamheden worden uitgevoerd. In de kosten die aan het opsporen en ruimen van de explosieven uit de Tweede Wereldoorlog verbonden zijn, kan de gemeente een bijdrage van het rijk verkrijgen. Om voor een rijksbijdrage in aanmerking te komen dient de gemeente een raadsbesluit te overleggen waaruit blijkt dat deze opsporing en ruiming uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk is gebleken en welke uitgaven daarmee gepaard gaan. Dit raadsbesluit moet samen met een verzoek om een bijdrage vanuit het gemeentefonds ingestuurd worden naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op basis van dit raadsbesluit wordt 70% van de gemaakte kosten vergoed. Afweging Tot op heden vonden bij gebiedsontwikkeling, in verband met bouwprojecten in de gemeente Heusden, vooronderzoeken alleen op incidentele basis plaats. Het doen van vooronderzoek maakte dus geen onderdeel uit van de procedure bij gebiedsontwikkeling. Een vooronderzoek vond plaats naar aanleiding van de dijkverzwaring bij de Bakkersdam en omgeving. Dit vooronderzoek werd verricht op basis van de bevindingen van Rijkswaterstaat, opgedaan bij eerdere projecten in de nabije omgeving. Tijdens dit vooronderzoek werden diverse explosieven opgespoord en later na ruiming onschadelijk gemaakt. Bij het bouwproject Venne West 3 in Drunen werd tijdens de grond- c.q. bouwwerkzaamheden een drietal explosieven (granaten) gevonden door de aannemer en na realisatie van het project werden nogmaals explosieven aangetroffen door bewoners bij werkzaamheden in de tuin. Voor aanvang van dit project werd er geen (historisch) vooronderzoek verricht naar de aanwezigheid van munitie en/of explosieven. Het is daarom van belang dat zoveel als mogelijk wordt voorkomen dat er onveilige situaties ontstaan zoals hierboven beschreven. Daarnaast is het van belang dat voorkomen wordt dat er vertraging ontstaat bij de voortgang van het project met de kostenverhoging die dit met zich meebrengt. Voor het woningbouwproject De Grassen is, mede gelet op de eerdere ervaringen bij de Bakkersdam en het project Venne West 3, een gemeentelijk historisch vooronderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt een verkennend vooronderzoek geadviseerd. Hiermee is de noodzaak van opsporing en ruiming uit veiligheidsoverwegingen, welke voor het verkrijgen van een rijksbijdrage moet worden vastgesteld, aangetoond. Inmiddels hebben wij besloten voortaan bij elk nieuwbouw- of infrastructureel project in de gemeente Heusden een historisch vooronderzoek te laten verrichten. 2
Inzet van Middelen Zoals eerder gemeld is voor het exploitatiegebied De Grassen een gemeentelijk historisch vooronderzoek uitgevoerd, met als uitkomst dat een verkennend vooronderzoek wordt geadviseerd. Voor het verkennend vooronderzoek is naar raming een bedrag van 40.000,- benodigd, terwijl de kosten van de daadwerkelijke ruiming worden geschat op 140.000,-- Om voor een rijksbijdrage in aanmerking te komen, dient uw raad een besluit te nemen waaruit blijkt dat de opsporing en ruiming uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk is gebleken en welke uitgaven daarmee gepaard gaan. Uitgaande van toekenning van de rijksbijdrage van 70%, blijft 30% van de geraamde kosten, zijnde 54.000,-- voor rekening van de gemeente. Deze kosten komen ten last van de exploitatie van De Grassen. Risico s Er zijn geen risico s verbonden aan dit voorstel. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven de burgemeester, drs. H.P.T.M. Willems 3
De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 12 juli 2011; gezien het voorstel van het college van 7 juni 2011, doc.nr. BVRC08 b e s l u i t : - vast te stellen dat uit historisch vooronderzoek is gebleken dat de opsporing en ruiming van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in het projectgebied De Grassen uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk is; - in te stemmen met het voorleggen van een subsidieaanvraag aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties betreffende de aan de opsporing en ruiming verbonden kosten, welke worden geraamd op 180.000,--. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. H.P.T.M. Willems 4