INFORMATIEBIJEENKOMST CONCEPT VISIE AWBZ EXTRAMURALE BEGELEIDING



Vergelijkbare documenten
Agenda. Decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding. Drechtraad. Alblasserdam, 2 oktober 2012

Visie decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

Nieuwsbrief 2012 nummer 1

Decentralisatie extramurale begeleiding. Drechtstedencaroussel 4 oktober 2011

en compensatieregelingen

Transitie AWBZ in regio Brabant Noordoost - Oost

Nieuwsbrief Sociaal Domein Kop van Noord-Holland

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

VASTSTELLEN VAN DE STARTNOTITIE TRANSITITE EXTRAMURALE BEGELEIDING DRECHTSTEDEN (732053)

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

- 9 JULI I~~ Cj. De extramuralisering versnelt. De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer \dir/cb. Geachte heer, mevrouw,

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Verslag van de consultatiebijeenkomst van 6 januari 2014 met zorgvragers over de Kadernota Wmo 2015

Veelgestelde vragen over veranderingen in de zorg

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

Niet alles verandert in de zorg

Gevolgen van het regeerakkoord voor de zorg Herman Klein Tiessink

Burgemeester en Wethouders

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

Begeleiding van AWBZ naar WMO

EXTRAMURALISATIE LICHTE ZORGZWAARTEPAKKETTEN

Aandacht voor iedereen


wonen met zorg vanuit een nieuw perspectief

Raadsledendag 20 september

Mezzo Advies Verordening WMO 2015

Wegwijzer in zorgland. Wegwijzer in zorgland

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz

Zorg en ondersteuning voor mensen met ernstige psychische aandoeningen. Elly van Kooten. Directie Maatschappelijke Ondersteuning, Ministerie van VWS

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012

Mezzo Advies voor gemeenten Verordening WMO versie 2

Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat

INSTEMMEN MET HET VO RESTAURATIE DE HOLLAND EN MET HET VERVANGEN VAN DE BEELDENPARTIJ DOOR EEN KOPIE (942432)

Begeleiding naar de Wmo?!

Grootse opgaven sociaal maatschappelijk domein

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Ruud Janssen, Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg, Hogeschool Windesheim

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht)

!7": ZORG 'EHANDICAPTENZORG

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Thema 3 D s Zaanstreek Waterland. De lokale inrichtingskeuzes in het sociaal domein

Onderwerp: Decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ (DAL).

Zozijn en de Stelselwijzigingen. Zozijn participeert!

Achtergrondinformatie geldstromen en wetten

Project Invoering Begeleiding uit AWBZ naar Wmo

VISIE. Op weg naar Maatschappelijke Zorg-, hulp en dienstverlening in de gemeente Nuth

Toezicht op netwerkzorg aan kwetsbare ouderen in de wijk

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

De Wmo Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 15 oktober 2014

Bijlagen. Ga na wanneer de indicatie van de cliënt afloopt. Heeft hij recht op het overgangsrecht? Kan er een aanbod gedaan worden vanuit de gemeente?

De Wmo Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 26 november 2014

Regeerakkoord bruggen slaan en de transitie AWBZ

Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden

Cliëntenradenbijeenkomst 16 april 2013

Het indicatiebesluit

Informatiebijeenkomst Wijkverpleging 25 - juni 2014 Gewijzigde versie. De Friesland Zorgverzekeraar

Factsheet Wmo Drechtsteden. Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein

Motie: "Terug in de wijk en aansluiten bij de leefwereld van mensen"

Raadsvoorstel: Onderwerp: Vaststelling Verordening beschermd wonen en opvang 2016

!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

Decentralisatie begeleiding

Nieuwsflits 16 - Aandacht voor iedereen

Landelijk / regionaal Onderzoek Open voor werk GGZ

bijlage 1 fax (0591) onderwerp Aanbieding projectopdracht decentralisatie, budgettaire risico's decentralisatie en aankondiging bijeenkomsten.

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

CONCEPT. Startdocument. AWBZ begeleiding

Aan het college van Burgemeester en Wethouders van Haarlem

Programma 18 november 2014

Toegang tot de zorg: hoe is het geregeld en hoe loopt het in de praktijk?

Bijeenkomst cliëntenraden. Zorgkantoor Friesland Wlz. De Friesland Zorgverzekeraar Wijkverpleging 13 april 2015

INS & OUTS VAN DE WMO ROL VAN GEMEENTEN KANSEN VOOR FYSIOTHERAPEUTEN

Het indicatiebesluit

Handreiking vervoer dagbesteding voor mensen die thuis wonen. Ricardo Poppeliers Landelijke bijeenkomst KPVV 27 november 2013

Het indicatiebesluit

De Wet Langdurige Zorg- samenvatting gericht op de gevolgen voor mensen met chronische

BEREIKBAARHEID EN INFORMATIE

SAMEN LEVEN, SAMEN REDZAAM

Wet maatschappelijke ondersteuning. Wmo: Iedereen moet kunnen meedoen! inwoudenberg

Onderwerp: Decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ (DAL).

Zelf doen wat kan en ondersteuning waar moet.

Vragen en Antwoorden voor huidige cliënten jeugdhulp

Vergrijzing en tijdelijke bedden in Drenthe

Vier wetten, drie loketten en één overgangsjaar

Respijtzorg in de regio

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

Voorstel/alternatieven. Inhoud aanvraag/aanleiding ambtshalve besluit. Wettelijke grondslag. Inhoud extern advies

Raadsstuk. Onderwerp: transitie sociaal domein: beleidskader beschermd wonen BBV nr: 2014/ Inleiding. Het transitieproces sociaal domein

Aandacht voor iedereen. De Kanteling en ambulantisering: wat heeft u eraan? Mei 2013

Het indicatiebesluit

FACTSHEET. Allen te bereiken via: Korte omschrijving van het programma. Looptijd: Programma algemeen

( ) Anja Tissen - PPT Huisstijl[1].ppt Pagina 1. Welkom bij Gemeente Haaren

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de gevolgen van extramuralisering voor zorgaanbieders (2013Z05339).

ANALYSE PROJECT INVENTARISATIE AWBZ {PIA) Inleiding. Onderzochte groep

Aan de deelnemers van de fysieke overlegtafel d.d. 5 juni 2014 Betreft: Communicatie richting cliënten en medewerkers

Budgetten en vergoedingen wat betreft zorgboerderijen

Factsheet AWBZ, 24 februari AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten

Transcriptie:

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE ADVIESCOMMISSIE D.D. 20 NOVEMBER 2012 Sociale leefomgeving (Maatschappelijke voorzieningen) INFORMATIEBIJEENKOMST CONCEPT VISIE AWBZ EXTRAMURALE BEGELEIDING Voorzitter: de heer Riet Secretaris: de heer Vooren Verslag: Erna Verveer, Getikt! af audio Mevrouw Veldhuijzen, CDA Mevrouw Stolk, VSP Mevrouw Rusinovic, PvdA Mevrouw Kruger, GroenLinks Mevrouw Snijders, GroenLinks De heer Schuiten, D66 Mevrouw Bonnema, D66 De heer Staat, ChristenUnie/SGP De heer Goos, BETER VOOR DORDT Mevrouw Wemmers, BETER VOOR DORDT De heer Bevers, VVD Namens het college is aanwezig wethouder Wagemakers Namens de ambtelijke organisatie is aanwezig mevrouw van den Hoek De voorzitter opent de vergadering. De conceptvisie extramurale begeleiding in de Drechtsteden zal aan het eind van deze vergadering worden uitgereikt. Er wordt gestart met een presentatie door mevrouw van de Hoek. De heer Bevers vraagt wat hij zich voor moet stellen bij iemand met zorgzwaarte 4 of 5. Mevrouw Van de Hoek antwoordt dat bij zorgzwaartepakket 4 gedacht kan worden aan mensen die al behoorlijk aan het dementeren zijn, maar nog net zelfstandig kunnen wonen. Ze moeten wel intensief begeleid worden omdat ze niet meer hun eigen leven kunnen leiden en hebben hulp nodig met eten, douchen, in en uit bed gaan. Die hebben dus veel zorgmomenten op een dag en zien veel hulpverleners, ook al wonen ze nog zelfstandig. Dat betreft meestal ouderen, maar er zijn ook mensen met beperkingen of in de psychiatrie. Mevrouw Wemmers vraagt om verduidelijking van de term extramuraal; wonen ze dan bij een instelling of stichting, of dat mensen echt zelfstandig wonen, bij familie of alleen in een huis? Bij ZZP4 betreft het mensen die heel veel zorg nodig hebben. Mevrouw Van de Hoek antwoordt dat extramuraliseren niet betekent dat mensen die nu binnen wonen, buiten gezet worden, maar mensen die buiten zijn, komen niet meer binnen in een instelling. Die krijgen nooit een indicatie voor intramuraal verblijf en zij moeten dus in een (geschikte) woning blijven wonen en moeten dan zorg en ondersteuning krijgen. Mevrouw Wemmers merkt op dat ZZP4 recht geeft op 59 minuten per dag en dat is 410 minuten per week; dat is het voorstel. Ze vraagt hoe dat dan gaat als iemand alleen woont. Mevrouw Van de Hoek herhaalt dat die mensen wel zorg en ondersteuning krijgen. Dat gaat iets voor de Wmo betekenen, maar uiteraard ook voor zorgaanbieders die een heel andere populatie in hun huizen krijgen; dat wordt veel zwaarder. Alle extramurale zorg thuis gaat van de AWBZ naar de Wmo. Per 2015 komt de persoonlijke verzorging er bij. Dat betekent dat de gemeente straks ook van alle ondersteuning in thuissituaties is van ouderen, mensen met een beperking en psychiatrische patiënten. 1

Mevrouw Stolk vraagt wie het cliëntenprofiel maakt. Mevrouw van de Hoek antwoordt dat de AWBZ ontzettend ingewikkeld is geworden. Op dit moment liggen de profielen op basis waarvan indicaties worden gesteld, landelijk vast. Onder de Wmo mag de gemeente daar zelf een invulling aan gaan geven: welke ondersteuning, op basis van welke criteria? Daar is een grote beleidsvrijheid voorzien voor gemeenten: wie wel en wie niet? Mevrouw Stolk vraagt hoe dat dan toegepast gaat worden. Zijn de mensen daartoe uitgerust? Mevrouw Van de Hoek antwoordt dat de gemeente dit pas sinds drie weken weet. Mevrouw Kruger vraagt of de Wmo zou kunnen voorzien in financiering van zorg in een verpleeghuis. Als er diverse keren per dag hulpverleners naar een cliënt moeten om die te verplegen, is het misschien wel goedkoper om ze in een verpleeghuis op te nemen. Mevrouw Van de Hoek antwoordt dat het regeerakkoord pas drie weken geleden tot stand is gekomen. Er komt in hoog tempo heel veel naar de gemeenten toe en met grote financiële kortingen. In de voorbereiding van de begeleiding zijn wel vorderingen gemaakt, omdat het eerder de bedoeling was om dat al per 1 januari 2013 in te laten gaan. Mevrouw Rusinovic vraagt of de gemeente de criteria voor ZZP4 en 5 moet bepalen. Mevrouw Van de Hoek antwoordt dat het landelijk orgaan de indicatie bepaalt vanaf ZZP 5; iedereen die niet aan de criteria van 5 komt, blijft sowieso wonen waar hij of zij woont en is dan de verantwoordelijkheid van de gemeente. Het CIZ bepaalt wie in 5, 6, 7 tot 10 komt. Ben je te licht voor 5, dan is intramurale opname nooit aan de orde. Mevrouw Veldhuijzen merkt op te hebben begrepen dat je vanaf ZZP5 juist over verpleeghuizen praat en dat die niet in de problemen komen, maar juist de verzorgingshuizen; die gaan helemaal verdwijnen. In de gemeente Dordrecht is er stichting de Hoop die veel doet in de zorgpakketten onder 4. Ze vraagt of dat landelijk geregeld wordt, omdat het een landelijke organisatie is. Mevrouw Van de Hoek antwoordt dat ze dat niet precies weet. Wethouder Wagemakers merkt op dat een deel van de mensen bij de Hoop vallen onder rijksfinanciering. Het ministerie van VWS heeft enkele weken geleden aangegeven dat met ingang van 2014 voor Dordrecht 7 ton wegvalt. Er lopen al gesprekken met het Ministerie en met de Hoop hoe dit opgelost moet worden. Een ander deel is nu AWBZ gefinancierd en dat zal voor een deel onder de Wmo komen, dus bij de gemeente terecht komen. Datzelfde geldt voor Bouman GGZ, die ook breder dan in enkel de Drechtsteden actief is. Daar zal zeker over gesproken worden, maar de implicaties zijn nog niet te overzien. Hij zal de raad daar uiteraard in meenemen. De heer Bevers vraagt of de gemeente vrijheid krijgt om zorgaanbieders te selecteren en zo ja, of dit dan op subsidiebasis of op basis van aanbesteding gaat. Mevrouw Van de Hoek antwoordt dat de gemeente zelf bepaalt bij wie de begeleiding wordt ingekocht. Dat kunnen de huidige aanbieders zijn, maar ook nieuwe organisaties. Er is een overzicht van de aanbieders van ZIN, Zorg in Natura, die een contract hebben met het zorgkantoor. Daarnaast is er het PGB, het persoonsgebonden budget waarmee mensen zelf hun zorg in kunnen kopen, formeel of informeel. De heer Schuiten vraagt of mensen zelf kunnen kiezen voor een PGB. Mevrouw Van de Hoek antwoordt dat dit nu een vrije keus is, maar in de visie staat wel een en ander over hoe daar in de Drechtsteden over gedacht wordt. Mevrouw Veldhuijzen merkt op dat in het regeerakkoord veel wordt gesproken over dat alles, althans voor een groot deel, naar ZIN gaat. Slechts een klein deel PGB blijft over. Ze vraagt of dat klopt en of dat meegenomen is in de visie. De verhouding zou zijn 70% ZIN en 30% PGB. Mevrouw Van de Hoek antwoordt dat dat nu inderdaad zo is. Er lagen maatregelen om het PGB fors in te perken; er zou nog maar tien procent overblijven van alle PGB's. Deze regering is juist weer sterk vóór het PGB omdat het ook innovatie op gang brengt. Hoe 2

het uitgewerkt gaat worden is nog niet bekend. Ook dat is lastig. De conceptvisie is geschreven vóór de regeringsverklaring en er zullen dus passages moeten worden aangepast. Het zal nog wel even een concept blijven. Wethouder Wagemakers merkt op dat je nauwelijks meer kunt spreken van bezuinigingen; hij spreekt van sanering, gezien het feit dat bepaalde budgetten met 75% worden gekort. Binnen de G32 is er intensief contact; het begint overal langzaam door te dringen wat de impact zal zijn. Het ging de laatste weken vooral om de zorgpremie, maar dit regeerakkoord heeft grote gevolgen voor de inwoners. Dat laat onverlet dat het realiteit is en dat het ook mogelijkheden biedt om nieuwe wegen in te slaan en te zorgen dat de zorg voor bepaalde doelgroepen op minimaal hetzelfde niveau kan blijven, maar de komende jaren zullen pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden. In deze visie zitten de implicaties van Rutte II uiteraard nog niet verwerkt; toch is het van belang om nu met zorgaanbieders en cliëntenraden, maar ook met de gemeenteraad in gesprek te gaan. De gemeenteraad gaat hier over en niet de Drechtraad of het Drechtstedenbestuur. Mevrouw Kruger vraagt of de wethouder nu stelt dat de gemeente Dordrecht alles zal doen om de huidige kwaliteit te kunnen handhaven. Wethouder Wagemakers antwoordt dat kwaliteit een heel belangrijk uitgangspunt is, maar er zullen wel keuzes moeten worden gemaakt. Met de beschikbare middelen kun je niet alles meer doen. Wellicht wordt er op andere fronten bezuinigd om bepaalde groepen te kunnen blijven bedienen; dat zou een keuze kunnen zijn. Zelf denkt hij dat je er beter aan doet om keuzes te maken in wat je wel en niet doet in plaats van overal genoegen te nemen met X procent minder, want dan raak je snel de kwaliteit. In de Drechtsteden hebben de wethouders uitgesproken dat het begrip participatie leidend is; participatie naar vermogen, want het gaat om mensen met een matige tot ernstige beperking. Mensen met lichte beperkingen zijn al eerder uit de AWBZ weggevallen, in 2009. De gemeente wil er maximaal op inzetten om mensen de mogelijkheid te bieden om mee te doen in de samenleving en dat is de basis van het compensatiebeginsel; het uitgangspunt is zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Vervolgens ga je kijken naar de structuur om iemand heen en de mogelijkheden. MEE Drechtsteden kan verrassend veel organiseren rond sociale netwerkstructuren. Heel belangrijk is dat er ingezet wordt op een kwalitatief goed, maar ook betaalbaar ondersteuningsaanbod. Op kwaliteit in combinatie met betaalbaarheid zit altijd spanning, maar hij is eerder bereid om keuzes te maken dan om concessies te doen aan kwaliteit. Mevrouw Kruger merkt op dat er grote zorg is om de mantelzorgers te overbelasten en die zorg wordt bij haar niet bepaald weggenomen. Wethouder Wagemakers deelt die zorg; tegelijkertijd bleek tijdens een bijeenkomst met 450 mantelzorgers in Dordrecht dat zij onder andere veel last hebben van allerlei institutionele belemmeringen en daar ligt natuurlijk wel een mogelijkheid tot verbetering. Op dat vlak is nog veel te winnen. De cijfers over overbelasting van mantelzorgers liegen er niet om; MEE heeft daar een ondersteuningsaanbod voor en dat zal in de komende tijd steeds meer gebruikt moeten worden. Dat zit al aan de voorkant, want mantelzorgers bieden relatief gezien goedkope zorg waarmee je duurdere interventies kunt voorkomen. Als je daar extra op investeert, voorkom je erger. Mevrouw Kruger merkt op dat je begeleiders begeleidt die in de plaats van professionele begeleiders komen; dat is altijd ongrijpbaar en ze vraagt zich af wat op een gegeven moment nu goedkoper is. Wethouder Wagemakers antwoordt dat je goed geoutilleerde vrijwillige inzet ondersteunt; dat kun je professioneel organiseren via de respijtzorg, maar je kunt ook andere mogelijkheden benutten om mantelzorgers te ondersteunen. Bijvoorbeeld in gesprek gaan met werkgeversorganisaties om te kijken of je daar afspraken kunt maken over werk in combinatie met mantelzorg. Niet alle initiatieven worden goed benut; dat komt enerzijds door onbekendheid bij veel mantelzorgers en anderzijds door vrees bij de werkgevers, maar daar is nog winst te halen. Dat geeft toch enige verlichting van de zware taak die mantelzorgers hebben. 3

Mevrouw Veldhuijzen vraagt aan welke belemmeringen ze moet denken die de wethouder wil wegnemen. Wethouder Wagemakers antwoordt dat er bijvoorbeeld bij corporaties en de Sociale Dienst Drechtsteden allerlei regels gelden waar mantelzorgers tegenaan lopen en van het kastje naar de muur gestuurd worden. Daar kunnen verbeterslagen gemaakt worden. Samen met MEE wordt een inventarisatie gedaan; hij is ook in gesprek met twee mantelzorgsters die hem daar concreet voorbeelden van hebben gegeven. Mevrouw Wemmers deelt de zorg van mevrouw Kruger over de zorg over de mantelzorgers. Ze heeft begrepen dat ook stichting MEE straks gekort gaat worden en die moet juist de mantelzorgers ondersteunen. Als op MEE ook wordt bezuinigd, kom je straks ook professionele hulp te kort. Wethouder Wagemakers antwoordt dat de bezuinigingen die MEE treffen, worden ingevoerd door het rijk. De gemeente heeft afgesproken om bezuinigingen vanwege rijksbeleid niet één op één te compenseren. Het belang van goede mantelzorgondersteuning is groot omdat je daarmee duurdere traject en kunt voorkomen, maar dat laat onverlet dat je meer een beroep zult moeten gaan doen op de gekwalificeerde generalistische professional in plaats van op de gespecialiseerde professional. Daar zal ook in het maatschappelijk veld een slag moeten worden gemaakt om te kijken op welke manier ze toch voldoende aanbod voor ondersteuning kunnen blijven leveren. Daarover is een denktank al driekwart jaar bezig. Er liggen zeker mogelijkheden, maar dat heb je niet zo snel voor elkaar. Feit is gewoon dat er sprake is van krimpende budgetten en een stijgende zorgvraag. Om dat bij elkaar te houden is meer dan een uitdaging. Daarin zul je dus ook pijnlijke keuzes moeten gaan maken, of je moet genoegen nemen met tientallen procenten minder. Mevrouw Veldhuijzen vraagt of de gemeente een één loket functie gaat vertegenwoordigen. Wethouder Wagemakers antwoordt dat er op dit moment samen met SDU wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een hulpwijzer/zorgkompas. Het is een digitaal instrument. Er wordt gekeken op welke manier je tot de beste oplossing kunt komen. Mevrouw Kruger merkt op bij interruptie dat veel mantelzorgers geen computer in huis hebben. Ze hebben al zoveel aan hun hoofd en dan moeten ze ook nog eens langs een bibliotheek of wat dan ook om het digitale instrument Hulpwijzer/zorgkompas in te gaan vullen. Wethouder Wagemakers antwoordt dat het niet het enige instrument zal zijn; het komt naast het bestaande Wmo loket bij de Sociale Dienst. Maar voor zowel de hulpvrager als de professional is dit instrument zinvol, bijvoorbeeld voor de generalist die de eerste intake gaat doen, om de vraag zo snel mogelijk op de beste plaats te laten landen. Een richtinggevende uitspraak is de erkenning dat je van een verzekerd recht "ik betaal premie, dus ik heb recht op " naar een compensatiebeginsel gaat. Daar komt ook weer het principe van participatie bij. Het onderbrengen van dit gedeelte onder de Wmo betekent dat het uitgangspunt is: deelnemen aan de samenleving en kijken welke compensatie mogelijk is. Belangrijk daarbij is om de partners daarin te betrekken, want de gemeente gaat dat niet zelf doen. De gemeente is de financier en de partij die afspraken maakt met partners, de maatschappelijke organisaties. Nabijheid in wijken en buurten is daarbij het uitgangspunt. De indicatie moet eenvoudiger en integraler. Op het moment dat er een indicatie is, kan de cliënt op zoek naar een zorgverlener. Je kunt proberen of je dat anders en minder bureaucratisch kunt organiseren zodat het voortraject eenvoudiger wordt; in het belang van de cliënt, maar ook in het belang van de gemeente, want met indicatiestelling is veel geld gemoeid. Mevrouw Veldhuijzen merkt op dat hier juist kosten kunnen worden bespaard op het PGB. Juist het compensatieprincipe zal moeten leiden tot een bezuiniging, waardoor je wel die zorg kunt blijven bieden die essentieel wordt geacht. Er zijn ook PGB indicaties van begeleiding in de vorm van een paar uur bij een kind thuis oppassen. Wethouder Wagemakers verwijst naar de presentatie. ZIN is het uitgangspunt voor de gemeente; hoe in de toekomst wordt omgegaan met PGB is voor een deel afhankelijk 4

van hoe in Den Haag het traject verder gaat lopen. Er is een onderzoek uitgezet in de regio Drechtsteden; binnenkort, eind dit jaar verschijnt het rapport en dan is in beeld wat de omvang is van het PGB en in welke groepen het zit. Hij kan zich voorstellen dat voor bepaalde specialistische zorg, bijvoorbeeld palliatief terminale zorg, het een geschikt instrument kan zijn terwijl het op andere terreinen anders kan zijn. Ook dat betekent pijnlijke keuzes, maar dat is onvermijdelijk. De heer Bevers vraagt in hoeverre de wethouder indikking van het speelveld verwacht als het gaat om organisaties. Wethouder Wagemakers antwoordt dat de ontvlechting van DWO in MEE een mooi voorbeeld is. Hij heeft overleg met heel veel spelers uit de maatschappelijke zorg en heeft daar gezegd dat hij verwacht dat het veld er binnen vijf jaar anders uit gaat zien. Bepaalde partijen zullen groeien en samengaan; dat is onvermijdelijk en wat hem betreft is dat geen ongewenste beweging. Het is wel belangrijk dat er keuzes mogelijk blijven in het ondersteuningsaanbod; denk aan identiteitsgebonden zorg. Het is niet zo dat er straks nog maar één partij over moet blijven die zorg biedt. Er moet wat te kiezen zijn, zonder dat het huidige palet in de toekomst overeind zal kunnen blijven. Het is echt een opgave om evenwicht te vinden tussen kwaliteit in het aanbod en betaalbaarheid. Het gaat inmiddels niet meer om drie, maar om zes decentralisaties. Mevrouw Wemmers vraagt naar de dagbesteding. Er komen mensen van buiten de Drechtsteden hierheen. Ook het vervoer wordt straks gekort. Wethouder Wagemakers antwoordt dat er voor is gekozen om deze decentralisatie AWBZ op Drechtstedenniveau te organiseren en de decentralisatie Jeugdzorg op Zuid- Holland Zuid niveau. Dat vraagt om een nog grotere schaalgrootte van specialistische vormen. Met Alblasserwaard-Vijfheerenlanden zijn nauwe contacten, omdat veel zorgaanbieders in beide regio's werken. Cliënten wisselen van woonplaats en hebben toevallig een voorziening elders. Het kan ook gaan om specialistische zorg die niet overal wordt gegeven; dan moet je afspraken maken over hoe je dat financieel gaat regelen. Met betrekking tot de innovatieagenda maakt vervoer ongeveer 30% van het totale budget op. Je ziet heel veel busjes rondrijden en dat kan slimmer. Hij hoort ook zorginstellingen hetzelfde zeggen, maar er was eerder eigenlijk geen noodzaak en hij is van mening dat als je daarmee geld kunt besparen, je minder pijnlijke keuzes hoeft te maken ten aanzien van de activiteiten zelf. Dat betekent meer samenwerking en beter afstemmen. Dat is een van de punten op de innovatieagenda die vanuit de denktank AWBZ 2013-2014 wordt doorontwikkeld. Mevrouw Veldhuijzen vraagt welk beeld de wethouder heeft bij het samenvoegen van vervoer; het is vaak zo dat mensen dan enorm lang onderweg zijn. Wethouder Wagemakers antwoordt dat ook hier de kwaliteit belangrijk is. Je moet geen grote concessies aan de kwaliteit gaan doen. Als je tot betere afspraken kunt komen hoeft dat niet te betekenen dat mensen veel langer zouden moeten gaan reizen. Het is zeker bespreekbaar, als er nu drie busjes komen voor drie verschillende doelgroepen, om te bekijken of je dat niet beter kunt coördineren tot één busje en dat hoeft niet per definitie tot langere reistijden te leiden. Het betekent wel dat je menging van doelgroepen krijgt, maar dat is wat hem betreft niet onbespreekbaar. De heer Bevers merkt op bij interruptie dat dat volgens hem juist de grote uitdaging is: het vinden van de samenhang tussen die decentralisaties, wil je überhaupt een schijn van kans maken als gemeente om met krimpende budgetten op alle terreinen je hoofd boven water te houden. In die zin vindt hij het jammer dat de samenhang in de decentralisaties geen punt is op de innovatieagenda; dat zou echt als zodanig benoemd moeten worden. Hij krijgt steeds meer de indruk dat iedereen op elkaar zit te wachten, want het wordt nooit smart en concreet. Wethouder Wagemakers merkt op dat deze presentatie sec over de decentralisatie AWBZ begeleiding gaat, maar bij de drie, inmiddels zes decentralisaties binnen het sociaal domein is het zeker zo dat je die samenhang wilt pakken, ook op Drechtstedenniveau. Er zijn vier wethouders en vier transitiemanagers die overleg voeren. Er is onderzoek gedaan naar die samenhang; dat is onvermijdelijk. Er ligt een 5

agenda met tien punten en ook daar zullen innovatieve, slimmere methodes moeten komen om de opgave te kunnen tackelen, anders lukt dat niet. De heer Bevers merkt op dat het nieuwe kabinet daar een aparte minister mee wil belasten; hij vraagt of het geen tijd wordt om dat ook op lokaal c.q. regionaal niveau te doen en een bestuurder verantwoordelijk maken voor alle decentralisaties. Wethouder Wagemakers antwoordt dat volgende week de DSB conferentie hier over gaat. Hij zal daar zijn visie delen, want hij gaat helemaal mee in die lijn. Het benutten van schaalvoordelen op het gebied van inkoop is het volgende punt. Dat kun je beter centraal organiseren als zes gemeenten en misschien nog wel voor een groter schaalverband, maar dat hangt mede af van de bereidwilligheid die er in andere regio's is. Mevrouw Bonnema vraagt waarom specifiek zorgverzekeraar VGZ is genoemd en geen andere. Wethouder Wagemakers antwoordt dat begin juli een convenant is gesloten tussen gemeente en VGZ omdat zij de meest voorkomende zorgverzekeraar in Dordrecht zijn. In Zwijndrecht en Hendrik Ido Ambacht is dat CZ. CZ heeft aangegeven geen behoefte te hebben aan een convenant. Er wordt niet alleen belang gehecht aan goede zorg, maar er zit ook een vierjarig uitvoeringsprogramma bij waarbij de zorgverzekeraar ook financiële middelen ter beschikking stelt, bijvoorbeeld op het gebied van sociale wijkteams. Mevrouw Stolk vraagt of dat convenant ook rechtsgeldig is. Wethouder Wagemakers antwoordt dat er geen straf kan volgen als de samenwerkingsafspraken niet worden nagekomen. Partijen erkennen wel het belang van de samenwerking en materieel heeft dat al geld op geleverd. Op Zuid-Holland Zuid niveau wordt dat nu verder uitgebouwd. Je kunt veel beter op basis van afspraken samenwerken. Mevrouw Stolk merkt op dat je als gemeente veel geld investeert, maar je kunt niets afdwingen. Samenwerking is natuurlijk prima, maar op dit onderwerp is het wel heel belangrijk. Met een contract kun je naar de rechter, met een convenant niet en dat is ook haar zorg. Wethouder Wagemakers neemt daar kennis van en beëindigt de presentatie. De heer Schuiten dankt voor de presentatie. Het maken van keuzes heeft ook zijn voorkeur boven de kaasschaafmethode. Maar het is wel lastig om die keuzes in beeld te krijgen en hij vraagt om dat in de komende tijd voor de raad inzichtelijker te maken. Wethouder Wagemakers antwoordt dat er nog geen keuzes in beeld zijn. Er wordt onderzoek gedaan om het totale veld in beeld te brengen, met aantallen cliënten en doelgroepen. Dat is belangrijk om straks keuzes te kunnen gaan maken. De raad zal over die keuzes spreken, want dat is op dit moment op lokaal niveau georganiseerd. De Dordtse raad gaat over de keuzes die voor de Dordtse situatie gemaakt gaan worden. Mogelijk gaat dat in de toekomst veranderen als het op Drechtstedenniveau belegd zou worden. De heer Schuiten merkt op dat het hem op dit moment niet gaat om het maken van keuzes, maar meer om in beeld te krijgen welke keuzes er mogelijk zijn. Wethouder Wagemakers antwoordt dat het er om gaat hoe je de minder beschikbare middelen verdeelt over het totale veld en dan is het zaak om dat veld goed in kaart te hebben, te weten waar de mogelijkheden liggen en waar alternatieven voor de huidige zorg beschikbaar zijn. Wat nu voorligt is een visie; die wordt vervolgens uitgewerkt in beleid en daarin zitten de keuzes. Mevrouw Kruger merkt op dat haar verwachtingen van de conceptvisie hooggespannen zijn na de presentatie. Met betrekking tot indiceren is ooit wel eens gezegd dat de Sociale Dienst Drechtsteden dat zou kunnen gaan doen. Ze vraagt of daar al meer over bekend is. Wethouder Wagemakers antwoordt dat het nog lang niet zo ver is. Op dit moment is het ook niet aan de orde. Eerst moet de visie verder worden uitgewerkt en daarna moet je de uitvoering vorm gaan geven. Het is wel zo dat je daarin ook de regionale 6

samenwerking zult moeten zoeken. Dat zou je binnen Drechtsteden kunnen organiseren, maar hoe en door wie is nader te bepalen, ook in overleg met de raad. Mevrouw Veldhuijzen vraagt hoe uiteindelijk de indicatie gaat verlopen. Nu doet de landelijke organisatie dat; als het naar de gemeente komt is het wel bijzonder als je je eigen indicaties zou mogen maken. Wethouder Wagemakers antwoordt dat dat binnen de Wmo al gebeurt. Het keukentafelgesprek is er zo een, maar op het moment dat het binnen de Wmo valt gaat de gemeente over de toeleiding naar zorg. In deze fase van visievorming kun je zeggen dat het eenvoudiger, goedkoper en meer integraal moet, maar meer dan dat kan hij er nog niet over zeggen. Mevrouw Veldhuijzen antwoordt dat de zorgzwaartepakketten momenteel echt een omvang hebben; daar ligt wel een criterium en ze vraagt in hoeverre dat verandert. Wethouder Wagemakers antwoordt dat dit soort zaken niet in de visie wordt geregeld; dat zit in de uitwerking, in het beleid. Mevrouw Wemmers merkt op dat de presentatie heel interessant was. De Wmo is door haar weleens de Wet Maatschappelijke Onmogelijkheden genoemd en zo voelt het nu eigenlijk ook wel. Ze gaat er wel van uit dat er heel zorgvuldig wordt gekeken naar de kwetsbare mensen waar het over gaat. Bepaalde opmerkingen over het PGB hebben haar verbaasd; daarbij werd palliatieve zorg genoemd. Voor PGB heb je tien uur zorg per week nodig, maar ook moet je een jaar zorg hebben voor je PGB krijgt. De vervoerskosten gaan naar beneden, maar houdt dat ook in dat de begeleiding naar beneden gaat? Er zijn mensen die het vervoer uit PGB betalen; gaat het PGB ook naar beneden, dan hou je geen vervoer meer over. Ze is het eens met de heer Schuiten en wil graag weten welke keuzes de gemeente zelf kan maken. Ze wil daar graag tijdig bij betrokken worden. Wethouder Wagemakers merkt op dat ook hij de enorme uitdaging ziet; het is een gegeven, dus moet je proberen om met behoud van de kwaliteit de opgave te tackelen. De keuzes die je kunt maken zullen nadrukkelijk met de raad besproken worden. Uiteindelijk is het een verantwoordelijkheid van colleges en raden om die keuzes te maken. De heer Staat dankt voor de heldere toelichting. Het is inderdaad een hele uitdaging om alle doelgroepen te kunnen blijven bedienen, maar zijn fractie kan instemmen met de gepresenteerde denkrichting. De heer Bevers dankt voor de heldere presentatie van deze complexe materie. Nog lang niet alles is bekend. De vraag of de raad voldoende is geïnformeerd, is lastig te beantwoorden omdat het stuk nog niet beschikbaar is tot nu toe. Hij vraagt of dit stuk eventueel nog geagendeerd kan worden. Wethouder Wagemakers antwoordt dat hem dat sowieso goed lijkt; de visie wordt ter besluitvorming aan de raad aangeboden in het eerste kwartaal 2013. De materie is inderdaad complex; hij stelt voor om bijvoorbeeld in klein verband werkbezoeken te organiseren om in het veld te kijken wat begeleiding inhoudt. Hij doet dat zelf ook regelmatig en ervaart dat als erg nuttig. Wellicht kan de griffie inventariseren of die behoefte leeft. Mevrouw Rusinovic vindt dat een goed voorstel waar ze graag gebruik van zal maken. De heer Bevers sluit zich daar bij aan. Wethouder Wagemakers merkt op dat in het eerste kwartaal de officiële versie van de visie komt; wat nu voorligt is een concept en is bedoeld ter informatie. Als er zaken in de conceptvisie staan die nopen tot opmerkingen of vragen, dan hoort hij die graag; dan kan dat verwerkt worden in de uiteindelijke visie. De raad zit nu echt aan de voorkant van de besluitvorming. 7

De voorzitter stelt voor dat de fracties desgewenst een extra bespreekronde aankaarten bij de agendacommissie. Hij dankt voor de presentatie, die ook op het Raadsinformatiesysteem staat en sluit de vergadering. 8