Uitwerking beleidskader innovatie 2014 Hoogheemraadschap van Delfland 1
Inhoud 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doel document... 3 2 INNOVATIE IN 2014: EEN THEMAGERICHTE AANPAK... 3 2.1 Verbeterpunten voor de uitwerking beleidskader innovatie 2014... 3 2.2 Meer focus en flexibiliteit nodig... 3 3 DE INNOVATIETHEMA S VOOR 2014... 4 3.1 Inleiding... 4 3.2 Duurzaamheid en kringlopen... 4 3.3 Innovatie in de afvalwaterketen... 5 3.4 Innovaties in het watersysteem... 5 3.5 Maatschappelijke en sociale innovatie... 6 4 TE VOLGEN PROCEDURE: VAN IDEE TOT VOORSTEL... 7 4.1 Beoordeling innovatie-idee... 7 4.1.1 inventarisatie en eerste toetsing... 7 4.1.1.1 Bijdrage aan programmadoelen... 7 4.1.1.2 Financiële opbrengst... 7 4.1.1.3 Verbetering imago... 7 4.1.1.4 Organisatorische inspanning... 8 4.1.1.5 Ontwikkelde strategische kennis... 8 4.1.1.6 Thema s Jaarplan 2014... 8 4.2 Vaststelling van een innovatieproject... 8 2
1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Op 20 december 2012 heeft de VV het Beleidskader kennis en Innovatie Delfland (DMS 1042976) vastgesteld. In dit beleidskader is beschreven op welke manier innovatie wordt vormgegeven. Er is een Kennis en Innovatieagenda opgesteld waarin de kennishiaten en kennisvragen zijn benoemd die nodig zijn om invulling te geven aan de doelstellingen van Delfland. In 2014 wordt voortgeborduurd op de opgedane ervaring. Delfland vindt het belangrijk innovatie te stimuleren en te faciliteren omdat de wereld niet stil staat en: - nieuwe opgaven vragen om nieuwe oplossingen; - hiermee de cultuur van continu verbeteren wordt versterkt; - met dezelfde middelen meer kan worden uitgevoerd; - ons waterschap maatschappelijk verantwoord en duurzaam wil werken. 1.2 Doel document Het doel van dit document is sturing geven aan innovatie door het verder verfijnen en verduidelijken van het bestaande innovatie beleid, met name de procedure om gebruik te maken van het innovatiefonds. 2 INNOVATIE IN 2014: EEN THEMAGERICHTE AANPAK 2.1 Verbeterpunten voor de uitwerking beleidskader innovatie 2014 In 2013 is de zichtbaarheid van het innovatiebeleid en innovatiefonds is vergroot. In 2014 verwachten we hier de spin-off van. De ervaringen met het beleid en het fonds in 2013 leiden tot een iets gewijzigde aanpak in 2014 namelijk: meer focus maar ook meer ruimte voor het inspringen op kansen. 2.2 Meer focus en flexibiliteit nodig Het afgelopen jaar is ervaring opgedaan met de kennis- en innovatieopgave 2013. Hiervoor zijn in 2012 projectideeën verzameld om deze vervolgens in 2013 tot uitvoering te brengen. De leerpunten uit 20113 zijn onder andere: - innovatieprojecten kennen een hoge mate van onzekerheid: projectpartners haken af; ideeën blijken bij nadere analyse minder resultaat op te kunnen leveren of onhaalbaar; vanwege externe omstandigheden zoals beschikbaarheid van de nodige apparatuur kan pas later worden gestart; - goede ideeën ontstaan gedurende gehele jaar; - projecten lopen meestal niet parallel met het kalenderjaar; - in de kennis en innovatie opgave wordt het budget van de innovatieprojecten geraamd, maar voor een project dat nog slechts als idee bestaat is het benodigde budget moeilijk te begroten. 3
Verder was niet altijd duidelijk wat wel en niet onder innovatie moet worden verstaan en welke innovaties belangrijk zijn voor het waterschap. Daarom is het belangrijk dat er focus komt zodat innovatieprojecten direct bijdragen aan de belangrijkste doelen van Delfland. In deze uitwerking van het beleidskader innovatie 2014 is daarom gekozen voor innovatieve thema s (zie hoofdstuk 3) en een afbakening van projecten die in aanmerking komen voor het innovatie budget. Daarnaast is er behoefte aan flexibiliteit om rekening te kunnen houden met de complexiteit en onzekerheid rond innovatieprojecten. 3 DE INNOVATIETHEMA S VOOR 2014 3.1 Inleiding Voor de uitwerking van het beleidskader innovatie 2014 kiest Delfland voor een aantal innovatiethema s. Onder de thema s worden de projecten uitgevoerd die verband houden met het specifieke thema. De voordelen van deze opzet zijn: - betere sturing en heldere keuzes ten aanzien van innovatie; - samenhang tussen de projecten; - flexibiliteit, er kan een project afvallen of bijkomen zonder dat wordt afgeweken van het - innovatieplan; - de voortgang op voor het waterschap relevante thema s is geborgd. Bij het selecteren van de thema s is gelet op actualiteit, gestelde doelen, beleidsplannen en (bestuurlijke) afspraken waar het waterschap zich aan heeft gecommitteerd. Op basis daarvan is gekozen voor de volgende thema s: Duurzaamheid en kringlopen Optimalisatie zuiveren van afvalwater Innovaties in het watersysteem Maatschappelijke en sociale innovatie De thema s zijn hieronder beschreven. 3.2 Duurzaamheid en kringlopen Duurzaamheid Tussen de Unie van Waterschappen en het Rijk is een klimaatakkoord afgesproken, en Delfland heeft besloten deze na te streven. De belangrijkste ambities van dit klimaatakkoord zijn: - 30% energie efficiënter en zuiniger werken tussen 2005 en 2020-40% zelfvoorzienend door eigen duurzame energieproductie in 2020-30% minder uitstoot van broeikasgas tussen 1990 en 2020-100% duurzame inkoop in 2015 Innovaties die aansluiten op het thema duurzaamheid moeten bijdragen aan het bereiken van de ambities uit het klimaatakkoord. Kringlopen Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft veel reststromen in de waterketen en watersysteem. Het nuttige hergebruik van deze reststromen draagt bij aan de milieudoelstellingen van het waterschap. Daarnaast kunnen sommige vormen van hergebruik mogelijk een kostenvoordeel opleveren. Enkele voorbeelden bij dit thema: - De aanleg van strategische zoetgrondwatervoorraden (bv bij glastuinbouwbedrijven) 4
- Energiewinning (koude-warmte opslag, aardwarmte) - Ervaring op doen met het toepassen van het cradle to cradle principe. 3.3 Innovatie in de afvalwaterketen Afvalwater wordt inmiddels gezien als een bron van water die gebruikt kan worden voor allerlei processen, en zodanig neemt de zuivering van afvalwater een plek in in een kringloop. Daarmee past het ook onder het eerdere thema. Toch willen we dit als een apart thema belichten omdat het veel potentie heeft. Onder dit thema concentreert het Hoogheemraadschap van Delfland zich op efficiëntere zuiveringsprocessen, prioritaire stoffen, en het terugwinnen van energie en grondstoffen. Door toepassing van steeds weer nieuwe technieken is het zuiveren van afvalwater de afgelopen decennia steeds verder verbeterd. De zuiveraars staan echter steeds weer voor nieuwe uitdagingen en opgaven. Innovatie is noodzakelijk om efficiënt te zuiveren en de bijdrage aan de volksgezondheid op langere termijn te garanderen. Het innoveren van het zuiveringsproces wordt gestuurd door: - te verwachten ontwikkeling in de wetgeving; - maatschappelijk verantwoord ondernemen; - kostenbewust zuiveren. Enkele voorbeelden bij dit thema: - het verbeteren van zuiveringsprocessen (incl. slib) en het terugdringen van prioritaire stoffen vanuit de waterketen naar het oppervlaktewater zoals: o Het verwijderen van medicijnresten, zoals door Pharmafilter bij het Reinier de Graaf ziekenhuis o De verwijdering van microplastics. 3.4 Innovaties in het watersysteem Delfland wil innovaties stimuleren die bijdragen aan een beter functionerend watersysteem of efficiënter uitvoeren van het beheer en onderhoud aan het watersysteem. Innovaties in het watersysteem kunnen betrekking hebben op alle onderdelen van het watersysteem zoals planvorming, de operationele werkzaamheden en de investeringsprojecten. Andere manieren van denken over het watersysteem Delfland werkt aan het toekomstbestendig maken van het watersysteem. In tegenstelling tot vroeger wordt niet eenzijdig geprobeerd water weg te pompen naar rivieren of de zee, maar ook nuttig vast te houden op de plek waar het terecht komt. Is vasthouden niet meer mogelijk, dan wordt het tijdelijk geborgen in gebieden die daarvoor zijn uitgekozen. Bij hoge waterstanden wordt de mogelijkheid gecreëerd om watergangen gecontroleerd buiten hun oevers te laten treden in daarvoor speciaal ingerichte gebieden. Het watersysteem wordt door deze maatregelen robuuster en vraagt minder energie. Ook de komende jaren zijn er nog verbeteringen door te voeren in het toekomstbestendig maken van het watersysteem. Enkele voorbeelden bij dit thema: - Verbreding eigenaarschap van (zoet)water door het verkennen van de mogelijkheden om de verantwoordelijkheid voor het voorzien in water van de juiste kwaliteit op de juiste plaats meer dan nu al het geval is bij de watergebruikers zelf te leggen (bv meer opslag door glastuinbouw). 5
- Bij ecosysteemkwaliteit de volgende stap zetten op de weg van een normgerichte naar een effectgerichte en gebiedsgerichte benadering ten van. Centraal daarin staan benutten van gebiedspotenties en voorrang geven aan maatregelen die het meest effectief zijn; - Om meer ruimte te creëren voor het waterbeheer de mogelijkheden het land op te gaan en verdergaande ingrepen buiten het bestaande, fysieke systeem te te verkennen - Kosten-baten afwegingen maken per functie/gebied. Dit gaat niet langer uit van generieke normen voor verschillende type functies en ruimtegebruik (bijvoorbeeld verschillende normen voor stedelijk gebied, glas, weiland), maar van kosten-baten afwegingen, en dus meer maatwerk per functie en/of gebied. 3.5 Maatschappelijke en sociale innovatie Maatschappelijke innovatie Maatschappelijke innovatie richt zich op de nieuwe manieren van interactie met de maatschappij en bijdragen aan de maatschappij. Dit heeft te maken met de manier waarop het waterschap communiceert met belanghebbenden over haar primaire taken en (uitvoerings)projecten. Delfland kan bijdragen aan de kennis, export en economische groei van de watersector, door gunstige voorwaarden te scheppen voor innovatie. Hierbij kan worden gedacht aan het bieden van een proeftuin/ demo site of door launching customer te zijn. Hierbij kan door het combineren van doelstellingen worden samengewerkt met kennisinstellingen en bedrijfsleven en kan er een win-win situatie ontstaan. Daarnaast kan delfland zich aansluiten bij initiatieven van de Unie en de STOWA. Het doel voor 2014 is om op een innovatieve wijze minimaal één project of taak van Delfland onder de aandacht te brengen bij het grote publiek. Hiermee kan worden beoogd de bekendheid te vergroten, gedragsverandering te realiseren etc. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan het project Digitale Delta. Sociale innovatie Sociale innovatie is een vernieuwing van de wijze waarop het werk is georganiseerd, om slimmer en efficiënter te kunnen werken, en om technische innovaties te kunnen inbedden in de organisatie. In 2014 wil het waterschap minimaal één innovatief pilot project realiseren, dat bijdraagt aan verhoging van de arbeidsproductiviteit en kwaliteit. Dit kan zitten in de aanschaf van bedrijfsmiddelen, maar ook in het anders uitvoeren van bestaande taken. Enkele voorbeelden bij dit thema: - Het op andere manier onder aandacht brengen van de werkzaamheden van Delfland bij het grote publiek - Omgevingsmanagement wordt steeds belangrijker. Door het verkennen van nieuwe werkvormen en technieken om samen met de omgeving processen vorm te gevenkan omgevingsmanagement worden gestimuleerd. - Maar dit kan ook samen optrekken met andere inhoudelijke vraagstukken zoals de grondstoffen en energiefabriek, waarbij energie en waardevolle grondstoffen worden gewonnen uit afvalwater, is bij uitstek een technische innovatie die ook sociale innovatie in de organisatie teweeg brengt, omdat het een andere manier van management en organisatie vraagt. 6
4 TE VOLGEN PROCEDURE: VAN IDEE TOT VOORSTEL 4.1 Beoordeling innovatie-idee 4.1.1 inventarisatie en eerste toetsing Innovatie-ideeën komen zowel uit de eigen organisatie als van buitenaf. Deels wordt actief gezocht naar antwoorden op kennisvragen in de organisatie en worden hiertoe innovatie initiatieven gestimuleerd, deels ontstaan deze initiatieven spontaan. Deze innovatie initiatieven moeten door Delfland worden beoordeeld. Dit om te bepalen of Delfland met het initiatief verder gaat, om dan als volgende stap de capaciteit hiervoor te regelen. Tevens moet worden bekeken of een bijdrage uit het innovatiefonds nodig is. Gestreefd wordt om aan begin van het jaar al zoveel mogelijk duidelijkheid te verkrijgen, maar ook om de ruimte te behouden om in de loop van het jaar op nieuwe initiatieven te anticiperen. De initiatieven worden aan de volgende 6 criteria getoetst. Deze criteria zijn een nadere aanscherping van de criteria die in 2012 in het innovatiebeleid 1 zijn vastgesteld: 1. De bijdrage aan de doelen van Delfland 2. Financiële opbrengst 3. Verbetering imago van Delfland 4. Organisatorische inspanning 5. Ontwikkelde strategische kennis 6. Thema s jaarplan 2014 4.1.1.1 Bijdrage aan programmadoelen Bij het beoordelen van dit criterium bekijken we de volgende aspecten: er bestaat een duidelijke relatie van het innovatieve initiatief met de kennisvragen en de gestelde doelen binnen Delfland (zeker voor de korte termijn kennisvragen wordt een vraag gestuurde insteek gehanteerd); het onderwerp heeft een sterk raakvlak met ons werkveld; het vraagstuk past in de richting die het Waterbeheerplan 2010-2015 aangeeft; het is een praktische toepassing voor de dagelijkse praktijk van Delfland. bestaat er een wettelijke verplichting die het oppakken van deze kennisvraag noodzakelijk maakt; 4.1.1.2 Financiële opbrengst Om dit criterium te beoordelen gaan we het volgende na: wat kost het voorstel (in geld, tijd [in uren] en middelen) en wat levert het op (in geld, tijdsbesparing [in uren], proces verbetering en hogere kwaliteit diensten); wat is het te verwachten niveau van vermarktbaarheid van de oplossing; 4.1.1.3 Verbetering imago De score van dit criterium wordt als volgt onderzocht: In welke mate is het voorstel maatschappelijke relevant; zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt om deze kwestie op te lossen c.q. is het van belang voor de bestuurlijke positie van Delfland; in welke mate geeft voorstel invulling duurzaamheid (het op harmonieuze wijze combineren van de elementen people, planet en profit); 1 Beleidskader Kennis en Innovatie Delfland, goedgekeurd in de VV van 20-12-2012, DMS nr. 1042976. 7
betreft het ingaan op het initiatief een effectuering van een beloofde bijdrage bij participatie in netwerken c.q. onderzoeksprogramma s. 4.1.1.4 Organisatorische inspanning Om dit criterium te beoordelen stellen we ons de volgende vragen: wat is de haalbaarheid van het initiatief, met andere woorden: is de kennisvraag in redelijkheid te beantwoorden c.q. is er een grote kans op succes; is het laaghangend fruit (dus met beperkte inzet een grote opbrengst verwezenlijken); zijn we als Delfland in staat om de oplossing ook daadwerkelijk te implementeren; wat is de benodigde inzet en te verwachten doorlooptijd; zijn er veel (interne en externe) partijen bij betrokken, en hebben we al vaker met hen samengewerkt; wat zijn de risico s en onzekerheden, hoe groot is de kans dat zij optreden, en wat is dan de impact er van. 4.1.1.5 Ontwikkelde strategische kennis Is de te ontwikkelen kennis strategisch? Wanneer noemen we te ontwikkelen c.q. ontwikkelde kennis strategisch? Kennis is strategisch wanneer het voldoet aan drie kenmerken: noodzakelijkheid: oftewel onmisbaarheid, welke dienstverlening is niet mogelijk zonder deze kennis en wat is de bijdrage van de kennis aan onze geleverde producten en diensten; bijzonderheid: wat is het onderscheidend vermogen door deze kennis ten opzichte van anderen, hoe uniek is deze kennis, en hoe moeilijk is het voor anderen om deze kennis te ontwikkelen; duurzaamheid: wat is de mate van toekomstvastheid van de kennis, hoe houdbaar is de kennis en wat is het toekomstige belang ervan. Helpt het de betrokken medewerkers hun kennis, vaardigheden en competenties verder te ontwikkelen. 4.1.1.6 Thema s Jaarplan 2014 Tot slot worden de initiatieven getoetst aan de thema s zoals die staan beschreven in hoofdstuk 3. Deze zijn uiteindelijk richtinggevend, ook ten aanzien van inzet van de middelen uit het innovatiefonds om (een deel) van de kosten te dekken. 4.2 Vaststelling van een innovatieproject Alle innovatie ideeën die aan het innovatie loket worden aangeboden worden verkend en getoetst aan bovenstaande criteria en de thema s in dit jaarplan. Vervolgens worden deze: - Door de organisatie uitgewerkt in een voorstel. - Dit voorstel wordt aan de inhoudelijke portefeuillehouder(s) voorgelegd aan wiens kennisvragen en/of doelen het initiatief een bijdrage levert. Dit gebeurt in afstemming met de portefeuillehouder voor innovatie. Hierin staat ook een voorstel ten aanzien van de kosten en de dekking van deze kosten incl. eventuele bijdrage uit het innovatiefonds. Voor voorstellen tot 50.000 euro is de budgethouder, hoofd S&I, gemandateerd om uitgaven te doen. - Voorstellen die het bedrag van 50.000 euro te boven gaan, worden ter besluitvorming voorgelegd aan het college. Dit gebeurt door de inhoudelijk portefeuillehouder in overleg met de portefeuillehouder innovatie. Met deze werkwijze is de verwachting dat de flexibiliteit wordt gecreëerd die nodig is voor innovatie trajecten. 8
9