Kadernota Burgerparticipatie



Vergelijkbare documenten
Burgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar

VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol]

Burgerparticipatie. 22 mei 2008

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen

Naam project. Participatie- en communicatieplan. Versie concept dd-mm-jjjj

Startnotitie Interactieve Beleidsvorming

concept-algemene inspraak- en participatieverordening gouda

De Utrechtse Participatiestandaard

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Bewonersparticipatie: de rode draad in ons werk!

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d.

Deelnemers: denktank uit de samenleving, gemeenteraad, college en ambtelijk managementteam

HANDLEIDING INTERACTIEF WERKEN GEMEENTE HULST

Samen werken aan Roerdalen. Praktische handleiding voor burgerparticipatie en interactieve beleidsvorming

Afdeling Samenleving November Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem

Kadernota Ruimte voor bewonersparticipatie - Kaders voor inwoners en gemeentebestuur in planvorming en wijkgericht werken

Samenvatting : In deze startnotitie worden de uitgangspunten en het proces om tot een Basisdocument Burgerparticipatie te komen beschreven.

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Er zijn (grote) belangen van burgers gemoeid met het onderwerp: neen stop ja ga door. Er is voldoende beïnvloedingsruimte voor inbreng van betrokkenen

besluit: vast te stellen de Verordening Cliëntenparticipatie gemeente Heerde 2009

(Burger) participatie. De raad aan zet!? ZomerRaad Dinsdag 14 juli 2015 Tessa van den Berg

Kadernota Ruimte voor bewonersparticipatie - Kaders voor inwoners en gemeentebestuur in planvorming en wijkgericht werken

Afdeling Samenleving Februari Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem

Evaluatie college participatie Evenementenkader Ouderkerkerplas

Implementatieplan interactief beleid

Werkstijl Oog voor kwaliteit, zorgvuldigheid en timing (vorm en inhoud)vanuit eigen expertise ingezet

MONITOR BURGERPARTICIPATIE 2013 ENQUÊTE

Participatieladder. Vorm van participatie

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

De Utrechtse Participatiestandaard

Burger- en overheidsparticipatie Theoretisch kader

VERORDENING WMO ADVIESRAAD SCHIEDAM

algemene inspraak- en participatieverordening gouda

Stichting Beter Zeist Studiebijeenkomst BURGERPARTICIPATIE

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord 2. Samenvatting Doelstellingen van burgerparticipatie Definitie Onderscheid inspraak en participatie 6

Gemeente Leusden. Bomenplan Module E: Bomen en burgers

Protocol Interactieve Beleidsontwikkeling (IBO)

Communicatieplan WMO. Communiceren over de WMO. doen we zo

Gewijzigd. Rolverdeling bij planvorming. Toelichting en praktische handvatten

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

I Inleiding. Startnotitie Burgerparticipatie binnen de gemeente Cuijk. Vastgesteld in de rekenkamercommissie van 23 februari 2010.

Interactief werken gemeente Zeist:

Aan de Gemeenteraad. 12 januari Betreft: Routeplanner Right to Challenge. Geachte leden van de Gemeenteraad,

Adviesraad Sociaal Domein ADVIESRAAD GILZE EN RIJEN

Bijlage 3. Voorbeeld gezamenlijk communicatieplan gemeente & COA bij vestiging van een nieuw azc. 1 van 8

Kadernota Burgerparticipatie 2013 Investeren in betrokkenheid. Gemeente Reusel-De Mierden

Regeling burgerparticipatie Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad

Informatienota voor de gemeenteraad

Maatschappelijke structuurvisie Projectopdracht / Plan van Aanpak

ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN

Beleidsnotitie burgerparticipatie

PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016

Vragenlijst Delft Internet Panel Delftse Participatie Aanpak 2016

Inleiding. De Utrechtse participatiestandaard. DE UTRECHTSE PARTICIPATIEAANPAK IN HET KORT - stand van zaken 2016

18 nov Postreg.nr. Directeur: Tel.nr K. Burger

Een betrouwbare overheid. Gemeentelijke samenwerking en financiën

Decentrale regelgeving

In het onderstaande overzicht is een stand van zaken aangegeven per juni De indeling is gebaseerd op het actieplan Bestuurlijke

Lokale democratie onder / december 2017

Beter beleid door burger-participatie: doel en methoden

Zo kijkt VVJ naar participatie 1

Ridderkerk dragen we samen!

Leidraad voor omgaan met initiatieven van inwoners of van de gemeente. Korte versie

Zelfevaluatie Wmo-raden 2014

Bijlage 4. Procesvoorstel samenspraak Voorweg-Noord

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

h. Adviesraad: de in artikel 3 lid 5 genoemde en door het college in te stellen adviesraad

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 9 oktober 2007 Nummer voorstel: 2007/113

Verordening Adviesraad Sociaal Domein 2016

Aan burgemeester en wethouders

Visie Beheer Openbare Ruimte

Procesvoorstel co-creatie.

Workshop Stakeholderparticipatie Hoe betrekken van verschillende doelgroepen bij het ontwikkelen van (beleids)plannen? 15/09/2015. CIVINET, Antwerpen

Burgerbetrokkenheid in Beweging. Wat vraagt succesvolle participatie van en met burgers van uw gemeente?

Behandelend ambtenaar: J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Bijlage. Vooraf: algemeen uitgangspunt

Toespraak staatssecretaris Bijleveld (BZK) Festival In actie met burgers! Woensdag 16 december Dames en heren,

Structuur Lokaal Toeristische Adviesraad LTA

Raadsvergadering. 1 oktober Gevraagde beslissing 1. In te stemmen met het proces van de totstandkoming van de Strategische Agenda.

Van : L. de Ridder DMS nr: Aan : Gemeenteraad Datum : 19 mei 2011 Onderwerp : Start duurzaamheidsbeleid c.c. :

Kaders voor burgerparticipatie

Participatie in Nederlandse cases. Publieksparticipatie. The Bridge. Toren. De Overspanning. Toren

Leidraad communicatie en participatie particuliere (bouw)initiatieven

onder intrekking van de inspraakverordening 2004, de Algemene inspraak- en participatieverordening Waalwijk 2012 vast te stellen.

Notitie Werkgroep Burgerparticipatie

Aan Provinciale Staten

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Strategisch Communicatie Beleidsplan

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG. Duivenvoordecorridor

Beleidsparticipatie. Hier komt de titel van de presentatie

Stap 1 planning burgerjaarverslag

Kent u de sport- en cultuurregeling?

Handreiking Interactieve beleidsvorming en profilering gemeenteraad. Gemeente Waalre 10 oktober 2005

Communicatie en participatie

Roerdalen luistert! Wat vindt u? Praktische handleiding voor burgerparticipatie en interactieve beleidsvorming.

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Transcriptie:

Behoort bij besluit van de raad der gemeente Oldenzaal van 3 april 2008, nr. 188. De griffier,

INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding blz. 1 2 Probleem- en doelstelling blz. 1 2.1 Probleemstelling blz. 1 2.2 Doelstelling blz. 2 3 Definitie en visie blz. 2 3.1 Definitie blz. 2 3.2 Visie blz. 2 3.3 Het belang van burgerparticipatie, de gewenste effecten blz. 3 4 Criteria, kaders en randvoorwaarden blz. 4 4.1 Afwegingscriteria blz. 4 4.2 Kaders blz. 5 4.3 Randvoorwaarden blz. 5 5 Toepassing blz. 6 6 Rolverdeling blz. 7 6.1 Rol burgemeester blz. 7 6.2 Rol college blz. 7 6.3 Rol raad blz. 7 6.4 Rol ambtenaar blz. 7 6.5 Rol externe partijen blz. 7 Bijlage 1: Vormen van burgerparticipatie blz. 9

1 Inleiding Het Nederlandse politieke systeem is er een van representatieve democratie : er worden vertegenwoordigers gekozen in diverse volksvertegenwoordigende organen (gemeenteraad, 2 e kamer, enz.) en zij worden geacht namens hun kiezers besluiten te nemen. Maar weinig burgers voelen zich echt betrokken. Sommigen voelen zich zelf buitengesloten van de politiek. De landelijke overheid heeft zich enkele jaren geleden bezonnen op de wijze waarop de afstand tussen lokaal bestuur en burger verkleind zou kunnen worden. Dit heeft o.a. geresulteerd in de invoering van het dualisme binnen de lokale politiek. Hiermee wordt beoogd wordt de volksvertegenwoordigende rol van de gemeenteraad te versterken. Ook in het Coalitie Akkoord 2006-2010 (blz. 2) wordt de nodige aandacht aan de relatie tussen burger en bestuur geschonken. De coalitiepartijen zetten hoog in op transparantie en eerlijke communicatie tussen bestuur en burger. Daarbij gaat het, naast een open en communicatieve bestuursstijl, ook om concrete instrumenten zoals de positionering van wijkorganen, het politiek forum en burgerinitiatief. Gemeenten zoeken in toenemende mate naar instrumenten om de betrokkenheid van de burger bij de voorbereiding en de uitvoering van het beleid te versterken. Burgerparticipatie is één van de instrumenten. 2 Probleem- en doelstelling In de dagelijkse praktijk betrekt de gemeente de burger al bij verschillende processen. Het ontbreekt echter aan een beleidskader op basis waarvan het instrument Burgerparticipatie op een éénduidige manier kan worden toegepast. Daarvoor is het in de eerste plaats nodig te beschrijven wat we onder Burgerparticipatie verstaan. Op basis van de definitie en de visie kan dan bepaald worden hoe te handelen bij op te starten beleids- en uitvoeringsprocessen. Voor dat handelen zal een zo concreet mogelijk instrument moeten worden vervaardigd. 2.1 Probleemstelling Er moet antwoord komen op de volgende vraag: Op welke manier kan het instrument Burgerparticipatie een meerwaarde creëren voor de kwaliteit van de gemeentelijke beleids- en uitvoeringsprocessen en het draagvlak daarvoor? Visietraject Wmo In het najaar van 2006 is het visietraject Wmo gestart. In verschillende (interactieve) bijeenkomsten voor verschillende (doel)groepen zijn ingredienten verzameld voor de Wmo-visie. In oktober 2006 is gestart met een bijeenkomst voor het brede veld waarin de Wmo is toegelicht, de Wmo-mobile gepresenteerd en het beeld is weggezet van de breedte, de omvang, van de Wmo. Voor de bijeenkomst waren zowel vragers als aanbieders op de negen prestatievelden, maar ook gemeenteraadsleden en medewerkers van de gemeente uitgenodigd. In een tweede, interactieve, bijeenkomst op 21 november 2006 met het brede veld van vragers en aanbieders, politiek en medewerkers is in workshops gewerkt aan een aantal Wmo-thema s: de civil society, de rolverdeling, de verdeling van schaarse middelen en het mensbeeld in de Wmo. In diezelfde periode is met de Klankbordgroep cliënten Wmo, waarin verschillende adviesorganen vertegenwoordigd zijn die met de vraagkant van de Wmo te maken hebben, gewerkt aan het leveren van input voor de Wmo-visie. In totaal zijn vier bijeenkomsten gewijd aan visievorming. De laatste bijeenkomst vond plaats op 16 maart 2007. Voor medewerkers van de gemeente die met de Wmo te maken hebben of krijgen, is op 5 maart 2007 een visiebijeenkomst georganiseerd. De bijeenkomst stond in het teken van het opleveren van input voor de visie, specifiek gericht op de thema s civil society en de rolverdeling. Op 6 maart 2007 is voor de gemeenteraad een bijeenkomst georganiseerd. Doel van deze kaderstellende bijeenkomst was het verzamelen van kaderstellende uitspraken over de Wmo. De uitspraken zijn ook betrokken bij de vorming van de visie. pag. 1

2.2 Doelstelling In deze kadernota willen we een antwoord geven op de volgende vragen. Wat verstaan we onder burgerparticipatie? We geven een definitie van en visie op burgerparticipatie (hoofdstuk 3). Wie zet wanneer het instrument burgerparticipatie in? Om te kunnen bepalen of het onderwerp zich leent voor het inzetten van het instrument. Burgerparticipatie stellen we afwegingscriteria op (zie onder 4.1). Hoe moeten we het instrument burgerparticipatie inzetten? Zodra de vorige vraag positief beantwoord is zal moeten worden nagedacht over de kaders waarbinnen en randvoorwaarden waaronder we het instrument gaan inzetten (zie 4.2 en 4.3). 3 Definitie en visie Bij burgerparticipatie maken we een onderscheid tussen algemeen belang en individueel belang. Voor het omgaan met individuele belangen zijn veelal wettelijke procedures voorhanden. Het instrument Burgerparticipatie zetten we dan ook in voor het algemeen belang. Burgerparticipatie is niet hetzelfde als inspraak. In de gemeentelijke Inspraakverordening (van december 2006) wordt geregeld hoe burgers (moeten) kunnen meepraten over gemeentelijke beleidsvoornemens. Daarbij heeft ook inspraak alleen zin als er sprake is van beleidsvrijheid. Bij sommige aangelegenheden is inspraak een verplichte zaak (bijvoorbeeld op het terrein van ruimtelijke ordening). 3.1 Definitie Integraal veiligheidsplan 2008: Input voor het Integrale Veiligheidsplan is onder andere verkregen door middel van een internetpeiling onder verschillende inwoners van de gemeente Oldenzaal. Bij burgerparticipatie gaat het in zijn algemeenheid om het op de juiste wijze betrekken van burgers bij beleidsvormingsprocessen. Van daaruit hanteren we de volgende definitie: Burgerparticipatie is een proces waarbij ( groepen van) burgers, organisaties en bedrijven in meer of mindere mate worden betrokken bij het te vormen beleid. Wij willen dat doen vanuit een interactieve grondhouding en werkwijze. 3.2 Visie In ons democratisch bestel worden politieke vertegenwoordigers geacht besluiten te nemen in het algemeen belang. De politiek zoekt daarbij steeds naar zoveel mogelijk draagvlak voor de keuzes die ze maken. Op de weg naar een (politiek) besluit is het dan ook zaak waar mogelijk de burger (de kiezer) zoveel mogelijk te betrekken in het proces. Per onderwerp moet worden afgewogen hoe breed, interactief en intensief die betrokkenheid moet zijn. Wettelijke verplichtingen kunnen daarbij de richting bepalen. Het initiatief om betrokken te geraken kan ook van de burger zelf komen. Daarvoor is het nodig dat de gemeente zorgt voor goede en tijdige informatieoverdracht. Bij interactief beleid betrekt een overheid burgers, maatschappelijk organisaties, bedrijven en/of andere overheden bij het beleidsvormingsproces (een proces dat loopt van probleemanalyse en definitie, naar beleidsontwikkeling, beleidsbepaling, uitvoering en evaluatie). Participatie kan plaatsvinden in verschillende fasen van het proces: vanaf de voorbereiding, bij de kaderstelling door de raad, tot de evaluatie van de uitvoering door de ambtelijke organisatie. Interactieve beleidsvorming heeft de nodige voordelen. Echter, als het op de verkeerde manier, op een verkeerd moment of bij een verkeerd onderwerp wordt ingezet, kunnen de argumenten vóór interactief beleid tegelijkertijd de valkuilen zijn. pag. 2

Grote betrokkenheid kan leiden tot een beter zicht op wat in de samenleving speelt. Dé samenleving bestaat echter niet. Aan de ene kant kan de informatie-uitwisseling, het begrip en vertrouwen toenemen, aan de andere kant kunnen tegenstellingen worden blootgelegd en conflicten worden aangewakkerd. Samenwerking kan leiden tot betere resultaten, ambities die verder reiken. Belangentegenstellingen leiden evenwel ook vaak tot compromissen, die meer tijdsbeslag vragen, leiden tot minder slagvaardigheid, een minder creatieve oplossing of een afzwakking van de ambities. Het instrument Burgerparticipatie zal de kwaliteit van en het draagvlak voor het gemeentelijk beleid kunnen vergroten. Het instrument moet dan wel juist worden gebruikt, het kan niet op goed geluk worden ingezet. De afweging over de inzet van het instrument Burgerparticipatie moet een vast onderdeel van het werkproces zijn. Zowel bij beleids- als uitvoeringsprocessen, bij structurele als projectmatige processen. Burgers kunnen op verschillende manieren bij het gemeentelijk beleid betrokken worden. Dat wordt zichtbaar in de hierna beschreven participatieladder. Deze ladder onderscheidt vijf niveaus van participatie. Hoe hoger op de ladder, hoe meer invloed de burgers op het beleid hebben. Van onder naar boven op de ladder: Informeren De gemeente bepaalt de besluitvormingsagenda en houdt burgers op de hoogte. De informatie loopt van gemeente naar burger en is dus niet interactief te noemen. Raadplegen / consulteren De gemeente bepaalt in hoge mate zelf de agenda maar ziet burgers als gesprekspartner bij de ontwikkeling van beleid. De gemeente verbindt zich niet aan het resultaat van de gesprekken. Adviseren / meedenken De gemeente stelt samen met de burgers de agenda op, geeft hen de gelegenheid problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren, waarbij hun ideeën een volwaardige rol spelen in de ontwikkeling van beleid. De gemeente verbindt zich in beginsel aan het resultaat, maar kan beargumenteerd afwijken. Coproduceren / mee uitvoeren De gemeente komt samen met de burgers een agenda overeen en zoekt oplossingen. De gemeente verbindt zich aan deze oplossingen. Meebeslissen De beleidsvorming wordt aan de burgers overgelaten, waarbij de ambtenaren een adviserende rol spelen. De gemeente neemt de resultaten over, na toetsing aan vooraf gestelde randvoorwaarden. 3.3 Het belang van burgerparticipatie, de gewenste effecten Burgerparticipatie heeft de volgende doelen. Kwaliteit: Burgers hebben vaak kennis in huis die de gemeente ontbeert, met name over de eigen directe omgeving. pag. 3

Door gezamenlijk te werken aan de ontwikkeling of uitvoering van plannen kan, binnen de vastgestelde randvoorwaarden beter aangesloten worden bij de specifieke lokale situatie en de wensen van de gebruiker. Draagvlak: Betrokkenheid van burgers bij de totstandkoming van een plan en/of de uitvoering hiervan, leidt ertoe dat hij zich gehoord voelt. Als de burger dichtbij het proces van planvorming en/of realisatie zit, mag bovendien verwacht worden dat hij onvervulbare wensen als niet-realistisch erkent. Een toegenomen draagvlak kan er ook toe leiden dat de burgers hart hebben voor de zaak. Bondgenootschap: Burgerparticipatie kan ertoe leiden dat de burger een kijkje in de keuken krijgt van het politieke besluitvormingsproces. Daarbij kan het algemene inzicht ontstaan dat de gemeente keuzes en een afweging van belangen moet maken. De burger wordt geconfronteerd met opvattingen en randvoorwaarden waaraan hij niet had gedacht. Daarmee ontstaat meer begrip voor het handelen van de gemeente. Imago: Burgerparticipatie leidt tot een samenwerkingsproces. Los van de concrete en zichtbare resultaten die een dergelijk proces kan opleveren, is het samenwerkingproces zelf ook van belang. De burgers kunnen hierdoor leren dat met de gemeente goed samengewerkt kan worden. Daardoor neemt het vertrouwen in de gemeente toe. Al met al kan gesteld worden dat burgerparticipatie een logisch gevolg is op onze inspanningen om de burger meer te betrekken bij onze gemeente. Burgerparticipatie is echter een complex instrument. Wil dit instrument kans van slagen hebben dan dient er op bestuurlijk en ambtelijk niveau waarde te worden gehecht aan burgerparticipatie. Bij de randvoorwaarden voor invoering komen we hierop verder terug. 4 Criteria, kaders en randvoorwaarden Burgerparticipatie heeft verschillende vormen (zie bijlage 1), die gerangschikt kunnen worden via de participatieladder. Welke vorm van participatie gekozen wordt is afhankelijk van de aard van het onderwerp, de te bereiken doelgroep en de fase in het beleidsvormingsproces. Er kunnen meerdere vormen tegelijkertijd worden ingezet. Indien het onderwerp zich leent voor burgerparticipatie worden vervolgens kaders en randvoorwaarden bepaald. De hierna beschreven afwegingscriteria, kaders en randvoorwaarden vormen een checklist om te bepalen of, wanneer en hoe het instrument Burgerparticipatie moet worden ingezet. 4.1 Afwegingscriteria Als eerste stap moet worden bepaald of het onderwerp zich leent voor burgerparticipatie. Daartoe zal een aantal zaken in beeld gebracht moeten worden en tegen elkaar moeten worden afgewogen (de afwegingscriteria hebben betrekking op trede 2, 3, 4 en 5). De eerste trede van de participatieladder, het verstrekken van informatie, zal altijd toegepast worden. Het betreft hierbij de volgende zaken: Wat is het doel van de participatie, wat wil je ermee bereiken? (groter draagvlak, informatie vanuit de burgers krijgen, betere aansluiting bij wensen, meer integraliteit, hogere kwaliteit door specifieke kennis en ervaring van burgers?, enz.) Is er voldoende vrije beleidsruimte, beïnvloedingsruimte? (meerdere oplossingsvarianten of scenario s mogelijk, politiek/ bestuurlijke ruimte) pag. 4

Is er voldoende tijd? (deadlines in het project, bestuurlijk, subsidies, enz.) Hoeveel geld /personele capaciteit kost het en is dat beschikbaar? Is de doelgroep duidelijk te omschrijven? Van welke personen en organisaties worden de belangen geraakt, representativiteit? Is het onderwerp voor voldoende mensen interessant (maakt het de belanghebbenden echt uit wat er gebeurt of gelooft men het wel?) Is de problematiek geschikt? (niet te emotioneel beladen, te politiek gevoelig, te technisch, geen uitzicht op zichtbare afspraken binnen een afzienbare tijd?) Is er een reële kans op constructieve samenwerking met de participanten? (tegenstrijdige belangen, emotioneel beladen onderwerp) Is er evenwicht tussen de kosten en de baten van de burgerparticipatie? Als het antwoord op een van deze punten negatief is, zal bekeken moeten worden of dit alsnog op enige wijze positief kan worden ingevuld. Vervolgens zal een afweging plaats dienen te vinden en deze afweging wordt verwoord in het voorstel tot wel of niet burgerparticipatie. 4.2 Kaders Is de keuze voor het inzetten van het instrument Burgerparticipatie positief dan worden de kaders vastgesteld. De kaders liggen in principe vast voor de hele duur van het proces. Voortschrijdend inzicht tijdens het proces moet echter tot bijstelling kunnen leiden. Logischerwijs wordt over de kaders met alle betrokkenen goed gecommuniceerd. Kaders zijn: Afbakening van het onderwerp Bepalen welke onderdelen worden voorgelegd Vaststellen van de doelgroep die erbij wordt betrokken Bepalen wat de vrije ruimte, de beïnvloedingsruimte is Belangen van derden Contractuele verplichtingen Bepalen in welke fase van de besluitvorming de doelgroep wordt betrokken Hoeveel invloed krijgen de participanten, de trede van de participatieladder Vorm van de participatie bepalen (methode, instrument) Financiële randvoorwaarden bij de participatieruimte aangeven Kostenaspect/budget bepalen Tijdsplanning opstellen 4.3 Randvoorwaarden Interactieve beleidsvoering heeft voordelen. Als het echter op een verkeerde manier, een verkeerd moment of bij een verkeerd onderwerp wordt ingezet, zijn de argumenten vóór interactief beleid tegelijkertijd de valkuilen. Burgerparticipatie kan niet op goed geluk worden ingezet. Randvoorwaarden zijn: Bereidheid van de deelnemers Representativiteit van de doelgroep Duidelijkheid waarover men wel of niet kan meepraten, wat al vastligt en waar nog beleidsruimte speelruimte is Helderheid over de status van de inbreng, de mate van invloed Gemeentelijk aanspreekpunt instellen Afspreken wie voorzitter is, ambtelijk of bestuurlijk. Bij uitvoerende zaken die niet politiek gevoelig liggen kan een ambtelijke behandeling volstaan Niet tussentijds spelregels veranderen, tenzij alle deelnemers het ermee eens zijn pag. 5

Minimaal twee weken voorafgaand aan de start van een participatieproces belanghebbenden informeren door minimaal een artikel in Nieuwsblad Oldenzaal (de KOM) en op de website. Direct betrokkenen dienen overigens per brief te worden benaderd. Adequate informatievoorziening voor de deelnemers zodat men voldoende kennis heeft om mee te kunnen denken/praten. Professionele aanpak van de communicatie (communicatieplan, verantwoordelijke voor communicatie/informatie benoemen, gespreksleiders, beeldend en schriftelijk materiaal enz.) De werkzaamheden van het participatieproces zichtbaar maken voor alle inwoners van de gemeente (publiciteit) Afspraken over wel of niet maken van verslagen en aan wie deze worden toegestuurd Terugkoppeling (beargumenteerd) wat met de inbreng is gedaan Bij verdere behandeling van het onderwerp door de raad deelnemers schriftelijk daarover berichten i.v.m. het inspreekrecht Afstemming wederzijdse rollen raad/college. 5 Toepassing Participatiebeleid vraagt om een op samenwerking gerichte houding en vereist interactie. Een interactieve grondhouding en werkwijze is niet 1-2-3 gemeengoed. Het moet worden geïmplementeerd in zowel de bestuurlijke als ambtelijke organisatie. Van het bestuur vraagt het een open en communicatieve houding met voortdurende aandacht voor de invloed die men wil behouden en afstaan. Om het in de totale organisatie voortdurend tussen de oren te krijgen is het wellicht nodig trainingen of andere vormen van begeleiding in te zetten. Het moet een normaal onderdeel van het dagelijks handelen worden. De implementatie is meer dan het hebben van een bepaald instrumentarium, het is ook een kwestie van cultuur: de meerwaarde er van inzien en er naar handelen. In de ambtelijke voorstellen aan het college moet een paragraaf burgerparticipatie een vast onderdeel vormen. In deze paragraaf wordt altijd ingegaan op de eerste trede van de participatieladder, hoe de burger te informeren. Daarbij wordt de doelgroep en de wijze van informatievoorziening beschreven. In de paragraaf burgerparticipatie wordt aangegeven of wel of niet burgerparticipatie wordt toegepast. Voor de afweging worden de criteria van paragraaf 4.1 gebruikt. Als burgerparticipatie wordt toegepast dan worden in het betreffende voorstel de kaders waarbinnen en randvoorwaarden waaronder hiervan beschreven. Bos-impuls: Om meer inzicht te krijgen in de mogelijke achterstanden in de wijken van Oldenzaal en de specifieke achtergronden daarvan is op 12 december 2005 een bijeenkomst georganiseerd waarvoor diverse organisaties zijn uitgenodigd. Daarbij moet gedacht worden aan vertegenwoordigers van het primair en voortgezet onderwijs, de welzijnsinstelling, de wijkorganen, politie, sportverenigingen, sportscholen, maatschappelijk werk e.d. Allereerst zijn de aanwezigen op de hoogte gebracht van de mogelijkheden die de BOS-regeling biedt. Vervolgens is op een interactieve wijze per wijk in kaart gebracht welke achterstandssituaties zich voordoen en welke aanpakken hiervoor gewenst zijn. Ook is gevraagd aan te geven welke partners in het veld zouden moeten meedoen aan de BOS-arrangementen. Vervolgens zijn er afspraken per wijk gemaakt om de arrangementen verder in te vullen. De projectgroep heeft de oogst van de bijeenkomst d.d. 12 december 2005 vergeleken met voorhanden informatie opgenomen in gemeentelijke en regionale nota s en onderzoeksresultaten van de afgelopen 6 jaar. Bestudeerd zijn het Leefbaarheidonderzoek, de Wijkvisie Zuid-Berghuizen, de nulmeting Kies voor Hart en Sport, de enquêteresultaten Kies voor Hart en Sport, de onderzoekscijfers sportparticipatie en het onderzoeksrapport E-MOVO (Elektronische Monitoring en Voorlichting) van de GGD Twente. Aan de hand van deze gegevens zijn door de projectgroep per wijk keuzes gemaakt voor wat betreft de te bestrijden achterstand(en), de doelgroep en de doelstellingen die de basis vormen voor de verschillende arrangementen. Begin februari 2006 is een overzicht met de verzamelde gegevens en daarbij zoveel mogelijk bij de geconstateerde achterstand passende arrangementen naar de betrokken organisaties van de verschillende wijken gestuurd. Op basis daarvan werden medio februari 2006 per wijk rondetafelgesprekken gevoerd met de betrokken organisaties in het veld. De rondetafelgesprekken hadden tot doel: -het opnieuw onder de aandacht brengen van het belang van het BOS-initiatief (stimuleren, draagvlak creëren); - checken of de geconstateerde achterstanden overeenkomen met het gevoel in het veld;- het nader toelichten en bespreken van de mogelijke arrangementen en hun werking op de doelgroep;- arrangementen eventueel aanpassen;- partners zoeken voor de uitvoering van de arrangementen. Al deze handelingen hebben uiteindelijk geleid tot de Bos-aanvraag die bij het ministerie is ingediend. pag. 6

6 Rolverdeling Bij interactieve beleidsvorming zijn veel partijen betrokken. Iedere partij heeft z n eigen rol in dit samenspel. 6.1 Rol burgemeester Met de invoering van het dualisme heeft de burgemeester de wettelijke plicht te rapporteren in het burgerjaarverslag over de kwaliteit van de burgerparticipatie. Van daaruit wordt voortdurende aandacht gevraagd voor de mate waarin het instrument Burgerparticipatie wordt ingezet en de vruchten die dit afwerpt. 6.2 Rol college De formele rol van het college c.q. de verantwoordelijk portefeuillehouder is die van opdrachtgever in het interactieve beleidsvormingsproces. Daarbij hoort de verantwoordelijkheid voor de keuze van wel/niet interactieve beleidsvorming, zo ja voor de manier waarop en voor de verantwoording richting gemeenteraad. Naast de formele rol is er de niet te onderschatten representatieve rol. Als gezicht van de gemeente in de interactie met diverse belanghebbenden. Daarbij hoort het publiekelijk laten zien dat het college gelooft in het proces en externe partijen stimuleert tot deelname. Naast het zich betonen als een enthousiast en betrouwbaar gesprekspartner hoort hierbij ook dat tijdens het proces waar nodig uitleg wordt verschaft over het waarom er wel of niet iets gedaan wordt met de ideeën die zijn ingebracht. Het hoeft geen betoog dat binnen het college goede afspraken vereist zijn, indien er meerdere portefeuillehouders bij het interactieve proces betrokken zijn. 6.3 Rol raad De gemeenteraad neemt een bijzondere positie in omdat ze een antennefunctie vervult voor signalen uit de samenleving en ze daarmee input leveren voor de beleidsvorming. De raad speelt vooral een rol in de initiatieffase. Opgemerkt zij dat de interactieve rol van de raad beperkt is in termen van tijd, kennis en middelen. Het is daarom raadzaam dat de raad het overgrote deel van de interactieve beleidsvorming opdraagt aan het college. Als hoogste besluitvormende orgaan van de gemeente kan de raad wel kaders stellen en de mate waarin, de partijen waarmee en de wijze waarop het beleid interactief wordt ontwikkeld expliciet vastleggen en het college vragen zich over de uitvoering daarvan te verantwoorden. 6.4 Rol ambtenaar Vaak zijn er bij een interactief proces meerdere ambtenaren betrokken. Ieder heeft dan zijn eigen rol met bijbehorende specifieke taken. Die rollen en taken liggen besloten in de functie van projectleider, de inhoudelijk deskundige en in ondersteunende functies (bijvoorbeeld een rol vanuit communicatie, een onderzoeksadviseur, controlling). 6.5 Rol externe partijen De ene externe partij is de andere niet. Het is een vlag waaronder verschillende ladingen schuil gaan. Verschillen tussen bewonersgroepen onderling, tussen maatschappelijke instellingen en bedrijven. Allen hebben een verschillend kennisniveau, verschillende doelen, motieven en andere middelen. Als regisseur van het beleidsvormingsproces moet de gemeente zich hier goed en voortdurend van bewust zijn. pag. 7

We maken een onderscheid in een rol voor burgers en voor externe organisaties, instellingen en bedrijven. Burgers zijn onder te verdelen in georganiseerde (bewoners)groepen (bewonersplatforms, adviesraden) en individuele burgers. Van beide wordt een tijdsinvestering gevraagd, die niet als vanzelfsprekend mag worden beschouwd. De burgers zullen zich dan ook afvragen of hun inbreng wel de moeite waard is en er wel iets wordt gedaan. Van belang is dat al tijdens de probleemverkenning met burgers van gedachten wordt gewisseld en zij op die manier medeeigenaar worden van het probleem. Cruciaal is dat de deelnemers eenzelfde informatieniveau hebben bij de start van het proces. Een externe organisatie kan zowel als deelnemer als mede-opdrachtgever optreden in het interactieve proces. Dat laatste zien we bijvoorbeeld bij grote projecten waarbij sprake is van publiek - private samenwerking. Dat vraagt goede afspraken en heldere en open communicatie. Externe partijen kunnen ook maatschappelijke instellingen zijn die gemeentelijk beleid uitvoeren. In de meeste gevallen zitten ze dan als deskundigen aan tafel (hun inbreng mag dan nooit vanuit een eigen financieel - belang zijn). pag. 8

Bijlage 1 Vormen van burgerparticipatie 1 - Burgerpanel - Wijkschouw - Informatiebijeenkomsten - Discussiebijeenkomsten - Referendum - Gesprekken met lokale groepen - Regulier overleg met lokale groepen - Spreekrecht - Burgerinitiatief - Internet - Huis aan huis bladen - Campagnes - Werkbezoeken - Presentaties - Inloopmarkten - Open dagen - Rondleidingen - Tentoonstellingen - Opiniepeilingen - Consumentenonderzoek - Bewonersbijeenkomsten - Toekomstdebatten - Enquêtes - Klankbordgroep(en) - Gesprekken met bewoners - Toekomstdebatten - Symposia - Scenarioworkshops - Samenwerkingsbijeenkomsten - Interactieve planprocessen - Deelnemen aan projectgroepen - Coproductie - Zelf uitvoeren 1 Deze bijlage geeft een overzicht van de vormen van burgerparticipatie zonder hierbij uitputtend te zijn. pag. 9