Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 40/2015 Datum : 4 maart 2016 B&W datum : Beh. ambtenaar : A. Fukkink Portefeuillehouder : H. Rijks Onderwerp : Surseance/Faillissement TSN Aanleiding In de media heeft u de afgelopen tijd berichten kunnen lezen van de FNV over de gevolgen van het faillissement van TSN en de gemeentelijke verplichtingen vanuit de Wmo. In de gesprekken die we gevoerd hebben met (vertegenwoordigers van) de FNV is dit ook een terugkerende discussie. In de media en in de gesprekken wordt de suggestie gewekt dat gemeenten de wet niet naleven door de cliënt hulpverlenerrelatie niet in stand te laten en de huidige arbeidsvoorwaarden van medewerkers van TSN niet te garanderen. Wij vinden het belangrijk om de visie van het college daarop weer te geven en u te informeren over ons standpunt in deze. Belangrijk daarbij is om in het oog te houden dat we geen nieuwe contracten sluiten en ook niet opnieuw aanbesteden. Op grond van de bestaande contracten met bestaande aanbieders zijn er over en weer al rechten en plichten die toezien op het overnemen van de cliënten van TSN. Inhoud mededeling Artikel 2.6.5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning Uit de gesprekken die we hebben gevoerd met de FNV blijkt dat de FNV met de gemeentelijke verplichtingen doelt op artikel 2.6.5 van de Wmo. Dit artikel luidt als volgt: 1. De aanbieder aan welke een overheidsopdracht voor het leveren van een voorziening wordt gegund, overlegt met de aanbieder of aanbieders die in opdracht van het college laatstelijk voor hem die voorziening leverden dan wel na hem gaan leveren, over de overname van het betrokken personeel. 2. Het college houdt bij het verlenen van een overheidsopdracht voor het leveren van een maatwerkvoorziening rekening met de mate waarin de aanbieder zorg draagt voor continuïteit in de hulpverlening tussen degenen aan wie een maatwerkvoorziening wordt verstrekt en de betrokken hulpverleners. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld. 3. Het college ziet erop toe dat: a. het overleg, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt, onverminderd het bepaalde in de artikelen 662 en 663 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; en b. de aanbieder of aanbieders, bedoeld in het eerste lid, zoveel mogelijk inspanning leveren om bij het overleg, bedoeld in het eerste lid, de overname van betrokken personeel en het voortzetten van bestaande relaties tussen hulpverleners en cliënten te bewerkstelligen. Uit de toelichting op dit artikel blijkt dat het artikel is geschreven voor de situatie dat een partij een aanbesteding verliest. De winnende partij zal op grond van lid 1 van dit artikel in overleg moeten met de verliezende partij over de overname van het betrokken personeel.
Uit de toelichting blijkt dat op grond van lid 2 de gemeente bij de aanbesteding al rekening moet houden met het feit dat een opdrachtgever een aanbesteding kan verliezen. Bij de inschrijvingen kunnen gemeenten bijvoorbeeld een plan van aanpak vragen van aanbieders over hoe ze om zullen gaan met de bestaande cliënt-hulpverlener relatie. Dit kan bij de beoordeling dan, als het plan van aanpak goed is, extra punten opleveren. Ook moeten gemeenten in contracten met de winnende aanbieder (inspannings-) verplichtingen opnemen inzake het voeren van overleg over het overnemen van hulpverleners (art. 5.1 Uitvoeringsbesluit Wmo). Lid 3 legt, kort gezegd, een verplichting neer bij de gemeente om er op toe te zien dat het overleg tussen de verliezende en de winnende aanbieder ook daadwerkelijk plaatsvindt. Bij lezing van het artikel is een aantal zaken van belang: 1. Het artikel is geschreven voor de situatie van een aanbesteding met een verliezende en een winnende aanbieder. Over de situatie van een faillissement (zoals in ons geval, zonder dat er nieuwe contracten gesloten worden) wordt in de toelichting niet gesproken. 2. Het artikel bevat inspanningsverplichtingen (voor zowel de gemeente als de aanbieders). Het artikel bevat geen resultaatverplichtingen. 3. Het artikel zegt niets over de arbeidsvoorwaarden van het eventueel over te nemen personeel. Er wordt overigens wel verwezen naar de regeling van overgang van onderneming (artikel 7:662 en 7:663 van het Burgerlijk Wetboek), maar deze regeling is niet van toepassing bij faillissement (zie artikel 7:666 BW). 4. De inspanningsverplichtingen van de gemeente zijn met name geschreven vanuit het oogpunt van de cliënt-hulpverlener relatie. Conclusie: géén resultaatsverplichtingen Artikel 2.6.5 van de Wmo kent geen dus (resultaats-)verplichtingen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden van TSN personeel. Ook is er geen resultaatsverplichting met betrekking tot de cliënt-hulpverlenerrelatie. De conclusies die de FNV zegt te trekken uit artikel 2.6.5 van de Wmo delen wij derhalve niet. Wel gesproken over overname van contracten; niet opgenomen in de wet Voor de goede orde willen wij er op wijzen dat in de wetsgeschiedenis van de Wmo wel gesproken is over het overnemen van contracten van personeel. Kamerlid Linda Voortman (Groen Links) heeft in dat kader een amendement ingediend voor artikel 2.6.5 lid 1 met de volgende tekst en toelichting: 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 662 en 663 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, ziet het college er op toe dat de aanbieder aan welke een overheidsopdracht voor het leveren van een voorziening wordt gegund, het betrokken personeel van de aanbieder of aanbieders die voor hem in opdracht van het college die voorziening leverden, overneemt. Toelichting Een verplichting tot overleg over de overname van personeel van de oude aanbieder bij het gunnen van een overheidsopdracht voor het leveren van een voorziening aan een nieuwe aanbieder, is wat de indiener betreft te vrijblijvend. Dit amendement dient ter versteviging van de positie van de mensen die werkzaam zijn bij aanbieders en het verbeteren van de continuïteit van zorg voor cliënten. Dit amendement is uiteindelijk niet terecht gekomen in de wet. De conclusie is dan ook dat de wetgever expliciet niet heeft beoogd een verplichting in de Wmo op te nemen voor het overnemen van personeel. De vrijblijvendheid die Voortman in het amendement signaleert is dus in de wet gebleven. Voor de volledigheid: ook Voortman heeft het in haar toelichting over de situatie van gunning aan een nieuwe aanbieder (en dus niet de situatie bij faillissement wanneer bestaande aanbieders cliënten overnemen). CAO VVT (Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg, Kraam- en Jeugdgezondheidszorg) Naast de discussie over artikel 2.6.5 van de Wmo wordt door de FNV ook veelvuldig verwezen naar artikel 12.3 lid 2 CAO VVT. Dit artikel kent geen verplichtingen voor gemeenten, dus strikt genomen is het voor ons niet relevant. Voor de volledigheid vermelden wij het hier toch. Het artikel luidt als volgt:
Rechtspositie hulp bij het huishouden bij overname Wmo 2. Een gemeente kan besluiten een andere dan jouw werkgever te contracteren voor het uitvoeren van de voorziening hulp bij het huishouden als bedoeld in de Wmo 2015. Als je in dat kader als uitvoerend Hulp bij het Huishouden in dienst treedt bij een andere werkgever, is je nieuwe werkgever verplicht bij in dienst name je arbeidsvoorwaarden, waaronder je salaris en je dienstjaren, toe te kennen die laatstelijk op jou van toepassing waren bij je oude werkgever. Zoals ook al uit dit artikel blijkt is het geschreven voor de situatie dat een gemeente besluit een andere dan jouw werkgever te contracteren (dus niet in de situatie dat jouw werkgever wel een contract heeft gekregen, zoals nu bij TSN). Ook hier gaat het dus, net als bij artikel 2.6.5 Wmo waarnaar ook wordt verwezen, weer om de situatie dat een winnende aanbieder het werk overneemt van een verliezende aanbieder. In de situatie van het aankomende faillissement van TSN is dit niet aan de orde. Conclusie Ook uit artikel 12.3 lid 2 van de CAO VVT kan niet de conclusie worden getrokken dat andere aanbieders verplicht zijn de werknemers van TSN, na faillissement, met behoud van arbeidsvoorwaarden over te nemen. De algemeen verbindend verklaring van de CAO VVT eindigt overigens op 31 maart 2016. De juridische relevantie van artikel 12.3 lid 2 van deze cao komt na die datum dus in een ander daglicht te staan. Gesprekken met aanbieders over overname TSN medewerkers Hoewel we van mening zijn dat artikel 2.6.5 van de Wmo niet van toepassing is op de huidige situatie, zijn we wel in gesprek met de overige zorgaanbieders die cliënten van TSN overnemen. De cliënthulpverlener relatie is hierbij aan bod gekomen, maar ook het eventueel in dienst nemen van (ex-) medewerkers van TSN. De aanbieders hebben aangegeven de door ons gevraagde inspanning te zullen leveren, maar kunnen, net als de gemeente, geen garanties geven. Gelet op de korte tijd die we hebben (eind april moeten cliënten overgaan naar de andere aanbieders) ligt onze eerste prioriteit in het ervoor zorgen dat cliënten huishoudelijke hulp blijven krijgen. Mochten (ex-)medewerkers van TSN in dienst kunnen en willen treden bij andere aanbieders, dan kijken we of we de cliënt-hulpverlenerrelatie zoveel mogelijk in stand kunnen laten. Hierover zijn én blijven we in gesprek met de aanbieders. Omdat het gaat om dienstverlening binnen bestaande contracten, kunnen we op dit punt echter geen (nieuwe) eisen stellen aan de aanbieders. HHT gelden Op het punt van de besteding van de HHT gelden zullen we deze ook bij de bestaande aanbieders niet gebruiken voor een loonkostenbijdrage en/of het verschaffen van werkkapitaal voor een onderneming (zoals bij Familiehulp/Buurtzorg). Dit sluit ook aan bij ons collegebesluit van 23 februari 2016 inzake het voorstel van Familiehulp en de eerdere raadsmededeling hierover. Wij zijn met de bestaande aanbieders wel in overleg over innovatie en in dat kader bezien we hoe we HHT gelden wel rechtmatig en doelmatig in kunnen zetten. Informatievoorziening richting cliënten Onze eerste prioriteit ligt bij het ervoor zorgen dat cliënten van TSN verzekerd zijn van huishoudelijke hulp. Vanaf 25 april staan de andere zorgaanbieders klaar om de cliënten huishoudelijke hulp te leveren. In de afgelopen dagen hebben wij bekeken welke cliënt straks ondersteuning kan krijgen van welke aanbieder. Dat staat in een brief die vandaag (vrijdag 4 maart) naar cliënten wordt verstuurd. Uiteraard kunnen cliënten kiezen voor een andere aanbieder. Indien zij dat wensen, kunnen zij dit via een bijgevoegd formulier aangeven. Uiterlijk 14 maart zijn deze reacties bij ons binnen, waarna de overgang van de huishoudelijke hulp daadwerkelijk voor elke cliënt wordt geregeld. Deze afspraken zijn op 2 maart in goed overleg met de zorgaanbieders bekrachtigd. Hiervan is ook de FNV op de hoogte gebracht. Een gelijkluidende mededeling zal door de portefeuillehouders van de gemeenten Oost Gelre en Winterswijk aan hun raden worden gestuurd. De volgende stukken zijn voor u bijgevoegd: - Brief aan cliënten met antwoordformulier De volgende stukken zijn voor u ter inzage gelegd:--
ADRES AALTEN : 4 maart 2016 Verzonden : Zaaknummer : Bijlage(n) : Referentie : Referentienummer : Uw kenmerk : Telefoonnummer : (0543) 49 33 33 Beh. ambtenaar : Dhr. A. Fukkink Onderwerp : Huishoudelijke ondersteuning Geachte M/V Naam, U ontvangt huishoudelijke ondersteuning van Thuiszorg Service Nederland (TSN). Sinds december 2015 verkeert TSN in financiële problemen. Het kan zijn dat TSN binnenkort failliet gaat. Daarom hebben wij de afgelopen maanden hard gewerkt aan een oplossing om ervoor te kunnen zorgen dat u huishoudelijke ondersteuning blijft ontvangen. In ieder geval verzorgt TSN ook al zouden zij failliet zijn tot en met 25 april 2016 de huishoudelijke ondersteuning zoals zij altijd gedaan hebben. Uw hulp komt dus nog gewoon bij u. In deze brief vertellen wij u hoe uw huishoudelijke ondersteuning er na 25 april uit zal zien. Van wie krijgt u vanaf 25 april huishoudelijke ondersteuning? Wij zullen de opdracht om bij u de huishoudelijke ondersteuning te verzorgen, verstrekken aan een van de andere door onze gemeente gecontracteerde zorgaanbieders. Deze zorgaanbieder zorgt er dan voor dat u huishoudelijke ondersteuning krijgt. U hoeft zich dus geen zorgen te maken dat u na 25 april geen huishoudelijke ondersteuning meer zou krijgen. Naam organisatie kan bij u de huishoudelijke ondersteuning verzorgen Dit betekent dat u vanaf 25 april huishoudelijke ondersteuning krijgt van Naam Org.. Zij nemen voor 25 april contact met u op om verdere afspraken te maken. Wat verwachten wij van u? Om er voor te zorgen dat u huishoudelijke ondersteuning blijft ontvangen, willen wij uiterlijk maandag 14 maart van u weten of u er mee akkoord gaat dat Naam org vanaf 25 april bij u de huishoudelijke ondersteuning gaat bieden. Als u daarmee akkoord gaat, hoeft u verder niets te doen. Ik ben niet akkoord, wat nu? Als u er niet mee akkoord gaat dat u vanaf 25 april huishoudelijke ondersteuning van Naam org krijgt, kunt u dat op het bijgevoegde antwoordformulier aangeven. U kunt het antwoordformulier in de bijgevoegde retourenvelop naar ons opsturen. Een medewerker van het Zorgloket neemt dan contact met u op. Samen met u kijken wij welke zorgaanbieder dan wel bij u de huishoudelijke ondersteuning kan verzorgen. Welke hulp gaat bij mij straks de huishoudelijke ondersteuning verzorgen?
Helaas kunnen wij niet beloven dat dezelfde hulp bij u straks de huishoudelijke ondersteuning biedt. De andere zorgaanbieders zullen, zo denken zij zelf, extra medewerkers nodig hebben die huishoudelijke ondersteuning kunnen gaan bieden. Iedereen, dus ook uw huidige hulp, kan reageren op vacatures bij de gecontracteerde zorgaanbieders: Careaz, Stichting Zorgcombinatie Marga Klompé, T-zorg, Vitaal Thuiszorg en Zorgkompas. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met één van onze medewerkers van het Zorgloket. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 8.30 tot 17.00 uur en op vrijdag van 8.30 tot 16.00 uur via telefoonnummer (0543) 49 33 33 Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders J. van der Brug Afdelingshoofd
Antwoordformulier Overname huishoudelijke ondersteuning na faillissement Thuiszorg Service Nederland (TSN) Naam : Adres : Postcode en woonplaats : BSN : o Ik ga er niet mee akkoord dat ik vanaf 25 april 2016 huishoudelijke ondersteuning krijg van Naam organisatie (gaat u wel akkoord? Dan hoeft u dit formulier niet in te sturen.) Kunt u in het kort aangeven waarom u niet akkoord gaat: Met wie kunnen wij contact opnemen om te bespreken of er andere zorgaanbieders beschikbaar zijn die de zorg van TSN over kunnen nemen? o Met mijzelf. o Met iemand anders, namelijk: naam: Relatie tot zorgvrager:.. Bereikbaar op telefoonnummer: Datum: Handtekening:..