Handboek PHC-systeemsoftware V3



Vergelijkbare documenten
Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni Gebruikershandleiding PassanSoft

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014

Gebruiksaanwijzing WTW PC-software

Handleiding Icespy MR software

Handleiding Pétanque Competitie Beheer. (versie 1.1) April 2014

SNEL AAN DE SLAG MET TecLocal

Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP

Schakel in Windows 10 automatische driver update uit : Uitleg driver (her) installeren nadat Windows 10 automatisch de driver heeft geüpdatet.

199 Kruidvat

Märklin Decoder Tool 3

SIM SAVER KORTE HANDLEIDING

Handleiding Zorgverzekeraar Winmens versie 7.29

HANDLEIDING VAN DATARECORDER SOFTWARE (FOR WS-9010)

Nieuw toegevoegd: Uitleg driver (her) installeren nadat Windows 8 en Windows 8.1 automatisch de driver heeft geüpdatet.

Een document importeren

Toebehoren SUNNY MATRIX ADMIN TOOL

Op basis van klanten-,product-,barcodegegevens wordt automatisch een barcode document aangemaakt

196 CEWE *)zie einde les

Scorebord voor ADL Openen van Help Commando s met toetsencombinaties Ophalen van gegevens nadat het programma afgesloten werd

Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP

TYPHOON DVD-MAKER. Bestnr

Handleiding. Qu-Agenda. Versie V8.1. Quantaris B.V.

Symbol for Windows BlissEditor

Handleiding. Opslag Online. voor Windows. Versie februari 2014

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING

SECRETZIP HANDLEIDING

Handleiding Pétanque Competitie Beheer

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in KraamZorgCompleet, zijn een aantal instellingen nodig:

Nederlandse Culturele Sportbond Afdeling Wedstrijdzwemmen

Intergas Verwarming B.V Wijzigingen voorbehouden.

Outlook 2010 tips & trucs

PTV MAP&GUIDE INTERNET V2 EENVOUDIG OVERSTAPPEN

Nero AG SecurDisc Viewer

Priva Blue ID Network scanner / Syslog Tool

PassThru. Installatiehandleiding. mega macs / 04.16

HANDLEIDING INFOBOARD SOFTWARE

PassThru. Installatiehandleiding VCI / 04.16

Central Station. CS website

CycloAgent v2 Handleiding

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Foto's in de service module

Webservice voor data-uitwisseling tussen FysioRoadmap en MRS Software

draaimolen programmeren PC

Handleiding Klaverjas Toernooi Beheer. (versie 2.1) April

OpenVPN Client Installatie

Divar - Archive Player. Bedieningshandleiding

Handleiding Telewerken met Windows. Inleiding. Systeemvereisten. Inhoudsopgave

Mobile Connect & Apple

ITware. Itware gebruikershandleiding

Opstarten/instellen Sportlink Bond

Elektronisch factureren

Het installeren van Microsoft Office Versie: 2.1

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Handleiding Opslag Online Client voor Windows. Versie maart 2015

Palmtop - Aqua-Max Servicehandleiding

Versie 1.0. Gebruikshandleiding. van de Stereo Controle (art. L4561N) TiStereoControl. Software voor de configuratie 06/08-01 PC

2Act! handleiding. 2Act! Handleiding. Versie Onderdeel van TendenZ ICT Product van Afd. (Web)Development

Nieuw toegevoegd: Uitleg driver (her) installeren nadat Windows Vista en Windows 7 automatisch de driver heeft geüpdatet.

Windows Live Mail Windows 8

TA72 Configuration Manager

Gebruikershandleiding MJK Link 2.15 Index

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Zorgverzekeraars Invoer [Invoer] [Opslaan] Bewerken [Bewerken] [Opslaan]

TAB NOBLE 97ic FIRMWARE UPGRADE INSTRUCTIES

1. Installatie DCElektro Studentversie

Informatieblad voor de vakman voor Vitosoft 300, type SID1

Kluwer Office. DMS Basic Medewerker. Software.kluwer.be

IVS-Basic 4.4 IVS-Professional 4.4 IVS-PowerPoint 1.1

Snel beginnen Starter System 3.2

Voer uw gegevens in en tik 'Account maken' Tik 'Akkoord' voor het accepteren van de gebruiksvoorwaarden

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING

HANDLEIDING VIEW DESKTOP. Handleiding VIEW Desktop. P. de Gooijer. Datum: Versie: 1.3

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan Wijze van werken in Outlook Informatie...

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Switch. Handleiding

8.13 Windows Hulp op afstand

Midi PDF Bladmuziek lezer

1 WORD A4 NL Data Manager - USB / / 6020 Alco-Connect

Doe het zelf installatiehandleiding

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: HANDLEIDING

Extra informatie Picasa

TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING

Handleiding Nero ImageDrive

23. Standaardbrieven (MailMerge)

Procedure ParaBench instellen en gebruiken.

1. Kennismaken met Impress

Installatie van Linux Mint 13

ONSCREENKEYS 5. Windows XP / Windows Vista / Windows 7 / Windows 8

Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in Intramed, zijn een aantal instellingen nodig:

Handleiding Migratie. Bronboek Professional

file:///c:/documents%20and%20settings/swa.windows-tf3kua... Driver help

MEDIA NAV. Handleiding voor het online downloaden van content

Welkom bij de Picture Package Producer 2

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Live Mail Windows. Deel 1 Downloaden en installeren van Windows Live Mail

Verkorte handleiding. enet-server Art.-Nr.: ENET-SERVER

ZorgMail Secure

Transcriptie:

PHC-systeemsoftware Handboek PHC-systeemsoftware V3 2012 PEHA Elektro GmbH & Co.KG Stand: October 2012

Gebaseerd op software-versie 3.1.8 2/275

Inhoudsopgave Handboek PHC-systeemsoftware V3 INHOUDSOPGAVE... 3 DEEL I INLEIDING... 6 1.1 TAKEN VAN DE GEBOUWSYSTEEMTECHNIEK (GST)... 6 1.2 PHC SYSTEEMOMSCHRIJVING... 7 1.3 ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR DE PLANNING... 7 1.4 SYSTEEMVEREISTEN (PC)... 8 1.5 DE INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE... 9 1.6 HET PROGRAMMA... 15 1.6.1 Opstarten van het programma... 15 1.6.2 De gebruikersinterface... 16 DEEL II PHC-PROJECTEN (ALGEMENE FUNCTIES)... 23 2.1 EEN NIEUW PROJECT MAKEN... 23 2.2 EEN BESTAAND PROJECT OPENEN... 24 2.2.1 Compatibiliteit met oudere software-versies... 24 2.3 EEN PROJECT OPSLAAN... 25 2.4 KANAALLIJST IMPORT EN EPORT... 26 2.5 PROJECT UIT STUURMODULE UITLEZEN... 30 2.6 EEN PROJECT VOOR MEERDERE INSTALLATIES... 33 DEEL III EEN PHC-PROJECT AANLEGGEN EN BEWERKEN... 36 3.1 MODULEN... 36 3.1.1 Algemeen... 36 3.1.2 Modulen aanleggen... 36 3.1.3 Modulen/modulegegevens oproepen en bewerken... 37 3.1.4 Module wissen... 41 3.1.5 Beëindigen... 42 3.2 STUURMODULEN... 43 3.2.1 Algemeen... 43 3.2.2 Stuurmodule selecteren (V2, V3, gemengde installaties V2/V3 (V3-gateway)... 44 3.2.3 Stuurmodule-details invoeren... 44 3.2.4 Meerdere stuurmodulen... 49 3.2.5 Modulen aan de stuurmodule toevoegen... 50 3.3 INGANGSMODULEN... 51 3.3.1 Algemeen... 51 3.3.2 Ingangsmodule 24 V (940/24 EM)... 56 3.3.3 Ingangsmodule 24 V (940/24 EM RÜ) (940/24 EM RÜ DIAG)... 56 3.3.4 Ingangsmodule 24 V (941/24 EM, schakelaar)... 56 3.3.5 Ingangsmodule 230 Volt (940/230 EM)... 56 3.3.6 Inbouw-ingangsmodule 24 V (940/24 EM o.t.)... 57 3.3.7 Inbouw-ingangsmodule 24 V (940/24 EM RÜ o.t.)... 57 3.3.8 Ingangspulsdrukkers... 57 3.3.9 8-voudige ingangspulsdrukker met display (artikelnr. 940/8.xxET D)... 61 3.3.10 Bedien- en meldtableau (941/16 TAB), (941/32 TAB)... 71 3.3.11 Virtuele ingangsmodule... 72 3.3.12 Overzicht ingangsmodulen... 72 3.3.13 Opdrachten van de ingangsmodulen... 73 3.4 UITGANGSMODULEN... 76 3.4.1 Algemeen... 76 3.4.2 Uitgangsmodule 230V/4A (940/4 AM) (940/4 AM DIAG) (942/4 AM) (942/4 AM DIAG)... 78 3.4.3 Uitgangsmodule 230V/10A (940/10 AM), (940/10 AM DIAG) (942/10 AM) (942/10 AM DIAG)... 78 3.4.4 Uitgangsmodule 230V/16A (940/16 AM)... 79 3.4.5 Uitgangsmodule 230V/16A handschakeling (940/16 AM MAN, handmatige bediening)... 79 3.4.6 Uitgangsmodule EVG (941/10 AM, EVG)... 80 3.4.7 Uitgangsmodule 24V (940/24 AM)... 80 3/275

3.4.8 Jaloezie-/rolluikmodule (940 JRM) (940 JRM DIAG) (940/24 JRM)... 80 3.4.9 Firmware-update voor alle uitgangsmodulen 942/...(en met handmatige bediening)... 81 3.4.10 Bedrijfsurenteller voor de uitgangsmodule 942/xx en 940/16A MAN... 84 3.4.11 Systeembox Schakelen (960/3 PSB)... 86 3.4.12 Systeembox Rolluik (960/3 PSB/JR)... 87 3.4.13 Overzicht uitgangsmodulen... 87 3.4.14 Opdrachten van de uitgangsmodulen... 88 3.5 DIMMERMODULE... 95 3.5.1 Fase-aansnijdings-, fase-afsnijdings- en universeeldimmers... 95 3.5.2 Dimmerparameters beschrijven... 98 3.5.3 DALI-gateway (940/8 Dali-G)... 100 3.5.4 Overzicht dimmermodulen... 103 3.5.5 Opdrachten van de dimmermodulen... 104 3.6 ANALOGE MODULE... 116 3.6.1 Analoge module 1-10 V (940 AMA)... 116 3.6.2 Overzicht analoge modulen... 117 3.6.3 Opdrachten analoge module... 118 3.7 FUNKINTERFACES... 122 3.7.1 Algemeen... 122 3.7.2 Easyclick-funkinterface 32 (940 FU C)... 123 3.7.3 Easyclick-funkinterface 120/120 (941 FU C)... 124 3.7.4 Easywave-funkinterface (940 FU)... 125 3.7.5 Overzicht van de Easyclick- en Easywave-funkinterface... 125 3.7.6 Opdrachten Easyclick- en Easywave-funkinterface... 126 3.8 MULTIFUNCTIEMODULEN... 134 3.8.1 Algemeen... 134 3.8.2 Ingangspulsdrukkers... 134 3.8.3 8-voudige ingangspulsdrukker met display (artikelnr. 940/8.xxET D)... 135 3.8.4 Multi Control Center MCC (20.940.xx MCC)... 136 3.8.5 Inbouwmodule als infraroodmodule (xx.941.xx IR)... 137 3.8.6 Beschrijving van de opdrachten van de infraroodmodule... 138 3.8.7 Inbouwmodule PHC bewegingsmelder (xx.410.xx BM)... 139 3.8.8 Beschrijving van de opdrachten van de bewegingsmelder 180... 139 3.8.9 Inbouwmodule PHC drukknop 1-voudig (Zijn niet meer leverbaar)... 140 3.8.10 Inbouwmodule PHC-drukknop 2-voudig (Zijn niet meer leverbaar)... 141 3.8.11 Beschrijving van de opdrachten voor de 1-voudige en 2-voudige PHC-drukknoppen... 142 3.8.12 Inbouwmodule PHC-drukknop 4-voudig (Zijn niet meer leverbaar)... 142 3.8.13 Overzicht multifunctiemodulen... 143 3.8.14 Opdrachten multifunctiemodulen... 144 3.9 SYSTEEMBOEN... 145 3.9.1 Systeembox Schakelen (960/3 PSB) (zie ook 3.4.11 Uitgangsmodulen)... 145 3.9.2 Systeembox Rolluik (960/3 PSB/JR) (zie ook 3.4.12 Uitgangsmodulen)... 145 3.9.3 Systeembox Dimmen... 146 3.10 KLOKKEN... 147 3.10.1 Algemeen... 147 3.10.2 Dagklokken en initialiseringsklok... 150 3.10.3 Weekklokken... 151 3.10.4 Jaloezie-/rolluikklokken... 152 3.10.5 Beschrijving van de klokopdrachten... 152 3.11 MERKERS... 152 3.12 WEERGAVETEKSTEN... 154 3.13 GROEPEN... 156 DEEL IV PROGRAMMERING... 159 4.1 BASISPROGRAMMERING... 159 4.1.1 Beschrijving van de programmeerinterface... 159 4.1.2 De Sjablonen in de basisprogrammering... 171 4.2 FUNCTIEPROGRAMMERING... 203 4.2.1 Beschrijving van de programmeerinterface... 203 4/275

4.2.2 Stuurmodule-overkoepelende programmering... 205 4.2.3 Ingangen... 205 4.2.4 Uitgangen... 208 4.2.5 Verbindingen en logische koppelingen maken... 209 4.2.6 Prioriteitentoekennning bij de jaloezie-/rolluikmodule... 218 4.2.7 Contextmenu's in de functieprogrammering... 221 DEEL V OVERDRACHT NAAR DE STUURMODULE... 228 5.1 ALGEMEEN... 228 5.2 STUURMODULE OVERKOEPELENDE OVERDRACHTSFUNCTIES... 231 5.3 OVERDRACHTSMANIEREN... 232 DEEL VI SERVICE... 233 6.1 ALGEMEEN... 234 6.2 STUURMODULESCAN... 234 6.3 SYSTEEMSCAN... 235 6.4 CONTROLEREN VAN IN- RESP. UITGANGSBEVELEN... 236 Verzonden ingangsopdrachten... 236 6.5 KLOKSIMULATIE... 237 6.6 JRM-PRIORITEITEN WISSEN... 238 6.6.1 Prioriteiten wissen, per stuurmodule... 238 6.6.2 Prioriteiten van alle stuurmodulen wissen... 238 DEEL VII PROJECTDOCUMENTATIE... 239 PROJECTEN / DOCUMENTATIE WEERGEVEN... 239 DEEL VIII MULTICONTROLCENTER (MCC)... 244 8.1 ALGEMEEN... 244 8.2 DE PROGRAMMEERINTERFACE... 245 8.3 MCC-PROJECT OVERDRAGEN... 253 8.4 FIRMWARE-UPDATE VAN HET MCC... 254 8.5 FOUTMELDINGEN TIJDENS DE OVERDRACHT... 256 8.6 WACHTWOORD VOOR HET MODULEADRES... 257 DEEL I FUNKINTERFACE EASYCLICK... 258 9.1 ALGEMEEN... 258 9.2 DE PROGRAMMEERINTERFACE... 259 9.2.1 Funkinterface... 260 9.2.2 Drempelwaarden... 266 9.2.3 Profielen... 269 9.2.4 Sensoren... 271 DEEL WIJZIGING BIJLAGE (CHANGE LOG)... 274 ALGEMEEN... 274 DEEL I OPMERKINGEN... 275 ALGEMENE OPMERKING... 275 5/275

Deel I Inleiding 1.1 Taken van de gebouwsysteemtechniek (GST) De conventionele elektrotechnische installatietechniek is gericht op de verdeling en schakeling van elektrische energie. Schakelaars worden via bedrading aan bepaalde verbruikers toegewezen. Daarbij is elke schakelfunctie in slechts één schakelcircuit werkzaam. Wijzigingen zijn vaak alleen mogelijk door het leggen van nieuwe kabels. Complexe functies zijn lastig te realiseren en daarom erg kostbaar. Tegenwoordig worden aan moderne elektro-installaties veel hogere eisen gesteld, bijvoorbeeld op het gebied van comfort, flexibel ruimtegebruik, het snel doorvoeren van wijzigingen zonder extra installatiekosten, veiligheid, centrale en decentrale besturing, milieuvriendelijkheid, besturing van licht, jaloezieën, rolluiken en markiezen, tijdfuncties en aanwezigheidssimulatie en dat alles met slechts één systeem. De conventionele elektrotechnische installatietechniek is echter niet voor deze taken toegerust. Dit leidt tot lange planningstijden, kostbare installatie en een onoverzichtelijk aantal apparaten en componenten, die bovendien niet met elkaar communiceren. Het principe van een modern gebouwsysteemtechniek is dat de elektronische componenten van het verlichtings-, verduisterings-, verwarmings-, ventilatie-, airconditioning- en beveiligingssysteem op een zinvolle en effectieve manier aan elkaar worden gekoppeld. Opdrachtgevende apparaten versturen datapakketten naar stuurmodulen. Die analyseren deze data en sturen de desbetreffende schakelopdrachten door naar de installatiedelen en apparaten. De afzonderlijke componenten worden zo centraal en betrouwbaar aangestuurd. Gebouwsysteemtechniek wordt zo een uniform concept en voldoet zo aan de toekomstige eisen en huidige vraag naar: energie- en kostenbesparing meer comfort actieve en passieve veiligheid Energie- en kostenbesparing De laatste jaren is er sprake van een duidelijk gestegen behoefte aan energie- en kostenbesparing, zowel voor de korte als de lange termijn. Energie-efficiëntie door middel van gebouwsysteemtechniek houdt in: intelligente aansturing van de airconditioning- en verwarmingsinstallatie door middel van tijdschakelklokken en weersafhankelijke sensoren zoals zonne-sensoren en venstercontacten daglichtafhankelijke lichtbesturing temperatuurregeling van afzonderlijke ruimten gecontroleerde luchttoe- en afvoer integratie van regeneratieve energiebronnen, bijv. zonnecollectoren en warmtepompen intelligente besturing van verduisteringsinstallaties Comfort Een moderne gebouwsysteemtechniek wordt vooral gekenmerkt door een hoge gebruiksvriendelijkheid. Wezenlijke functies zijn: afstandbediening voor verschillende componenten automatisch bedrijf via weerssensoren, schakelklokken en bewegingsmelders, bijv. een intelligente besturing van de jaloezieën of regeling van de ruimtetemperatuur combinatiemogelijkheid van afzonderlijke besturingsprocessen tot sferen of scènes Een voorbeeld van zo'n sfeer of scène in een privéwoning is de functietoets "Koken". Door deze toets in te drukken worden de plafond-, fornuis- en aanrechtsverlichting door de dimmer op het gewenste verlichtingsniveau gebracht en de afzuigkap en de radio ingeschakeld. Ook zijn functies als "CENTRAAL-UIT" of "PANIEK-SCHAKELAAR" eenvoudig te realiseren; hierbij worden de elektrische installaties via één schakelaar centraal bediend. 6/275

Ook in kantoorgebouwen kunnen altijd optimale licht- en luchtomstandigheden voor elke ruimte en de gewenste gebruiksdoeleinden worden gecreëerd. Meetings, voordrachten, seminars of recepties vinden zo onder de best mogelijke omstandigheden plaats. Veiligheid De integratie van sensoren in de gebouwsysteemtechniek levert ook een wezenlijke bijdrage aan de actieve en passieve veiligheid. Ze waarborgen de beveiliging van personen en bewaking van eigendommen tegen beschadiging en diefstal. Voor deze taak is de toepassing van de volgende componenten geschikt: rook- en gasmelders aanwezigheids- en bewegingsmelders weerssensoren (wind, regen, zon, schemering etc.) watersensoren toegangscontrolesystemen inbraak- en alarmsystemen Een moderne afstandbediening en automatische berichtgeving via de mobiele telefoon of per e-mail, evenals controle, bewaking en onderhoud vanaf een centrale plaats maken het veiligheidssysteem voor een gebouwmanagement tot een intelligente en moderne oplossing. 1.2 PHC systeemomschrijving Met het PEHA House Control Systeem PHC biedt PEHA een economisch gebouwbeheersysteem dat speciaal is ontwikkeld voor kleine en middelgrote gebouwen in het particuliere en zakelijke marktsegment. De elektrotechnische PHC-installatie onderscheidt zich van traditionele installaties door de consequente scheiding van stuur- en sterkstroomcircuits. Daarbij functioneren de stuurstroomcircuits met een lage veiligheidsspanning van 24 V DC. Met PHC kan de besturing van jaloezieën, rolluiken en verlichting en die van de bewakingscomponenten onderling worden gekoppeld en gecoördineerd. PHC bestaat uit een centrale stuurmodule en decentrale periferiemodulen zoals ingangsmodulen, uitgangsmodulen en dimmermodulen. De modulen kunnen als DIN-railmodule in verdelingen worden gemonteerd of als inbouwcomponenten (ingangsmodulen) als bedieningselementen ter plekke worden geplaatst. De aansturingselementen zoals drukknoppen, schakelaars, zonnesensoren, bewegingsmelders en wind- en regenmeters worden op de ingangsmodulen aangesloten. De verbruikers zoals verlichting, rolluiken, jaloezieën en schakelbare wandcontactdozen worden met de uitgangsmodulen verbonden. Met de PHC-systeemsoftware worden ingangen aan uitgangen toegewezen. Deze eenmalige toewijzing wordt in de stuurmodule opgeslagen. De stuurmodule zorgt voor het beheer van tijden, toewijzingen en opdrachten. Met behulp van de PHC-systeemsoftware zijn veranderingen en aanvullingen altijd mogelijk. De PHC-systeemsoftware kan worden gebruikt vanaf het besturingssysteem Windows-P, -Vista of -7. 1.3 Algemene aanwijzingen voor de planning Bij de planning van een PHC-project dienen de 24 V-ingangsobjecten voor licht-, rolluik-, jaloezie- en verbruikersbesturing als drukknop te worden uitgevoerd. Voor drukknopschakelingen met terugmelding is een speciale lampbouwgroep (505 LED/PHC) ontwikkeld, die in de volgende drukknoppen is ingebouwd: 550 LED/PHC-drukknoppen voor alle inbouwprogramma's 655 WAB LED/PHC-drukknoppen opbouw slagvast volgens IP44 7/275

Bij terugmeldingen moet aan elke drukknop een ingang (ingang 0 tot 7) van een ingangsmodule 940/24EM worden toegewezen. Bij het gebruik van ingangsmodule 940/24 EM RÜ kunnen alle 16 ingangen voor terugmeldingen worden gebruikt. Voor het geval er uitsluitend schakelaars, venstercontacten etc. toegepast worden, is de ingangsmodule 941/24 EM leverbaar. Bij alle andere ingangsmodulen 24 V, inbouwmodulen zijn maximaal vier schakelaars per module toegelaten. De verbindingskabels van 24 V-ingangsobjecten (drukknoppen, 24 V-bewegingsmelders etc.) naar de 24 V-ingangsmodulen dient een 4-aderige kabel te zijn, de aders moeten een diameter van min. 0,8 mm hebben. Aanbevolen wordt het kabeltype JY(ST)Y 2 x 2 x 0,8. De 0 V-kabels van de ingangen van een ingangsmodule moeten op dezelfde module worden aangesloten en mogen niet op de 0 V-klemmen van een ingangsmodule ernaast vastgeklemd worden. De voeding alsook de uitgangs- en dimmermodulen dienen voor een betere warmteafvoer in de bovenste rijen van een verdeling te worden ingebouwd. Houd bij de planning ook rekening met de informatie in de PHC-planningsmap. Deze kan gratis bij PEHA worden opgevraagd. 1.4 Systeemvereisten (PC) Om de PHC-systeemsoftware zonder beperkingen te kunnen gebruiken, dient uw PC-systeem ten minste aan de volgende vereisten te voldoen: Pentium CPU met ten minste 2 GHZ-processor of sneller min. 2 GB werkgeheugen CD-ROM of netwerk om de software op de PC te zetten 1 vrije netwerk- (RJ 45) of USB-interface 2.0 ca. 50 MB vrij geheugen op de harde schijf CD-ROM-drive met brander of een vrije USB-poort voor de back-up op een geheugenstick resp. CD-ROM (back-up dient regelmatig te worden uitgevoerd) besturingssysteem Windows P (alleen 32 bit-versie), Vista of 7 (32 of 64 bit-versie) Java Runtime Environment (afhankelijk van de PHC-softwaredownload, de bij de Windowsversie passende 32 of 64 bit-versie), minstens versie 6 update 27 De nieuwste Java Version is op http://www.java.com/de/ verkrijgbaar Voor de installatie van de nieuwe versie is de oude Java versie te deïnstalleeren en de PC opnieuw te starten. Als er geen Java geïnstalleerd is, verschijnt er een mededeling over de installatie hiervan. Belangrijke opmerking: De LAN interface van het stuurmodule V3.0 kan met de systeemsoftware V1.xx en V2.xx niet ingesteld of gebruikt worden! Deze functionaliteit is niet beschikbaar! Als de functies van het LAN-interface zullen worden gebruikt, dan is de systeemsoftware V3.xx te gebruiken. 8/275

1.5 De installatie van de software Om de PHC-systeemsoftware V 3.xx te installeren, kopieert u het installatiebestand dat u via internet hebt gedownload via uw netwerk naar de harde schijf en start vervolgens het programma " Setup_PHC_Systemsoftware_V3.xx.exe" door op het programmasymbool te dubbelklikken. U wordt nu aan de hand van verschillende vensters door de installatieprocedure geleid. Het wordt aangeraden altijd de nieuweste firmware voor het stuurmodule en de nieueste systeem software van de PEHA web-site down te loaden. 1. Set-up-programma wordt geopend, taal selecteren en bevestigen met "OK". 2. 1. De set-up-wizard wordt geopend. Klik op "Volgende". 9/275

3. Lees de licentievoorwaarden, klik op accepteren en bevestig met "Volgende". 4. Naam en bedrijf of organisatie invoeren en bevestigen met "Volgende". 10/275

Wordt er geen naam ingevoerd, dan kan de procedure niet worden voortgezet en verschijnt er een waarschuwing: 5. Selecteer de locatie waar de software moet worden opgeslagen. De opslagruimte verandert met elke nieuwere versie van de PHCsysteemsoftware 6. Is de doelmap nog niet aangemaakt, met "ja" bevestigen. 11/275

7. Als u de projectdirectory hebt geselecteerd, klikt u op "Volgende". 8. Startmenu-map selecteren en verdergaan met "Volgende". 12/275

9. Als u de installatie wilt uitvoeren, klikt u op "Installeren". Na activeren van "Installeren" wordt vervolgens de software geïnstalleerd. Het verloop van de installatie wordt weergegeven door middel van een voortgangsbalk. 13/275

10. Na de installatie sluit u de wizard af met "Voltooien". De drivers voor de stuurmodule V3 worden direct geïnstalleerd. Moeten de USB-drivers ook voor de stuurmodule V2 te worden geïnstalleerd, dan dient dit aangevinkt te worden! De bureaubladkoppeling wordt ook meteen aangelegd. Voor de communicatie met de software in een PHC-installatie mag het Java-programma niet geblokkeerd worden. 14/275

1.6 Het programma 1.6.1 Opstarten van het programma Voor het opstarten van het programma dubbelklikt u op het symbool voor de PHC-systeemsoftware V3.xx. Onder Windows kunt u het programma starten via Start, "Alle programma's", map "PEHAsoftware", "PHC-systeemsoftware V3". Het programma wordt geopend met het overzichtsvenster. Nieuw project maken, zie hoofdstuk 2.1. Project openen, zie hoofdstuk 2.2. Project uitlezen uit CTM V3, zie hoofdstuk 2.5. Hiermee wordt het softwareprogramma afgesloten. Belangrijke opmerking: Oudere programma's die zijn gemaakt met de systeemsoftware V1.xx en v2.xx, kunnen niet worden geopend en verder bewerkt met de systeemsoftware V3.xx. Alleen vanuit die software versie s, kunnen de modulen, met adressen, en benaming worden overgenomen (zie ook hoofdstuk 2.4 "Import"). Een project dat is gemaakt met de Systeemsoftware V3.xx kan in een stuurmodule CTM V2.xx worden ingespeeld maar niet in een stuurmodule CTM V1.x. De functionaliteit van de stuurmodule 3.xx is dan wel beperkt tot die van de stuurmodule 2.xx. bijvoorbeeld DALI-, AMD 16A Handbediening, nieuwe IN/Uitgangsmodulen.werken alleen op basis van de oude functionaliteiten. 15/275

1.6.2 De gebruikersinterface Op de gebruikersinterface staat naast de "huis-knop" een knoppenbalk die voor het aanleggen van nieuwe projecten en oproepen of opslaan en sluiten van bestaande projecten wordt gebruikt. Wanneer ze met de muiscursor worden aangeraakt, verschijnen er korte "tooltips" (aanwijzingen, toelichtingen). Toetsbediening In plaats van met de muis kan de besturing ook worden uitgevoerd met het toetsenbord. Hiervoor wordt de "Alt"-toets kort ingedrukt. Er verschijnen dan boven de pictogrammen de te gebruiken letters (shortcuts) waarmee de desbetreffende functies kunnen worden opgeroepen: Betekenis van de letters A..Gebruikersmenu N..Nieuw project O..Openen van een project S..Opslaan C..Project sluiten L..Gebruikt geheugen van het stuurmoduul CTM (in % van het interne geheugen) P..PHC-componentenbeheer B..Basisprogrammering F..Functieprogrammering O.Overdracht van het project M.Omschakelen naar de toetsbediening voor de Menubalk 16/275

Betekenis van de letters P.PHC-componentenbeheer B.Basisprogrammering F.Functieprogrammering O Overdracht van het project C PHC-installatie aanleggen (creeren) L.PHC-installatie wissen A.Installatie selecteren.phc-installatie configureren Onder de knoppenbalk staat de menubalk : Met de menubalk heeft men directe toegang tot het PHC-componentenbeheer, de basis- en functieprogrammering, de projectoverdracht en de installatieselectie. Na het aanleggen van een project hebt u de mogelijkheid om de menubalk te verbergen. Dit gebeurt door te dubbelklikken op het "projectnaam-tabblad. Het PHC-componentenbeheer In dit menu worden de PHC componenten zoals stuurmodule, ingangsmodulen, uitgangsmodulen, merkers, groepen, drukknoppen en MCC's aangelegd en beheeerd. Bovendien worden hier de modulen, kanalen, in- en uitgangen gemarkeerd en de firmware-updates uitgevoerd, servicefuncties uitgevoerd, extra functies voor MCC en funk-interfaces ingericht. De basis- en functieprogrammering In het menu Basisprogrammering worden door middel van Sjablonen (templates) veelgebruikte functies ter beschikking gesteld. De basisprogrammering is de eenvoudigste programmeeromgeving. Hier zijn de belangrijkste functies als kant-en-klare tools beschikbaar. Met de functieprogrammering hebt u de mogelijkheid om het systeem hlemaal vrij te programmeren met de ter beschikking staande commando's. U kunt in één project zowel gebruik maken van de basisprogrammering als van de functieprogrammering. 17/275

Een project overdragen In dit menu wordt het project overgedragen naar de stuurmodulen. Het is mogelijk om zowel naar de stuurmodulen afzonderlijk als het complete project over te dragen. Installatieselectie Deze functie is alleen,voor netwerken geschikte, stuurmodulen (942 CTM AN) mogelijk. Onder de menubalk staat het werkvenster. In dit werkvenster wordt de werkomgeving weergegeven die bij de actuele functie hoort. In de titelbalk wordt de actuele functie weergegeven. 18/275

Hoofdmenu Door de "huis-knop" aan te klikken wordt het hoofdmenu geopend. Onder "Project" kunnen nieuwe projecten worden aangelegd, bestaande projecten worden opgeroepen en opgeslagen of uit de stuurmodule V3 worden uitgelezen. Verder kunnen er klantgegevens worden ingevoerd, de projectdocumentatie worden aangemaakt en het project worden afgesloten. Onder "Kanaallijst" kan de installatieopbouw worden geïmporteerd resp. geëxporteerd. Het gaat hierbij alleen om de installatieopbouw en niet om de programmering. 19/275

Onder "Instellingen" kan het volgende worden vastgelegd: "Opslagdirectory", de directory waarin het project permanent dient te worden opgeslagen en vanwaaruit het project dient te worden opgeroepen. "Taalselectie". Hier kan worden gekozen tussen de talen Duits, Engels en Vlaams. Wanneer de software voor het eerst wordt gestart, gebeurt dit in de taal van het besturingssysteem. Indien de taal tijdens de programmering dient te worden gewijzigd, dan dient de taal in het instellingsmenu te worden gewijzigd en het softwareprogramma opnieuw te worden opgestart. Met het selecteren van "Look&Feel" kan de kleurweergave van de gebruikersinterface naar eigen voorkeur worden ingesteld. Er kan worden gekozen tussen "Style 1", "Style 2" en "Style 3". Er wordt niets veranderd aan de grafische ordening en de functionalteit. Met "Seriële interface" wordt de communicatie via de USB-poort ingesteld. Hierbij is het balangrijk dat de in het apparaatbeheer aan de stuurmodule toegewezen COMinterface overeenkomt met de instelling. Als dat niet het geval is, is overdracht van het project via USB niet mogelijk. Onder "Autosavetijd" kan de tijd worden ingesteld na welke er automatisch opgeslagen dient te worden. De fabrieksinstelling is 10 minuten. Het aantal "Autosavebestanden" die per map kunnen worden opgeslagen (1-10). De "Controlevraag bij het wissen" van bijv. modulen, kanalen, Sjablonen etc. kan hiermee worden in- of uitgeschakeld. Met "RESET versturen naar ingangsmodulen" kunnen bij de programmaoverdracht gericht alleen de ingangsmodulen worden teruggezet. Wordt "Klemmenmarkering bij kanalen weergeven" aangeklikt, dan wordt in de detailweergave van de modulen een nieuwe kolom weergegeven waarin de nummers van de klemmen (in de verdeling) kunnen worden aangegeven. Met "menubalk verbergen" kan het actieve werkvenster op het beeldscherm worden vergroot. Door te dubbelkliken op de projectnaam wordt de menubalk weer getoond. in de rubriek "Functieprogrammering: weergave van de in- en uitgangskanalen" kunnen 3 verschillende weergavevormen worden gekozen: - "Afhankelijkheid van vensterformaat" maakt bij het verkleinen van het venster de in- en uitgangskanaallijst automatisch kleiner. - "In- en uitgangskanalen via tabblad omschakelen (kleine monitors)" maakt omschakeling van de in- en uitgangskanaallijst met een tabblad erboven mogelijk. 20/275

Er wordt daarom altijd maar één kanaallijst weergegeven. - "In- en uitgangskanalen in afzonderlijke vensters (grote monitors)" geeft de standaardinstelling met afzonderlijke vensters voor de ingangs- en uitgangskanalen. In de rubriek "Gegevens technici" worden contactpersonen en de bedrijfsnaam van het uitvoerende bedrijf ingevoerd Afsluiten Met de knop "Afsluiten" dan altijd een controlevraag weergegeven: wordt het softwareprogramma gesloten. Er wordt Toetsbediening In plaats van met de muis kan de besturing ook worden uitgevoerd met het toetsenbord. Hiervoor wordt de "Alt"-toets kort ingedrukt. Er verschijnen dan boven de pictogrammen de te gebruiken letters (shortcuts) waarmee de desbetreffende functies kunnen worden opgeroepen: Betekenis van de letters P..Project K..Kanaallijst E..Instellingen (Einstellungen) O..Info (ChangeLog = veranderingen in de software sinds de laatste versie) B.Beëindigen van het programma 21/275

Submenu's: Project Kanaallijst 22/275

Deel II PHC-projecten (Algemene functies) 2.1 Een nieuw project maken Projectnaam invoeren (verschijnt vervolgens op het tabblad) Vervolgens verschijnt het PHC componentenbeheer: Het componentenvenster bevat de volgende algemene knoppen: Met de "Plus"-knop kan de rechterkeuzetabel weer worden opgeroepen. Met de ""-knop worden componenten verwijderd. Door de afzonderlijke modulegroepen aan te klikken wordt de keuzelijst met de mogelijke componenten geopend. Door nogmaals aanklikken wordt de lijst weer gesloten. De modulen kunnen door dubbelklikken aan de geselecteerde stuurmodule aan de linkerkant worden toegewezen of met slepen en neerzetten ("drag & drop") gericht naar de desbetreffende stuurmodule worden gesleept. 23/275

Met de weergave "USB" die in de beeldrand onderaan verschijnt, wordt aangegeven of er een USBverbinding tussen de pc en de stuurmodule bestaat, voor zover deze verbindingssoort is geselecteerd. = USB-verbinding via COM6 actief = geen USB-verbinding aanwezig resp. niet geselecteerd 2.2 Een bestaand project openen Met de "huis-knop" Project Openen of "Map" aanklikken Het desbetreffende project aanklikken en op "Openen" klikken of dubbelklikken op het desbetreffende bestand. Daarna wordt direct het PHC-componentenbeheer geopend. 2.2.1 Compatibiliteit met oudere software-versies Oudere programma's die zijn gemaakt met de systeemsoftware V1.xx en v2.xx, kunnen niet worden geopend en verder bewerkt met de systeemsoftware V3.xx. Alleen vanuit die software versie s, kunnen de modulen, met adressen, en benaming worden overgenomen (zie ook hoofdstuk 2.4 "Import"). Een project dat is gemaakt met de Systeemsoftware V3.xx kan in een stuurmodule CTM V2.xx worden ingespeeld maar niet in een stuurmodule CTM V1.x. 24/275

De functionaliteit van de stuurmodule 3.xx is dan wel beperkt tot die van de stuurmodule 2.xx. bijvoorbeeld DALI-, AMD 16A Handbediening, nieuwe IN/Uitgangsmodulen.werken alleen op basis van de oude functionaliteiten. 2.3 Een project opslaan Om een bestaand project op te slaan, moet ofwel in de knoppenlijst het diskettesymbool worden aangeklikt, ofwel in het dropdown-menu onder Project "Opslaan" of "Opslaan als" worden geselecteerd: Hier wordt dan de "Project"-map geopend. Na het invoeren van de naam "Opslaan" 25/275

Automatisch opslaan van projecten (autosave) Bij het aanleggen van een project wordt in de projectdirectory een map met de projectnaam aangemaakt. In deze map worden de automatisch opgeslagen projecten geplaatst. Er wordt om de x minuten automatisch opgeslagen. Deze tijd kan door de gebruiker zelf worden ingesteld. De fabrieksinstelling is 10 minuten (zie hoofdstuk 1.6.2 "Instellingen"). Per map zijn max. 10 autosave-bestanden mogelijk. Het precieze aantal kan in het menu "Instellingen" (hoofdstuk 1.6.2) tussen 1 en 10 worden vastgelegd. BELANGRIJK! Zorg ervoor dat u uw gegevens goed beveiligd. Maak regelmatig back-ups van uw projecten en kopieer deze op een stick of cd-rom. Het is mogelijk om een project uit te lezen uit de stuurmodule V3, maar niet uit stuurmodule V2. 2.4 Kanaallijst import en export Een kanaallijst bevat alle gedetailleerde informatie over de in- en uitgangen, evenals terugmeldingen van elke afzonderlijke module, voor zover van toepassing. "Huis-knop" aanklikken in het dropdown-menu Kanaallijst "Importeren" of "Exporteren" selecteren: Exporteren 26/275

Bij het exporteren van een installatie naar een bestand wordt het voor de visualiseringssoftware mogelijk gemaakt om er gebruik van te maken of het dient voor het importeren in een ander project. Met het genereren van de kanaallijst worden 2 bestanden aangemaakt: - Systemtree.xml - 53e932b7-42c4-47f4-9974-8cd79a3bb731.facl De systemtree bevat alle kanalen die voor de visualisering zijn geselecteerd. Het Facl-bestand bevat de verbindingsdata met de stuurmodule. Als "Exporteren" wordt aangeklikt, verschijnt de vraag naar de opslaglocatie resp. bestandsnaam: Hier wordt een naam voorgesteld of kan deze vrij worden gekozen. Het exporteren functioneert alleen wanneer een project geopend is. Met het aanklikken van de knop "Opslaan" wordt het project onder de ingevoerde bestandsnaam opgeslagen. Importeren Er kunnen kanaallijsten van een project of de moduleopbouw van een project uit de stuurmodule CTM V2 worden geïmporteerd. Het importeren van een bestand dient voor het inlezen van een installatieopbouw van een ander V2 of V3 - project. Als "Importeren" wordt aangeklikt, verschijnt er een keuzevenster waarin een kanaallijst bestand uit een project van V2 geprogrammeerd is,kan worden gekozen. Hiervoor wordt in het project dan met de software V2.70 is geprogrammeerd wordt een kanaallijst overgnomen als ML. Bestand. 27/275