- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.



Vergelijkbare documenten
c. Bereken van welke hoogte Humpty kan vallen zonder dat hij breekt. {2p}

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

NATUURKUNDE. Figuur 1

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

Space Experience Curaçao

Hoofdstuk 6 Energie en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Inleiding kracht en energie 3hv

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

SO energie, arbeid, snelheid Versie a. Natuurkunde, 4M. Formules: v t = v 0 + a * t s = v gem * t W = F * s E Z = m * g * h F = m * a

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

Tentamen Mechanica ( )

KeCo-opgaven mechanica (arbeid en energie) HAVO4

Krachten (4VWO)

UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde

Natuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

Examen mechanica: oefeningen

Oefenopgaven versnelling, kracht, arbeid. Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

4. Maak een tekening:

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.

Eindexamen vwo natuurkunde I

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

In autotijdschriften staan vaak testrapporten van nieuwe auto s. In de figuur op de bijlage is zo n overzicht afgedrukt.

Opgaven. Opgave: Polsstokspringen a) m = ρ V

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex vwo 2007-I

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

Naam: Klas: Practicum veerconstante

2QGHU]RHNGRHQ. VWO-versie Onderzoek doen

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Naam: Klas: Repetitie versnellen en vertragen 1 t/m 6 HAVO

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

NATUURKUNDE. Bepaal de frequentie van deze toon. (En laat heel duidelijk in je berekening zien hoe je dat gedaan hebt, uiteraard!)

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 3 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 14

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

5.1 De numerieke rekenmethode

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

Verslag: Case 1 Team: Hyperion

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1

jaar: 1989 nummer: 25

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 1

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

KLAS 5 EN BEWEGING. a) Bereken de snelheid waarmee de auto reed en leg uit of de auto te hard heeft gereden. (4p)

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

je kunt T ook uitrekenen via 33 omwentelingen in 60 s betekent 1 omwenteling in 60/33 s.

natuurkunde vwo 2017-I

Rekenmachine met grafische display voor functies

Samenvatting snelheden en

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!!

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

Impuls en stoot. De grootheid stoot Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt.

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2014-II

ENERGIE & ARBEID VWO

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test)

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

Tentamen Natuurkunde 1A uur uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs

3.1 Krachten en hun eigenschappen

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier

Het Geheim van Wielrennen. De natuurkunde van het fietsen

natuurkunde vwo 2017-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II

TENTAMEN NATUURKUNDE

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-I

Transcriptie:

NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H6 22-12-10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven met in totaal 31 punten. Gebruik van BINAS en grafische rekenmachine is toegestaan. Opgave 1: De helling af (16p) Een wielrenner weegt zelf 57,4 kg en heeft een fiets van 8,8 kg. Hij rijdt met doodsverachting een helling af en bereikt zonder te trappen een constante snelheid van 74,3 km/h. De helling waarover hij met deze constante snelheid rijdt is 6,45 km lang en 1375 m hoog. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15. b) Bereken de arbeid die de zwaartekracht verricht op het traject. De rolweerstand van de fiets is 48,5 N. c) Bereken de arbeid die de rolweerstand verricht. Heb je bij b) en c) geen antwoorden gevonden, reken dan verder met de (absolute) waarden W z = 8,0 10 5 J en W rolw = 2,0 10 5 J. De snelheid van de fiets is constant, dus er is geen verandering van kinetische energie. d) Wat betekent dit voor de arbeid die door de luchtwrijving verricht wordt? Bereken deze. Licht je antwoord toe met de WAK. Heb je bij d) geen antwoord gevonden, reken dan verder met de (absolute) waarde W luchtw = 6,5 10 5 J. De luchtwrijving wordt gegeven door de formule F lucht = ½ c w A ρ v 2, met c w de luchtweerstandscoëfficiënt, A de oppervlakte, ρ de dichtheid van lucht, en v de snelheid. e) Bereken de c w -waarde van de fiets (met wielrenner erop). Voor gegevens die je nodig hebt waarvan de waarde niet weet, maak je een zinvolle schatting. Vermeld deze expliciet op je antwoordblad. (4p) f) Laat met behulp van genoemde formule zien dat de luchtweerstandscoëfficiënt c w geen eenheid heeft. Tip: gebruik BINAS of een andere bekende formule om de eenheid Newton uit te werken. OPGAVE 2 en 3: Z.O.Z.

Opgave 2: Veer en auto (7p) In de figuur zie je een 3,00 cm ingedrukte veer waarvoor een speelgoedautootje is opgesteld van 256 gram. De veer bezit 0,190 J veerenergie. Als de veer wordt losgelaten lanceert deze het autootje met een snelheid van 1,08 m/s. a) Bereken de veerconstante van de veer. b) Bereken het rendement van deze lanceerinrichting. De lanceerinrichting met het autootje bevindt zich op de rand van een 90 centimeter hoge tafel, waardoor het autootje na lancering naar beneden valt. Zie de figuur hieronder. c) Bereken de snelheid waarmee het autootje op de grond terecht komt. 90 cm Opgave 3: Wasknijper schiet gum (8p) We meten de kracht F die nodig is om het uiteinde van een wasknijper over een bepaalde afstand x in te drukken. De indrukkracht is niet constant, zie de grafiek op de bijlage. Het uiteinde van de knijper wordt 9,0 mm ingedrukt. a) Bepaal de arbeid die daarvoor nodig is. Laat zo nodig op de bijlage zien hoe je dat doet. Heb je bij a) geen antwoord gevonden, neem dan 0,18 J. We leggen nu een gummetje van 20 gram op het uiteinde en laten vervolgens de knijper los. b) Bereken de snelheid waarmee het gummetje aanvankelijk omhoog schiet. Het gummetje schiet recht omhoog en bereikt een hoogte van 42 cm. c) Bereken de gemiddelde wrijvingskracht die het gummetje op zijn weg omhoog ondervindt. (Neem aan dat het gummetje recht omhoog schiet)

EINDE VAN HET PROEFWERK; (alvast) een prettige vakantie!

Bijlage bij het proefwerk natuurkunde, hoofdstuk 6 Naam: Bijlage bij opgave 3a:

UITWERKING proefwerk H6 Opgave 1 (16p) 1a. Uit schets blijkt: sin a = 1375/6450 = 0,213 Hoek a = sin -1 0,213 = 12,3 1b. W z = mgh (want onafhankelijk van baan) = 66,2 9,81 1375 = 8,93 10 5 J Of: Hoek tussen F z en s = 90-12,3 = 77,7, m = 57,4 + 8,8 = 66,2 kg (2x ½ p) W z = F z s cos α = 66,2 9,81 6450 cos 77,7 = 8,92 10 5 J 1c. W rol = F rol s cos α = 48,5 6450 cos 180 = -3,13 10 5 J Geen minteken/cos vergeten: -1p; s niet juist genomen: -1p 1d. WAK: W = E k, E k=0, dus totale arbeid = 0 W z + W rol + W lucht = 0 (want W N = 0, staat loodrecht) dus W lucht = 3,13 10 5 8,93 10 5 = -5,80 10 5 J Geen minteken: -1p 1e. F luchtw = W lucht/s = 5,80 10 5 /6450 = 89,9 N Schatting: A = 0,8 m 2 (veel schattingen goedrekenen) ρ = 1,293 kg/m 3 en v = 74,3/3,6 = 20,64 m/s (2x ½ p) C w = 2 F luchtw/(a ρ v 2 ) = 2 89,9/(0,8 1,293 20,64 2 ) = 0,41 (Bij A = 0,5 c w = 0,65; A = 1,0 c w = 0,33) 1f. Links: N = kg m/s 2 (volgend uit F = m a, of uit BINAS4) Rechts (zonder C w): m 2 kg/m3 (m/s) 2 = m 2 kg m-3 m2 s-2 = kg m s -2 Links en rechts kloppen, dus C w heeft geen eenheid Opgave 2 (7p) 2a. E v = ½ C u 2 0,19 = ½ C 0,0300 2 (met u in cm) C = 422 N/m 2b. E k = ½ m v 2 = ½ 0,256 1,08 2 = 0,149 J η = E k/e v x 100% = 0,149/0,19 x 100% = 78,6% = 79% 2c. E z = mgh = 0,256 9,81 0,90 = 2,26 J Energiebalans: E z + E k,1 = E k,2; E k,2 = 2,26+0,149 = 2,41 J v = wortel (E k/(½m)) = wortel (2,41/(0,5 0,256))= 4,34 m/s = 4,3 m/s Opmerking: Indien E k,begin vergeten wordt, max. 1,5 punt: v = wortel (2,26/(0,5 0,256)) = 4,2 m/s Opgave 3 (8p) 3a. Inzicht dat oppervlak bepaald moet worden 1 groot hok = 1 10-3 2 = 2 10-3 J; 1 klein hok = 0,5 10-3 1 = 0,5 10-3 J Tellen: ca. 52 groot en 25 klein, maakt 52 2 + 25 0,5 = 116,5 mj = 0,12 J OF: Inzicht dat opp. bepaald moet worden Lijn trekken, in tweeën delen oppervlak Opp = opp A + opp B = l b + ½ b h = 63 10-3 + 51,3 10-3 = 114,3 mj = 0,11 J (beide met enige marge, moet 0,11 of 0,12 J uitkomen) 3b. E k = ½ m v 2 = 0,12/0,11/0,18 Invullen: ½ 0,020 v 2 = 0,12/0,11/0,18 v 2 = 12/11/18 v=3,3/3,5/4,2 m/s (0,18 is alternatief; massa in g ingevuld: -1p) 3c. (E k E Z + Q, met E k = 0,12/0,11/0,18) E z = mgh = 0,020 9,81 0,42 = 0,0824 J

Q = 0,12/0,11/0,18 0,0824 = 0,0376/0,0276/0,0976 J F w = Q/s = (0,0376/0,0276/0,0976) / 0,42 = 0,090 N / 0,066 N / 0,23 N