veilig leen lezen Theati bij ken 1 De lettechuif Auteu: Jée Wanaa In ken 1 evaen de kindeen het wnde van lezen en ellen. Zij ntdekken dat e et enkele lette al heel veel wden aengeteld en gelezen kunnen wden. Kindeen willen deze nieuwe vaadigheid gaag denteen. Daa aken zij in de laatte week van ken 1 een feetelijk veiede lettechuif. Met deze lettechuif kunnen zij allelei wden aken; ze gebuiken daabij de lette die ze net geleed hebben. Dat i leuk thui te laten zien! Maanveie en aketveie V de lettechuif zijn twee ten lettetken geaakt. E i een aanveie (wekblad 2) en een aketveie (wekblad 3). V de aanlettetken zijn de acht lette gebuikt die in ken 1 geleed zijn:,, v, i,, aa,, e. De aketlettetken bevatten k de lette die de kindeen exta kunnen leen:,, k, n. Beaal van teven welke kindeen de aanlettetken en welke kindeen de aketlettetken in hun lettechuif gaan gebuiken. Lebechijving Bendigde ateialen Wekblad 1: v alle kindeen, afgedukt tevig aie in vlijke kleuen Wekblad 2: v alle kindeen et een te- f een aanaanak, afgedukt tevig geel aie Wekblad 3: v alle kindeen et een aket- f znaanak Wekblad 4: v alle kindeen, afgedukt tevig anje aie Paie veieingen uit te knien Pikennen en ikatje Schaen en lij Een vbeeld van een lettechuif Inleiding Maak zelf een vbeeld van een lettechuif. Hang deze lettechuif et behul van agneetje het bd. Leg uit dat dit een lettechuif i en dat je et z n lettechuif heel veel wden kunt aken en lezen. De v he je een wd aakt en laat een van de kindeen dit wd lezen. Daana gen enkele andee kindeen wden aken en lezen. 1
De kindeen gaan nu zelf een lettechuif aken. Deel de bendigde ateialen uit en aak et de kindeen de lettechuif. Wekwijze 1 Laat de kindeen de ze lijntje wekblad 1 enikken. Z nttaan e ze gleuven in wekblad 1. 2 Laat wekblad 1 i veieen. 3 Laat de lettetken van wekblad 2 f 3 uitknien en daana de anje tken van wekblad 4. 4 Aan de bven- en ndezijde van elke lettetk wdt een anje tk gelakt. 5 Daana wden de lettetken in de lettechuif gechven. Vevlgen wdt de tk waa de inte lette taan in de iddelte gleuf getken: eet d de ndete gleuf naa ven en dan d de bvente gleuf naa achteen. O dezelfde anie wdt de laatte tk in de eet echte gleuven getken. De lettechuif i nu klaa. Vaag aan de kindeen welke lettetk de eete lette taan. Steek deze tk in de eet linke, ndete gleuf; van achteen naa ven. Odachten et de lettechuif 1 Laat de kindeen een wd bedenken et hun lettechuif en chijf deze wden in een ijtje het bd. Laat de wden lezen. 2 Laat de kindeen in tweetallen wden aken: één kind aakt een wd, het andee kind leet dit wd. Daana de llen daaien. Aan het eind van ken 1 neen de kindeen hun lettechuif ee naa hui. Z kunnen ze thui laten zien dat ze et de geleede lette al veel wden kunnen aken en lezen. Steek deze tk daana d de bvente gleuf wee naa achteen. De eete lettetk kan nu heen en wee gechven wden. Aan de vkant van de lettechuif i dan altijd aa één lette te zien. 2
wekblad 1 3
wekblad 2 v i aa e aan: linketk aan: iddentk aan: echtetk
wekblad 3 v k n i aa e k n aket: linketk aket: iddentk aket: echtetk
wekblad 4