247 247 HOOFDSTUK 15 Het laatste nieuws WOORDEN 1 Kies uit: zich inspannen verveel me gewond geraakt vriezen erger me 1 Ik aan mensen die veel roken. 2 Erik is gisteren. Hij reed met zijn auto tegen een stilstaande auto aan. 3 Het gaat vannacht vijf graden. Als het deze week onder nul blijft, dan krijgen we ijs! 4 Mam, ik. Ik weet niet wat ik moet doen! 5 Mensen zonder werk moeten om werk te vinden. 2 Kies uit: aldus wegens volledig verschrikkelijk vrolijker 1 In Rusland is een vliegtuig neergestort. Wat! 2 Door de overstromingen ligt het verkeer in het noorden van de stad stil. 3 Door de brand zijn drie mensen overleden en achttien mensen gewond geraakt, de politie. 4 Als het mooi weer is, is iedereen veel dan wanneer het regent. 5 Ik vier dit jaar mijn verjaardag niet het overlijden van mijn vader. 247 247 247
248 248 3 1 dooien a vaak 2 langzaam b de zon 3 de oorzaak c vriezen 4 de maan d het gevolg 5 af en toe e snel 4 1 Dames en heren, hier volgt een.... De trein naar Enkhuizen van 17.20 uur zal vandaag niet rijden. a mededeling b metro 2 Ik kijk... keren per dag naar het nieuws op televisie. a behoorlijke b meerdere 3 Sam... de vertragingen van het treinverkeer. a spant zich in b ergert zich aan 5 Kies uit: knooppunt perron ijs wolkenvelden metro 1 Op 1 is een winkel waar je eten en drinken kunt kopen. 2 Het is soms erg koud in de winter. We hebben dan sneeuw en in Nederland. 3 Morgenochtend komen er ons land binnen. Het zal dan nog maar tien graden zijn. 4 In Amsterdam kun je met de bus, de tram, de en de trein reizen. 5 Bij het Badhoevedorp staat een file van tien kilometer. 248 248 248
249 249 6 Lees de woorden. Hoort het bij het weer? ja nee 1 de neerslag 2 het onweer 3 de kleuter 4 de wind 5 de wolk 6 het ijs 7 de allochtoon 7 1 Door de brand... het werk in dit bedrijf.... a ligt... stil b raakt... gewond 2 De... op regen is heel klein. a kans b kleuter 3 De baas van de Nederlandse... is koningin Beatrix. a regering b ruimte 8 Kies uit: stilstaand werkloos hevige prijzig tegelijkertijd 1 Mijn vader is. Hij zoekt werk als leraar. 2 Ik stond vandaag in een file van vijftien kilometer. Gelukkig was het niet alleen maar verkeer. Het verkeer reed heel langzaam. 3 Veronica en Simone hebben een nieuwe baan gevonden. Ze gaan bij een reisbureau werken. 4 Door de regen kunnen we sommige wegen niet gebruiken. 5 Nieuwe auto s zijn erg. Ze kosten vaak meer dan twintigduizend euro. 249 249 249
250 250 9 1 de brand a de politie 2 de file b de brandweer 3 de agent c het verkeer 4 de bui d de graad 5 de temperatuur e de neerslag 10 1 Het verkeer rijdt heel.... Ik ben waarschijnlijk pas over een uur thuis. a langzaam b vrolijk 2 De... van dit bericht is dat het niet goed gaat met de economie. a hoofdzaak b graad 3 De... voor deze week is mooi weer met veel zon en zo n 25 graden. a waarschuwing b weersverwachting 11 Kies uit: neergestort schijnt meen voorspellen combineren 1 Sommige mensen vinden het moeilijk om hun werk met het huishouden te. 2 Een vrachtvliegtuig is. Alle bemanningsleden zijn overleden. 3 De NASA heeft een kunstmaan die kan of er regen komt. 4 Het is warm. De zon al de hele dag. 5 Door de sneeuw zijn er deze week honderd auto-ongelukken gebeurd. O ja, je dat echt? 12 1 Het zal vannacht... naar zo n tien graden. a afkoelen b neerstorten c verschijnen 2 Heb je al gehoord van dat...? Een zwangere vrouw is overleden na een auto-ongeluk. a drama b wiel c effect 250 250 250
251 251 3 Wat is jouw...? Ik ben 1,80 m. a kleuter b lengte c maan 13 Kies uit: me... inspannen houdt... vol neemt... af koelt... af zich... verveelt 1 Aan het eind van de week de kans op regen. 2 s Nachts de temperatuur naar zestien graden. 3 Ik heb goed moeten om leuk werk te vinden, maar het is gelukt! 4 Ik begrijp niet waarom zij met dit mooie weer. Ze kan toch lekker naar buiten gaan? 5 Johns werk is erg zwaar, maar hij het nog steeds. 14 Kies uit: ruimte schade oorzaak weer kleuters 1 Marion heeft twee kinderen: twee van vijf jaar oud. 2 Weet jij wat de is van de grote brand in Haarlem? 3 Wat voor wordt het morgen? Het wordt slecht weer: er komt regen en onweer. 4 Door de brand heeft dit bedrijf een van twee miljoen euro. 5 De NASA kan in de meten of er regen komt. Goed, hè? 15 1 We krijgen... weer deze week. Soms wordt het mooi en soms zal het regenen. a stilstaand b wisselvallig 2 In Brazilië is een overstroming geweest. In het getroffen... zijn 35 mensen overleden. a gebied b gevolg 251 251 251
252 252 3 Voor oudere werkloze mensen is het moeilijk om een baan te vinden op de.... a allochtoon b arbeidsmarkt 16 1 de wind a vallen 2 het slachtoffer b soms 3 af en toe c waaien 4 prijzig d het ongeluk 5 de neerslag e duur 17 Kies uit: aangehouden overleden verschijnen rennen wennen 1 Mijn oma is vanochtend. Ze was erg ziek. 2 O jee, de trein vertrekt over één minuut! Tot ziens, Sandra, ik moet nu! 3 Veel mensen die in Nederland komen wonen, moeten aan het weer. Het is namelijk niet zo warm in Nederland. 4 Zullen we morgen om tien uur afspreken? Ja hoor, dat is goed. Ik zie je wel. 5 De politie heeft een jongen van veertien jaar. Hij had een fiets gestolen. 18 1 Het is vandaag... koud: het is vijf graden onder nul. a behoorlijk b vrolijk c hevig 2 In dit vliegtuig zijn tien... en 150 passagiers. a kleuters b slachtoffers c bemanningsleden 3 Vanochtend kreeg ik het... dat de vrouw van mijn baas is overleden. a bericht b onweer c wiel 252 252 252
253 253 19 Kies uit: afgelopen proef werkloos aarde overstroming 1 Wij wonen op de. 2 Ik ben zomer naar Australië geweest. 3 TNO is begonnen met een om werknemers meer te laten bewegen. 4 Heb je al gehoord van die in Spanje? Veel mensen kunnen niet meer naar hun huis toe. 5 Ada is al bijna een jaar. Veel bedrijven vinden haar te oud. Ze is 55 jaar en ze wil nog heel graag werken. 20 Lees de woorden. Hoort het bij het weer? ja nee 1 dooien 2 aangeven 3 stormen 4 vriezen 5 wennen 6 waaien 7 sneeuwen 21 Kies uit: onderzoeker opvang omroepbericht overstroming opklaringen 1 Als ik moet werken gaan mijn kinderen naar de naschoolse. 2 Ik hoop dat er snel het land binnen komen. Het regent nu al de hele dag! 3 Deze zegt dat veel Nederlandse kinderen te dik zijn. 4 Laten we even luisteren naar het. Dan weten we waarom de trein er nog niet is. 5 We hadden vorig jaar een grote in ons dorp. Vreselijk! We moesten alles nieuw kopen! 253 253 253
254 254 22 1 Heb jij die... gehoord? We krijgen vannacht heel slecht weer. Er komt regen en onweer. Het gaat misschien ook nog stormen. a afwisseling b waarschuwing 2 De... van de man is heel laag. Hij is dan ook ziek. a hoofdzaak b hartslag 3 De werknemers van CZ maken drie keer per week een wandeling over een.... a parcours b perron 23 1 waaien a de wereld 2 de oorzaak b stormen 3 de metro c het gevolg 4 gewond raken d het verkeer 5 de aarde e het slachtoffer 24 Kies uit: allochtoon ruimte effect geval afwisseling 1 Ik moet naar het centrum van Rotterdam. In dat kun je het best met de trein gaan. 2 Het gaat slecht met de economie. Daarom gaan mensen minder geld uitgeven en dat heeft weer een negatief op de economie. 3 Mohammed woont nu twee jaar in Nederland. Hij is in Marokko geboren. In Nederland is hij daarom een. 4 Het weer in Nederland is elke dag anders. Die vind ik leuk. In mijn land is het namelijk altijd warm en het regent bijna nooit. 5 Met dit apparaat kun je in de kijken. Je ziet de zon dan heel goed. 254 254 254
255 255 25 1... je mee kunt doen aan de proef, moet je je hartslag laten controleren. a Nadat b Voordat 2 Ik heb een probleem. Ik moet vijftig euro aan mijn dokter betalen, maar ik heb geen geld. Weet jij een...? a oplossing b opklaring 3 Arjen wil in de... werken, maar ik niet. Je moet dan meer dan veertig uur per week werken. Vreselijk! a paraplu b politiek 26 1 Het is vandaag maar acht.... a graden b wolken c allochtonen 2 Sommige televisieprogramma s hebben een negatief... op kinderen. a perron b verkeer c effect 3 De zon... al de hele ochtend. a waait b stormt c schijnt 27 1 het ijs a de politiek 2 de kleuter b het verkeer 3 de regering c de opvang 4 verschrikkelijk d vriezen 5 het knooppunt e het drama 28 1 tegelijkertijd a personeel 2 het vliegtuig b meer dan één 3 meerdere c op hetzelfde moment 4 bemanningsleden d de oplossing 5 het probleem e neerstorten 255 255 255
256 256 29 Kies uit: wegens gebied vrolijk hevige weersverwachting 1 In dit zijn vaak overstromingen. 2 Heb jij in de krant al de voor morgen gelezen? Ja, het wordt mooi weer. 3 Andrea s vakantie gaat niet door het overlijden van haar man. 4 Wat ben jij! Ja, ik ben geslaagd voor mijn examen Nederlands. 5 Heb jij vannacht dat onweer gehoord? Ja, vreselijk! 30 1 Vannacht zijn er geen wolken. Je kunt de... daarom zien. a maan b oplossing c schade 2 Voor deze test moeten we een... van drie kilometer lopen. a parcours b geval c ongeluk 3 Dit apparaat kan... hoeveel regen er morgen komt. Handig, hè? a aanhouden b rennen c voorspellen 256 256 256
257 257 31 Kies uit: omroepbericht brand aangeven wisselvallig stilstaand 1 Dit apparaat kan hoeveel regen er is gevallen. 2 Op de A4 staat een file van vijf kilometer met en langzaam rijdend verkeer. 3 Het blijft maar weer. Wanneer komt de zomer nou! 4 Voor meer informatie over het treinverkeer moeten we luisteren naar het van de NS. 5 Help, er is! Ga snel de straat op! 32 1 Hij is gewond geraakt a met het huishouden. 2 Groente en fruit hebben een positief b aan het koude weer in Nederland. 3 Ik moet wennen c voor mensen die naar Tilburg willen. 4 De NS heeft een mededeling d door een auto-ongeluk. 5 Alex kan zijn werk goed combineren e effect op mijn gezondheid. 33 Kies uit: lucht paraplu volhouden lengte aarde 1 Wat is jouw? Ik ben 1,65 m. Klein, hè? 2 Wat een wolken zitten er in de! Ik hoop dat het niet gaat regenen. 3 Vroeger dachten de mensen dat de plat was, maar dat is niet waar. 4 Ik ben blij dat ik een heb, want het regent heel hard. 5 Mam, ik wil niet meer fietsen! Nog even Sonja, we zijn bijna thuis. 257 257 257
258 258 34 1 De kans op regen a als ik ren. 2 Het is nu nog bewolkt, b neemt af. 3 Ik denk dat er snel een bui c de onderzoeker. 4 Mijn hartslag verandert d maar er komen opklaringen. 5 Mensen worden ouder, aldus e zal vallen. 35 Kies uit: meen waarschuwing aangehouden arbeidsmarkt schade 1 Deze vrouw is omdat ze een auto heeft gestolen. 2 Door de brand hebben we veel. 3 Ik zoek een baan op de, maar ik heb nog niets leuks gevonden. 4 Heb je de over het slechte weer gehoord? Het wordt vannacht heel slecht. 5 Mijn oma is vandaag honderd jaar geworden. Echt, je dat? Ik dacht dat ze tachtig jaar was! 36 1 afgelopen a helemaal 2 behoorlijk b aarde 3 volledig c redelijk 4 wereld d doodgaan 5 overlijden e vorige 258 258 258
259 259 37 Kies uit: onweer bericht hoofdzaak geval weer 1 Ik kreeg net het dat ik vanaf september meer salaris krijg. 2 De van dit bericht is dat het slecht gaat met ons bedrijf. 3 Als er komt, dan blijf ik thuis. Ik vind dat eng. 4 Het in deze zomer is heerlijk. De zon schijnt en het is meestal zo n 25 graden. Ik vind dat lekker! 5 Ga jij met de auto het centrum van Amsterdam in? Nou, ik niet. In zo n ga ik met de trein en de bus. 38 1 In de winkel op... 1 ga ik cola kopen. Dan kan ik in de trein iets drinken. a perron b geval 2 Hoe laat kom je morgen? Om tien uur. Oké, dan zie ik je wel.... a verschijnen b voorspellen 3... je naar school gaat moet je eerst een boterham eten. a Toen b Voordat 39 1 Door de overstroming... het verkeer in de hele stad.... a houdt... vol b ligt... stil 2 Vandaag schijnt de zon nog, maar morgen komen... het land binnen. Er is dan ook kans op een bui. a kleuters b wolkenvelden 3 Kijk, wat een mooie wolken in de...! Ja, je kunt in die wolken figuren zien! a lucht b file 259 259 259
260 260 40 Kies uit: afwisseling proef dief wielen 1 Angela is een. Ze heeft mijn geld gestolen. 2 Hé, waar zijn de van mijn fiets! Iemand heeft ze gestolen! 3 Ik doe mee aan de van TNO om meer te gaan bewegen. Het duurt vier maanden. 4 Fatima houdt van de in het Nederlandse weer. Soms is het mooi weer, soms regent het. 260 260 260