ANTWOORDEN TAALSTERK B1 THEMA 7 REIZEN

Transcriptie

1 ANTWOORDEN TAALSTERK B1 THEMA 7 REIZEN Opdracht 4 1. negentien Europese landen 2. Nederlanders houden van warme landen. 3. Frankrijk 4. Turkije, Duitsland en Nederland 5. Zuid-Europese landen, zoals Italië en Frankrijk 6. Omdat ze daar Spaans spreken. 7. naar een warm land of naar Duitsland of Oostenrijk Opdracht % 2. Dat is niet waar. Acht procent van de Europeanen gaat met het vliegtuig op vakantie in eigen land. 3. Europeanen gaan meer in eigen land met de trein op vakantie. 4. Er zijn maar heel weinig Europeanen die met de fiets op vakantie gaan: ongeveer één procent. 5. ongeveer acht procent Opdracht Er werd een baby geboren. 2. Ze mag gratis vliegen tot ze achttien is naar Afrika en Azië 5. Hij had het eerste deel van de reis niet met de trein gedaan, maar met de auto. 6. Hij heeft een ticket gekocht en een klacht ingediend. 7. mensen die hun reis bij A-reizen geboekt hebben Opdracht Ik heb momenteel geen werk. 2. Elke vis heeft zijn eigen kom. 3. Wij geven samen een geschenk aan onze collega. 4. Hij zoekt onderdak voor zijn huisdier. 5. Hij is ziek geweest en sindsdien heeft hij geen werk meer. 6. We hebben een klein budget voor de vakanties. 7. Gelukkig was er een verloskundige in de buurt. 8. Bij deze luchtvaartmaatschappij krijg je nu veel korting. 9. Er zaten te veel mensen in het toestel. Opdracht De vriendin van de zanger reist veel en de zanger zelf zit thuis. 2. Madrid, Moskou, Lissabon, Praag, Londen. 3. Ja, want hij zegt Ik ken geen andere landen, zelfs al ben ik er geweest ANTWOORDEN THEMA 7 REIZEN 1

2 4. over de landen waar zijn vriendin is geweest Van de wereld weet ik niets. Niets dan wat ik hoor en zie, niets dan wat ik lees Ik ken geen andere landen, zelfs al ben ik er geweest. Grote steden ken ik niet. Behalve uit de boeken, behalve van tv. Ik ken geen andere stad, dan de stad waarin ik leef. Opdracht 27 Hoi Farah, Hoe gaat het met je? Het is heel leuk hier in Frankrijk. De zon schijnt en het is lekker warm. Gisteren zijn we naar het strand geweest, maar het zeewater is nog erg koud. Ik hoop dat we ook nog een dag naar Parijs gaan, want daar ben ik nog nooit geweest. Ik ga daar dan een leuk cadeautje voor je kopen! Volgende week ga ik weer naar huis, dus we zien elkaar gauw weer. Groetjes,... Farah Jensen Hoofdstraat AB Amstelveen HOLLAND Opdracht niets 2. Omdat Eva haar rijbewijs heeft. 3. Ze heeft in de zon gelegen en ze is naar Lissabon geweest. 4. Een van de motoren ging stuk. 5. Ze raakten in paniek. 6. Omdat je ook met één motor kunt vliegen. 7. Omdat hij ze al vijf jaar niet gezien had. Opdracht % van het brutoloon 2. Omdat je rente krijgt en het geld niet aan iets anders kunt uitgeven. 3. drie tips 4. 49% 5. 13% 6. geld sparen voor onverwachte uitgaven ANTWOORDEN THEMA 7 REIZEN 2

3 Opdracht 59 Oplossing: Wij gebruiken ons vakantiegeld voor een reis naar een ander land w i j g e b r u i k g e n o p b o u w e n o i u v a k a n t i e n s n i v u i t g a v e a k g t a n i t i e n g e l a k d d v o o q r e e n n e r e i s u n a a i r g r e n t e o v e r m a k e n e t b e d r a g e n n e e b n a n d e r l a n d Opdracht Ik ben opgegroeid in Amerika. 2. Nee, ik ben niet uitgenodigd. 3. Ik weet niet wie hij meeneemt. 4. Ik zal hem zo aanwijzen. 5. Nee, ik moet nog wat inkopen. 6. Ik stap over in Amersfoort. 7. Nee, gelukkig haalt mijn broer mij op. 8. Ja, maar ik moet mijn koffer nog inpakken. 9. Hij voert buitenlandse producten in. 10. Nederland voert bloemen en melkproducten uit. Opdracht 72 Persoon 1 Persoon 2 Persoon 3 reisadviseur activiteitenbegeleider receptionist Opdracht U kunt de receptie dag en nacht bellen. 2. We gaan een reis maken naar een toeristisch plaatsje. 3. Gelukkig gaat de verzekering de schade uitkeren. 4. Je komt in deze baan in aanraking met mensen uit allerlei landen. ANTWOORDEN THEMA 7 REIZEN 3

4 5. De kinderen zijn dol op roeien. 6. Er moet wel wat variatie in de activiteiten zijn. Opdracht Ik denk dat hij dat wel waardeert. 2. Nee, ik ga eerst naar een reisbureau. 3. Paula werkt in de toeristische sector. 4. Ik adviseer je om een pak aan te doen. 5. Hij is begeleider van activiteiten in een vakantiepark. 6. Ik ben dol op romantische films. 7. Ik houd van fantasieverhalen. 8. Nee, het zijn vooral zakenmannen en -vrouwen. Opdracht 82 Nieuw bericht Aan: Onderwerp: RE: Vragen hotel Staden Geachte heer De Jong, Bedankt voor uw . U hoeft niet te betalen voor het ontbijt. De prijs die u betaald heeft, is zowel voor de kamer als voor het ontbijt. Voor internet moet u wel betalen. Wat het openbaar vervoer betreft, de receptie verkoopt geen bus- of tramkaarten. U kunt wel een kaart voor het openbaar vervoer kopen bij het Centraal Station. Met vriendelijke groet, Sven van Rijs Opdracht Joanne koopt een boek en ze leest het in één keer uit. 2. Marina gaat op vakantie als de kinderen vrij zijn. 3. Omdat hij last van zijn rug heeft, mag Roberto geen zware dingen tillen. 4. Ik doe de gordijnen dicht, omdat het buiten donker is. 5. Zullen we met het vliegtuig gaan of zullen we de trein nemen? 6. Mijn vriendin wilde graag komen, maar ze kreeg geen vrij van haar werk. 7. Ik ga vandaag niet sporten, want ik heb griep. 8. Als je te lang in de zon ligt, dan kun je verbranden. 9. Mijn man moet volgende week op reis voor zijn werk. Hij blijft tien dagen weg. Ik vind dat wel erg lang! 10. Mijn kleren passen niet in mijn koffer, dus ik neem nog een tas mee. ANTWOORDEN THEMA 7 REIZEN 4

5 Opdracht het tijdperk tussen 500 en huizen, kerken, poorten en molens 3. Omdat een bange stadswacht vroeger een keer een kalf geschoten had. 4. Er liggen leden van het koninklijk huis begraven en hij heeft de één na hoogste kerktoren van Nederland. 5. kruiden en groenten 6. voor de gezelligheid Opdracht Antwerpen 2. ongeveer tweehonderd kilometer 3. ongeveer zeshonderd 4. Hij is uit zijn auto bevrijd en naar het ziekenhuis gebracht. 5. Dat de slagbomen niet naar beneden gingen. 6. Parijs Opdracht Er heeft een ongeval plaatsgevonden op het kruispunt. 2. Ik hoorde een verschrikkelijk lawaai. 3. De man werd emotioneel door het verhaal. 4. Hij sleurt een kleine boom door het bos. 5. Hij schrikt als er plots een auto de bocht om komt. 6. De auto reed tegen de slagboom aan. Opdracht Het lukte niet om al onze kleren in één koffer te stoppen. We hebben er een paar dikke truien uit gehaald. Nu kunnen we toch al onze kleren meenemen. 2. John en Sanne hadden te weinig geld om een reis door Azië te maken. Ze kregen op hun verjaardag geld van hun ouders. Daarom kunnen ze de reis nu toch gaan maken. 3. Ik werk als receptioniste in een hotel. Ik ontvang de gasten bij de receptie. Ook geef ik gasten informatie over de omgeving. 4. We wilden op vakantie gaan naar Turkije. Maar we hadden niet genoeg geld gespaard. Toen hebben we besloten om toch thuis te blijven. 5. Ik moet nog twee dagen werken. Dan heb ik een hele week vrij. In die week ga ik allemaal leuke dingen doen. 6. Ali heeft iets voor me meegenomen uit Marokko. Het is een prachtig cadeau. Ik heb het in de woonkamer neergezet. ANTWOORDEN THEMA 7 REIZEN 5