Inhoud. Praten over geld 5. Verzekeringen 31. Betaalkaart 13. Immo 35. Extra informatie 37. Smartphone 17. Sparen 20

Vergelijkbare documenten
Inhoud. Praten over geld 5. Verzekeringen 31. Betaalkaart 13. Immo 35. Extra informatie 37. Smartphone 17. Sparen 20

Inhoud. Wie spaart (niet)? 5. Hoe sparen we? 17. Waarom en waarvoor sparen we? 35. Wat beïnvloedt ons spaargedrag? 39

Jouw krediet gewikt en gewogen februari

Voorblad Filip. Éducation financière - Financïele geletterdheid- Financial Literacy /

Kinderen, sparen en leren omgaan met geld

Onderzoek Week van het geld 2019

Op eigen benen Onderzoek onder ouders over de financiën van kinderen die uit huis gaan

Onderzoek financiële goede voornemens

Zicht op geld - Belastingteruggave Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

Onderzoek onder kinderen groep 5 t/m 8

GELDZAKEN VOOR NU EN STRAKS

Onderzoek financieel fitte werknemers

AFM Consumentenmonitor najaar 2015 Beleggers November GfK 2015 AFM Consumentenmonitor November

Wijzer in geldzaken - 10 jaar. Een onderzoek onder n = Nederlanders (18+) over het gemak van het regelen van geldzaken

Wijzer in geldzaken Junior Monitor Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan

Vakantiegeld-enquête Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Zicht op geld - Vakantiegeld Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

Rookgedrag in België

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Wijzer in geldzaken Junior Monitor Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan

Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten. Juni 2015

Persoonlijke financiën: Inzicht en overzicht. Resultaten onderzoek Waar blijft mijn geld TNS NIPO

Consumentenbond Onderzoek Financiële Toezichthouders

Resultaten online enquête bij Y-generation 07/2013

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December

Sparen voor een koopwoning

Publieksonderzoek Fietsverlichting

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

HUMO enquête naar de koopkracht

INFORMATIE OVER VOEDING ZOEKEN EN BESPREKEN


E-boeken in de Nederlandse bibliotheken Een onderzoek naar de behoefte van Nederlanders over de uitleen van e- boeken in bibliotheken

Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

Financiële opvoeding. September 2007

Rookgedrag in België

Nibud, 23 juni 2015 Vakantiegeld-enquête

De begroting voor een eigen woning: een kopzorg voor de Belgen!

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk


Kinderen leren omgaan met geld

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

Samenleven in Diversiteit in cijfers: Taalkennis, taalgebruik en taalbeleid

Rookgedrag in België

Presentatie onderzoeksresultaten consumentenonderzoek

AFM Consumentenmonitor najaar 2012 Beleggers

Armoedebeleving. College voor de Rechten van de Mens. GfK [April 2017] GfK May 17, 2017 Armoedebeleving 0

OPINIEPEILING. Het eten van foie de feestdagen. January

Goede Voornemens 2015

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011

April 2012 Vakantiegeldenquête 2012

Geldzaken in de praktijk

Utrecht, Het financiële gedrag van kinderen tussen 12 en 18 & de rol van hun ouders

Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

Hoe gaat Nederland met pensioen?

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

MN Pensioen GevoelsIndex In opdracht van MN Meting 1: maart/april 2012 Meting 2: juli 2012

Resultaten onderzoek Kinderen en geld. Februari 2015

Impact Crisis op Pensioen Gedrag

ZAKGELD Breng het in kaart


Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Goede voornemens 2014

Consumenten en rookmelders Consumenten en rookmelders

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: Juni 2014

Roken in het gezin. Kom op tegen Kanker. Kom op tegen Kanker. Roken in het gezin TNS

Hoe gaat Nederland met pensioen?

[zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam etc.

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Onderzoek slaapproblemen. in opdracht van Zilveren Kruis

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar

BELGEN EN ENERGIE-EFFICIËNTIE FEBRUARI ivox

kinderen met geld om laten gaan

De fiscale moraal van de Belgen Een opinie-onderzoek o.l.v. Prof. Dr. Michel Maus Juni 2019

Energiezuinige apparatuur Natuur & Milieu

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

Onderzoek online financieel gedrag jongeren

Rookenquête 2018 Een rapport voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium

De alternatieve geschillenregelingen

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Hoe gaat Nederland met pensioen?

AFM Consumentenmonitor voorjaar 2012 Beleggers

Koopkracht onderzoek Inkomens- en uitgavenzekerheid en belastingmoraal 2019

Betaalbaarheid van pensioen in de toekomst

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

De grootste financiële beslissing in een mensenleven

SCHOOLSPORT SPORTEN OP SCHOOL, BIJ SCHOOL EN NAMENS SCHOOL. In opdracht van NOC*NSF

Wegwijs in de wereld van (mijn) geld

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD

Geld & relatie. Juni Marjan Verberk-de Kruik, Elise van den Biggelaar, Gea Schonewille

AFM Consumentenmonitor voorjaar 2015 Beleggers

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Aandacht in het verkeer

Rapportage. Keurmerk Klantgericht Verzekeren


Publieksmonitor Gebruik digitale huishoudboekjes & geld besteden aan leuke dingen

VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN

Happiness Barometer. 17 december 2014

Transcriptie:

Inhoud Praten over geld 5 2 Betaalkaart 3 3 Smartphone 7 4 5 Verzekeringen 3 6 Immo 35 7 Extra informatie 37 Sparen 20 2

Opzet van het onderzoek maart 206 - Dit onderzoek zoomt in op hoe binnen het gezin wordt omgegaan met geldzaken, tijdens verschillende levensmomenten. Het gaat over gezinnen waarvan de ouders schoolgaande of studerende kinderen van 6 jaar en ouder die in het gezin wonen, hebben. - Wikifin.be is het programma financiële vorming van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), een autonome, neutrale instelling van openbaar nut en zonder commerciële belangen die instaat voor de bescherming van de consument. Het programma Wikifin.be is aanwezig in het onderwijs (basis en secundair). Het onderwijs en het gezin zijn twee essentiële plaatsen waar financiële vorming aan bod moet komen. - Dit onderzoek is een aanvulling op het onderzoek van maart 205 waaruit bleek dat financiële vorming levenslang, duurzaam en voor iedereen moet zijn. http://www.wikifin.be/nl/studie-financieel-gedrag-en-attitudes-belgie 3

Methodologie van het onderzoek METHODOLOGIE DOELGROEP STEEKPROEF Online onderzoek via TNS Online Access Panel Veldwerk: 2 februari tot 4 februari 206 Gemiddelde duurtijd van het interview: 6 minuten 6 seconden Onderzoek uitgevoerd door marktonderzoeksbureau TNS 25-59 jaar ouders van schoolgaande of studerende kinderen van 6 jaar en ouder die in het gezin wonen n=088 Representatief voor regio s, geslacht, leeftijd Aan de hand van de 088 bevraagde ouders beschikt dit onderzoek ook informatie over 70 kinderen. 4

Praten over geld

Praten ouders over geld met hun kinderen? Bijna alle ouders praten wel eens met hun kinderen over geld, maar dat gebeurt niet zo vaak. op 3 van de kinderen weet hoeveel de ouders verdienen. 5 2 94 6% 54 29 Neen, nooit Ja, zelden Ja, soms Ja, vaak JA Nee 60% Ja 33% Q. Praat u met uw kind(eren) over geld? Q. Weten uw kinderen hoeveel u (en\of uw partner) ongeveer verdient? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) 6

Praten ouders over geld met hun kinderen? Hoe ouder de ouders, hoe meer (en hoe vaker) zij praten met hun kinderen over geld. 5 2 94 2 4 8 84 6 3 94 9 99 6 4 2 5 94 96 8 98 3 3 95 Neen, nooit Ja, zelden 54 45 54 57 60 59 55 40 Ja, soms Ja, vaak JA 29 2 27 33 2 25 35 42 TOTAAL (n=066) 25-34 (n=96) 35-44 (n=43) 45-59 (n=439) 6-9 (n=324) 0-4 (n=387) 5-9 (n=379) 20+ (n=295) LEEFTIJD OUDERS LEEFTIJD KINDEREN Q. Praat u met uw kind(eren) over geld? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal 7

Weten de kinderen ongeveer hoeveel de ouders verdienen? Tot de leeftijd van 9 jaar geldt: hoe ouder de kinderen, hoe meer ze weten hoeveel de ouders verdienen. 6 3 6 9 7 60 8 67 42 47 Nee Ja 49 46 33 6 28 TOTAAL (n=066) 6-9 (n=324) 0-4 (n=387) 5-9 (n=379) 20+ (n=295) LEEFTIJD KINDEREN Q. Weten uw kinderen hoeveel u (en\of uw partner) ongeveer verdient? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal 8

Geven ouders regelmatig zakgeld? 2 op 3 van de ouders geven met regelmaat zakgeld. De meerderheid van de kinderen die zakgeld krijgen, kreeg dat voor de leeftijd van 3 jaar. Jonger dan 7 jaar 8 % 7 of 8 jaar 4 74% 9 of 0 jaar 4 Nee 35% of 2 jaar 28 Ja 64% 3 of 4 jaar 5 of 6 jaar 7 6 7 jaar of ouder 2 Q. Krijgen uw kinderen met regelmaat zakgeld (bv. wekelijks of maandelijks)? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) 2 Q. Sinds welke leeftijd krijgen uw kinderen zakgeld? % OP BASIS : GEVEN REGELMATIG ZAKGELD (n=679) 9

Hoeveel zakgeld krijgen de kinderen? 40% van de kinderen krijgt geen zakgeld. 3 op 0 kinderen krijgen tussen de 20 en 99 euro gemiddeld per maand. 30% 40 3 6 9 3 7 6 2 2 < 5 euro per maand 5-9 euro per maand 0-9 euro per maand 20-39 euro per maand 40-99 euro per maand 00-49 euro per maand 50-99 euro per maand 200-299 euro per maand 300-400 euro per maand >400 euro per maand Geen zakgeld Q. Hoeveel zakgeld krijgt uw kind gemiddeld per maand? % OP BASIS: SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=70) 0

Hoeveel zakgeld krijgen de kinderen? Het zakgeld stijgt naarmate de kinderen ouder worden. - 6-7 jaar: 74% geen zakgeld 2-3 jaar: 52% tussen 5 en 39 euro - 8-9 jaar: 52% tussen 40 en 49 euro 22-23 jaar: 55% tussen 40 en 49 euro Leeftijd kinderen: TOTAAL 6-7 j 8-9 j 0- j 2-3 j 4-5 j 6-7 j 8-9 j 20-2 j 22-23 j 24+ j Basis (n=) 70 85 97 88 96 208 8 68 46 9 49 < 5 /m 3% 0% 9% 4% % 0% % % 0% 0% 2% 5-9 /m 6% 9% 0% 9% 3% 6% % 0% % 0% 4% 0-9 /m 9% 4% 9% 5% 7% 5% 6% 3% 5% 2% 4% 20-39 /m 3% 2% 3% 0% 22% 27% 25% 0% 9% 2% 9% 40-99 /m 7% % 2% 2% 9% 8% 32% 38% 39% 40% 0% 00-49 /m 6% 0% 0% 0% 2% % 8% 4% 3% 5% 4% 50-99 /m 2% 0% 0% 0% 0% 0% % 7% 7% 7% 7% 200-299 /m 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 3% 6% 4% 300-400 /m % 0% 0% 0% 0% 2% % % % 0% % >400 /m % 0% 0% 0% 0% % 0% 0% 0% 4% 7% Geen zakgeld 40% 74% 67% 58% 34% 28% 25% 20% 9% 24% 38% Q. Hoeveel zakgeld krijgt uw kind gemiddeld per maand? % OP BASIS: SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=70) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal

Wat doen ze met zakgeld? Kinderen besteden hun zakgeld meestal zoals ze zelf willen. Verder betaalt op 3 er (deels) de vrijetijdsbesteding mee en op 5 betalen er (deels) hun eten mee. 7 35 2 7 5 6 2 4 Vrije keuze Eten Vrijetijdsbesteding Gsmverbruik Kledij Transport School Goed doel Geen van deze Q. Wat doet uw kind met zijn\haar zakgeld? (meerdere antwoorden waren mogelijk) % OP BASIS : KINDEREN DIE REGELMATIG ZAKGELD KRIJGEN (n=026) 2

2 Betaalkaart

Kinderen en hun betaalkaart - per leeftijd Tussen 4 en 5 jaar ligt de leeftijd waarop 50% een betaalkaart heeft. Daarna groeit dit stelselmatig (63% bij de 5-jarigen en 83% bij 7 jarigen). 00 90 80 70 60 % 50 40 30 20 0 0 6 7 8 9 0 2 3 4 5 6 7 8 9 20 2 22 23 24 Leeftijd kinderen Q. Heeft uw kind een eigen betaalkaart waarmee hij\zij geld kan afhalen? % OP BASIS: SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=70) 4

Kinderen en hun betaalkaart De helft van de kinderen heeft tot op heden geen betaalkaart. op 5 van de kinderen heeft een betaalkaart met onbeperkte geldopnamemogelijkheid. JA 49 Ja, een betaalkaart met onbeperkte geldopnamemogelijkheid zonder gespecifieerde limiet 26 Ja, een betaalkaart met beperkte geldopnamemogelijkheid 22 Ja, een prepaidkaart 2 Ja, een kredietkaart 2 Neen 5 Q. Heeft uw kind een eigen betaalkaart waarmee hij\zij geld kan afhalen? % OP BASIS: SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=70) 5

Kinderen en hun betaalkaart Hoe ouder de kinderen, hoe vaker ze een betaalkaart hebben. 6-7 jaar (n=84) 8-9 jaar (n=97) 0 - jaar (n=88) 2-3 jaar (n=96) JA 8 6 5 29 Ja, een betaalkaart met onbeperkte geldopnamemogelijkheid zonder 4 2 3 8 Ja, een betaalkaart met beperkte geldopnamemogelijkheid 5 3 2 7 Ja, een prepaidkaart 0 0 3 Ja, een kredietkaart 0 2 0 2 Neen 9 94 95 7 0 0 4-5 jaar (n=208) 6-7 jaar (n=8) 8-9 jaar (n=69) JA 52 75 93 Ja, een betaalkaart met onbeperkte geldopnamemogelijkheid zonder 20 33 55 Ja, een betaalkaart met beperkte geldopnamemogelijkheid 3 43 38 Ja, een prepaidkaart 3 Ja, een kredietkaart 0 Neen 48 25 7 0 0 Q. Heeft uw kind een eigen betaalkaart waarmee hij\zij geld kan afhalen? % OP BASIS: SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=70) 6

3 Smartphone

Kinderen en hun smartphone 2 op 3 van de kinderen hebben een smartphone. Bij de kinderen die een smartphone hebben, worden de kosten meestal betaald door de ouders, maar bijna op 4 van de kinderen draait zelf voor de kosten op. Nee 36% Andere De 2% grootouders % Ouders een bepaald bedrag 3% % Het kind volledig 23% Ja 63% Ouders volledig 6% Q. Heeft uw kind een smartphone? % OP BASIS: SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=70) Q. Wie betaalt het verbruik van de smartphone van uw kind? % OP BASIS : KINDEREN MET EEN SMARTPHONE (n=082) 8

Kinderen en hun smartphone - per leeftijd Tussen de leeftijd van jaar en 2 jaar stijgt het hebben van een smartphone zeer sterk (46% op jaar en 83% op 2 jaar). 00 90 80 70 60 % 50 40 30 20 0 0 6 7 8 9 0 2 3 4 5 6 7 8 9 20 2 22 Q. Heeft uw kind een smartphone? Leeftijd kinderen % OP BASIS: SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=70) 9

4 Sparen

Sparen voor kinderen 3 op 4 ouders sparen voor hun kinderen. 2 25 24 5 74 Neen Ja, zonder regelmaat Ja, jaarlijks Ja, maandelijks Ja, wekelijks JA 40 5 Q. Spaart u of uw partner voor uw kind(eren) op een afzonderlijke rekening? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) 2

Sparen voor kinderen Jonge ouders sparen met meer regelmaat dan oudere ouders (35+). 2 3 2 25 8 20 32 Neen Ja, zonder regelmaat Ja, jaarlijks Ja, maandelijks Ja, wekelijks 24 5 74 9 5 4 80 78 28 5 22 5 67 JA 40 42 36 5 TOTAAL (n=066) 5 25-34 (n=96) 2 3 35-44 (n=43) LEEFTIJD OUDERS 45-59 (n=439) Q. Spaart u of uw partner voor uw kind(eren) op een afzonderlijke rekening? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal 22

Manier van sparen De spaarreking is populair bij de ouders. 2 op 5 van de ouders sparen (ook) via cash geld. Via een spaarrekening 78 in % Cash 20 Via beleggingsfondsen\ beleggingsplan 5 Via verzekeringsproducten Via de aankoop van vastgoed 3 Via aandelen 3 Via goud 0, Q. Hoe spaart u of uw partner voor uw kind(eren)? (meerdere antwoorden waren mogelijk) % OP BASIS: SPAREN VOOR KINDEREN (n=784) 23

Manier van sparen Hoe ouder de ouders, hoe vaker ze gebruik maken van financiële producten om te sparen. LEEFTIJD OUDERS TOTAAL (n=784) 25-34 (n=56) 35-44 (n=336) 45-59 (n=292) Via een spaarrekening 78 7 80 79 Cash 20 35 8 4 Via beleggingsfondsen\ beleggingsplan 5 3 5 7 Via verzekeringsproducten 4 0 8 Via de aankoop van vastgoed 3 2 4 2 Via aandelen 3 5 2 2 Via goud 0, 0 0 0 Q. Hoe spaart u of uw partner voor uw kind(eren)? (meerdere antwoorden waren mogelijk) % OP BASIS: SPAREN VOOR KINDEREN (n=784) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal 24

Gespaard bedrag op 4 van de ouders spaart tussen 20 en 99 euro per maand per kind. 42% tussen 20 en 99 euro per maand per kind 7 3 25 7 7 2 2 23 4 < 0 euro per maand 0-9 euro per maand 20-49 euro per maand 50-99 euro per maand 00-49 euro per maand 50-99 euro per maand 200 euro of meer Geen vast bedrag Q. Hoeveel spaart u of uw partner per kind gemiddeld per maand? % OP BASIS: SPAREN VOOR KINDEREN (n=784) 25

Gespaard bedrag Jonge ouders sparen iets vaker met een vast bedrag per maand. LEEFTIJD OUDERS TOTAAL (n=784) 25-34 (n=56) 35-44 (n=336) 45-59 (n=292) < 0 euro per maand 7 2 6 5 0-9 euro per maand 3 6 4 0 20-49 euro per maand 25 28 24 25 50-99 euro per maand 7 5 9 6 00-49 euro per maand 7 9 6 7 50-99 euro per maand 2 5 200 euro of meer 2 4 2 3 Geen vast bedrag 23 0 26 27 4 3 6 Q. Hoeveel spaart u of uw partner per kind gemiddeld per maand? % OP BASIS: SPAREN VOOR KINDEREN (n=784) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal 26

Redenen van niet sparen voor de kinderen De helft van de ouders spaart niet voor de kinderen omdat er geen financiële ruimte is. 3 op 0 van de ouders die niet sparen, geven eerder geld als de kinderen het nodig hebben. Er is geen financiële ruimte 49 Ik spaar niet afzonderlijk, maar zal hen geld geven als ze dat nodig hebben 29 Het brengt niets op Kinderen moeten op hun eigen benen staan 0 Ik start daar later nog mee 9 Het vandaag gespaarde geld zal later niet veel waard zijn 3 Een andere reden 4 Q. Waarom spaart u niet voor uw kind(eren) op een afzonderlijke rekening? (meerdere antwoorden waren mogelijk) % OP BASIS: SPAREN NIET VOOR KINDEREN (n=264) 27

Redenen van niet sparen voor de kinderen Hoe ouder de ouders, hoe minder ze apart voor het kind sparen. Bij de jonge ouders zegt bijna 4 op 0 dat ze nog moeten starten met sparen. LEEFTIJD OUDERS TOTAAL (n=264) 25-34 (n=34) 35-44 (n=87) 45-59 (n=42) Er is geen financiële ruimte 49 58 50 47 Ik spaar niet afzonderlijk, maar geef het als ze dat nodig hebben 29 6 27 36 Het brengt niets op 2 6 Kinderen moeten op hun eigen benen staan 0 4 7 2 Ik start daar later nog mee 9 26 8 6 Het vandaag gespaarde geld zal later niet veel waard zijn 3 2 5 3 Een andere reden 8 4 5 4 0 7 Q. Waarom spaart u niet voor uw kind(eren) op een afzonderlijke rekening? (meerdere antwoorden waren mogelijk) % OP BASIS: SPAREN NIET VOOR KINDEREN (n=264) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal 28

Spaarrekening kinderen 3 op 4 van de kinderen hebben een spaarrekening op hun eigen naam. JA 87 Ja, op zijn\haar eigen naam 77 Ja, op naam van de ouder(s) 6 Neen 2 Q. Heeft uw kind een spaarrekening? (meerdere antwoorden waren mogelijk) % OP BASIS: SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=70) 29

Spaarrekening kinderen per leeftijd De leeftijd van de kinderen speelt nauwelijks een rol wat betreft het hebben van een spaarrekening. 00 90 80 70 60 % 50 40 30 20 0 0 6 7 8 9 0 2 3 4 5 6 7 8 9 20 2 22 23 24 25 Leeftijd kinderen Q. Heeft uw kind een spaarrekening? % OP BASIS: SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=70) 30

5 Verzekeringen

Hospitalisatieverzekering Slechts 5% van de ouders heeft geen hospitalisatieverzekering voor hun kinderen. 2 op 5 hebben een hospitalisatieverzekering via de werkgever (van zichzelf of van de partner). 2 5 84 43 4 Neen Ja, via een verzekering afgesloten door mijzelf of door mijn partner Ja, via mijn werkgever of die van mijn partner JA Q. Hebt u een hospitalisatieverzekering voor uw kind(eren)? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) 32

Hospitalisatieverzekering Ouders met een hoger opleidingsniveau hebben ook vaker een hospitalisatieverzekering. 2 0 2 2 9 5 6 26 Nee 84 74 83 89 Ja TOTAAL (n=066) Lager + Lager Sec (n=96) Hoger Sec (n=429) Hoger (Nt) Univ (n=438) OPLEIDINGSNIVEAU Q. Hebt u een hospitalisatieverzekering voor uw kind(eren)? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal 33

Familiale verzekering op 3 van de ouders heeft een familiale verzekering genomen sinds er kinderen zijn. 2 6 92 57 Neen Ja, al van voor er kinderen waren Ja, sinds er kinderen zijn 34 JA Q. Hebt u een familiale verzekering (= Burgerlijke Aansprakelijkheid Familiale of BA Privéleven)? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) 34

6 Immo

Kost en inwoon 2 op 3 van de ouders vinden dat kinderen met eigen beroepsinkomen moeten bijdragen voor kost en inwoon. 9% Nee 29% Ja 63% Q. Moeten inwonende kinderen met een eigen beroepsinkomen volgens u bijdragen voor kost en inwoon? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) 36

Leeftijd eigen benen Bijna de helft van de ouders verwachten dat hun kinderen het huis verlaten wanneer ze zelf willen. Wanneer ze zelf willen 45 Wanneer ze een eigen inkomen hebben 2 Wanneer ze een bepaalde leeftijd hebben bereikt 8 Wanneer hun studies zijn afgerond 6 Geen idee, daarover hebben we (nog) geen afspraken gemaakt 2 Q. Vanaf wanneer verwacht u dat uw kinderen het ouderlijk huis zullen verlaten? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) 37

Leeftijd eigen benen Hoe ouder de kinderen, hoe beter zicht de ouders hebben op wanneer ze verwachten dat de kinderen het huis zullen verlaten. LEEFTIJD KINDEREN TOTAAL (n=066) 6-9 (n=324) 0-4 (n=387) 5-9 (n=379) 20+ (n=295) Wanneer ze zelf willen. 45 43 43 47 49 Wanneer ze een eigen inkomen hebben. 2 6 20 22 25 Wanneer ze een bepaalde leeftijd hebben bereikt. 8 7 6 4 8 Wanneer hun studies zijn afgerond. 6 6 6 6 6 Geen idee, daarover hebben we (nog) geen afspraken gemaakt. 2 27 25 2 2 Q. Vanaf wanneer verwacht u dat uw kinderen het ouderlijk huis zullen verlaten? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal 38

Financiële steun eigen woonst kinderen De helft van de ouders zal hun kinderen financieel ondersteunen bij de aankoop van een eigen woonst. 30% Ja 55% Nee 5% Q. Indien uw kinderen een eigen woonst willen verwerven, zal u hen hierin dan financieel ondersteunen? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) 39

Financiële steun eigen woonst kinderen Mannen zullen hun kinderen iets vaker financieel steunen bij de aankoop van een eigen woonst dan vrouwen. 30 26 33 5 3 8 Nee Ja 55 6 49 TOTAAL (n=066) Man (n=493) Vrouw (n=573) GESLACHT Q3. Indien uw kinderen een eigen woonst willen verwerven, zal u hen hierin dan financieel ondersteunen? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal 40

Financiële steun woning kinderen Er zijn geen statistisch relevante verschillen tussen de leeftijden van de ouders. 30 26 29 32 5 4 7 5 Nee Ja 55 60 54 53 TOTAAL (n=066) 25-34 (n=96) 35-44 (n=43) 45-59 (n=439) LEEFTIJD OUDERS Q. Indien uw kinderen een eigen woonst willen verwerven, zal u hen hierin dan financieel ondersteunen? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal 4

7 Extra informatie

Steun financiële goede doelen 43% van de ouders steunt financieel geen goede doelen. Goede doelen worden het vaakst gesteund door de ouders alleen. Enkel de ouders 42% % De ouders en de kinderen 9% Enkel de kinderen 2% Niemand - 43% 4% Q. Wie steunt binnen uw gezin financieel goede doelen? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) 43

Speculatieve beleggingen Bijna op 2 vindt dat de overheid beleggingsproducten met een zeer hoog risico moet verbieden. 23% Ja 48% Nee 28% Q. Vindt u dat de overheid bepaalde speculatieve beleggingsproducten met een zeer hoog risico moet verbieden? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) 44

Speculatieve beleggingen Ouders met een lager opleidingsniveau vinden het meest dat de overheid speculatieve beleggingsproducten met een zeer hoog risico moet verbieden. 23 25 26 20 28 7 24 38 Nee Ja 48 58 50 42 TOTAAL (n=066) Lager + Lager Sec (n=96) Hoger Sec (n=429) Hoger (Nt) Univ (n=438) OPLEIDINGSNIVEAU Q. Vindt u dat de overheid bepaalde speculatieve beleggingsproducten met een zeer hoog risico moet verbieden? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) significant hoger dan totaal significant lager dan totaal 45

Bekendheid Wikifin 5% van de ouders heeft in het verleden iets gehoord, gelezen of gezien over Wikifin. 4% Ja 5% Nee 8% Q. Hebt u in het verleden reeds iets gehoord, gelezen of gezien over Wikifin? % OP BASIS: GEZINNEN MET SCHOOLGAANDE OF STUDERENDE KINDEREN VAN 6 JAAR OF OUDER (n=066) 46

Conclusie Financiële vorming heeft een belangrijke plaats binnen het gezin. Kinderen en jongeren ontwikkelen een kritische geest en ze leren de juiste vragen te stellen bij de gebeurtenissen in hun dagelijkse leven. Hierdoor worden kinderen en jongeren voorbereid om te anticiperen op de evolutie van hun noden in een maatschappelijke context die permanent evolueert. Vanaf jonge leeftijd mogelijkheden aangrijpen in het dagelijkse gezinsleven om geldzaken met kinderen te bespreken! Wikifin.be helpt hierbij! 47