Algemene competentiebeschrijving van de functie verpleegkundige

Vergelijkbare documenten
STER opdracht huishoudkunde

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.

Functiebeschrijving Verzorgende

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht huishoudkunde

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

Vul hieronder als eerste jouw naam in en de datum waarop je deze scan hebt ingevuld!!

vaardigheden - 21st century skills

Profieldelen BB KB GL. 1. Profiel: Zorg en welzijn Profieldeel: Mens en gezondheid

Competentiebeschrijvingen voor verzorgenden in de thuiszorg, werkzaam op mbo-niveau

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit

Functieprofiel doktersassistent(e)

Organisatie: KadeZorg Functie: Verzorgende IG nv. 3

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 12 maanden

Stagedoelstelling exploratiestage

Teamkompas voor Zelfsturing

HET VERHAAL CENTRAAL. Lectoraat t Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking. Petri Embregts en Lex Hendriks

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Professioneel communiceren: belangrijk onderdeel van dit boek en deze lessen DENK NA: WAAR KAN JE ALS JURIDICH MEDEWERKER TERECHTKOMEN?

Begeleider in de kinderopvang

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Inleiding Definitie Doel 1. Wat is ervaringsdeskundigheid?

PREZZENT Functiebeschrijving. Persoonlijk begeleider. Datum februari 2012 FWG 40 A: DOELOMSCHRIJVING

Klas in bedrijf. Werkbladen. Bedrijf en logistiek proces - 3. Talenten en beroepen: logistiek. Peter Hantson

Vul hieronder als eerste jouw naam in en de datum waarop je deze scan hebt ingevuld!!

Workshop: Familiegericht werken. SOFA-model

10 Nulmeting kerntaak B1-K4

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 36 maanden 24 maanden indien de competenties Logistieke hulp in de verzorgingssector reeds zijn verworven

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

Hulpmiddel 6. Functieomschrijving vertrouwenspersoon

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam

MODEL FUNCTIEOMSCHRIJVING VERTROUWENSPERSOON VAN DE LANDELIJKE VERENIGING VAN VERTROUWENSPERSONEN

Communiceren met ouders. Silke Jansen Orthopedagoog Gezin en Gedrag REC 4 Vierland

Mantelzorgbeleid. Inleiding. Definitie. Doel. Beleid

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK HELPER IN DE ZORGINSTELLINGEN 12 maanden

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK ASSISTENT IN DE ZIEKENHUIZEN 12 maanden

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Een zorgvrager begeleiden bij het uit- en aankleden

Integrale lichaamsmassage

TRAJECT WELZIJN_METHODIEK VAN BEGELEIDEN_ _INHOUD_KORT

Examenprogramma zorg en welzijn. De kern. A. Algemene kennis en vaardigheden. B. Professionele kennis en vaardigheden

BOGO-kwalificatieprofiel voor oefenleider van elementaire en basisoefeningen

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

Profielmodule: Mens en gezondheid (Deel)taken en eindtermen 1

Zelfevaluatie * Agressie

Wat moet je kennen en kunnen? (deel)taken. Herkan sing. Wijze van herkansing. Periode. Toets-vorm Duur Weging

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

Resonans geletterdheidsmodules

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

Competentieprofiel voor coaches

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

Resultaat: Functionaris ondersteunt, zodanig dat hij/zij gemakkelijker en met meer aandacht de deelnemers kan opvangen, begeleiden en ondersteunen.

BBL OPLEIDINGEN HOLLANDSWERK

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

1. Verzorgende taken. De verzorgende in de ouderenzorg staat in voor een aantal basiszorgen.

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur

Basis voor deskundige zorg

Uitgangspunten voor het beroep van ADL-assistent

De scorelijst competenties collectieve belangenbehartiger

Functiebeschrijving netwerk dementie regio Haaglanden

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

FUNCTIEBESCHRIJVING. zorgkundige

FUNCTIEBESCHRIJVING. Functienaam: Verpleegkundige Hospice ALGEMENE INFORMATIE

Pagina 1 van 5. Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten. De kern

Pagina 1 van 6. Examenprogramma zorg en welzijn

proeven bij fase: certificeren

Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder

Ambtelijk handelen en communicatie 4 AMBTELIJK HANDELEN EN COMMUNICATIE 4 (CJU13.4/CREBO:50119)

Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Bedrijf en effecten - 3 Talenten en beroepen

Doel. Inleiding. De mantelzorger als samenwerkingspartner MANTELZORGBELEID VIERSTROOM

Organisatie van werkzaamheden

Functiebeschrijving Kraamverzorgende

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Functie en competentieprofiel HULPKOK

Werktrajectbegeleider

Bronnen: Toolkit familieparticipatie, Poster goed verbonden, juridische aspecten van informele zorg, invoormantelzorg en exptertisecentrum mantelzorg

Functiebeschrijving verzorgende IG (FWG 35) A. Plaats in de organisatie

Mantelzorgbeleid. Inleiding. Definitie

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers

Functiebeschrijving Teamleider Huisvesting (facilitair)

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1

kanker en..hoe gaat het met u?

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

1. Inlevingsvermogen/sociaal sensitief- ZELFTOETS

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verzorgende IG. Werkversie /9 Verzorgende IG v0.1

Woonzorgcentrum De Berk

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Betrokken mantelzorger(s) en/of sociaal netwerk

Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Leidinggevend

Contacten Intern : leidinggevende en medewerkers van Lister Extern : cliënten, familie en bij uitzondering externe hulpverlenende instanties

Beleidsstuk Pagina 1 van 5

Examenprogramma Profielvak: dienstverlening & producten

Transcriptie:

1 Algemene competentiebeschrijving van de functie verpleegkundige Algemeen: De verpleegkundige van NivoZorg heeft uiteraard een grote affiniteit met onze doelgroep in de thuissituatie namelijk langdurige zieken, zorgbehoevende senioren, partners en mantelzorgers. Nodig is ook aantoonbare meerjarige werkervaring, maar we vinden ruime levenservaring minstens zo belangrijk. De levenswijsheid die daarmee gepaard gaat, is een kwaliteitskenmerk waarmee NivoZorg zich in de markt wil onderscheiden van andere aanbieders. NivoZorg wil graag mannen of vrouwen voor deze functies, die naast vakman/vakvrouw boven gemiddelde sociale vaardigheden bezitten en bereid- en in staat zijn de visie en het beleid van NivoZorg in woorden, daden èn met grote bezieling uit te dragen. Tenslotte is vereist minstens het diploma verpleegkundige niveau 4 en een geldige BIG registratie. Leeswijzer: De competentiebeschrijving heeft vier hoofdrubrieken namelijk: (1)algemene competenties, (2)competenties bij huishoudelijke verzorging, (3)competenties bij ondersteunen partners en mantelzorgers en (4)competenties bij lichamelijke verzorging. Binnen de betreffende hoofdrubriek staan vetgedrukt de onderliggende competenties en achter de gedachtebolletjes staat beschreven wat dat in de praktijk betekent. 1 Algemene competenties: 1.1 Een professionele relatie met zorgvrager en mantelzorg onderhouden: Betrouwbaar overkomen, bijvoorbeeld door gemaakte afspraken na te komen; Een open en eerlijke houding hebben; Uitgaan van eigen mogelijkheden en beperkingen; Gebruikmaken van eigen levens-en werkervaring; Heel dicht bij de cliënten kunnen staan, maar tegelijkertijd een zekere afstand als professional kunnen bewaren; De relatie bespreken met zorgvrager en mantelzorger; Fouten van zichzelf en collega s erkennen en herstellen; Verantwoordelijkheid voor eigen gedrag demonstreren; Zich niet achter formele argumenten verschuilen. 1.2 Aansluiten op de beleving van de zorgvrager en mantelzorger: Handelen afstemmen op de beleving, voorkeuren, wensen en mogelijkheden van de zorgvrager; Interesse tonen in de ander, zijn of haar omgeving en zijn of haar functioneren; Zorgvrager en mantelzorger ruimte geven voor het uiten van angst, pijn en ongemak;

2 Ervaringsdeskundigheid van zorgvrager en mantelzorger gebruiken; Onderzoeken of de gekozen benaderingswijze past bij de behoefte of de beleving van de zorgvrager; Goed begrijpen en daar naar kunnen handelen dat partners, mantelzorgers en zorgvragers de werkelijkheid op verschillende manieren kunnen zien en interpreteren; Eigen deskundigheid over de situatie waarin de zorgvrager zich bevind inbrengen. 1.3 Zich vaardig uitdrukken: Ideeën mondeling helder en duidelijk formuleren; Ideeën schriftelijk helder en duidelijk formuleren; De essentie van de boodschap effectief overbrengen; Rekening houden met het verschil in mondelinge en schriftelijke taal; Non-verbaal en verbaal overeenstemmen in reacties. 1.4 Methodisch en systematisch handelen: Zorgbehoefte van zorgvrager inschatten; Zorgbehoefte formuleren in samenspraak met zorgvrager en mantelzorger; Aangeven wanneer en welke ondersteuning bij basiszorg en huishoudelijke zorg nodig is; Met zorgvrager en mantelzorger doelen, werkwijze en planning bespreken; Afhankelijk van de situatie zorgen voor een objectieve, toegankelijke en begrijpelijke verslaglegging in het heen en weer schrift. Eigen handelen beargumenteren; Regelmatig met zorgvrager en mantelzorger evalueren en bijstellen Organiseren van het eigen werk, zelfsturend kunnen zijn; Eigen tijd goed beheren. 1.5 Doelgericht omgaan met grenzen en spanningen: Herkennen en erkennen van verschillen tussen professionele normen en normen van zorgvrager en mantelzorger, binnen de kaders van NivoZorg; Gesignaleerde spanningsvelden of grenzen bespreekbaar maken Kunnen en durven aangeven wanneer je het zelf niet weet en op het juiste moment, met de juiste toon advies, hulp of ondersteuning kunt vragen bij NivoZorg; Actief naar oplossingen zoeken; Zelfstandig en onafhankelijk een oordeel vormen; Zich neerleggen bij het onvermijdelijke en de partner/mantelzorger en zorgvrager hierbij kunnen begeleiden; Open en op basis van argumenten onderhandelen; Verantwoordelijkheid nemen voor het eigen gedrag; Zorgvuldig omgaan met signalen van onmacht en onvermogen en de partner/mantelzorger en zorgvrager hierbij kunnen begeleiden ; Een lerende houding aannemen. 1.6 Realiseren van zorg volgens bestaande protocollen en kwaliteitsrichtlijnen: Werken volgens de actuele kwaliteitsrichtlijnen en protocollen; Aangeven wanneer protocollen aangevuld of herzien moeten worden; Eigen probleemoplossend vermogen gebruiken als er geen protocollen en richtlijnen zijn; Ervaringsdeskundigheid van zorgvrager en mantelzorger gebruiken.

3 1.7 Reflecteren op eigen gedrag, emoties en (persoonlijke en professionele) normen: Bewust zijn van de gevolgen van het aanwezig zijn als hulpverlener; Tijdens de situatie reflecteren op eigen gedrag; Buiten de situatie erop reflecteren; Regelmatig en gepland met zorgvrager en mantelzorger reflecteren op eigen gedrag, emoties en normen; Met andere hulpverleners reflecteren op eigen gedrag, emoties en normen; Leren van consequenties; Gemaakte keuzes verantwoorden; Willen leren van eigen ervaringen; Gebruik maken van feedback van anderen; Anderen feedback geven op inhoud, gedrag, emoties en normen. 1.8 Professionele waarden omzetten in gedrag: Zorgzaamheid tonen in contact met de zorgvrager en mantelzorger; Privacy en autonomie respecteren; Met argumenten gedrag onderbouwen en uitleggen; Zorg bieden in een samenwerkingsrelatie met de zorgvrager; Reflecteren op eigen professionele waarden. 1.9 Samenwerken met collega s en andere hulpverleners in een zorgsituatie: Voor eigen deskundigheid instaan; Eigen grenzen niet overschrijden; Op het juiste moment NivoZorg inschakelen voor hulp bij het oplossen van knelpunten; Samenwerkingsrelatie opbouwen en onderhouden met anderen; Deelnemen aan overlegvormen binnen NivoZorg of in relevante netwerken; Mondeling en schriftelijk communiceren over de situatie en eigen handelen; Zich flexibel opstellen. 2 Competenties ondersteuning bij huishoudelijke zorg 2.1 Conform richtlijnen zorg dragen voor het opruimen, schoonmaken, het verzorgen van planten en dieren, het bed opmaken en textielverzorging: De persoonlijke verzorgingsstandaard van de zorgvrager en mantelzorger kennen; De afspraken binnen NivoZorg omtrent werkwijzen en materialen kennen; Omgaan met de spanning tussen de wens van de zorgvrager en mantelzorger en de eigen beroepsnormen; Weten wat er gedaan moet worden, hoe en hoe vaak; Het werk verrichten binnen de daarvoor afgesproken tijd; Inzetten van schoonmaakmiddelen conform de wens van zorgvrager en mantelzorger. 2.2 Hygiëne bewaken en infectiepreventie: Achtergronden omtrent hygiënisch werken en infectiepreventie kennen; Regelmatig schoonmaken van plaatsen waar met name door direct contact overdracht van micro-organismen plaatsvindt, zoals op de doortrekker van het toilet, lichtknopjes, deurklinken, telefoons; Regelmatig schoonmaken van vochtige en warme ruimtes, zoals keuken en sanitaire ruimtes; Alert zijn op het bederven van voedsel en het goed bewaren van voedsel;

4 Regelmatig verschonen van werkdoeken, theedoeken en handdoeken. 2.3 Zelfstandig plannen en organiseren van de huishoudelijke werkzaamheden: Juiste volgorde ten aanzien van ruimtes hanteren; Juiste volgorde ten aanzien van schoonmaken hanteren; Gebruikte materialen schoonmaken en opbergen; De werkzaamheden binnen de gestelde tijd verrichten. 2.4 Overleggen, onderhandelen en samenwerken met zorgvrager en mantelzorger: Luisteren naar wensen en behoefte van zorgvrager en mantelzorger; Zorgvrager en mantelzorger informeren over de professionele normen en werkwijze van NivoZorg; Heldere afspraken maken met zorgvrager en mantelzorger; Belangen vooropstellen, niet standpunten; Zoeken naar oplossingen in elkaars belang; Met de zorgvrager en mantelzorger bespreken wie wat doet en hoe de zorgvrager en/of mantelzorger bij het werk betrokken kan worden; De zorgvrager motiveren, indien mogelijk, taken zelf te doen; De zorgvrager afremmen als deze meer wil doen dan hij of zij eigenlijk kan; Grenzen stellen bij zorgvragers en mantelzorgers die overvragen; Flexibel maar doelgericht omgaan met afspraken. 2.5 Stimuleren van de zelfredzaamheid indien mogelijk: Inzicht hebben in de mogelijkheden van de zorgvrager; De zorgvrager motiveren, indien mogelijk, taken zelf te doen; De zorgvrager en mantelzorger stimuleren zelf oplossingen te bedenken; De zorgvrager en mantelzorger laten zien welke handelswijze handig is; De zorgvrager en eventueel mantelzorger bepaalde taken aanleren; Geduld hebben met de zorgvrager en mantelzorger. 2.6 Observeren en signaleren ten aanzien van wijzigingen in de dagelijkse routine: Alert zijn op veranderingen in de lichamelijke en geestelijke conditie van de zorgvrager; Oog hebben voor veranderingen in de omgeving van de zorgvrager; Controleren of afspraken met de zorgvrager nagekomen zijn; Opvallende wijzigingen bespreken met zorgvrager en mantelzorger en rapporteren in het heen en weer schrift; Weten welke signalen doorgegeven moeten worden aan anderen. 3 Ondersteunen van partners en/of mantelzorgers in het zorgen voor een ander 3.1 Het signaleren van de noodzaak voor het ondersteunen van mantelzorgers: Luisteren naar verhalen en signalen van partners en mantelzorgers en indien relevant hier adequaat naar handelen; Partners en Mantelzorgers stimuleren zich te uiten; Knelpunten in de situatie inventariseren; Opgemerkte signalen bespreken met de mantelzorgers; Signalen vertalen naar de mogelijkheid tot ondersteuning.

5 3.2 Opbouwen en onderhouden van de relatie met de partner en/of mantelzorger: De rol van de mantelzorger erkennen en respecteren; Bevragen van mantelzorger naar gewoontes of voorkeuren bij het verzorgen van de ander en daarbij aansluiten; De autonomie van de mantelzorg respecteren; Zich bewust zijn van verschil in beleving en aanpak tussen mantelzorger en zorgverlener; Regelmatig met mantelzorger overleggen over eigen behoeften; Regelmatig evalueren met mantelzorgers. 3.3 Afstemmen van het handelen op en samenwerken met de mantelzorger: Aansluiten bij de gewoontes, mogelijkheden en beperkingen van de mantelzorger; Gebruik maken van de ervaringskennis van de mantelzorger; Ondersteuning, verlichting of overnamen van (zorg)taken regelen; Samen met de mantelzorger zorg verlenen; Voor adequate hulpmiddelen, aanpassingen of voorzieningen zorgen via NivoZorg; Ondersteunende begeleiding bieden aan mantelzorgers; Luisteren naar de beleving van de mantelzorger; Mantelzorger op maat informeren en adviseren; Tijdig NivoZorg inschakelen wanneer er nog behoefte is aan andere NivoZorg-arrangementen 3.4 Methodisch en systematisch werken voor mantelzorgondersteuning: Zorgbehoefte van de mantelzorger inschatten; Rekening houden met verwerkingsfasen van de mantelzorger; Met mantelzorger doelen en werkwijze vaststellen, binnen de kaders van NivoZorg; Aangeven wanneer en hoe ondersteuning bij mantelzorg nodig is; Organiseren van het eigen werk; Eigen tijd goed beheren; Zorg regelmatig met mantelzorger evalueren en bijstellen; Regelmatig rapporteren over de voortgang en evaluatie in het werkoverleg en bij casuïstiek bespreking binnen NivoZorg. 4 Competenties bij lichamelijke verzorging 4.1 Professioneel omgaan met normen en waarden van de zorgvrager en mantelzorger ten aanzien van de persoonlijke hygiëne en verzorging: Vragen aan de zorgvrager over de gewenste persoonlijke hygiëne en verzorging en uitvoering daarvan binnen de kaders van NivoZorg; Luisteren naar verhalen over de manier waarop de zorgvrager met de persoonlijke hygiëne en verzorging omgegaan is in het verleden; Doorvragen over de voorkeuren, gewoontes en denkwijzen over persoonlijke hygiëne en verzorging; Kunnen omgaan met het feit dat de zorgvrager andere keuzes kan maken dan de zorgverlener op basis van professioneel inzicht redelijk vindt; Samen met de zorgvrager en mantelzorger afspraken maken over de persoonlijke hygiëne en verzorging, gebaseerd op wensen van zorgvrager en op professionele normen.

6 4.2 Voorlichting geven over nut en noodzaak van persoonlijke hygiëne en verzorging: De gewoontes en voorkeuren van de zorgvrager kennen; In begrijpelijke taal afstemmen met partner/mantelzorger en zorgvrager Signaleren welke informatie er bij de zorgvrager en mantelzorger ontbreekt Aansluiten bij het antwoord geven op vragen omtrent persoonlijke hygiëne en verzorging Vaststellen dat ongevraagd advies nodig is; De juiste informatie op het juiste moment bieden; De richtlijnen van NivoZorg en algemeen richtlijnen op dit gebied goed kennen; Onderzoeken wat de zorgvrager en mantelzorger kan en doet met de gegeven informatie. 4.3 Bieden van basiszorg rondom het lichaam: Aansluiten bij de beleving en de wensen van de zorgvrager en mantelzorger; Hulp bieden bij aan- en uitkleden, wassen of douchen en uiterlijke verzorging, al dan niet op bed; Hulp bieden bij het gebruik van hulpmiddelen; Hulp bieden bij beweging en innemen van houding; Begeleiding naar toilet en het gebruik van eventueel incontinentiemateriaal; Maatregelen nemen ter voorkoming van complicaties; Zorgen voor een veilige werksituatie; Hygiënisch werken; Ergonomisch verantwoord werken, binnen de visie van NivoZorg. 4.4 Het opnieuw aanleren en/of stimuleren van de zelfredzaamheid van de zorgvrager ten aanzien van de eigen verzorging: Inventariseren van de huidige en gewenste mogelijkheden van de zorgvrager en verhoging van gevoel van eigenwaarde en welbevinden; Stapsgewijs en planmatig aangeven wat er nodig is om tot de gewenste situatie te komen; De zorgvrager en mantelzorger laten zien hoe de activiteiten kunnen worden uitgevoerd; Samen met de zorgvrager en eventueel mantelzorger activiteiten oefenen; Zorgvrager motiveren en prikkelen om zelf activiteiten op te pakken; Afbouwen van het overnemen van zorg, mits verantwoord en na overleg met partner/mantelzorger, zorgvrager en huisarts. Regelmatig vragen aan zorgvrager en mantelzorger hoe het proces loopt en of bijstelling nodig is. 4.5 Instructie en advies geven over de meest adequate manier van handelen in een bepaalde situatie: Onderzoeken van gebruikelijke manier van handelen van zorgvrager en mantelzorger; Aangeven welke handelingen in welke volgorde handig zijn; Laten zien hoe zorgvrager en mantelzorger het meest adequaat kan handelen in die situatie; Oefenen van de meest adequate handelwijze; Adviseren over en het inzetten van hulpmiddelen bij de dagelijkse verzorging; Regelmatig bespreken en evalueren van de meest adequate handelwijze.